Angst, dat is zeker de leidraad van het optreden van politie en justitie als het gaat om terrorisme bestrijding. De angst om te laat te komen, de angst om fouten te maken en de angst voor het terrorisme. Die angst is evident geworden na de aanslagen van 11 september 2001. Twee dagen na die aanslagen sloeg de politie toe. Hoewel de rechter de verdachten in eerste instantie vrijsprak werden enkele verdachten later in hoger beroep wel veroordeeld. Waarom is onduidelijk. De eerste rechter was glashelder als het gaat over zowel het bewijs, geen, als het onderzoek van de politie, maar ook de AIVD, rommel.
Nadien is er eigenlijk niet veel veranderd. Vaak worden mensen gearresteerd op basis van een enkele verdachte handeling of observatie of een anonieme tip of melding. Racistische trekken bij die arrestaties lijken een rol te spelen, hoewel wij niet een ‘controle groep’ hebben onderzocht. Toch valt het op dat als je als moslim, arabier of anderszins islamitisch duidelijk te onderscheiden uiterlijk langs een hek van een legerbasis loopt je direct zal worden vastgehouden. Een goed gesprek lijkt in die gevallen ook niet meer tot de opties. Mensen die op basis van de gedachte dat er terrorisme in het spel is worden aangehouden worden vaak meerdere dagen vastgehouden, er wordt vaak gedreigd met verdere verlenging van het voorarrest en alle middelen worden uit de kast gehaald om mensen ‘veroordeeld’ te krijgen. Waarheidsvinding, waarbij het mogelijk eigen falen een rol kan spelen lijkt niet meer het uitgangspunt. Nee, een anonieme melding is de aanleiding tot een grootscheepse operatie die zijn weerga niet kent. Politie en justitie lijken de weg kwijt als het om terrorisme gaat.
Ditzelfde lijkt ook voor de rechterlijke macht te gelden. Mensen die vrijgesproken zijn in een proces met betrekking tot mogelijke betrokkenheid bij terrorisme worden soms na een periode van maanden in voorarrest ook nog eens in vreemdelingenbewaring geplaatst. En als klap op de vuurpijl wordt het bewijs dat in de eerste rechtzaak van tafel was geveegd om de persoon in kwestie te veroordelen voor betrokkenheid bij terrorisme doodleuk gebruikt om iemand ongewenst te verklaren. Of iemand nu wel of niet verdacht is is al niet meer de vraag. De vraag voor politie, justitie, inlichtingendiensten en meer en meer ook de rechterlijke macht is eerder hoe Nederland van deze verdachten af kan komen of daarbij de mogelijkheid bestaat dat de persoon in kwestie gemarteld gaat worden in het land waar naartoe hij wordt uitgezet speelt allang geen rol meer. De homo sacer heeft ook zijn intrede gedaan bij de terrorisme bestrijding. De naakte mens ontdaan van al zijn rechten op een eerlijk proces en op een eerlijke rechtsgang.
Dit overzicht is niet volledig. Veel zaken zijn onduidelijk aangezien een aanhouding niet altijd in de media komen of op een andere manier aan de openbaarheid worden getoond. Het lijkt er ook op dat politie en justitie soms zaken juist in stilte willen houden, maar ook verdachten zelf. Mensen schamen zich en voelen zich in hun burgerschap aangetast. Dit is logisch. Excuses worden er voor grof optreden door politie en justitie nioot gemaakt en ook wordt er weinig openheid betracht als het gaat over terrorisme bestrijding. De snaar staat bij die bestrijding heel erg gespannen en eigenlijk is het een wonder dat er nog geen slachtoffers gevallen.
Voor aanvullingen, commentaar en wijzingen neem dan contact op met Buro Jansen & Janssen 020 6123202, www.burojansen.nl, info@burojansen.nl