Beschuldigingen van het Nijmeegse raadslid Ben van Hees dat de burgemeester een oogje dichtknijpt bij De Grote Broek, zijn nergens op gestoeld, stelt Louis Sévèke in De Gelderlander.
Enigszins verbaasd hebben we zaterdag 16 oktober het artikel over De Grote Broek in De Gelderlander gelezen. De informatie in het stuk klopte op essentiele punten niet en u laat overwegend de Nijmegen-Nuraadslid Van Hees, bekend en rabiaat tegenstander van legalisatie van het pand, aan het woord om de tendentieuze puntjes op de ‘i’ te zetten. De weergave van een rechterlijke uitspraak is onjuist.
Van het raadsbesluit tot legalisatie via verkoop van De Grote Broek aan woningcorporatie Standvast hebben Standvast, de gemeente, het college van B en W en wij als bewoners hard gewerkt aan die legalisatie. Bij de legalisatie hoort, naast het ontwikkelen van een verbouwplan, het aanvragen (door ons) en beoordelen en al dan niet verlenen (door het college) van vergunningen.
In tegenstelling tot wat Van Hees suggereert, heeft de burgemeester ons wel degelijk aangesproken op het ontbreken van vergunningen en aangedrongen op snelle aanvraag daarvan. Van ‘een oogje dichtknijpen’ of ‘vriendjespolitiek’ is geen sprake geweest. Integendeel. Alle toepasselijke vergunningen zijn inmiddels aangevraagd. Een vergunning, de ‘brandveiligheidvergunning’, is ook snel verleend. De overige vergunningaanvragen worden nu beoordeeld. Daar gaat wat tijd mee gemoeid. Dat weet Van Hees ook.
Los van dat vergunningentraject hebben twee ondernemers, nadat zij bijna twintig jaar geen stappen hadden ondernomen, het college gevraagd de activiteiten in het pand meteen te staken. Veel rechters hebben al eerder bepaald dat, als activiteiten al zo lang gedoogd zijn, eerst bekeken moet worden of die gelegaliseerd kunnen worden. Zo niet, dan kan pas tot sluiting worden overgegaan.
Zoals bekend worden de activiteiten in De Grote Broek nu juist gelegaliseerd. Het lag dus voor de hand dat de ondernemers nu geen aanspraak op handhaving konden maken. De rechtbank heeft de betreffende ondernemers alleen maar op een formeel juridisch punt gelijk gegeven. Of zij ook inhoudelijk gelijk hebben, laat de rechtbank in het midden: ‘De vraag of eisers wellicht zodanig lang de situatie geaccepteerd hebben dat zij daardoor geen aanspraak meer zouden kunnen maken op handhavend optreden door verweerder is een inhoudelijke vraag, die thans niet aan de orde is’.
Een en ander had juister in de krant kunnen staan als u wederhoor had toegepast. Dat is een normaal journalistiek gebruik.
Louis Seveke is woordvoerder van De Grote Broek