Preventief fouilleren als voorbeeld van het op incidenten gebaseerde ondoordachte veiligheidsbeleid in Nederland. Voor de VNG is preventief fouilleren business as usual. En de laatste kritische geest over preventief fouilleren heeft justitie verlaten.
Wie willekeurig zapt door het Nederlandse veiligheidsbeleid bekruipt het gevoel dat het beleid nergens op is gebaseerd. De gemeente Liesveld verandert haar APV (Algemene Plaatselijke Verordening) om preventief fouilleren mogelijk te maken. De gemeente kent welgeteld 9.799 inwoners. Zou de gemeenteraad denken dat het stadshart van het dorp daadwerkelijk in de toekomst uit kan groeien tot veiligheidsrisicogebied? Maar die gemeente staat niet op zichzelf ook andere gemeenten willen vrolijk gaan fouilleren, je weet nooit zie je de dames en heren van de gemeenteraad denken. “Je weet nooit”, als houding ten opzichte van de Nederlandse burger doet het ernstige vermoeden. En dat het nog erger kan laten het parket Dordrecht, de regiopolitie Zuid Holland Zuid, het parket Den Haag en de regiopolitie Haaglanden zien. Zonder duidelijke redenen, alleen het zogenaamde waterbed effect, willen zij graag fouilleren in de gehele regio. Machtspolitiek zou dat elders heten. Gemeenteraden die met oneigenlijke argumenten onder druk worden gezet om de APV te wijzigen om de Burgemeester meer bevoegdheden te geven om met sterke hand te regeren. Misschien is de gemeenteraad van Liesveld om die reden ook wel door de knieën gegaan, maar het zal eerder liggen in het overschrijven van de APV van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten). De VNG vindt dat preventief fouilleren gewoon wettelijk is vastgesteld door het parlement en dus aan het ‘instrumentarium’ moet worden toegevoegd.