• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Handboek Openbare Orde

    9069/ 02 jel/ NGS/ rl 1 DG H II
    NL

    RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
    Brussel, 23 mei 2002 (31.05)
    (OR. es)

    9069/ 02

    ENFOPOL 66
    NOTA
    van: het voorzitterschap
    aan: de Groep politiële samenwerking
    nr. vorig doc.: 10916/ 01 JAI 82, 11572/ 01 ENFOPOL 90
    Betreft: Handboek voor de beveiliging van de Europese Raden en van andere soortgelijke evenementen

    De Groep politiële samenwerking is door het Comité van artikel 36 gemandateerd om, rekening
    houdend met het voorstel van de Task Force van Politiechefs, een handboek op te stellen ten behoeve van de politieautoriteiten en -diensten tijdens de bijeenkomsten van de Europese Raad en andere soortgelijke evenementen.

    Het kader waarbinnen dit mandaat moet worden uitgevoerd is aangegeven in de conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, van 13 juli 2001, betreffende de veiligheid van de bijeenkomsten van de Europese Raad en andere vergelijkbare gebeurtenissen
    (doc. 10916/ 01 JAI 82).

    Dankzij het werk dat reeds verricht is door de Groep politiële samenwerking zijn de contouren van
    het toekomstige handboek voor de beveiliging van de Europese Raden al zichtbaar, dat, zonder
    concreet te worden waar het de operationele capaciteit ervan betreft, in grote lijnen de volgende
    structuur zou kunnen hebben:

    HANDBOEK VOOR DE BEVEILIGING VAN EUROPESE RADEN
    I. INLEIDING
    I. 1 MOTIVERING
    I. 2 REGELGEVING
    I. 3 PREMISSEN
    I. 4 WAARBORGEN VAN LEGALE BETOGINGEN

    II. VASTE CONTACTPUNTEN
    II. 1 AANWIJZING
    II. 2 TAKEN
    II. 3 MINIMUMEISEN
    II. 4 ACTUALISERING VAN GEGEVENS

    III. INFORMATIE-UITWISSELING
    III. 1 VOORAF: RISICOANALYSE
    III. 2 ACHTERAF: ACTIVITEITENEVALUATIE

    IV. OPERATIONELE SAMENWERKING
    IV. 1 CONTACTPUNTEN
    IV. 2 TEAMS VAN VERBINDINGSFUNCTIONARISSEN
    IV. 3 OPERATIONELE GROEP HOOFDEN OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID
    IV. 4 EUROPOL
    IV. 5 OPERATIONELE ONDERSTEUNING BIJ DE UITVOERING VAN HET
    PRAKTISCH PLAN
    IV. 6 OPLEIDING EN UITRUSTING

    V. MAATREGELEN INZAKE GRENSOVERSCHRIJDING
    VI. BETREKKINGEN MET DE MEDIA EN MET BETROKKEN GROEPERINGEN
    VII. WERKSCHEMA/ TACTISCH PLAN
    VIII. EVALUATIE EN FOLLOW-UP 2

    IX. BIJLAGEN
    IX. 1 RISICOANALYSE
    IX. 2 EVALUATIEFORMULIER
    IX. 3 COORDINATIEGROEP
    IX. 4 VERZOEK OM ONDERSTEUNINGSFUNCTIONARISSEN 3

    I. INLEIDING
    I. 1 MOTIVERING
    Een adequate informatie-uitwisseling tussen de lidstaten, alsmede nauwe internationale contacten
    voorafgaand aan een dergelijk evenement zijn van wezenlijke invloed op een betere beveiliging
    ervan.

    Dit vormt een praktische steun voor de verantwoordelijken van de politiediensten van de lidstaten
    die belast zijn met de beveiliging van de Europese Raden en soortgelijke evenementen.

    I. 2 REGELGEVING
    -Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie.
    -Gemeenschappelijk optreden van 26 mei 1997 met betrekking tot de samenwerking op het
    terrein van de openbare orde en veiligheid.
    -Conclusies van de Raad van JBZ-Ministers betreffende de veiligheid van de bijeenkomsten
    van de Europese Raad en andere vergelijkbare gebeurtenissen (doc. 10916/ 01 JAI 82).
    -Checklist inzake mogelijkerwijs te nemen maatregelen naar aanleiding van Europese Raden
    of soortgelijke evenementen (doc. 11572/ 01 ENFOPOL 90).

    I. 3 PREMISSEN
    De lidstaat die het evenement organiseert is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare
    orde en voor de veiligheid in het kader van de bijeenkomsten van de Europese Raad en andere
    soortgelijke evenementen.

    Het handboek moet gezien worden als een dynamisch instrument dat kan worden gewijzigd op
    grond van de gebeurtenissen en op elk moment kan worden aangepast aan de plaatselijke
    omstandigheden. 4

    I. 4 WAARBORGEN VAN LEGALE BETOGINGEN
    De politiediensten die voor de veiligheid moeten zorgen bij Europese Raden en soortgelijke evene-menten
    waarborgen dat legale betogingen niet worden misbruikt door elementen die als enig doel
    hebben individueel of in groepsverband geweld te plegen.

    II. VASTE CONTACTPUNTEN 1
    II. 1 AANWIJZING
    Dit geschiedt door de centrale autoriteiten van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor de open-bare
    orde en veiligheid.

    II. 2 TAKEN
    -Verzamelen, analyseren en uitwisselen van relevante informatie. (III. 1)
    -Doorgeven van de verwerkte informatie aan hun autoriteiten en de betrokken politie-diensten.

    -Opstellen van risicoanalyses. (III. 2)
    -Volgen van het verloop van de evenementen. (III. 3)

    II. 3 MINIMUMEISEN
    -Vierentwintig uur per dag bereikbaar zijn.
    -Personeel met enige talenkennis (minstens één andere taal van de EU).
    -Waarborg dat de communicatielijnen en informatiestructuren permanent operationeel
    zijn.

    II. 4 ACTUALISEREN VAN GEGEVENS
    Elke wijziging in de structuur van een nationaal vast contactpunt die nodig is om doeltreffend te
    kunnen opereren, wordt onmiddellijk doorgegeven aan de overige nationale contactpunten.

    III. INFORMATIE-UITWISSELING
    III. 1 BEHOEFTEN, VERWACHTINGEN, STRUCTUREN EN WERKMETHODES
    Het nationale vaste contactpunt (II. 1) van elke lidstaat organiseert het verzamelen, analyseren en
    uitwisselen van relevante informatie over Europese Raden en soortgelijke evenementen, en dit in
    relatie met zowel de overige lidstaten als met derde landen.

    Het nationale vaste contactpunt geeft systematisch alle informatie door die zijn nationale autoriteit
    van belang acht voor een betere beveiliging van de Europese Raden en soortgelijke evenementen 1 .

    De nationale vaste contactpunten moeten onderling op dusdanige wijze communiceren dat de
    vertrouwelijkheid van de gegevens gewaarborgd blijft.

    III. 2 RISICOANALYSE 2
    Elk nationaal vast contactpunt zendt eenentwintig dagen vóór een Europese Raad of een soortgelijk
    evenement aan het nationale vaste contactpunt van de organiserende lidstaat een risicoanalyse
    (IX. 1) betreffende de in zijn land bekende groepen, waarin het de volgende aspecten verwerkt:

    1 Artikel 46 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst (PB L 239 van 22.9.2000).
    2 11694/ 01 ENFOPOL 92. 6

    -Groepen die mogelijkerwijs zullen demonstreren tijdens de bijeenkomst.
    -Samenstelling en specifieke kenmerken.
    -Vervoermiddelen.
    -Eventuele banden met groepen uit andere landen.
    -Wijze van demonstreren.
    -Gedrag jegens politiediensten.
    -Informatie van in derde landen gedetacheerde verbindingsfunctionarissen over even-tuele
    verplaatsingen van personen aldaar naar de plaats van de bijeenkomst van de
    Europese Raad of soortgelijk evenement.

    Persoonsgegevens zullen worden uitgewisseld met strikte inachtneming van de ter zake toepas-selijke
    nationale wetgeving.

    III. 3 EVALUATIEFORMULIER
    Het nationale vaste contactpunt van de organiserende lidstaat vervaardigt en verspreidt een
    evaluatieformulier (IX. 2) over de belangrijkste veiligheidsaspecten van een bijeenkomst van de
    Europese Raad of een soortgelijk evenement, waarin met name melding wordt gemaakt van orde-verstoringen,
    overtredingen en samenscholingen. 7

    IV. OPERATIONELE POLITIËLE SAMENWERKING
    IV. 1 CONTACTPUNTEN
    Zie punt II.
    IV. 2 TEAMS VAN VERBINDINGSFUNCTIONARISSEN 1
    Dertig dagen vóór een Europese Raad of soortgelijk evenement wijzen de lidstaten iemand met de
    nodige ervaring op het gebied van de openbare orde aan als verbindingsfunctionaris; deze moet in
    concreto:

    -toegang hebben tot alle nuttige informatiebronnen in zijn lidstaat met betrekking tot de
    problematiek van handhaving van de openbare orde, daarmee samenhangende criminele
    verschijnselen en politiek, sociaal, cultureel en religieus activisme,
    -de relevante informatie kunnen beheren,
    -zeer goede kennis hebben van één andere officiële taal van de EU.

    De naam en gegevens van deze verbindingsfunctionaris worden aan de organiserende lidstaat door-gegeven
    via de respectieve nationale vaste contactpunten.

    De verbindingsfunctionaris kan uitgenodigd worden voor de werkzaamheden van de Coördinatie-groep
    (IX. 3) die door de ontvangende lidstaat wordt ingesteld; in dat geval wordt hij bij het natio-nale
    vaste contactpunt geplaatst, vanwaar hij contact onderhoudt met zijn eigen land.

    De ontvangende lidstaat draagt de reis-en verblijfskosten, alsmede de kosten van levensonderhoud
    voor de verbindingsfunctionarissen die voor dit doel naar zijn grondgebied komen.

    IV. 3 OPERATIONELE ONDERSTEUNING BIJ DE UITVOERING VAN HET TACTISCH
    PLAN

    In verband met de organisatie van een concreet evenement kan het organiserende land, op verzoek
    van de bevoegde autoriteit en via de respectieve nationale vaste contactpunten, vragen dat er politie-
    of inlichtingenfunctionarissen van een andere lidstaat worden gestuurd.

    Het verzoek (IX. 4) wordt minimaal 21 dagen vóór het evenement, met redenen omkleed, ingediend.
    De ondersteuning die de buitenlandse politiefunctionarissen kunnen leveren, maakt deel uit van het
    tactisch plan van de politiedienst die als gastheer optreedt.

    Dit houdt in dat de buitenlandse politie-of inlichtingenfunctionarissen over het tactisch plan geïn-formeerd
    worden in een taal die zij kunnen begrijpen, dat zij zowel vooraf als achteraf deelnemen
    aan informatievergaderingen, en dat zij expliciet worden opgenomen in de informatiestructuur en
    actief betrokken worden bij het politiewerk op het terrein.

    Door ze te laten begeleiden door het eigen personeel staat de politiedienst die als gastheer optreedt
    in voor de fysieke veiligheid van deze ondersteunende buitenlandse functionarissen.

    De begeleiding van deze buitenlandse functionarissen wordt zo georganiseerd dat er altijd een
    goede communicatie is tussen het commando van de lokale politie en het nationale vaste contact-punt
    van het organiserende land. De buitenlandse functionaris zorgt ervoor dat zijn optreden zijn
    collega’s niet onnodig in gevaar brengt noch ongerechtvaardigde risico’s doet lopen.

    IV. 4 OPERATIONELE GROEP HOOFDEN OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID
    (GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VAN 26 MEI 1997)

    Zie punt VII. 9

    IV. 5 EUROPOL
    Gemeenschappelijke analyse van ordeverstoringen, overtredingen en samenscholingen (III. 3).
    IV. 6 OPLEIDING EN UITRUSTING 1
    Teneinde een hoog en uniform niveau van opleiding en uitrusting te bereiken van de eenheden die
    instaan voor de veiligheid van de Europese Raden, is het volgende nodig:

    -een programma voor opleiding en bijscholing inzake het in de praktijk omgaan met uitzon-derlijke
    situaties. [rol van de EPA bestuderen]
    -uniforme uitrusting.

    V. MAATREGELEN INZAKE GRENSOVERSCHRIJDING
    Toepassing van artikel 2, lid 2, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.
    Uitvoeren van gemeenschappelijke controles.
    Gebruik maken van de bestaande juridische mogelijkheden om te verhinderen dat personen waarvan
    bekend is dat zij de openbare orde hebben verstoord zich verplaatsen met de bedoeling om versto-ringen
    van de openbare orde te organiseren, uit te lokken of eraan deel te nemen.

    De nodige voorzieningen treffen om mogelijke verwijderingsmaatregelen snel en doeltreffend te
    kunnen uitvoeren.

    Coördinerende maatregelen treffen met de deelnemende landen indien demonstranten tijdens hun
    heen-of terugreis politiebegeleiding moeten krijgen.

    VI. BETREKKINGEN MET DE MEDIA EN MET BETROKKEN GROEPERINGEN
    De omgang met de media is niet eenvoudig en elke inmenging van de media kan tot misverstanden
    leiden die de publieke opinie kunnen beïnvloeden.

    Om de problemen binnen de perken te houden en te zorgen voor exacte informatie is het absoluut
    noodzakelijk dat men beschikt over een vooraf opgestelde strategie voor de betrekkingen met de
    media.

    Er moeten communicatiekanalen worden ingesteld tussen de organisatie, civiele organisaties en
    vertegenwoordigers van geweldloze demonstranten. Een open en op dialoog gerichte houding van
    de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het veiligheidsgebeuren zorgt er mee voor dat de bur-gers
    begrip hebben voor de noodzaak van bepaalde maatregelen.

    VII. WERKSCHEMA/ TACTISCH PLAN
    Verzamelen van goede nationale praktijken.
    VIII. EVALUATIE EN FOLLOW-UP
    De permanente follow-up van dit operationele proces is in handen van de Groep hoofden van de
    centrale instanties voor openbare orde en veiligheid.Deze groep kan op verzoek van het gastland
    bijeenkomen.

    Daarnaast dient het fungerend voorzitterschap van de EU elk voorjaar een bijeenkomst van deze
    hoofden te beleggen om de samenwerking tussen de lidstaten te bevorderen.

    IX. BIJLAGEN
    IX. 1 RISICOANALYSE
    IX. 2 EVALUATIEFORMULIER
    IX. 3 COORDINATIEGROEP
    IX. 4 VERZOEK OM ONDERSTEUNINGSFUNCTIONARISSEN