In mei 1999 werd milieu-activiste G. tot veertien maanden cel, waarvan tien onvoorwaardelijk, veroordeeld. Zij werd er van verdacht als lid van het Milieu Bevrijdings Team (MBT) verschillende sabotage- en vernielingsacties te hebben gepleegd tussen 1993 en 1996. Deze acties werden gepleegd bij verschillende autobedrijven, vliegveld Eelde en de Johannes Postkazerne in Steenwijk en opgeëist door het MBT.
Dit opeisen gebeurde per fax, telefonisch en door stukken in de NN (nu Ravage). Het telefonisch opeisen van een actie bij een autoimporteur gebeurde door middel van een telefoontje naar de NCRV. Dit gesprek werd door de NCRV opgenomen, en bij de politie ingeleverd. Twee politieambtenaren herkenden de stem van G. Ook meende een getuige haar herkend te hebben bij vliegveld Eelde. In 1996 werd door de VPRO de reportage “Waanzin op wielen uitgezonden. In dit programma was een interview met G. te zien waarin zij vertelde betrokken geweest te zijn bij een aantal door het MBT opgeëiste acties. Vooraf was met de VPRO afgesproken dat ze onherkenbaar in beeld zou worden gebracht en dat haar stem vervormd zou worden. Inderdaad waren alleen de contouren van haar hoofd zichtbaar, maar men was vergeten haar stem te vervormen. Deze stem werd door verschillende politiemensen en de BVD herkend als die van G.
Naar aanleiding van de bovenstaande feiten werd G. als één van de verdachten, en als lid van het MBT, bestempeld. Hierna werd onder meer haar telefoon afgeluisterd. Op 23 juni 1997 werd ze opgepakt en in verzekering gesteld onder meer op grond van artikel 140. Ook werd haar huis doorzocht. Hierbij werden onder meer dagboeken, actieverslagen, adressenboekjes, plattegronden en allerlei kranteknipsels in beslag genomen. Na drie dagen werd G. weer vrijgelaten. Het gerechtelijk vooronderzoek werd in mei 1998 afgesloten. Een jaar later werd G. veroordeeld. In maart 2000 is ze weer vrijgelaten.