Praktijkproef met twee biometrische kenmerken op paspoort
BZK 29/12/2003
DEN HAAG, 29 december 2003- Minister De Graaf voor Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijksrelaties overweegt om twee biometrische kenmerken toe te voegen aan het paspoort en de Nederlandse identiteitskaart. Hiermee wordt voldaan aan de internationale standaarden op dit terrein en daarnaast kan identiteitsfraude beter worden bestreden. Naast de gelaatsscan denkt de bewindsman aan het opnemen van een vingerscan op het reisdocument. Aan de hand van een praktijkproef in 2004 zal worden bezien wat de mogelijke gevolgen zijn voor het opnemen van deze kenmerken op de reisdocumenten. Dit schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer.
Het opnemen van de gelaatsscan waarborgt dat de Nederlandse reisdocumenten voldoen aan de internationale standaarden. De International Civil Aviation Organisation (ICAO) heeft op 28 mei 2003 de gelaatsherkenning aangewezen als standaardkenmerk voor internationaal gebruik om grenspassages te vergemakkelijken en te versnellen.
Parallel aan de internationale ontwikkelingen heeft De Graaf op verzoek van de Tweede Kamer onderzoek laten verrichten welk biometrisch kenmerk het meest geschikt is om look alike fraude (een vorm van identiteitsfraude) te bestrijden. Het onderzoek toont aan dat niet gelaatsherkenning, maar de vingerscan momenteel het meest geschikte biometrische kenmerk is om de identiteit van personen vast te stellen en identiteitsfraude beter op te sporen.
Om een beeld te krijgen van de gevolgen van het opnemen van de gelaatsscan en de vingerscan op het reisdocument wordt in 2004 gedurende een periode van zes maanden een praktijkproef uitgevoerd in een aantal gemeenten. In deze gemeenten zullen de aanvragers van een reisdocument worden verzocht mee te doen aan een proef met een testdocument met biometrie. Aan hen zal dan worden gevraagd om zowel een gelaatsscan als een vingerscan af te geven. (BZK)