Getuigen verklaringen beschuldigen Nigeriaanse militaire commandant van opdracht geven tot moorden en het accepteren van steekpenningen.
Op 10 november 2010 was het vijftien jaar geleden dat de Nigeriaanse schrijver en activist Ken Saro-Wiwa werd opgehangen. Onlangs is er nieuw bewijsmateriaal opgedoken dat er op wijst dat het Nigeriaanse leger de moord op vier lokale Ogoni leiders heeft gepleegd waarvoor Saro-Wiwa was veroordeeld.
Uit het bewijsmateriaal blijkt ook dat de commandant van de betrokken eenheid, de beruchte Lt Col Okuntimo, vlak daarvoor miljoenen Naira betaald kreeg door Shell, en dat hij zich verplaatste in een pick-up truck van het oliebedrijf.
Shell heeft altijd volgehouden dat het bedrijf geen financiële banden had met het Nigeriaanse leger. De enige betalingen die het bedrijf ooit heeft moeten toegegeven – omdat er zwart op wit bewijs was – waren die van zogenaamde field allowances bij twee verschillende gelegenheden, maar nauwere betrekkingen zijn altijd ontkend.
The Independent heeft beschikking over de getuigenverklaringen afgelegd voor de rechtszaak van de nabestaanden van Wiwa tegen Shell. Vlak voordat de zaak vorig jaar zomer (2009) in New York voor de rechter zou komen, trof Shell een schikking. Het oliebedrijf betaalde de nabestaanden 15,5 miljoen dollar, en het bewijsmateriaal bleef binnenskamers. Tot nu toe.
Een van de belangrijkste getuigen was Bonafice Ejiogu, de orderly van Lt. Col. Okuntimo, de beruchte commandant (“Ik weet 200 manieren om iemand te doden”) van de Internal Security Task Force. Deze speciale eenheid samengesteld uit militairen, politie en de staatsveiligheidsdienst was opgericht om de orde te handhaven in Ogoni land maar had een reputatie van verkrachtingen, martelingen en moord – tot in detail gedocumenteerd door Human Rights Watch.
Als orderly – een soort tassendrager – van de commandant was Ejiogu altijd bij Okuntimo in de buurt. Zo stond hij op wacht terwijl Okuntimo mensen verkrachtte en vertelt hij dat het de gewoonte was om opgepakte Ogoni jongeren te martelen vóór er verhoord werd om ze te dwingen te bekentenissen.
Hij is er twee keer getuige van geweest dat Okuntimo geld ontving uit de handen van George Ukpong, toentertijd Hoofd Security van de oostelijke divisie van Shell Nigeria. Ejiogu geeft een gedetailleerde beschrijving van de overdracht die in 1994 plaatsvond, een paar dagen voor de moord op de vier Ogoni leiders. Hij reed met Okuntimo naar de Shell Industrial Area, de centrale vestiging van het bedrijf in Port Harcourt. Daar krijgt de commandant zeven grote tassen met geld, verpakt in zogenaamde Ghana Must Go tassen. (Deze grote gestreepte tassen zijn een begrip in de regio, verglijkbaar met wat hier te lande de Turken-Tas heet, een paar maten groter dan de Dirk-tas). De tassen zijn bijna te zwaar om te dragen. Ejiogu vertelt hoe een van de soldaten een tas laat vallen. “Het ding ging open. Wat ik zag was geld in bundels ter waarde van 20 Naira. Hij zei, wow, dit is geld. Ik zeg, ja man, het is geld.” De advocaten schatten dat het om meer dan 50 miljoen Naira gaat.
Later hoort de orderly zijn commandant ruziën met ondergeschikten van het garnizoen in het plaatsje Bori, er valt zelfs een schot, De soldaten zijn boos dat ze niet ieder een miljoen Naira voor zichzelf krijgen van Okuntimo.
Bij een andere geledenheid kreeg Okuntimo vier Ghana Must Go tassen van Ukpong, ‘s avonds laat bij het huis van Shell’s Hoofd Security. De orderly verklaart dat het geld naar de auto werd gebracht door de kok en de chauffeur van Ukpong.
Er zijn meer getuigen over dit soort betalingen van Shell aan Okuntimo. Raphael Kponee was een politieman die voor Shell werkte bij de SPY Police en op wacht stond bij de hoofdpoort van de Shell Industrial Area. Hij heeft gezien hoe voor het gebouw van de afdeling Security drie Ghana Must Go tassen in Okuntimo’s pick-up truck werden geladen door diens chauffeur en die van Ukpong,
Shell’s Hoofd Security was ook getuige in het proces. Ukpuong geeft toe dat er geld is betaald aan Okuntimo, maar houdt vol dat het uitsluitend om field allowances ging voor politie en militairen die Shell bezittingen moeten bewaken in Ogoni land. Hij ontkende ooit persoonlijk geld aan Okuntimo overhandigd te hebben.
Ejigo’s getuigenverklaring werpt ook een nieuw licht op de vraag wie er verantwoordelijk was voor de moord op de vier Ogoni leiders op 21 mei 1994 op een bijeenkomst in Giokoo.
Saro-Wiwa was daar uitgenodigd als spreker, maar hij werd bij een road block buiten het dorp tegengehouden door de Task Force van Okuntimo. Human Rights Watch onderzocht de moorden en concludeerde dat te slachtoffers kennelijk waren aangevallen door een menigte (‘a mob’), maar kreeg geen duidelijkheid over wat er daarvoor precies is gebeurd.
In zijn beschrijving van die dag, vertelde Ejiogu dat hij Okuntimo tegen zijn ondergeschikte ter plaatse in Giokoo hoort zeggen: “Waste them”. De advocaat vraagt wat hij daarmee bedoelt. Ejiogu legt uit dat je die term gebruikt “when you are shooting rapidly”. ‘Overhoop schieten’ zou je in het Nederlands zeggen.
Later die dag hoort de orderly Okuntimo praten met iemand van de militaire recherche over wat er is voorgevallen in Giokoo. “Okuntimo zei: Misschien werden de jongens een beetje gek. That’s all.” Gevraagd wie hij bedoeld met “de boys” zegt hij, de soldaten in Giokoo, en de officieren.”
De volgende dag gaat Ejiogu terug naar de plek des onheil, waar hij de uitgebrande Volkswagen kever ziet waar de vier Ogini in zaten toen ze werden vermoord. De orderly hoort een gesprek tussen Okuntimo en een van zijn ondergeschikten. “Heb je de lijken weggehaald?” waarop de dienstdoende soldaat antwoordt: ”Yes, sir.” Okuntimo zei toen: “Okay, dat is goed.”
Ejiogu verklaart ook dat Okuntimo naar Giokoo kwam in een witte Shell Isuzu pick-up truck. Een andere getuige onderschrijft dit, Kpobari Tusima heeft gezien dat ook een deel van de Task Force in voertuigen van Shell werd vervoerd.
Deze verklaringen werpen een nieuw licht op de gebeurtenissen die aanleiding waren voor de arrestatie van Ken Saro-Wiwa nog geen 24 uur later. Uit het nieuwe bewijsmateriaal blijkt dat de jongens van de Task Force flink tekeer zijn gegaan, luttele dagen nadat hun commandant Okuntimo grote bedragen geld had ontvangen van Shell.
Een woordvoerder van Shell zei gisteren: “Beschuldigingen met betrekking tot Okuntimo en Shell zijn niet nieuw. Het ontbreekt aan ieder geloofwaardig bewijs ter ondersteuning van deze aantijgingen. Shell Petroleum Development Corporation en Shell destijds hebben zich regelmatig uitgesproken tegen geweld, en hebben het gebruik ervan publiekelijk afgekeurd.”
Witness statements accuse Nigerian military comman