Als je vindt dat de politie haar boekje te buiten is gegaan kun je klagen over het betreffende optreden. De politie kan op vele manieren dat boekje te buiten gaan. Ze kunnen je onbehoorlijk behandelen: niet fatsoenlijk te woord staan of helpen, je uitschelden enzovoort. Het kan echter ook gebeuren dat de politie zelf strafbare feiten pleegt: huiszoeking zonder bevel tot binnentreding, diefstal al dan niet uit je fouillering, mishandeling, wederrechtelijke vrijheidsberoving. Als de politie (mogelijk) strafbare feiten gepleegd heeft, kun je daar aangifte van doen. Je kunt dat bij de politie zelf doen. Je kunt ook een brief (laten) schrijven aan de (hoofd-)officier van justitie. Als de politie gewoon onbehoorlijk gehandeld heeft kun je daar een klacht over indienen. Zon klacht wordt in eerste instantie door de politie zelf onderzocht. Als tijdens dat onderzoek blijkt dat er mogelijk strafbare feiten door de politie zijn gepleegd, dan moet men de klacht aan de officier van justitie voorleggen. Het klachtonderzoek kan dan, in afwachting van een beslissing van justitie en/of een onderzoek door de rijksrecherche, stil gelegd worden.
Al met al zijn er grofweg drie verschillende onderzoeken mogelijk naar aanleiding van politieoptreden: een klachtonderzoek (onbehoorlijk optreden), een strafrechtelijk onderzoek (mogelijke strafbare feiten), een disciplinair onderzoek (soort tussenvorm; ernstig onbehoorlijk optreden). We gaan in dit hoofdstuk met name in op het eerste soort onderzoek. Zoals gezegd moet de politie je klacht doorzenden aan de officier van justitie als blijkt dat er mogelijk strafbare feiten zijn gepleegd. Het is echter geen overbodige luxe ze daar zelf op te wijzen. Men wil het nog wel eens vergeten.
Waarom klagen
De vraag is natuurlijk of klagen over politieoptreden überhaupt zin heeft. Over de politie wordt vrij veel geklaagd. In 1996 werden er 3350 klachten geteld. Dat is nog maar het topje van de ijsberg: verreweg de meeste mondelinge klachten worden niet geregistreerd én veel mensen laten na te klagen als daar wel reden voor bestaat. Voor dat laatste bestaan verschillende redenen. Mensen kunnen niet op de hoogte zijn van de mogelijkheid een klacht in te dienen of de wijze waarop dat moet. Je kunt weinig of geen vertrouwen hebben in een fatsoenlijke klachtbehandeling, onder meer omdat het de politie zelf is die de klachten in eerste instantie behandelt. Het komt voor dat mensen geen klacht durven in te dienen. Het komt ook regelmatig voor dat individuele politiemensen geen klachten willen aannemen of potentiële klagers daar van af proberen te houden. Je kunt er ook geen behoefte aan hebben je gegevens bij de politie bekend te maken, wat over het algemeen wel moet als je wilt klagen. Tenslotte zijn er ook genoeg mensen die het nut van klagen sowieso niet zien: er verandert toch niets. Als je wel vaker met de politie te maken hebt is die veronderstelling ook niet zo vreemd.
Toch kan het zinnig zijn te klagen als daar aanleiding voor bestaat. Je hoeft het natuurlijk niet op je te laten zitten als de politie je slecht behandelt of strafbare feiten tegen je pleegt. Tenminste het signaal afgeven, dat je niet over je laat lopen kan al een reden zijn om te klagen. De klachtenregelingen bij de politie zijn met name gericht op twee zaken: een leerproces bij de politie teweeg brengen (van fouten kun je leren) en het vertrouwen in de politie in stand houden of herstellen. Zonder de werkelijke effecten van klachten te overschatten bestaan ze natuurlijk wel. Uit klachten wordt geleerd en als dat het vertrouwen in de politie vergroot kan dat voor sommigen mooi mee genomen zijn. Schriftelijke klachten moeten bovendien in ieder geval geregistreerd worden. Per jaar moet een verslag gemaakt worden van die klachten, zodat ook openbaar wordt hoeveel en over wat voor soort zaken geklaagd is. Dergelijke verslagen laten tot op heden echter nogal te wensen over en blijven vaak steken in de procedurele kanten van de klachtbehandeling en cijfermatige weergaven.
De klachtregeling
De klachtbehandeling in de politie-organisatie vloeit voort uit hoofdstuk 10 van de Politiewet. Die wet kent slechts een zeer algemene regeling. De van de wet afgeleide klachtenregelingen zijn in alle politieregios verschillend. In de loop van het jaar 2000 zal hoofdstuk 9 van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) van kracht worden. Dat hoofdstuk geeft een algemene regeling voor klachtbehandeling door bestuursorganen. Die algemene regeling zal ook gevolgen hebben voor de klachtbehandeling door de politie. Waarschijnlijk zal overigens ook de Politiewet op het punt van de klachtbehandeling veranderd worden. Doel daarvan is een meer uniforme wijze van klachtbehandeling in de 25 politieregios. Het is verstandig om, op het moment dat je een klacht over politieoptreden indient, meteen om een exemplaar van de klachtenregeling te vragen (eventueel ook verkort terug te vinden op de site van het betreffende korps; te vinden via www.politie.nl). Je kunt dan zelf nalezen wat je moet doen en nog belangrijker wat zij moeten doen. Zo gelden er termijnen waarbinnen je klacht afgehandeld moet worden en bijvoorbeeld regels over het inzetten van de onafhankelijke klachtencommissie. Onder meer op dat laatste punt verschillen de afzonderlijke regelingen nogal. Er bestaan regios met een erg actieve klachtencommissie (bijvoorbeeld Amsterdam-Amstelland). Er zijn er echter ook waar die commissie nauwelijks bij elkaar komt (bijvoorbeeld Gelderland-Zuid).
Het gebeurt regelmatig dat de behandeling van klachten erg lang duurt. Niet zelden is er zelfs een jaar mee gemoeid. Dergelijke lange termijnen zijn al meerdere malen door de Nationale Ombudsman veroordeeld, maar daar koop je niet zoveel voor als daar door de politie voor de toekomst geen consequenties aan verbonden worden. Redenen voor dergelijke vertragingen zijn de lage prioriteit die door veel korpsen aan een behoorlijke klachtbehandeling wordt gegeven (we hebben wel wat beters te doen) en de ook voor de politie weinig doorzichtige klachtenregeling.
Feitelijke klachtafhandeling
Een klacht tegen de politie kun je over het algemeen meteen op straat bij een agent of leidinggevende, aan de balie van een politiebureau of later schriftelijk indienen. Formeel moet je dat laatste bij de burgemeester doen in wiens stad of dorp het politieoptreden heeft plaatsgevonden. Die burgemeester is formeel ook verantwoordelijk voor het klachtonderzoek, de korpsbeheerder echter voor de klachtafhandeling. De praktijk en de verschillende regionale klachtenregelingen laten zien dat het klachtonderzoek niet door de burgemeester, maar door de politie zelf gebeurt. Met die behandeling is over het algemeen een klachtbehandelaar, meestal een leidinggevende politieman of vrouw, belast. De mate waarin de onpartijdigheid van zon klachtbehandelaar geregeld is verschilt nogal per regio. Soms mag de klachtbehandelaar bijvoorbeeld niet onder- of nevengeschikt zijn aan degene waartegen de klacht gericht is en soms moet de klachtbehandelaar uit een ander district komen dan de beklaagde. In de praktijk blijkt de onafhankelijkheid van de klachtbehandelaar vaak te wensen over te laten, al komt daar langzaam verbetering in.
Een klacht moet binnen een jaar na het politieoptreden waarover geklaagd wordt zijn ingediend. Klagen doe je in beginsel met naam en toenaam: je dient je zelf bekend te maken. In uitzonderingsgevallen mag je anoniem klagen: er moet dan sprake zijn van een zwaarwegend belang om je identiteit niet bekend te maken. Van een algemeen erkend belang is spraken als je opgepakt bent voor een strafbaar feit of daarvoor vervolgd kunt worden en je naam nog niet bekend is bij de politie (NN-verdachte). Je hoeft immers niet mee te werken aan je eigen vervolging. In Nijmegen is kort geleden een andere reden geaccepteerd voor anonimiteit in de klachtbehandeling: de aanwezigheid bij/belangstelling voor een actie van de BVD/RID. Niet iedereen binnen de politie-organisatie was daar even blij mee en het is zeker (nog) niet een algemeen erkend zwaarwegend belang.
Waar jij, als klager, je naam moet geven kom je die van de beklaagde lang niet altijd te weten. Een klacht wordt immers gezien als gericht tegen de politie en niet de individuele agent die zijn of haar boekje te buiten is gegaan. Overigens kan het gegrond bevinden van je klacht wel degelijk gevolgen hebben voor die individuele agent.
Als je over een bepaalde agent wil klagen is het toch handig om te weten wie dat is. Een agent is verplicht zich bij je bekend te maken: liefst met de naam, maar in ieder geval met zijn of haar dienstnummer. Alleen midden in een rel of ander hectisch politieoptreden hoeft een agent zich niet onmiddellijk bekend te maken. Agenten in burger zijn bovendien verplicht zich te identificeren als politieman of vrouw. Het zal de lezer niet geheel vreemd in de oren klinken, maar het gebeurt zeer regelmatig dat een agent zich niet bekend wenst te maken. Dat is op zich al klachtwaardig.
De meeste klachtenregelingen gaan uit van twee fasen in de klachtbehandeling: een informele en een formele. Tijdens de informele behandeling zal allereerst gestreefd worden naar genoegdoening en herstel van vertrouwen door een bemiddelingsgesprek. Zon gesprek wordt gevoerd met de klachtbehandelaar. Het is de bedoeling dat klager en beklaagde aan het gesprek deelnemen en dat ieder zijn of haar zienswijze op of beleving van het gebeurde naar voren kan brengen. Als één van de twee partijen dat wil kan het gesprek ook in elkaars afwezigheid plaatsvinden: ieder voert dan een afzonderlijk gesprek met de klachtbehandelaar. Over het algemeen vinden dergelijke gesprekken overigens plaats in een politiebureau. Je kunt vragen om een andere locatie: bij je thuis, je advocaat, een klachtenbureau of een andere neutrale plaats.
Wanneer de klacht niet door middel van bemiddeling naar tevredenheid kan worden afgedaan, wordt de klachtbehandelaar klachtrapporteur: hij stelt een verslag op van zijn bevindingen. Dat verslag, waarop de klager eventueel kan reageren, dient als basis voor de volgende fase: de formele behandeling. De klacht wordt dan voorgelegd aan de korpsbeheerder. In een enkele regio (Noord- en Oost-Gelderland) beperkt de klachtbehandeling zich in geval van schriftelijke klachten – tot deze formele fase. De informele fase (bemiddelingsgesprek) kan overigens ook overgeslagen worden. Dat gebeurt als de klager er geen behoefte aan heeft of duidelijk is dat bemiddeling geen zin heeft.
De formele bemiddeling bestaat soms uit twee instanties (mogelijkheid van bezwaar), meestal uit één. Vaak geeft de korpsbeheerder pas een oordeel over de klacht, nadat hij advies heeft ingewonnen van de onafhankelijke klachtencommissie. De mate van onafhankelijkheid van die commissie verschilt ook nogal. In Amsterdam zitten er met name (vooraanstaande) juristen in. Over het algemeen zitten er mensen uit verschillende maatschappelijke richtingen in: een advocaat, een rechter, iemand uit de politiewereld, een burger. De samenstelling en onderzoeksbevoegdheden van de commissie en onder meer het moment van inschakelen verschillen nogal per regio. Over het algemeen zal in ieder geval advies van de commissie gevraagd worden als de klager dat wil of als sprake is van een ernstige klacht (bijvoorbeeld geweldsgebruik).
De korpsbeheerder zal een advies van de klachtencommissie vaak opvolgen. Dat hoeft echter niet (zie het oordeel van de klachtencommissie en korpsbeheerder/burgemeester Patijn naar aanleiding van het politieoptreden tijdens de Eurotop van 1997). Het oordeel luidt dat de klacht (deels) gegrond of ongegrond is. Over eventuele consequenties die aan dat oordeel verbonden worden voor de individuele agent wordt je over het algemeen niet bericht. Het is de bedoeling dat zowel individuele politiemensen als de organisatie als geheel leren van de klachten die ingediend worden. Ook daar laat het gebeuren nogal te wensen over. Terugkoppeling naar de beklaagde van (de uitkomsten van) een klacht vindt in veel gevallen niet plaats. Doordat de registratie van klachten (inhoudelijk) nogal slecht is wordt er ook naar de organisatie weinig mee gedaan.
Hogerop
Als je het niet eens bent met het oordeel van de korpsbeheerder of als er ernstige mankementen zijn in de klachtbehandeling er wordt bijvoorbeeld niet gereageerd op je brieven of termijnen worden ruim overschreden dan kun je naar de Nationale Ombudsman (NOM). Voorwaarde voor toegang tot de procedure bij de NOM is dat je eerst geklaagd hebt bij het betreffende bestuursorgaan, in dit geval de politie. Je moet je klacht in ieder geval binnen een jaar na het politieoptreden indienen. Als de politie zelf langer dan een jaar over de klachtbehandeling heeft gedaan, moet je binnen zes weken na de afronding daarvan naar de Ombudsman. De Ombudsman wil altijd je naam weten. Als je vindt dat er een zwaarwegend belang bestaat om je identiteit niet bekend te maken bij de tegenpartij (zie hiervoor) dan moet je de Ombudsman daar om vragen. Bedenk dat in principe alle stukken die je naar de Ombudsman stuurt ook naar de tegenpartij gaan. De Ombudsman stelt het niet op prijs als je hem onjuist of onvolledig informeert. Ook een procedure bij de Ombudsman kan lang duren. Het oordeel van de Ombudsman luidt behoorlijk, onbehoorlijk of geen oordeel. Het oordeel van de Ombudsman heeft op zich geen gevolgen, terwijl de uitspraak van een rechter dat wel heeft. Het wordt wel als zwaarwegend gezien en aanbevelingen van de Ombudsman worden in het algemeen door bestuursorganen overgenomen. Voor meer bijzonderheden over de werkwijze van de Ombudsman en al verschenen rapporten verwijzen we je naar zijn site (www.ombudsman.nl).
Bijzondere punten
Hiervoor hebben we geprobeerd de algemene procedure met betrekking tot klachtbehandeling bij de politie uit de doeken te doen. Hieronder willen we nog kort stilstaan bij enkele bijzondere punten in die klachtbehandeling.
Recht op bijstand
In het contact met een bestuursorgaan als de politie heb je recht op bijstand van een raadsman of vrouw, Je kunt je ook laten bijstaan door een ander door jou aan te wijzen vertrouwenspersoon. Dit houdt in dat je willekeurig wie mee kunt nemen naar gesprekken. Ook is het mogelijk je te laten vertegenwoordigen in een klachtprocedure. De persoon die namens jou optreedt, moet dan wel een machtiging van je krijgen.
Geheimhoudingsverplichting
De klachtenregeling in de Politiewet voorziet niet in een geheimhoudingsverplichting. Zon verplichting is wel te vinden in het Besluit algemene rechtspositie politie. Dat houdt echter niet in dat politieagenten die via een klachtprocedure aan jouw naam komen die niet ambtshalve in een ander onderzoek zullen gebruiken. De verschillende klachtenregelingen kennen ook op dit punt weer verschillende bepalingen. Sommige regelingen bepalen dat een ieder die bij de klachtbehandeling betrokken is datgene wat hij daar verneemt geheim moet houden. Daar bestaan echter ook weer uitzonderingen op. Bijvoorbeeld: wel gegevens verstrekken aan de korpsbeheerder of indien voor de klachtbehandeling noodzakelijk. Veel klachtencommissies kennen – tenminste voor de leden – een geheimhoudingsplicht. Dat geldt dan soms voor de (ambtelijk) secretaris, die vaak door de korpsbeheerder is aangesteld, weer niet.
Termijnen en ontvankelijkheid
Volgens de Politiewet moet de klachtenregeling voorzien in een termijn voor de afdoening van klachten. De verschillende klachtenregelingen kennen ook hier weer verschillen: van zes tot vijfentwintig weken. Acceptabel is een behandelingsduur van zes weken, te verlengen tot tien weken als de klachtencommissie wordt ingeschakeld. Zelden tot nooit worden die of zelfs langere termijnen gehaald. Op termijnoverschrijding door de politie staat ook geen sanctie. Wel kan de Ombudsman een lange behandelingsduur onbehoorlijk vinden.
Als klager moet je je wel aan termijnen houden. Zoals gezegd moet je klacht binnen een jaar na het betreffende politieoptreden zijn ingediend. Zoniet, dan kun je niet-ontvankelijk verklaard worden. Soms wordt daar door de politie toch soepel mee om gegaan. In het algemeen kunnen ook nog de volgende situaties tot niet-ontvankelijkheid leiden: onvoldoende belang van de klager, onvoldoende gewicht van de gedraging waarover geklaagd wordt, het niet voldoen aan formele vereisten (vermelding naam, woonplaats klager enzovoort) of het niet tijdig aanvullen van de klacht. Ook ben je niet-ontvankelijk als over hetzelfde al eerder een oordeel is gegeven door de korpsbeheerder of de Nationale Ombudsman.
Inzagemogelijkheid en informatieverstrekking
De mogelijkheid stukken in te zien en geïnformeerd te worden over het verloop van de procedure is niet wettelijk geregeld. Ook veel klachtenregelingen bepalen daar niets over. Een behoorlijke klachtbehandeling brengt echter met zich mee dat alle partijen gelijk geïnformeerd zijn of worden. We adviseren dan ook dat je bij het indienen van een klacht of later in de procedure vraagt naar stukken die op het politie-optreden en de klachtbehandeling betrekking hebben: mutaties van de politie, processen verbaal, eventuele geweldsrapportages, eventuele fouilleringlijsten of rapporten van de arrestantenzorg enzovoort. De politie hoort je ook zelf op de hoogte te houden van het verloop van de klachtbehandeling, zeker als er vertragingen optreden of als het onderzoek wordt geschorst omdat de officier van justitie het tijdelijk overneemt.
Schadevergoeding
Als je vindt dat de politie je onjuist behandeld heeft dan kun je daar in een aantal gevallen schadevergoeding voor vragen. Dat geldt in ieder geval voor materiële schade: je kleding, walkman, fiets, of wat dan ook is beschadigd of kwijt geraakt. Ook voor immateriële schade kan een vergoeding gevraagd worden. (Letsel)schade is een aparte tak van sport. Het verdient dan ook aanbeveling je goed te laten informeren of bijstaan.
Strafbare feiten door de politie
De Politiewet schrijft voor dat een klacht niet behandeld wordt zolang er een opsporingsonderzoek plaatsvindt wegens verdenking van het plegen van een misdrijf met betrekking tot het politie-optreden. Als de klachtbehandelaar denkt dat agenten mogelijk een strafbaar feit hebben gepleegd dan moet hij overleg plegen met de officier van justitie. Überhaupt wordt van iedere klacht een afschrift naar de officier van justitie gestuurd. Je kunt ook zelf bij de politie of de officier van justitie aangifte doen van een strafbaar feit. Als die besluit dat hij niet (verder) zal vervolgen dan kun je over die beslissing een klacht indienen bij het gerechtshof (art. 12 Wetboek van Strafvordering). Dat moet je wel snel doen. Tenminste moet je snel de officier laten weten dat je zon klacht wil indienen. Het verdient aanbeveling je in zon procedure goed te laten informeren/bijstaan.
Klachtenbureaus Politieoptreden
Er zijn in verschillende steden (Amsterdam, Leiden, Den Bosch, Nijmegen, Rotterdam, Utrecht en Dordrecht) klachtenbureaus politieoptreden. Zij verschaffen informatie over de klachtregelingen en de procedure. Ook staan ze klagers bij in het schriftelijk formuleren van de klacht en bieden ze ondersteuning in gesprekken met de politie en /of de commissie. Klachtenbureaus hebben ook vaak een signaleringsfunctie. Wanneer bijvoorbeeld opvallend veel klachten hetzelfde bureau betreffen, kan het klachtenbureau dit kenbaar maken aan de korpschef, om een soort noodsignaal te geven, in de hoop dat er serieus naar bestaande problemen wordt gekeken. Ook kan het klachtenbureau, door overleg met bijvoorbeeld de Commissie voor de Politieklachten, knelpunten in de klachtenregeling aankaarten, opdat de kwaliteit van de uitvoering van de klachtregeling verbeterd wordt.
Hoe klagen
Hierboven zijn we vrij uitvoerig ingegaan op de ins en outs van het klagen tegen de politie. Er valt natuurlijk nog veel meer over te zeggen. Toch komt het er op neer dat als je wil klagen je moeten weten hoe dat zo eenvoudig mogelijk, maar doeltreffend, te doen:
- leg zo goed mogelijk vast wat er gebeurd is: wie, wanneer, wat, waar en hoe; wie kunnen getuigen; zijn er foto- of filmbeelden van het gebeurde; noteer signalementen ;
- probeer ter plekke al de agent of een leidinggevende aan te spreken; vraag naar naam, nummer, rayon/bureau.
- maak fotos van zichtbaar lichamelijk letsel.
- zorg voor een doktersverklaring van lichamelijk letsel.
- stel je klacht zo precies mogelijk op (maak kopieën!); voeg kopieën van getuigenverklaringen, doktersverklaringen, fotos enzovoort bij.
- voorzie de klacht van je naam, (post)adres en eventueel telefoonnummer; of laat de klacht zeker als je anoniem wenst te blijven door een gemachtigde indienen die bereikbaar is.
- dien je klacht in bij de burgemeester van de plaats waar het allemaal gebeurd is, of de (korpschef van) politie, t.a.v. de klachtencoördinator.
Je kunt je natuurlijk altijd tot een klachtenbureau, advocaat of rechtswinkel wenden voor bijstand en advies.
Werkgroep Klachten Politieoptreden (WKP)
Postbus 1501
6501 BM Nijmegen
tel / fax: 024 3233586
Klachtenbureau Politieoptreden
Van Ostadestraat 49d
1072 SN Amsterdam
tel: 020 6763079
ma.&do. 16.00 19.00 uur
Justitieel klachtenburo(JKB)
(onderdeel wetswinkel)
Witte de Withstraat 28
2518 CV Den Haag
ma. 19.00 21.00 uur
Justitieel klachtenbureau (JKB)
(onderdeel rechtswinkel)
Ketelboetersteeg 10
2311 TN Leiden
di.&do.18.30 20.30 uur
Justitieel klachtenbureau (JKB)
Gaffelstraat 2
3014 RH Rotterdam
tel: 010 – 4362561
di.18.00 19.00 uur
vr. 11.00 13.00 uur
Stichting Juspol
Balbaostraat 23
5223 RM Den Bosch
tel: 073 6219963/06 51893355
Klachtenbureau justitieel optreden
Oude Gracht 36
3511 AP Utrecht
tel / fax: 030 2317772
wo. 17.30 19.30 uur
vr. 10.30 12.30 uur
Klachtenbureau justitieel optreden
(onderdeel van de Stichting Rechtswinkel Dordrect – www.derechtswinkel.nl)
Torenstraat 138
3311 TR Dordrecht
tel: 078 6134458
ma.&do.19.00 – 21.00 uur
vrij. 13.30 – 16.00 uur