Zware criminaliteit, maar vooral terrorisme, zijn de toverwoorden bij de voortschrijdende samenwerking tussen politiediensten en justitiële instanties in Europa enerzijds en tussen de EU en zogenaamde derde landen als de Verenigde Staten anderzijds. Deze samenwerking kent vele vormen.
Op het niveau van de wetgeving wordt er gesproken over de verandering van wetgeving. Zo hebben alle Europese landen terrorismewetgeving ingevoerd op aandringen van Brussel. Harmoniseren wordt dat genoemd. Langzaam maar zeker ontstaat er een Europees bestuurlijk en strafrechtelijk stelsel.
Er wordt informatie uitgewisseld tussen alle Europese landen onderling, zoals in het kader van het Schengen Informatie Systeem, tussen een kleinere groep landen zoals bijvoorbeeld DNA in het kader van het verdrag van Prum en tussen twee landen onderling. Nederland en Duitsland bijvoorbeeld leveren elkaar informatie over demonstranten en voetbalsupporters.
Er wordt ook samengewerkt bij de relatief nieuwe diensten Europol, Eurojust en Sitcen, op het gebied van opsporing en vervolging. Op de werkvloer werken de verschillende politiediensten samen in Jointteams, bestaande uit politieagenten uit verschillende landen. Maar ook in Police and Custom Cooperation Centres (PCCCs), gezamenlijke politiebureaus, uitwisselingsprogramma’s, conferenties, trainingen en incidentele samenwerkingsverbanden.
De Franse gendarmerie werkt op een ander niveau ook samen met de Nederlandse marechaussee, de militaire politie. In de European Gendarmerie Force (EGF), een initiatief van Italië, Frankrijk, Spanje, Portugal, Roemenië en Nederland, wordt gewerkt aan een Europese paramilitaire eenheid.
In de herfst van 2009 kwamen ruim 600 agenten in het Italiaanse Vicenza bijeen om onder het militaire commando van de EGF te trainen in de bestrijding van ongeregeldheden, mensenhandel, rellen bij sportevenementen en evacuaties. De op militaire leest geschoolde EGF traint nu alleen, maar wil graag binnen en buiten de Europese Unie opereren.
Trainen doen aangrenzende landen ook samen. Nederland en Duitsland organiseerden in de lente van 2007 de oefening Grenzenlos. Vanuit Nederland namen 400 politieagenten van 55 verschillende eenheden en diensten mee. De oefening was gericht op de bestrijding van een fictieve extreem-rechtse groepering, de NPU. De mobiele eenheid trainde in hetzelfde jaar met de Belgische collega’s in Zuid-Nederland.
Op lokaal niveau hebben verschillende landen Europese politiebureaus ingericht. In deze Centra voor Politie- en Douanesamenwerking (PCCCs) werken agenten uit verschillende landen samen. Het PCCC van Heerlen, waar zowel Nederlandse als Belgische en Duitse agenten gestationeerd zijn, is op werkdagen van 8 tot 17 uur geopend. Er wordt informatie uitgewisseld, actie gecoördineerd en kennis overgedragen.