‘Op zaterdag 28 april 2001 heeft verzoeker, met een veelvoorkomende Nederlandse voornaam en achternaam, zich op Schiphol in het kader van de paspoortcontrole gemeld bij een ambtenaar van de Koninklijke Marechaussee (KMAR). Verzoeker was op weg naar zijn vakantiebestemming’, schrijft de Nationaal Ombudsman in zijn rapport in 2003.
Laten we de man Henk de Boer noemen. Henk wil samen met zijn vrouw Ingrid op vakantie. Bij de grenscontrole door de Koninklijke Marechaussee worden zijn gegevens vergeleken met een landelijk politieregister. Dit register, het opsporings- en signaleringssysteem (OPS), is het Nederlandse NSIS, het Nationale Schengen Informatiesysteem. In het OPS/NSIS komt een Henk de Boer met dezelfde geboortedatum als de vakantieganger voor.
Deze De Boer wordt gezocht voor een parkeerboete van 168,75 gulden. ‘Deze parkeerovertreding is gepleegd in 1998 in Terneuzen door een bestuurder van een auto met een Duits kenteken’, schrijft de Ombudsman. De ambtenaar zegt dat Henk de boete moet betalen, maar de man heeft helemaal geen auto met een Duits kenteken. Het maakt niets uit wat Henk vertelt, als hij niet betaalt, wordt hij zeven dagen opgesloten. Morrend betaalt hij, maar zijn vakantie is danig verziekt.
David Ndegwah kreeg bijna 7.000 kilometer verderop geen visum voor de Europese Unie. De student Theologie wilde naar Nijmegen om zijn promotie onderzoek aan de universiteit te verdedigen. Op de ambassade in Nairobi, Kenia, kreeg hij te horen dat hij drie jaar de Europese Unie niet in mocht. Hij was niet geïnformeerd over deze maatregel, net zomin als dat gebeurt bij andere geregistreerde niet-EU onderdanen.
Evelien Brouwer van de Radboud Universiteit Nijmegen deed onderzoek naar het Schengen Informatiesysteem en constateerde dat vreemdelingen die in het SIS staan geregistreerd onvoldoende rechtsbescherming hebben. Als een vreemdeling bij een ambassade of consulaat van een Europees land aanklopt, wordt de registratie in het SIS pas duidelijk. Bij de registratie wordt niet de reden vermeld. De vreemdeling moet vervolgens ver van de Europese realiteit die reden zien te achterhalen en vervolgens zijn recht proberen te halen.
Ndegwah had geluk. Hij ontdekte dat hij zich de laatste keer dat hij terugkeerde naar Kenia niet correct had afgemeld bij de Nederlandse autoriteiten. Met behulp van een advocaat kon hij de zaak rechtzetten en alsnog zijn promotie in ontvangst nemen. Anderen zijn minder gelukkig. Het aanvechten van een signalering in het SIS is niet eenvoudig, zelfs al weet je dat je geregistreerd staat en wat de reden daarvoor is.
Dat ondervonden jurist Jeroen P., zijn echtgenote Isabel de L. en haar moeder Catherina de W. In augustus 1993 worden zij gearresteerd op verdenking van XTC smokkel. In mei 1994 worden zij vrijgelaten. In 2000 worden een aantal Spanjaarden in de zaak veroordeeld en zitten hun straf uit. Het Nederlandse drietal wordt niet gedagvaard, maar staat al 13 jaar geregistreerd in het SIS. Dat die registratie niet zonder gevolgen is merkte Jeroen in 1996. Bij aankomst op Schiphol werd hij gearresteerd en drie weken vastgehouden in ‘uitleveringsdetentie’. Hij kwam weer vrij, maar in 2005 werd hij opnieuw aangehouden op Schiphol.