De Groene Amsterdammer 18/10/1995
Ze helemaal uit onderwijs en gezondheidszorg weren wordt moeilijk, maar de politiek wil ver gaan om illegalen het verblijf in Nederland tegen te maken. Zie de binnenkort in de Kamer te behandelen Koppelingswet. Een wet die ook gedoogde vreemdelingen dreigt te treffen. ‘De Nederlandse rechtsstaat kalft af.’
door Eveline Brandt
‘WAT ONS NOG het meest verbaast’, zegt Sjoerd Bosch van het Autonoom Centrum, een politieke organisatie die zich bezighoudt met illegalenproblematiek in Amsterdam, ‘is dat er zo weinig discussie en protest is. In 1986 gingen nog massa’s mensen de straat op om te protesteren tegen de ”pasjeswet”, een voorstel om controles op illegale buitenlanders te laten plaatsvinden aan de balies van overheidsinstanties. Daar was zoveel weerstand tegen dat het uiteindelijk niet doorging. Met de Koppelingswet gebeurt eigenlijk precies hetzelfde, alleen dan via de computer.’
Binnenkort debatteert de Kamer over deze Koppelingswet. Een wet die het sluitstuk moet worden van een reeks restrictieve maatregelen die illegaal verblijf in dit land moeten ontmoedigen, en die de sancties vastlegt tegen elke illegaal die niet aan het ‘vertrekplichtigheidsbeginsel’ voldoet. En die sancties zijn hard.
In het tijdperk van de Koppelingswet – dat 1 juli 1996 moet ingaan – kan iemand die illegaal in Nederland verblijft geen enkele aanspraak maken op collectieve voorzieningen. Dat is nu al nauwelijks mogelijk, maar een ‘illegaal’ heeft dan officieel geen recht op huisvesting – laat staan huursubsidie -, onderwijs of een bijstandsuitkering. Volksverzekeringen als de kinderbijslag, de AWBZ, AOW en AAW: voor illegalen verboden. En dat geldt natuurlijk ook voor werknemersverzekeringen zoals de WW, WAO en Ziektewet. Volgens de Koppelingswet is een illegale werknemer namelijk niet eens een werknemer.
Alle verworvenheden van de Nederlandse verzorgingsstaat zullen – als de verantwoordelijke bewindslieden van onder andere Justitie, Volksgezondheid en Sociale Zaken hun zin krijgen – worden gekoppeld aan een inschrijving in het bevolkingsregister. En daarin staan alleen die bevoorrechte burgers die over een verblijfsvergunning beschikken. De rest zoekt het maar uit. Illegalen zullen alleen nog zwart kunnen werken, zonder recht op toeslagen, ziektegeld of verzekering.
Tja, stelt de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel, dit leidt natuurlijk tot een ‘rechtspositieverslechtering’v van de gemiddelde illegaal. Maar die overtreedt dan ook de nationale wetten door hier alleen al te zijn, en dat rechtvaardigt ‘een sanctie waarop in het algemeen eigenlijk geen beperkingen kunnen worden aangebracht, wil de wetgever zijn eigen produkten nog serieus nemen en door de ingezetenen doen naleven’.
Precies een jaar geleden brak in Amerika de hel los rond het – vergelijkbare – wetsvoorstel SOS, ‘Save Our State’. De gouverneur van Californië achtte het nodig zijn staat te redden van de ‘vloedgolf’ illegalen uit Latijns-Amerika en stelde voor hen uit te sluiten van onderwijs, medische zorg en sociale voorzieningen. Het werd direct het meest omstreden wetsvoorstel uit de Amerikaanse geschiedenis genoemd. Massale demonstraties en internationale protesten volgden, en de rooms-katholieke bisschoppen in Amerika spraken hun verontrusting uit over dit plan, ‘dat mensen in het onderwijs, de gezondheidszorg en de sociale dienst tot agenten van de immigratiedienst maakt’.
In Nederland staat iets vergelijkbaars te gebeuren, over ruim een half jaar moet het zover zijn, maar de stilte is vooralsnog oorverdovend. Terwijl er talloze morele, juridische en praktische bezwaren tegen de Koppelingswet zijn aan te voeren.
‘HET IS SCHIETEN met een legislatief kanon op een mug’, zegt Paul Minderhoud, rechtssocioloog aan de universiteit van Nijmegen. ‘De wet staat in geen verhouding tot het beoogde doel. Laat de overheid eerst maar eens met cijfers komen waaruit blijkt dat illegalen zóveel misbruik maken van sociale voorzieningen dat deze draconische maatregel gerechtvaardigd is. Terwijl alles erop wijst dat dat percentage eerder laag ligt.’
Heel laag, zo bleek in 1990 uit het onderzoek Een andere kijk op de illegalenpopulatie in Nederland. Onderzoekster M. Aalberts van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie concludeert daarin dat ‘het misbruik van sociale voorzieningen zich beperkt tot minder dan een procent van de totale illegalenpopulatie’. Logisch, schrijft Aalberts, want ‘een illegaal zal proberen niet op te vallen om zo zijn verblijf hier te verlengen’, en dus zoveel mogelijk uit de buurt van overheidsinstanties blijven. Haar bevindingen zijn de afgelopen jaren van verschillende kanten bevestigd.
Hoe zit het dan bijvoorbeeld met het beroep dat illegalen doen op de medische stand? Laten ze zich en masse onverzekerd opnemen om na afloop het ziekenhuis de rekening te presenteren? Nee, zei onlangs de directeur van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam, een ziekenhuis dat bekend staat om zijn loyale houding tegenover onverzekerden: ‘Het gaat hier om een klein probleem, namelijk maar een kwart procent van het ziekenhuisbudget, waar wij zonder wet- en regelgeving uitstekend mee uit de voeten kunnen.’ Wanneer de driehonderd huisartsen in Amsterdam bereid zouden zijn af en toe een onverzekerde patiënt te behandelen, dan zou dat neerkomen op ieder een consult per week, zo berekenden de hulpverleners van De Witte Jas in Amsterdam. Nauwelijks een last waar een arts failliet aan kan gaan en voor de maatschappij als geheel wel zo verstandig, want als bepaalde groepen worden uitgesloten van basisgezondheidszorg en inentingsprogramma’s, kan de hele samenleving nog wel eens de rekening gepresenteerd krijgen.
‘Het is een soort heksenjacht aan het worden’, zegt Leonie Sipkes van GroenLinks. ‘Ik vind dat de discussie over illegalen groteske vormen aanneemt. En hij laait steeds weer op – zo eens in de anderhalf, twee jaar zijn er weer van die spookverhalen.’ Waarop weer een wetsvoorstel wordt gelanceerd met een nog verdere aanscherping van het ‘ontmoedigingsbeleid’. In een paar jaar tijd is onder meer de vreemdelingenpolitie uitgebreid, is het onmogelijk gemaakt een sofinummer te krijgen zonder verblijfsstatus en is de wet op de schijnhuwelijken ingevoerd. Van de identificatieplicht zijn we nog maar nauwelijks bekomen of het volgende voorstel buitelt er alweer overheen. Het effect van al die maatregelen wordt echter nauwelijks afgewacht, signaleert Minderhoud. ‘Al die wetgeving is van recente datum en is nog helemaal niet uitgekristalliseerd. Kijk nou eerst eens hoe die uitpakt. Volgens mij is het al meer dan voldoende om illegaal verblijf van vreemdelingen te beperken. De Koppelingswet zal daar niets aan bijdragen, maar slechts negatieve en averechtse effecten hebben.’
Bovendien, meent Minderhoud, komt de Koppelingswet waarschijnlijk op gespannen voet te staan met een hele reeks internationale verdragen die gelijke behandeling van burgers uit andere landen voorschrijven, zoals het Europees Verdrag inzake Sociale Zekerheid. Minderhoud: ‘Daar wordt nu heel makkelijk aan voorbijgegaan, maar je zult zien dat de rechter achteraf van alles moet terugdraaien. Dat gebeurt nu al met verschillende regelingen die een paar jaar geleden zijn ingevoerd. Toen de Vreemdelingenwet werd aangescherpt, hebben veel vooraanstaande juristen gewaarschuwd: Dit is strijdig met allerlei internationale afspraken. Maar daar heeft het parlement zich toen ook al niks van aangetrokken.’
MET ONVERBLOEMDE spijt wordt in het wetsvoorstel geconstateerd dat er drie gebieden zijn waar ‘hogere wetten’ uitsluiting van illegalen verhinderen. Op grond van internationale verdragen blijkt het niet mogelijk om leerplichtige kinderen onderwijs te weigeren, en heeft een ieder recht op rechtsbijstand. Bovendien zal medische hulp gegeven moeten worden aan zieke illegalen in levensgevaar, want volgens het Wetboek van Strafrecht is iemand die dat nalaat strafbaar.
Illegale kinderen mogen tot hun zestiende dus gewoon naar school – al riep VVD-leider Frits Bolkestein, kennelijk onbekend met de Leerplichtwet, in verkiezingstijd nog dat dat afgelopen moest zijn -; hun ouders behouden het recht op een advocaat, en verkeert iemand uit het gezin in een ‘acute medische noodsituatie’, dan kan die in een ziekenhuis terecht. En dat zijn dan meteen alle rechten van een illegaal in Nederland.
In zo’n klimaat onstaan algauw onverkwikkelijke discussies over bijvoorbeeld dat begrip ‘acuut’. Een illegaal met kanker, weten de vrijwilligers van De Witte Jas inmiddels, moet doorgaans wachten tot er flink wat uitzaaiingen zijn voordat er kans is op behandeling in een ziekenhuis. Zo’n onverzekerde patiënt kan de rekening natuurlijk niet betalen, maar het ziekenhuis mag dan een beroep doen op de Bijstandswet. Deelt de bijstandsambtenaar de mening dat behandeling onvermijdelijk was, dan krijgt het ziekenhuis de kosten vergoed. Nog wel. Maar met de Koppelingswet vervalt die financiële steun doordat de Bijstandswet wordt aangepast. Neemt een ziekenhuis dan nog iemand zonder verblijfsvergunning op, dan is dat voor eigen rekening. Om misverstanden te voorkomen zal in de gehele gezondheidszorg een identificatieplicht worden ingevoerd. Geen smoesjes dus dat de illegaliteit van de patiënt onbekend was.
Als pleister op de wonde heeft minister Borst aangekondigd een potje van elf miljoen gulden achter de hand te houden voor acute medische hulp. Maar dat bedrag is veel te laag en daarnaast aan zulke strenge voorwaarden gebonden, dat een arts bijkans failliet moet gaan aan zijn onverzekerde patiënten, wil hij wat toegeschoven krijgen uit het ‘potje van Borst’. Bovendien wordt dat – o ironie – gevuld met de opbrengsten van de Koppelingswet. Er wordt natuurlijk geld bespaard als de sociale voorzieningen dichtgetimmerd worden voor illegalen, en een deel daarvan wordt in dat potje gestopt. Een illegaal krijgt dus straks geen huursubsidie meer, maar als hij nou flink ziek wordt, kan hij dat nog terugverdienen.
Zowel de Ziekenfondsraad als de Nationale Raad voor de Volksgezondheid hebben zich kritisch uitgelaten over de koppelingsplannen. ‘Als de politiek hierin een strak regime verordonneert, komt de gezondheidszorg in opstand’, waarschuwde onlangs de voorzitter van de NRV, prof. Roscam Abbing. ‘Wij helpen mensen die in nood zijn, onafhankelijk van de papieren die ze hebben. Als het verplicht wordt dat mensen op hun verblijfsstatus gecontroleerd worden, onstaat er een spanning tussen de beroepsethiek en de politionele rol van controleur.’
OOK IN ONDERWIJSKRINGEN begint door te dringen dat docenten tot een verlengstuk van Justitie gemaakt worden als ze de verblijfsstatus van hun leerlingen moeten registreren. En dat moeten ze: ‘Voorstelbaar is dat een school periodiek nagaat of de toegelaten vreemdelingen nog voldoen aan de door de wet gestelde voorwaarden.’ Niet dat eventuele illegale leerlingen onder de zestien jaar dan ook van school gestuurd moeten worden, maar onze overheid wil het gewoon graag weten. ‘Via haar financiële relatie met de onderwijsinstellingen legt de staat de controletaak daar’, zo wordt plompverloren gesteld. ‘Bij ontdekking van niet-leerplichtige illegale leerlingen volgen financiële sancties.’
Wim van de Belt, leraar wiskunde op een scholengemeenschap in Amsterdam, verspreidde onlangs een oproep: ‘Aan alle collega’s in het onderwijs.’ Onderwijs moet voor iedereen toegankelijk zijn, stelt hij daarin, maar ‘er verschijnen wolken aan de horizon’. ‘Ja, ik maak me zorgen’, licht Van de Belt toe. ‘Naar mijn mening moet je de Koppelingswet in het verlengde van de Identificatieplicht zien, en zo komen er vast weer volgende stappen die George Orwell beter zou kunnen bedenken dan ik. Straks moeten wij onze lessen nog beginnen met een paspoortcontrole. Dat lijkt nu een flauwe grap, maar als je tien jaar geleden had gezegd dat er een identificatieplicht zou komen, was je ook voor gek verklaard.’
‘We zijn wel erg aan het afglijden’, vindt ook Sjoerd Bosch van het Autonoom Centrum. ‘De volgende logische stap zou zijn dat er een meldplicht komt voor ambtenaren.’ Minderhoud: ‘Het bereik van de wet is veel groter dan alleen de sociale en collectieve voorzieningen. Als een vreemdeling straks een vergunning voor de bouw van een dakkapel of een milieuontheffing wil, zal de uitkomst van die aanvraag ook afhankelijk worden van zijn verblijfsvergunning. Dat is natuurlijk absurd.’ ‘Ja’, weet Leonie Sipkes, ‘de Vereniging van Nederlandse Gemeenten voorziet hier veel problemen, want zelfs als iemand een visakte komt aanvragen moet eerst gekeken worden naar zijn verblijfsstatus.’
Er wordttvoerbaar is’. En inderdaad zal de bureaucratie er niet minder op worden. Het Vreemdelingenadministratiesysteem en de Gemeentelijke Basisadministratie, twee enorme, logge computerbestanden, worden op elkaar aangesloten. Daarmee, zo is de optimistische gedachte, zullen overheidsinstanties moeiteloos ‘de actuele informatie krijgen over het verblijfsrecht van de vreemdeling die een beroep doet op de voorzieningen’. Maar er zit wel een enorme administratieve romslomp aan vast; de uitkeringsinstanties worden geacht ieder kwartaal de verblijfsstatus van al hun buitenlandse cliënten te controleren.
Het grijze gebied waarin illegalen vertoeven die nu nog een geldig arbeidscontract en een sofinummer hebben, wordt gesloten. Sipkes: ‘Dat leidt alleen maar tot verdere marginalisering van illegalen, met kans op criminalisering.’ Illegalen worden het zwarte circuit in gedreven en zullen met behulp van koppelbazen of criminaliteit proberen te overleven. Ziedaar nog een rekening die de samenleving gepresenteerd kan krijgen dankzij de spierballenwetgeving van de overheid.
‘Het ergste vind ik nog’, zegt Paul Minderhoud, ‘dat dit wetsontwerp ook gedoogde vreemdelingen betreft. Dat kun je echt niet maken als overheid.’ Maar die bepaling zal hopelijk sneuvelen. Begin deze maand gaven PvdA en D66 te kennen het onaanvaardbaar te vinden dat de regering en passant ook asielzoekers die nog wachten op een besluit over hun asielaanvraag, wil uitsluiten. En ook ontheemden, die niet terugkunnen naar hun land dat in oorlog is, zoals Joegoslaven.
ALS DIE WET er komt, voorspelt Bosch, zal er gecontroleerd worden op etnische kenmerken. ‘Er wordt een soort administratieve apartheid geïntroduceerd. Een legale Surinaamse vrouw die haar identificatiepapieren niet bij zich heeft, wordt aan de balie voor huursubsidie waarschijnlijk niet meer geholpen. Die moet eerst maar komen aantonen dat ze hier niet illegaal is.’ Minderhoud: ‘Als buitenlanders telkens weer hun verblijfsrecht moeten aantonen, krijg je een systematisch aparte behandeling die zeker niet zal bijdragen aan hun integratie en die hun geen gelijkwaardige positie geeft. Sommige juristen noemen de aanscherping van de Vreemdelingenwet een afkalving van de Nederlandse rechtsstaat.’
Zoals advocaat en universitair docent migratierecht Aldo Kuijer in het advocatenblad van vorige maand schreef: ‘De weegschaal is doorgeslagen naar een beleid dat eenzijdig gericht is op doelmatigheid op de korte termijn, waarbij de rechtmatigheid geheel uit het oog verloren is.’
O ja, en dan is er nog een praktisch probleempje: het zal niet helpen. Illegalen gaan niet weg, want ze kunnen niet weg. Bosch: ‘Kijk naar Amerika. De grens met Mexico barst van de bewaking, dat is een soort ijzeren gordijn. Maar de mensen blijven komen. Het probleem is dat zij zich gedwongen voelen hun land te ontvluchten. En dat probleem los je met dit soort wetten niet op.’