ANP 11/12/2003
DEN HAAG, 11 december 2003- De identificatieplicht mag onder geen beding tot willekeur leiden. Een meerderheid van de Tweede Kamer vindt dat minister Donner (Justitie) er voor moet zorgen dat politieagenten niet zomaar mensen naar hun identiteitskaart gaan vragen, zonder dat daar aanleiding voor is.
Dat bleek woensdag tijdens de voortzetting van de behandeling van de uitgebreide identificatieplicht in de Tweede Kamer. Voor de SP en GroenLinks is de angst voor willekeur en discriminatie reden om de plicht af te wijzen. Een meerderheid van CDA, VVD, D66 en LPF heeft wel vertrouwen in de aanpak van Donner. De PvdA gaat waarschijnlijk ook akkoord. De ChristenUnie en de SGP zijn zeer kritisch.
De bewindsman benadrukte dat de politie straks makkelijker asociaal gedrag, zoals naroepen, beledigen en bespugen van voorbijgangers, kan beboeten. “Men kan zich nu terugtrekken in de anonimiteit van de groep en zich daar krachtig voelen.”
Nu staat de politie nog niet zo sterk als er verstoring van de openbare orde dreigt. Met de identificatieplicht kan de politie eerder ingrijpen. Bovendien maakt het de hulpverlening makkelijker om verwarde mensen op straat te helpen.
Iedereen heeft nog een jaar de tijd om een paspoort of identiteitskaart aan te schaffen. Ook een rijbewijs is een geldig identiteitsbewijs. Met ingang van 2005 moet iedereen vanaf veertien jaar zich te allen tijde kunnen legitimeren in de publieke ruimte. Kan of doet men dat niet, dan staat daar een boete van maximaal 2250 euro op. Het is op zichzelf niet strafbaar om geen identiteitskaart op zak te hebben.
“Maar het gevolg van de toonplicht is dat men altijd een pas bij zich moet hebben. Het risico is voor de burger”, zei Donner. Hij wees erop dat men ook in situaties terecht kan komen die niet het gevolg zijn van het eigen gedrag. “Men kan getuige zijn van een ongeval of misdrijf of betrokken raken bij een oploop.” Het is volgens de bewindsman niet de bedoeling dat men later het document alsnog toont. Na drie jaar volgt een evaluatie van de wet.