NRC Handelsblad 20/12/2003
Door onze redacteur Kees Versteegh
UTRECHT, 20 DEC.
Zelfs met de honderd procentscontrole van bolletjesslikkers ,,redden jullie het waarschijnlijk niet”, zegt de Amerikaanse hoogleraar Malcolm Sparrow. Hij heeft meer kritiek op het Nederlandse handhavingsbeleid. Topambtenaren van justitie en politiechefs hangen aan zijn lippen.
Slechts een dag of drie was Malcolm Sparrow, hoogleraar bestuurskunde aan de John F. Kennedyschool of Government van de Amerikaanse Harvard-universiteit, in Nederland. Toch was dat genoeg om uiterst verbaasd te raken. Waar is het liberale land gebleven, vroeg hij zich af, trots op z’n pragmatische omgang met wet- en regelgeving?
,,Jullie hebben soms maatregelen genomen waar wij in de Verenigde Staten zelfs na `9/11′ niet eens aan hebben durven denken, zoals de identificatieplicht voor iedereen vanaf veertien jaar. En het verhaal over de noodwetgeving tegen de bolletjesslikkers die tot een explosie van de strafrechtelijke keten leidde, is mij deze week van diverse kanten verteld. De pendule lijkt in Nederland enigszins doorgeslagen in de richting van het heilig geloof in snelle wetgeving, strenge regels, en straffe handhaving.”
Sparrow is de nieuwe goeroe van toezichthoudend en wetten handhavend Nederland. Vorig jaar hingen politiechefs, topambtenaren van Justitie en het openbaar ministerie, aan zijn lippen toen hij op een kasteeltje in Echteld verhaalde hoe de politie in Boston in samenwerking met jeugd- en andere overheidsinstellingen met succes criminele jeugdbendes had aanpakt. Deze week bevatte de lijst van genodigden tijdens twee besloten bijeenkomsten de namen van onder anderen de inspecteur-generaals voor Zorg (H. Kingma), Onderwijs (K. Kervezee), Verkeer en Waterstaat (F. Mertens), en die van procureur-generaal D. Steenhuis.
Toezichthouden en handhaven is een ambacht, stelt de hoogleraar in The Regulatory Craft. Controlling risks, solving problems, and managing compliance dat drie jaar geleden verscheen. Het is een ambacht dat vergelijkbaar is met dat van een timmerman. Voor elke klus kiest hij zijn eigen instrumenten, al naar gelang de aard van het probleem, dat eerst grondig wordt geanalyseerd en als het ware laag voor laag wordt afgepeld.
Afhankelijk van omvang en aard van het risico voor de samenleving wordt vervolgens de ene keer de voorhamer van harde controle en repressie uit het rek gehaald. De andere keer mag de kleine beitel die de kwetsbare hoeken zoekt, het preciezere werk doen. Dat klinkt volmaakt logisch, maar is het niet, zegt Sparrow.
Een navrant bewijs daarvan besprak hij deze week op het ministerie van VWS met de top van de jeugdzorg en onderwijs. Kort na het tragisch incident in Roermond, juli 2002, waarbij een vader zijn huis in brand stak waardoor zijn vrouw en zes kinderen omkwamen, bepleitte staatssecretaris Ross-van Dorp meer bemoeizorg. Concreter nog: ze wilde gezinscoaches voor moeilijke gezinnen om volgende incidenten te kunnen voorkomen.
Daarmee was het instrument al gekozen, terwijl het probleem nog geanalyseerd moest worden, constateert Sparrow. ,,Bij zulke voorstellen vraag ik me altijd af wat er precies gered moet worden: de levens van kinderen in kwetsbare families of het gezicht van de overheid.”
Als het eerste de ambitie is, ware het volgens hem beter geweest zich de vraag te stellen: is hier sprake van een probleem, of `slechts’ een heel tragisch incident? ,,Het lijkt wel alsof jullie als klein en relatief veilig land veel sneller van de kook raken door één incident, hoe gruwelijk op zichzelf ook. Eigenlijk zijn er meer van dit soort voorvallen nodig om de risicofactoren goed te kunnen analyseren – de samenstelling van gezinnen, achtergronden van ouders en kinderen, en andere factoren. Daarnaast moeten betrokken overheidsorganisaties (onderwijsinspectie, jeugdzorg, politie) met elkaar leren praten, informatie uitwisselen, financiële middelen leren delen – heel moeilijk – , en informatie gebruiken om gezamenlijk de risico’s voor zo’n groep gezinnen één voor één aan te pakken. Jullie inspecties staan nog aan het begin van dit lastig en langdurig proces.”
De `bolletjescase’ is een ander puntgaaf voorbeeld van politici die `snel actie wilen, het liefst in hun naam’, vertelt Sparrow. ,,In de eerste plaats; er zijn zoveel bolletjesslikkers dat je van te voren weet dat je het niet redt door ze allemaal op te pakken en vast te zetten. Ook met jullie huidige maatregel van 100 procent controle zullen jullie het waarschijnlijk niet redden. Beter is het de zwakke punten van de organisaties achter die smokkelaars te analyseren. Zijn die bedrijfsmatig aan te pakken met financiële en economische recherche? Wanneer is het voor hun niet rendabel meer de smokkel op deze manier te organiseren?
,,En bedenk bij dit alles één ding: Drugsstromen komen en gaan. De Amerikaanse douane heeft zo’n 150 verschillende soorten aanpak van drugssmokkel in zijn databestand zitten. Al tien jaar geleden heb ik ze aangeraden zo’n bestand te gaan bijhouden.
,,Eén verschil in aanpak kan ik u zo al vertellen: Jullie opereren humaner. Teruggestuurde smokkelaars krijgen van de Nederlandse justitie tenminste nog een kwitantie mee die aangeeft hoeveel cocaïne is afgepakt. Die kan de smokkelaar dan thuis op de Antillen aan zijn baas laten zien. De Amerikaanse politie in de buurt van de Mexicaanse grens pakt het spul af en zet de smokkelaar zonder pardon en zonder kwitantie over de grens. De smokkelaar wordt vervolgens door zijn superieur afgeknald.”
Die fijnzinnige, technische aanpak van u kost heel veel tijd. Die hebben politici niet.
,,Dat is waar. Toch zullen inspecteur-generaals, procureur-generaals en anderen toezichthouders en handhavers wel die boodschap zo helder en onderbouwd mogelijk aan politici moeten overbrengen, en als zij niet willen luisteren, aan de media. Misschien lukt dat na het bolletjes-debâcle wat beter.”
Dan wordt hun hoofd er afgehakt door diezelfde politiek – figuurlijk gesproken dan. In het Nederlandse systeem hebben uitvoerders van beleid veel minder ruimte in het publieke en politieke debat dan in het Amerikaanse.
,,Dat klopt, maar de scheiding van beleid en uitvoering waar jullie in Nederland altijd zo mee schermen, is in de praktijk ook een fictie. De bolletjes-case laat juist weer zien hoezeer politici zich met de uitvoering bemoeien, kennelijk tot en met het aantal kilo’s cocaïne dat een smokkelaar mee mag dragen aan toe.”