Nijmeegs burgemeester Ter Horst zou veel voorzichtiger moeten omgaan met het opleggen van gebiedsverboden, meent Louis Seveke in De Gelderlander.
Twee weken geleden werden elf actievoerers aangehouden, nadat zij een leegstaand winkelpand aan de Marikenstraat hadden bezet. Zij wilden op die dag, de elfde Internationale Niet-Winkeldag, in het pand een zogeheten weggeefwinkel draaien. Aan het eind van de dag zouden ze, zo zeiden ze ook tegen de politie, het pand weer vrijwillig verlaten.
De weggeefwinkel was een kort leven beschoren. Binnen een half uur werden de elf aangehouden. Zij zouden openlijk geweld gepleegd hebben, omdat het slot van de winkeldeur geforceerd was. Negen van de elf arrestanten werden meer dan drie dagen door de politie vastgehouden. Twee van de actievoerders kwamen een dag eerder vrij.
Twee van oorsprong Schotse mensen werden nog drie dagen langer vastgehouden en op vrijdag het land uitgezet. Zij zouden een ernstig gevaar opleveren voor de openbare orde in Nijmegen. Om dezelfde reden kregen alle actievoerders niet alleen een dagvaarding mee, maar ook een zogeheten verblijfsontzegging ofwel een gebiedsverbod. De elf mogen twaalf weken het centrum van Nijmegen niet in.
Wat in feite een ludieke actie was, bleek volgens de Nijmeegse politie en burgemeester een ernstige aantasting van de openbare orde waar we ook nog niet zomaar van af waren. Dat is immers een van de weinige redenen waarom de bewegingsvrijheid zo zwaar mag worden beperkt.
De actievoerders lijken nu drie keer gestraft te worden: ze hebben, vanwege de verdenking van een licht vergrijp, erg lang in voorarrest gezeten. Ze moeten nog een keer voor de strafrechter verschijnen, die hen een straf kan opleggen. En ze mogen twaalf weken niet in het centrum van de stad komen.
De twee Schotten, die al lang in Nijmegen woonden en werkten, zijn nog eens extra gestraft: zij zaten langer vast en werden het land uitgezet, met alle gevolgen van dien voor hun werk.
Deze gebiedsverboden vormen een schrijnend voorbeeld van een in Nijmegen uit de hand gelopen openbaar ordebeleid. Het Nijmeegs systeem voor dergelijke verboden wijkt sterk af van dat in andere steden. Inmiddels buigt de Arnhemse rechtbankpresident zich over de zaak. Hij doet morgen uitspraak in de spoedprocedure van een actievoerder.
In veel steden worden strafbare feiten gepleegd of gedragen mensen zich op een manier die (ernstige) overlast veroorzaakt voor andere mensen in de wijk of buurt. Het gaat dan meestal om criminaliteit of overlast die te maken heeft met drugshandel of -gebruik en tippelen of overlast in het uitgaansleven. Om snel tegen die overlast te kunnen optreden, bestaat in veel steden het instrument van gebiedsverboden.
Die verboden zijn geregeld in de algemeen plaatselijke verordening (apv). De burgemeester kan ze opleggen. In bepaalde gevallen mag de politie dat namens de burgemeester doen. Voorwaarde voor de inzet van zo’n verbod is dat sprake moet zijn van voortdurende ernstige overlast in een bepaald gebied en door bepaalde personen. Doel is het voorkomen van meer (nieuwe) overlast.
Het mag geen straf zijn voor de oude overlast. Een straf wordt immers door de strafrechter opgelegd. Een verbod mag ook niet te lang duren. De beperking is immers nogal zwaar: mensen wordt verboden zich vrij te bewegen, een grondrecht voor iedere burger. In de meeste steden kunnen dan ook gebiedsverboden opgelegd worden voor ten hoogste twee tot vier weken. Overlastveroorzakers moeten daar bovendien eerst een aantal malen gewaarschuwd worden.
In Nijmegen is dat anders. Hier hoeven geen waarschuwingen te worden gegeven en kan de politie de ontzeggingen zelf opleggen, voor maar liefst twaalf weken. Bovendien gaat het in Nijmegen niet alleen om gedrag dat samenhangt met drugshandel en uitgaansgeweld. Slechts een overtreding van een lijst van tientallen strafbare feiten is genoeg.
Als je je in Nijmegen niet aan een gebiedsverbod houdt, komt je dat naast een flinke boete op een nieuw verbod te staan van de maximale duur: twaalf weken. Dat geldt ook als het oorspronkelijke verbod twee weken was.
Een voorbeeld: vorige week zondag werden twee mannen door de politie staande gehouden omdat zij een poster zouden hebben aangeplakt. Een van de twee gaf vervolgens zijn naam op en kreeg een boete uitgeschreven. De ander gaf zijn naam niet op, werd aangehouden en meegenomen naar het bureau; gaf alsnog zijn naam op en werd zes uur later vrijgelaten met een boete en een gebiedsverbod.
Het lijkt moeilijk vol te houden dat het aanplakken een ernstige verstoring van de openbare orde is, die ernstige overlast geeft. Bovendien, als de aangehouden persoon de openbare orde verstoord zou hebben door het aanplakken, dan de niet aangehouden persoon toch ook?
Door het grote gemak waarmee in Nijmegen de verboden worden opgelegd, is het risico van misstanden erg groot. Allerlei mensen die zich niet schuldig hebben gemaakt aan een strafbaar feit riskeren toch een flinke sanctie. Voorwaarde is immers een eenmalige verdenking en niet voortdurende overlast. Het is goed mogelijk dat later blijkt dat de betrokkene ten onrechte verdacht werd. Het leed is dan echter al geschied. Zo is het goed denkbaar dat de niet-winkelactivisten door de rechter vrijgesproken worden.
In 2002 werden in Nijmegen aan 334 personen 558 gebiedsverboden opgelegd voor een duur tot twaalf weken. In een stad als Groningen werden in datzelfde jaar twintig verboden opgelegd van maximaal veertien dagen. Zelfs in Amsterdam, een veel grotere stad met veel meer overlast, beperkte het aantal ontzeggingen zich tot 324 van veertien dagen.
In Rotterdam kregen in 2002 52 mensen van de burgemeester een gebiedsverbod van 26 weken. Dat deed hij bij hoge uitzondering en buiten de eigen apv die hoogstens twee weken mogelijk maakt. Het ging om een groep mensen die over een lange periode verantwoordelijk was voor ernstige, drugsgerelateerde overlast. De rechter beperkte die bevelen uiteindelijk tot vier weken. Meer was toch echt een brug te ver.
Het is bepaald niet uit te sluiten dat de rechter binnenkort de Nijmeegse regeling op de schop zal nemen. Het zou de burgemeester en de gemeenteraad sieren, als ze zelf eens kritisch zouden kijken naar een regeling die wel erg veel afwijkt van wat gebruikelijk en te rechtvaardigen is.
Louis Seveke is lid van de Werkgroep Klachten Politieoptreden (WKP)