Trouw 06/01/2004
Hoe begrijpelijk en verdedigbaar soms ook, het is een nederlaag voor een open en democratische rechtsgemeenschap als de onze dat kliklijnen de gewoonste zaak van de wereld zijn geworden. In de jaren vijftig, dikwijls verfoeid vanwege de cultuur van burgermansfatsoen en sterke sociale controle, leerden kinderen op de kleuterschool nog het liedje Klikspaan, boterspaan, je mag niet door mijn straatje gaan. Dat taboe, dat er al vroeg in werd gestampt, is nu volledig aan het verdwijnen, zo heeft een verkenning van deze krant uitgewezen. Het aantal telefoonlijnen waarop burgers anoniem wangedrag van anderen kunnen melden aan een overheidsinstantie of een particuliere organisatie is amper nog te tellen en er wordt op forse schaal gebruik van gemaakt. De mensen storen zich aan allerlei vormen van criminaliteit en zijn daarom bereid informatie aan de politie te verstrekken. Ze zien dat als hun burgerplicht, verklaarde de projectleider van de gisteren in gebruik genomen nieuwe meldlijn M., die staat voor ‘Meld misdaad anoniem’.
Voorzover bezorgdheid het motief is, ligt het hier niet voor de hand van klikken te spreken en is de anonimiteit als waarborg voor de veiligheid van de melder te billijken, zeker als er achter de activiteiten harde criminelen schuilgaan. Maar de keerzijde is toch dat deze praktijk de angst in de samenleving voedt en de neiging van burgers versterkt in hun schulp te kruipen. De kliklijnen staan in dit verband niet op zichzelf, maar maken deel uit van een steeds omvangrijker veiligheidskordon dat ons als burgers omringt in de vorm van pasjes, detectiepoortjes, camera’s, fouilleringen, legitimatieplicht en telefoontaps. De vraag naar effectiviteit en proportionaliteit van elke maatregel in deze sfeer zou meer en scherper moeten worden gesteld.
Nu de overheid de meldlijn M. actief propageert en faciliteert, bestaat bovendien het risico dat de grens tussen wat nog als oprechte burgerplicht kan worden beschouwd en klikken snel vervaagt en ook dat klikken als normaal wordt ervaren. Hier doemen de contouren op van een onaangename, zelfs naargeestige samenleving, waarin we ons voortdurend bespied weten door een onzichtbare Big Brother, die de buurman, de collega of zelfs een familielid kan zijn. Op klikken rustte niet voor niets een taboe.