Als duidelijk is dat Maartens uitlevering niet verder zal worden uitgesteld, reizen twee leden van de steungroep naar Zweden om zijn komst voor te bereiden en aandacht voor de zaak te vragen. Een reisverslag:
Nu Maarten op 1 september naar Zweden zal vertrekken en de datum van het proces bekend is, is het tijd geworden om ook in Zweden te proberen ‘iets’ te organiseren om de aandacht op de zaak te vestigen. In Amsterdam hebben we al overlegd wat we gaan proberen. Dat is moeilijk omdat er zoveel nog onzeker is. Er is een datum voor Maartens proces, maar het is absoluut onduidelijk of het proces ook echt op die dag zal plaatsvinden. De advocaat heeft ons al gewaarschuwd dat een proces theoretisch oneindig kan worden uitgesteld door middel van een systeem van ‘voorlopige zittingen’. We besluiten in Nederland dat we niet eeuwig kunnen wachten zonder iets voor te bereiden. Voor hetzelfde geld wordt het proces op die datum wel gehouden en dan zal het voorbij zijn voordat we iets hebben kunnen doen. We stemmen onze plannen af op een proces op de beloofde datum, 23 september 2004, en als die niet gehaald wordt op die dag actie te voeren, met als aanknopingspunt de gebroken beloftes door de Zweedse aanklager en de lange tijd die Maarten in voorarrest moet zitten. De dag van het proces wordt de dag waarop we ons richten.
Op het moment dat we aankomen in Zweden zijn de ideëen nog niet uitgewerkt; veel hangt af van de steun die we in Zweden kunnen krijgen aangezien niemand van de steungroep het zich kan veroorloven de hele tijd tot het proces in Zweden te blijven. We hebben in verschillende Zweedse steden in de loop van de tijd steeds meer mensen leren kennen en deze contacten gebruiken we nu als uitvalsbasis voor onze plannen.
We komen aan in Malmö, een stad vlakbij Kopenhagen. De dagen voor ons vertrek en na aankomst zijn we vooral bezig met mailen en bellen met hulp van onze gastheer; we maken afspraken met een paar journalisten die we al kennen en via via met zoveel mogelijk mensen in Göteborg, de stad waar het proces zal plaatsvinden. We willen bovendien proberen om op zoveel mogelijk plaatsen iets te organiseren op de dag van het proces, en daarom nemen we ook contact op met oude bekenden in Stockholm, Oslo, Helsinki en verschillende Duitse steden.
Onze volgende halte is Göteborg, waar we warm worden onthaald door iemand van het Oudernetwerk die we al langer kennen; we logeren bij haar thuis.
Meteen de eerste dag hebben we een afspraak met een paar mensen die ons hopelijk kunnen helpen met organiseren. Na kort overleg trekken ze allebei de agenda en een dag later wordt een vergadering gepland met alle geïnteresseerden. We hopen dat het brede netwerk van onze mede-organisatoren zijn vruchten af zal werpen. De volgende dagen zijn gevuld met gesprekken met de advocaat en journalisten. Maarten komt aan en wij proberen, samen met Zweedse sympathisanten, spullen en geld voor hem af te geven (hij heeft euro’s bij zich, maar die kunnen niet worden gewisseld). Een bezoek kan op deze korte termijn niet worden geregeld. Het is onduidelijk of hij de spullen nog zal krijgen, de aanklager gaat daar over en hij wil er nog geen uitspraken over doen.
Ondertussen heeft Maarten nog steeds geen officiële aanklacht, wat verbazing en ongeloof wekt bij de pers en bij andere mensen die we spreken. Ook de datum van de voorlopige zitting over Maartens voorarrest is nog niet bekend. De advocaat heeft goede hoop dat Maarten zijn rechtszaak in vrijheid mag afwachten, aangezien hij zich vrijwillig heeft gemeld en er een Zweeds gezin is dat voor de rechtbank heeft verklaard hem tot die tijd op te willen nemen. We zijn blij verrast als we de datum te horen krijgen, we zijn dan nog in Zweden en kunnen de openbare zitting op 3 september bijwonen.
De avond voor de zitting vergaderen we boven de linkse boekwinkel van Göteborg. We zien veel nieuwe gezichten en praktisch alle linkse groepen van de stad zijn vertegenwoordigd; ouders, anarchisten, vakbondsleden en trotskisten zitten broederlijk naast elkaar. Tijdens de vergadering groeit het enthousiasme, veel mensen blijken gefrustreerd te zijn over het gebrek aan actie tijdens vorige rechtszaken en zijn bovendien ongerust over het komende Hoger Beroep van politiechef Jaldung, de verantwoordelijke voor de massa-arrestatie waarbij ook Maarten is opgepakt. Nadat we ons verhaal over Maartens zaak hebben gedaan en de vergadering besluit om een manifestatie te organiseren op de dag van het proces, (niet alleen over Maartens zaak, maar over het hele rechtsschandaal èn over Jaldungs zaak), worden de taken in een razend tempo verdeeld. De rest van de vergadering excuseert zich en gaat over van Engels op Zweeds om de lijst efficiënt af te kunnen werken. Aanvragen van de vergunning, regelen van een geluidsinstallatie en podium, huren van een zeecontainer, drukken en verspreiden van posters en flyers, regelen van een band, vragen van sprekers en organiseren van de slaapplaatsen voor de buslading mensen uit Nederland, zijn nu de verantwoordelijkheid van de ad-hoc groep. Als we later die avond naar Amsterdam bellen, blijkt dat daar die avond ook al een groep buspassagiers bijeen is geweest voor een vergadering. Solidariteit in actie.
De volgende dag is helaas een stuk minder positief, de zitting slaat ons met stomme verbazing. Het is één ding om te lezen over oneerlijke rechtszaken, een ander om erbij te zitten, op de publieke tribune. Voor de rechter zijn we gewaarschuwd. Hij is goed bevriend met de aanklager, en -volgens iedereen die we spraken- zou dat zijn tòch al geringe kans op een eerlijk proces tot nul terugbrengen.
Op deze zitting wordt alleen besloten of Maarten in voorlopige hechtenis moet blijven, maar tot onze verbazing wordt het hele dossier alvast doorgenomen. Dit lijkt het proces zelf wel. De aanklager, Thomas Ahlstrand, persoonlijk verantwoordelijk voor een groot aantal van de meer schokkende eurotop-veroordelingen, heeft officieel de aanklacht ingediend. Het is ‘gewelddadige oploop’ en ‘zware mishandeling’ geworden zoals we al hadden verwacht. Hij maakt zich verder bijzonder kwaad over het feit dat hij de videobanden niet eerder heeft gezien en vergeet daarbij voor het gemak dat hij zelf weigerde over de zaak te praten of naar Nederland te komen voor het beloofde verhoor. De videobanden zijn bovendien nooit geheim geweest, stukken ervan stonden op de website en zijn op tv vertoond. Ahlstrand stelt dat dit een aanwijzing is voor Maartens schuld. Bovendien neemt hij het Maarten zeer kwalijk dat hij voor zijn rechtszaak niet naar Zweden wilde komen en vooral dat er door de Steungroep acties zijn gevoerd. Volgens de aanklager is hiermee het Zweedse rechtssysteem ondermijnd en moet Maarten dus als zeer gevaarlijk worden beschouwd. Alle argumenten voor Maarten’s tijdelijke invrijheidstelling worden hiermee van tafel geveegd. Het maakt geen verschil dat Maarten zich vrijwillig heeft gemeld voor uitlevering naar Zweden, dat hij de afgelopen drie jaar in vrijheid heeft doorgebracht, dat hij een adres heeft dat ‘borg’ voor hem wil staan en dat zijn paspoort is afgenomen. Zijn kritiek op de rechtszaken is genoeg om hem als vluchtgevaarlijk te beschouwen. Vervolgens wordt het bewijs doorgenomen: op alle inconsistenties en onmogelijkheden die de advocaat aan de rechter presenteert, wordt door de aanklager geantwoord dat een politieagent zich ook wel eens kan vergissen. Dit zegt volgens hem echter niets over de betrouwbaarheid van de gedeeltes van de verklaringen die hem wel goed uitkomen. De videoband vindt hij niet erg overtuigend; hij stelt dat Maarten de agent dan later wel zal hebben geslagen. Dat dit onmogelijk is omdat dit het laatste moment was waarop mensen op de containers stonden, doet volgens hem niet ter zake. Evenmin dat Maarten, nadat hij van de container is geduwd, meteen is opgepakt (hetgeen door verschillende getuigen wordt bevestigd) doet volgens hem niet ter zake. We luisteren met stijgende verbazing, vooral als ook de aanwezige pers zich met de zaak gaat bemoeien: een journalist van de Dagens Nyhete), verkondigt luid dat hij de band ook niet erg ‘indrukwekkend’ vindt.
De rechter oordeelt dat Maarten inderdaad vluchtgevaarlijk is en wijst het verzoek om invrijheidstelling af. We zijn onder de indruk van de mate waarin al op deze zitting dingen misgaan: het negeren van ons bewijs, de politieke toon van de aanklager, het gebrek aan logica. Na anderhalf uur staan we buiten en Maarten is weer op weg terug naar de gevangenis.
Onmiddelijk na de zitting vertrekken we met de trein naar Stockholm waar we die avond deelnemen aan een debat, georganiseerd door een tijdschrift voor journalisten. De stemming is niet best, en wordt er niet beter op als we kort voor aankomst gebeld worden door de advocaat die denkt dat hij ons goed nieuws brengt: het proces zal waarschijnlijk een week eerder plaatsvinden, de precieze datum blijft voorlopig nog een verassing. We schrikken ons dood! We hebben er steeds rekening mee gehouden dat het proces ook later zou kunnen plaatsvinden, maar eerder… Onze voornaamste zorg zijn in eerste instantie niet alleen de manifestaties in verschillende steden die onmogelijk nog naar voren gehaald kunnen worden, maar ook alle mensen uit Nederland die het proces willen bijwonen, en dan vooral de getuigen. Het vervoer en verblijf van de getuigen van de verdediging moeten door de verdachte zelf worden betaald, vandaar dat we die op tijd (= betaalbaar) hebben geregeld. Temeer omdat we verwachten dat de getuigen waarschijnlijk meerdere keren zullen moeten verschijnen in verband met de ‘uitstel’-zittingen. De advocaat reageert verbaasd op onze paniek en zegt hier weinig aan te kunnen doen. We brengen de volgende uren bellend door. Twee getuigen hebben grote problemen met het verplaatsen van het proces naar een nog onbekende datum, ongeveer een week later. Na een lang telefoongesprek met de advocaat belooft hij zijn uiterste best te doen, maar hij kan niets garanderen. Het moeilijkste is dat we zelf niet met Maarten kunnen communiceren, die op dat moment in de meest beruchte (regelmatig in mensenrechtenreportages bekritiseerde) voorarrest-gevangenis van Zweden zit. We drukken de advocaat op het hart bij zijn bezoek de volgende ochtend, goed aan Maarten uit te leggen dat hij kan kiezen voor een eerder proces, maar dat dat problemen met de getuigen op kan leveren. Het is uiteindelijk zijn beslissing.
Het debat waar we eigenlijk voor waren gekomen, verloopt enigszins chaotisch maar de gesprekken achteraf, vooral met een aantal wat oudere heren van een natuurbeschermingsorganisatie die ook graag iets voor Maarten willen organiseren, doen ons goed. Zij zijn bezig met een petitie die ze verschillende organisaties willen laten ondertekenen.
We logeren bij een vriendin en de volgende ochtend hebben we een vergadering met de mensen die geïnteresseerd zijn in het organiseren van een manifestatie in Stockholm op de dag van het proces. Hier gaat het iets langzamer: het gemêleerde gezelschap spreekt een vergadering af -later die week- om de details te bespreken, maar er wordt ons verzekerd dat de manifestatie door zal gaan. Waarschijnlijk voor de Nederlandse ambassade die in een drukke straat is gevestigd. Bij de deur blijken boekjes te zijn verkocht en de opbrengst is voor de campagnepot. We vertrekken meteen weer. Na een korte stop in Göteborg reizen we door naar Malmö, het eindstation in Zweden. Met gemengde gevoelens, blij met de steun die we overal hebben aangetroffen, maar bezorgd over het proces, -vooral na de bijgewoonde zitting-, verlaten we Zweden weer. Twee weken later zijn we met een grote groep terug, het proces wordt na wat touwtrekken toch op de beloofde dag gehouden. We zijn er klaar voor.