Uit: Ravage #11 van 3 september 2004
Justitie heeft Maarten Blok overgedragen aan de Zweedse autoriteiten. De Haagse rechtbank wees onlangs een vordering tegen uitlevering van de hand. Maarten wordt er van beschuldigd tijdens de EU top van juni 2001 in Göteborg een agent met een stok op het hoofd te hebben geslagen.
MAARTEN BLOK had begin augustus een kort geding aangespannen tegen het besluit van minister Donner van Justitie om uitlevering aan Zweden toe te staan. Maar de Haagse rechtbank is van mening dat er geen sprake is van onrechtmatig handelen van de kant van de minister. Er zijn volgens de rechtbank geen of onvoldoende bewijzen voorhanden die aantonen dat Maarten in Zweden geen eerlijk proces zal krijgen.
Ook dient het feit dat de Zweedse autoriteiten hem in eigen land voor het gerecht wil brengen en de zaak niet overdraagt aan Nederland gerespecteerd te worden, aldus de rechtbank. Nadat eerder al de Amsterdamse rechtbank en de Hoge Raad van mening waren dat uitlevering toegestaan is, waren Maartens juridische mogelijkheden opgedroogd.
GERUGGESTEUND door vrienden en bekenden meldde Maarten zich op 31 augustus vrijwillig bij de rechtbank in Amsterdam. Een dag later werd hij op Schiphol overgeleverd aan de Zweedse autoriteiten. Zweden wil hem berechten in verband met gebeurtenissen tijdens de Eurotop in Göteborg in 2001.
Maarten wordt ervan verdacht deel te hebben genomen aan een gewelddadig oproer en een agent te hebben geslagen. Hij zelf zegt onschuldig te zijn en vreest dat de Zweedse autoriteiten hem op ondeugdelijke gronden en met oneigenlijke middelen zullen berechten. Dit overkwam andere antiglobalisten die in 2001 bij de rellen betrokken waren al eerder en deed organisaties als Amnesty International protest aantekenen.
Aanvankelijk had Zweden aan Nederland laten weten dat Maarten’s proces op 7 september zou plaatsvinden. Omdat zij Maarten twee tot drie weken eerder in Zweden willen hebben voor verhoor en de voorbereiding van het proces, had hij in wezen half augustus al uitgeleverd moeten worden.
De Tweede Kamerleden De Wit (SP) en Wolfsen (PvdA) hadden daarop aan minister Donner schriftelijke vragen gesteld over de uitleveringszaak. Omdat Donner niet tot uitlevering wilde overgaan voordat hij deze vragen had beantwoord en hij met vakantie was, werd de streefdatum van half augustus niet gehaald.
OP 20 AUGUSTUS zond Donner zijn antwoorden naar de Kamer. Hij liet daarin weten dat Zweden hem verzekerd heeft dat het proces, inmiddels verplaatst naar 23 september, door zal gaan. Al met al zal Maarten’s verblijf in een Zweedse cel hooguit enkele weken duren, aldus Donner.
Het is de vraag of dat klopt. Er moeten namelijk nog verschillende getuigen, onder andere in Nederland, worden gehoord voordat het proces van start kan gaan. Dit voortraject kan langer duren dan de twee weken die de Zweedse autoriteiten nu zeggen nodig te hebben.
Daarnaast is het weliswaar zo dat Maarten een eventueel opgelegde straf in Nederland mag uitzitten, maar in de overdracht tussen Zweden en Nederland kan veel tijd gaan zitten. De praktijk leert dat dit, door alle bureaucratische rompslomp, soms maanden in beslag neemt. Al die tijd zal Maarten dus in Zweden in de cel zitten.
Ook indien hij in hoger beroep gaat tegen de uitspraak zal hij dat beroep in een Zweedse cel moeten afwachten. Dit kan al gauw enkele maanden duren. In theorie zou het dus om enkele weken kunnen gaan (zeker als hij wordt vrijgesproken), maar in de praktijk zal Maarten eerder enkele maanden in Zweden vastzitten.
HOEWEL DE uitlevering aan Zweden vrijwel onvermijdelijk leek, zaten de vrienden en sympathisanten van Maarten, verenigd in een steungroep, de afgelopen maanden niet met de armen over elkaar. Zo werd Donner in mei van dit jaar tijdens een bezoek aan een journalistencongres in Amsterdam geconfronteerd met vragen over de kwestie, net als de Zweedse consul enkele weken later.
Op 2 juli, de dag dat Donner zijn beslissing tot uitlevering bekend maakte, vond er op het Amsterdamse Spui een solidariteitsmanifestatie plaats. Begin augustus werd de (voorlopig) laatste actie gehouden. Op het stationsplein in Den Haag werd een kunstwerk, bestaande uit op elkaar gestapelde containers, beklommen. Met een ‘Donner’ van papiermaché werd vervolgens uitgebeeld dat de minister zich als een marionet van de Zweedse staat gedraagt.
Maarten’s uitlevering kreeg de nodige aandacht in de media, zowel kranten als radio en tv. Ook enkele Zweedse kranten brichtten over de uitlevering. Begin september zal iemand van de steungroep in Göteborg deelnemen aan een debat over repressie waar onder andere de Zweedse minister van Justitie bij aanwezig zal zijn.
Maartens rechtszaak in Göteborg vindt op 23 september plaats. Er zijn plannen om voor en tijdens het proces met sympathisanten aanwezig te zijn en actie te voeren. Iedereen is welkom om mee te gaan. Als je geïnteresseerd bent kun je contact opnemen met de steungroep. Op 3 september belegt de steungroep een bijeenkomst in Amsterdam. (zie agenda achterin het blad)
Website: www.steunmaarten.org