Nederlands Dagblad 13/11/2003
van onze redactie politiek
DEN HAAG – Wie na invoering van de identificatieplicht niet zegt wie hij
is, belandt langdurig in een politiecel. Desnoods totdat zijn identiteit
kan worden vastgesteld en niet voor maximaal twee keer zes uur, zoals het
kabinet voorstelt.
Deze opmerkelijke wijziging wil justitiewoordvoerder Rikus Jager van de
grootste regeringspartij CDA aanbrengen in het concept-wetsvoorstel. Het
kabinet bereidt voor 2005 een uitgebreide identificatieplicht voor. De
politie kan alleen iemands identiteit opeisen wanneer er een redelijk
vermoeden van een strafbaar feit bestaat. ,,De identificatieplicht dreigt
echter zijn doel voorbij te schieten als verdachten reeds na een half
etmaal zwijgen of liegen over hun identiteit alweer moeten worden
vrijgelaten. Daarom vindt het CDA dat ze, als stok achter de deur, desnoods
veel langer moeten worden vastgezet”, aldus Jager.
Als sprake is van een vermoeden van een ernstig misdrijf, kan iemand al
circa 110 dagen worden ingesloten via een inbewaringstelling. Dat geldt
niet voor verdachten van winkeldiefstal, beroving of wegpiraterij die hun
naam weigeren te zeggen. Recent werden enkele dierenactivisten, die na een
actie in Putten zwegen, met een ‘blanco’ dagvaarding huiswaarts gestuurd.
,,Daardoor komt er natuurlijk niets terecht van de strafzaak. Enkele weken
oponthoud in een politiecel vindt het CDA daarom beter op zijn plaats”,
aldus Jager.
Het CDA kan zich vinden in een identificatieplicht vanaf 14 jaar, zoals het
kabinet voorstaat. Maar Jager sluit niet uit dat de minimumleeftijd op
termijn uitkomt op 12 jaar.