Hieronder willen we nagaan in welke registers activisten zoal geregistreerd worden en wat de mogelijkheden van inzage zijn. We beperken ons tot overheidsregistratie. Daarnaast bestaat natuurlijk de mogelijkheid dat actievoerders geregistreerd staan bij particuliere recherchebureaus, al dan niet in opdracht van bedrijven. Bovendien is het bekend dat extreem-rechts enige moeite doet om gegevens over ‘volksvijanden’ te verzamelen. De gegevensverzamelingen van die laatsten kun je het beste ter inzage krijgen door ze te localiseren en zelf op te halen. Ook voor particuliere recherchebureaus geldt dat die niet te koop lopen met hun eventuele gegevensbestanden. Die bestanden vallen overigens, evenals de meeste andere persoonsregistraties, onder de Wet Persoonsregistraties. Volgens die wet mogen persoonsregistraties alleen aangehouden worden met een bepaald doel. De opgenomen gegevens mogen alleen rechtmatig en ten behoeve van dat doel verkregen zijn. Een register moet ook aangemeld worden en over het algemeen moet een privacyreglement worden opgesteld. Die laatste twee plichten gelden overigens niet voor alle registraties. Vrijgesteld zijn ondermeer abonnement- en salarisadministraties.
Complicerende factor bij het schrijven van een stuk over inzagerechten is dat op dit moment allerlei nieuwe wetten en regelingen gemaakt worden die betrekking hebben op persoonsregistraties bij de diensten waar we het over hebben. We zullen hieronder uitgaan van de huidige situatie en vervolgens wat opmerken over de veranderingen die er aankomen. Allereerst zullen we eens kijken bij welke diensten en in welke databanken activisten geregistreerd (kunnen) worden.
De diensten
Het pad van actievoerders kan ondermeer gekruist worden door de volgende diensten: – de politie: als je gesignaleerd wordt door een eenvoudige surveillance-eenheid kunnen gegevens worden geregistreerd. Ook na staandehouding of aanhouding kan dat gebeuren. In dat laatste geval zal dat ondermeer in een proces verbaal gebeuren.
– de Regionale Inlichtingendienst (RID): die is ondergebracht bij de politie en werkt zowel in het kader van het (lokale/regionale) openbare orde-beleid als voor ….
– de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), die ondermeer samenwerkt met ….
– de Militaire Inlichtingendienst (MID): vooral ook interessant voor anti-militaristen
– de Koninklijke Marechaussee (Kmar): ondermeer in recherche-onderzoeken naar aanleiding van antimilitaristische acties
– de Regionale Criminele Inlichtingendienst (RCID): op de eerste plaats gericht op de (regionale) georganiseerde criminaliteit, maar als zodanig ook geïnteresseerd in activisten naar aanleiding van ‘heftiger’ of grootschaliger acties
– de divisie Centrale Recherche Informatie (CRI): organisatorisch ondergebracht bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). Bij de CRI worden ondermeer algemene ‘criminele gegevens’ bijgehouden, zoals vingerafdrukken van iedereen waarvan die rechtmatig zijn verkregen. Daarnaast beschikt de CRI over een Afdeling Bijzondere Recherche Zaken (ABRZ). De ABRZ is de ‘anti-terreur’ afdeling van de CRI en doet ondermeer onderzoek naar (gewelddadige) activisten.
De regelingen
Het aardige van de hiervoor genoemde diensten is dat zij op het gebied van persoonsregisters, enkele ‘organisatie-eigen’ registers daargelaten, niet onder de hiervoor genoemde Wet Persoonsregistraties vallen. De politiediensten, inclusief de marechaussee en de CRI, vallen onder daarvan afgeleide Wet Politieregisters (WPolr). De inlichtingendiensten, BVD en MID, vallen onder de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV) en de daarvoor geldende inzagepraktijk voor een belangrijk deel onder de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB).
De WPR wordt momenteel omgebouwd tot een nieuwe wet, de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP). Die WBP wordt waarschijnlijk in het jaar 2000 van kracht. De WPolr blijft echter bestaan. De WIV wordt momenteel ook (grondig) omgebouwd. De nieuwe WIV zal waarschijnlijk ook in 2000 van kracht worden.
De inzagepraktijk
Voor politiediensten aan de ene kant en inlichtingendiensten aan de andere kant gelden dus verschillende regelingen. Voor de RID-en gelden beide regelingen: de WIV en WOB voorzover het BVD-gegevens betreft en de WPolr – en op de achtergrond de WPR/WBP – voorzover het politie / openbare orde-gegevens betreft. Bij de inlichtingendiensten kun je om inzage vragen. De huidige praktijk is dat je kopieën krijgt van vrij te geven stukken. Bij de politie heb je recht op kennisneming: in een persoonlijk gesprek krijg je verteld wat men je wil verstrekken.
Inzage bij de BVD/MID
Om inzage te krijgen bij de BVD of de MID stuur je een brief aan de minister van Binnenlandse Zaken of Defensie. Je verzoekt om inzage in alle gegevens die bij de betreffende dienst – BVD of MID – over jou zijn aangelegd. Eventueel geef je aan waarom je denkt dat er gegevens bij de dienst berusten: de maatschappelijke achtergrond binnen welke je actief bent (geweest). Dat is niet verplicht en je moet je verzoek zeker niet beperken tot zo’n context. Je weet immers nooit met betrekking tot welke zaken de dienst gegevens over je heeft. Je kunt ook nadrukkelijk opgeven bij welke RID(-en) je denkt dat ook BVD-gegevens over je zijn aangelegd. Ook dat hoeft niet: de minister moet die (BVD-)gegevens immers bij je verzoek betrekken. Wel zal men je geboortedatum willen hebben, om te controleren of ze wel voor de goede persoon zoeken.
Momenteel worden dergelijke verzoeken aan de hand van de Wet Openbaarheid van Bestuur behandeld. Dat wil zeggen dat er binnen twee weken op beslist moet worden. Die termijn mag met hoogstens twee weken verlengd worden. Aan die termijnen houdt men zich echter niet. Waarschijnlijk krijg je redelijk snel een ontvangstbevestiging en laat men je weten dat het allemaal wat langer gaat duren. Een herinnering versturen, na ongeveer twee maanden, wil nog wel eens helpen. Mocht men na drie of vier maanden nog niet hebben beslist, dan kun je een bezwaarschrift wegens ‘fictieve weigering’ (de weigering tijdig te beslissen) indienen. Dat bezwaarschrift en eventueel volgend beroep bij de rechtbank doe je op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB). Aan het indienen van een verzoek en een bezwaarschrift zijn, behalve eventuele reiskosten als je naar een hoorzitting gaat, geen kosten verbonden. Als je in beroep gaat bij de rechtbank, dan moet je griffierecht betalen.
Je kunt ook rustig op een beslissing blijven wachten. Dat kan wel lang duren. In de beslissing wordt uitgelegd dat je natuurlijk niet zomaar alle gegevens die de BVD heeft ter inzage kunt krijgen.
Je krijgt namelijk geen inzage in stukken: – die zicht kunnen geven op een geheim te houden werkwijze van de BVD.
– die zicht kunnen geven op een (menselijke) bron van de BVD.
– in verband met de privacy van derden.
– die zicht kunnen geven op het actueel kennisniveau van de dienst. Dat laatste criterium is erg ruim. ‘Actueel’ wil niet alleen zeggen ‘recent’. Gegevens over activiteiten van twintig jaar geleden kunnen in de ogen van de BVD nog steeds ‘actueel’ zijn.
De slotsom is over het algemeen dat men je – na toetsing aan bovenstaande criteria – al dan niet gegevens verstrekt. Als er verstrekt wordt dan kan dat in de vorm van een bewerkte (‘gelakte’) kopie of in parafrase (een samenvatting). Stel je vooral niet teveel voor van die verstrekking. Als niet wordt verstrekt dan laat men in het midden of er werkelijk niets is. Over de aanwezigheid van eventuele actuele gegevens willen ze immers niets kwijt. De formulering is dan ook dat er ‘geen niet-actuele gegevens’ over je zijn aangetroffen, en dat de minister ‘in het midden laat of er wel actuele’ gegevens over je zijn. Na een inhoudelijke beslissing kun je in bezwaar, beroep en hoger beroep.
Kennisneming bij de politie
Een verzoek tot kennisneming bij de politie richt je aan de korpsbeheerder van de betreffende politieregio, ter attentie van de privacyfunctionaris. Je vraagt dan óf er gegevens in de registers zijn opgenomen en welke dat zijn, wat de herkomst er van is en of die gegevens aan een derde zijn verstrekt. Het verzoek moet binnen vier weken behandeld worden. Het is verstandig om aan te geven op welke register (bij welke afdeling) of welke aangelegenheid je verzoek betrekking heeft. De meest relevante registers voor activisten, die elk korps bijhoudt zijn: – registers bij de RID.
– registers bij de RCID: zowel het RCID-register als het zogenaamde ‘grijze veld-register’.
– het Herkenningsdienstsysteem (HKS): alle registraties van gevallen waar proces verbaal tegen je is opgemaakt.
– het Bedrijfsprocessensysteem (BPS): verslagen van de werkzaamheden van met name de surveillancedienst.
– eventuele registers van bijzondere teams. Weigeringsgronden voor kennisneming bij de politie zijn: – de goede uitoefening van de politietaak mag niet geschaad worden: (lange termijndoelen van) lopende onderzoeken.
– de privacy van derden mag niet geschaad worden. Een verzoek bij de CRI dien je in bij de privacyfunctionaris daar. Je vraagt om kennisneming in alle bij de CRI aangehouden registers. Daaronder vallen – voor activisten – tenminste de registers bij de ABRZ.
Een verzoek tot kennisneming kost geld: momenteel meestal tien gulden per verzoek. Je hoeft dus niet per register te betalen, als je met betrekking tot meerdere registers tegelijk kennisneming verzoekt. Als je uitgenodigd wordt voor de (mondelinge!) kennisneming moet de politie in staat zijn je identiteit vast te stellen. De kennisneming geschiedt door een speciale privacyfunctionaris. Nadat je kennis hebt genomen van de over jouw aanwezige gegevens, voorzover ze je die willen meedelen, kun je de korpsbeheerder verzoeken de gegevens te corrigeren, aan te vullen of te verwijderen. Verwijdering gebeurt alleen maar wanneer je gelijk krijgt dat die gegevens niet nodig zijn voor het doel van het register. Dat gebeurt niet snel.
Momenteel kun je, als je ontevreden bent over de kennisneming of de politie niet tijdig reageert, een verzoek richten aan de rechtbank in je arrondissement. Dat doe je bij de civiele kamer van de rechtbank. Het is een ingewikkelde procedure, je moet je laten bijstaan door een advocaat en je kunt veroordeeld worden in de proceskosten als je de zaak verliest. Niet erg aantrekkelijk dus. Als tussenstap kun je echter ook de Registratiekamer, in Den Haag, om bemiddeling of een onderzoek vragen. Dat is kosteloos en vaak de moeite waard. De Registratiekamer krijgt toegang tot alle gegevens en kan oordelen dat je (meer) kennisneming moet krijgen. De politie richt zich daar over het algemeen naar.
Veranderingen
In de nieuwe Wet Bescherming Persoonsgegevens wordt overigens geregeld dat beslissingen op verzoeken tot kennisneming, voorzover ze bij een bestuursorgaan zijn ingediend, via de AWB-procedure bestreden kunnen worden. Dat is een aantrekkelijkere (want ondermeer goedkoper en eenvoudiger te voeren) rechtsgang. De WBP laat echter de WPolr in stand. Aangenomen moet worden dat ook verzoeken met betrekking tot politieregisters via de AWB-route zullen kunnen worden geëffectueerd. De registratiekamer zal overigens een andere naam krijgen: het College Bescherming Persoonsgegevens.
In de nieuwe WIV komt een inzageregeling. Die regeling valt slechter uit dan de huidige WOB-praktijk. De minister mag langer over zijn beslissing doen: drie maanden, met de mogelijkheid van verdaging met vier weken. Oorspronkelijk wilde de regering ook alleen maar inzage toestaan door de geregistreerde zelf met een verbod zelfs maar aantekeningen te maken. Inmiddels is dat bijgesteld: je mag je laten bijstaan en je mag aantekeningen maken. Kopieën zullen echter niet meer verstrekt worden. Nu is het nog mogelijk in beroep (bij de rechtbank) én hoger beroep (bij de Raad van State) te gaan tegen een WOB-beslissing op je inzageverzoek. De regering wil dat beperken tot één beroepsinstantie bij de Raad van State. Deze en andere verslechteringen staan nog ter discussie als dit stuk geschreven wordt: het wetsvoorstel is nog in behandeling bij de Tweede Kamer.
Conclusies
Inzage en kennisneming vragen kan iedereen. Het instellen van bezwaar en beroep is lastiger. Bovendien zijn de van toepassing zijnde regelingen aan het veranderen. Je moet je überhaupt niet al teveel voorstellen van de gegevens die je ter inzage krijgt, al hebben er al aardige inzagen plaatsgevonden. Bedenk altijd dat je over het algemeen een topje van de ijsberg te zien of horen krijgt. Bedenk je aan de andere kant dat de politie of geheime dienst ook zeker niet ‘alles’ over je weet. Een beetje geldt tenslotte toch dat ‘de volhouder wint’: berust niet te snel in een afwijzing of beperkte inzage. Het verkrijgen van inzage kan de moeite waard zijn. Bovendien is het een middel om te laten weten dat je er niet zomaar in berust dat de respectievelijke diensten gegevens over je verzamelen.
Handige adressen
Voor inzage bij de BVD: – de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, project inzageverzoeken, postbus 20010, 2500 EA Den Haag. Voor inzage bij de MID: – de minister van Defensie, postbus 20701, 2500 ES Den Haag. Voor kennisneming bij de politie: – de privacyfunctionaris bij je ‘eigen’ regiokorps. Voor kennisneming bij de CRI: – de privacyfunctionaris bij de CRI, postbus 3016, 2700 KX Zoetermeer. Voor advies, bemiddeling en klachten met betrekking tot kennisneming bij de politie: – De Registratiekamer, postbus 93374, 2509 AJ Den Haag, tel.: 070 – 3811300, en www.registratiekamer.nl). Voor advies en begeleiding bij zowel inzage- als kennisnemingsverzoeken:
- de Vereniging Steunpunt Inzage PID-Nijmegen (SIP), postbus 1501, 6501 BM Nijmegen, tel.-/faxnr.: 024 – 3233586.