Een benaderingen door de inlichtingendienst in Arnhem
”Of ze hem een keer mochten bellen? Om erger te voorkomen. Ze willen alleen de ‘rotte appels’ eruit halen. Zij willen alleen de linkse scène in kaart brengen. Degene die extreem fanatiek zijn en geweld gebruiken.” Martijn* kreeg één voor één foto’s te zien. Ze vroegen namen, maar reageerden niet als Martijn een voornaam noemde. Over de gezichten die hij niet herkende vroegen ze of hij achter de namen van de betrokkenen kon komen. Bij verschillende mensen vroegen ze Martijn om een persoonsbeschrijving. “wat voor iemand is dat?” vroeg ‘John’** dan. “Je moet niet denken dat wij de ‘goede’ willen pakken,” voegde hij er aan toe. Na een korte sessie achter in de auto drukten de twee agenten Martijn 100 euro in de hand. “Je hoeft het niet op te geven aan de belasting,” voegde ‘John’ de oudere agent die het woord voerde er aan toe. Martijn was gevraagd om na het in kaart brengen van de ‘krakers’ van het Fort Pannerden een carrière te beginnen als agent in de kringen van dierenrechtenactivisten. Martijn bedankte, voelde zich al bezwaard dat hij van een klein aantal mensen de voornaam had genoemd. Enkele dagen later belde ‘John’ voor een nieuwe afspraak. Maar Martijn vertelde dat hij er mee op hield.