“JE HEBT NIKS TE VERBERGEN, TOCH ?”
Erik Timmerman geplubiceerd in Ravage 288 23 juli 1999
Politie, Justitie en politici hebben weer een nieuw wondermiddel ontdekt in de strijd tegen De Grote Boze Boef. In koor roept men, vooral de laatste maanden, om verdere verruiming van de mogelijkheden om DNA-tests te doen op verdachten. Minister Korthals van Justitie pleitte er kortgeleden voor de grens waarbij bij verdachten een DNA-test mag worden afgenomen, te verlagen van 8 naar 4 jaar En met onopgeloste zaken als die van de serieverkrachter uit Utrecht, of die van de verkrachting en moord op de zestienjarige Marianne Vaatstra uit Zwaagwesteinde lijkt dit ook niet een al te onredelijk voorstel. Toch kleven er aan het verruimen van de mogelijkheden om DNA-tests te doen en aan het opzetten van een DNA-databank wel de nodige bezwaren.
DNA-tests
Een DNA-test bestaat er kortweg gezegd uit, dat uit een lichamelijke celstructuur, voor elk mens unieke, genetische gegevens worden gefilterd. Deze genetische gegevens (soort streepjescode) kunnen vervolgens vergeleken worden met de gegevens die gevonden zijn in bv. het sperma van een verkrachter.
Op dit moment worden in Nederland DNA-tests uitgevoerd door het Gerechtelijk Laboratorium in Rijswijk en, in veel mindere mate, door het Forensisch Laboratorium voor DNA Onderzoek (FLDO) in Leiden. Jaarlijks gaat het om zon 300 tot 400 testen. Kon tot voor kort DNA-materiaal slechts gehaald worden uit het bloed van een persoon, tegenwoordig kunnen DNA-tests ook al worden uitgevoerd op haarzakjes, zweet, speeksel, huidschilfers en sperma. Over het algemeen wordt bij verdachten en uitstrijkje gemaakt van het wangslijmvlies.
In Nederland is het nu zo dat de wet geen grenzen stelt aan delicten bij verdenking waarvan sporenmateriaal mag worden verzameld. Bij alle misdrijven mogen sporen worden verzameld en opgeslagen, ook als men geen verdachte heeft. Dus de DNA-gegevens die op een bij een inbraak verloren sigarettepeuk zijn gevonden, mogen in een DNA-database opgeslagen worden.
Ook aan het vrijwillig laten afnemen van een DNA-test zijn geen beperkingen gebonden. Wat wel aan beperkingen gebonden is, is het tegen de wil van een verdachte afnemen van lichaamsmateriaal om een DNA-test te doen. Er moet sprake moet zijn van ernstige bezwaren tegen de verdachte, en de verdenking moet een delict betreffen waar een straf op staat van 8 jaar, of 6 jaar bij zeden- of geweldsdelicten. In de praktijk gaat het dan in de meeste gevallen om moord- en verkrachtingszaken.
De ontwikkelingen in de politiek van de laatste tijd wijzen er echter op dat deze beperkingen wel eens versoepeld zouden kunnen gaan worden. Verschillende fracties in de Tweede Kamer hebben al aangegeven hier een voorstander van te zijn. Ook Minister van Justitie Korthals liet in juni weten te overwegen ook voor delicten waar een gevangenisstraf op staat van maximaal 4 jaar, gedwongen afname van DNA-materiaal mogelijk te maken. In dat geval kan het ook toegepast worden bij mensen die verdacht worden van mishandeling of diefstal.
Uiteraard werd dit voorstel met gejuich begroet door de Nederlandse Politie Bond (NPB) en ook door iemand als Officier van Justitie Steensma van Utrecht (“Als opsporingsambtenaar heb je daar nu eenmaal heel veel voordeel bij” ). Sommige mensen binnen het politieapparaat gaat dit echter nog niet ver genoeg. Zo wil politiechef Mellink van de Utrechtse politie DNA af kunnen nemen in alle gevallen waarin nu vingerafdrukken genomen mogen worden (tja, geef ze een vinger)
Lichamelijke integriteit
Eén van de belangrijkste argumenten ( naast natuurlijk het feit dat er véél meer misdaden opgelost worden) die worden gebruikt, is dat door de ontwikkeling van nieuwe technieken de lichamelijke integriteit niet meer aangetast wordt. Tot voor kort kon DNA-materiaal alleen uit bloed gehaald kon worden. Door iedereen, inclusief politie en politici, werd dit voor lichte vergrijpen afgewezen omdat het de lichamelijke integriteit te zeer zou aantasten en dit in geen verhouding stond tot de gepleegde misdrijf. Het eigen lichaam was zo ongeveer het laatste waar alleen jij zelf, en niemand anders, over kon beslissen wat er mee gebeurde.
Het merkwaardige is nu, dat voorstanders van de verruiming van de wetgeving rond DNA-tests het afnemen van speeksel uit iemands wang als geen enkel bezwaar zien, en het zon beetje gelijkstellen aan het nemen van een vingerafdruk. Maar het gaat hier natuurlijk gewoon wel degelijk om het aantasten van de lichamelijke integriteit! Politie, de Staat, hoe je het ook maar noemen wilt, treedt tegen de wil van een persoon in, binnen in iemands lichaam. En of een wanguitstrijkje nou minder ingrijpend is of niet (persoonlijk zie ik het verschil niet echt) doet er verder natuurlijk niet echt toe. Ook organisaties als de Orde van Advocaten en de Coornhert Liga (vereniging voor strafhervorming) staan uiterst kritisch tegenover het gebruik van DNA-tests. Op de voorstellen van Minister Korthals om de grens voor gedwongen afname van DNA-tests te verlagen van acht naar vier jaar reageerde M. Wijngaarden van de Coornhert Liga : “Het is ook een ernstige inbreuk op iemands lichamelijke integriteit. Men dringt toch het lichaam binnen, al is het met een wattenstokje. Dat dit nu ook mogelijk wordt bij belastingfraude of een inbraak, is buitenproportioneel.” In 1990 heeft de Hoge Raad bepaalt dat het afnemen van lichaamsvocht een inbreuk is op iemands lichamelijke integriteit, dus ook juridisch gezien valt er van alles in te brengen tegen het versoepelen van de bestaande wetgeving.
Begin juli deed de Hoge Raad echter een andere opzienbarende uitspraak, die opsporingsinstanties de mogelijkheid geeft de bestaande wetgeving te omzeilen. In de zaak van verdachten die in 1998 bankkluisjes in Den Helder zouden hebben opengebroken, werd bij een huiszoeking persoonlijke spullen in beslag genomen waarop DNA-sporen zaten. Deze werden vergeleken met de DNA-sporen die bij de kluisjes waren gevonden. De Hoge Raad deed, nadat de advocaten van de verdachten de zaak aanhangig hadden gemaakt, de uitspraak dat in dit geval, dus bij een zaak waarop geen 8 jaar cel staat, DNA toch als bewijsmateriaal gebruikt mag worden omdat de lichamelijke integriteit niet wordt aangetast. (Overigens bleek na de DNA-test dat de verdachten de inbraak niet hadden gepleegd.).
Omkeren bewijslast
Iets wat de laatste jaren steeds vaker in het nieuws kwam, eerst vooral in de landen om ons heen, maar nu ook in Nederland zelf, is het uitvoeren van DNA-tests op hele grote groepen om daaruit een dader te filteren.
Zo werden er de laatste jaren in bijvoorbeeld Engeand, Duitsland en Frankrijk van dit soort grootschalige onderzoeken uitgevoerd. In vele gevallen was het patroon hetzelfde : in een dorp was een jong meisje verkracht en vermoord, en was er na een lange tijd ‘gewoon’ recherchewerk, nog steeds niemand gearresteerd. Vervolgens werden dan bv. alle mannen tussen de 25 en 35 jaar uitgenodigd voor het op vrijwillige basis afnemen van een DNA-test, met als argumentatie dat wie onschuldig was, toch niets te verbergen had. Wel moesten verschillende politiechefs toegeven dat als je weigerde mee te werken aan zon test, je op zn minst wel een verdenking over je af riep..
Ook in Nederland loopt op dit moment zon grootschalig DNA-onderzoek. In de periode augustus 1995 tot februari 1996 werden in Utrecht zes vrouwen verkracht en twaalf aangerand, door, hoogst waarschijnlijk, dezelfde dader. Na bijna vier jaar onderzoek is deze zaak nog steeds niet opgelost. Politie en Justitie zijn nu begonnen met een grootschalig DNA-onderzoek (op vijwillige basis) bij 110 mannen uit Utrecht en omgeving, “waarvan niet op een andere wijze kan worden vastgesteld dat ze niets met de zaak te maken hebben”.
Nu is het best begrijpelijk dat mensen die onschuldig zijn meewerken aan zon test om van het predikaat potentieel schuldig af te komen, maar in feite worden hier de rollen omgedraaid. In Nederland is het nog altijd zo dat je niet je onschuld hoeft te bewijzen, maar dat politie en justitie behoren te bewijzen dat een burger schuldig is. Wat je rond deze grootscheepse DNA-onderzoeken steeds weer ziet, is dat mensen in het verdachten-bankje komen te ziten, totdat ze zelf bewezen hebben dat ze onschuldig zijn. En de vrijwilligheid waar de hele tijd over gerept wordt is ook maar zeer betrekkelijk. Ten eerste is de kans groot dat je door de politie toch als verdachte gezien wordt als je weigert mee te werken, en ten tweede is er vaak ook nog de sociale omgeving, bv. het dorp waar zon misdrijf heeft plaatsgevonden, waar men al snel zal gaan denken dat er iets niet in orde is, want anders zou je wel mee doen aan zon test, toch ? Voor veel mensen zal dat toch al snel een reden zijn om maar wel mee te doen aan zon test.
Overigens speelt het omdraaien van de bewijslast niet alleen rond de DNA-tests. Zo was er begin juni van dit jaar de nodige commotie bij Parkeerbeheer Amsterdam, waar de directie n.a.v. een gevonden vingerafdruk bij een leeggeroofde parkeermeter de volledige technische dienst verzocht vingerafdrukken af te geven, om mensen als verdachte te kunnen uitsluiten. Op vrijwillige basis uiteraard
DNA-databanken
Een ander punt waar nauwelijks aandacht aan besteed lijkt te worden, is dat er een DNA-databank opgezet zal gaan worden. In het kader van het onderzoek naar de Utrechtse serieverkrachter heeft het Ministerie van Justitie eind 1998 750.000 gulden beschikbaar gesteld, onder meer om een DNA-databank op te zetten bij het Gerechtelijk Laboratorium. Dit laboratorium beschikte eind 1998 over de DNA-gegevens van zon 2000 verkrachters, maar dit material was niet gesorteerd. Het Gerechtelijk Laboratorium gaat nu een databank opzetten waarin al deze gegevens worden gesorteerd, en waarin ook alle DNA-gegevens die gevonden zijn bij misdrijven waarvoor nog niemand gearresteerd is worden opgeslagen. Op deze manier kun je, als je ooit een DNA-test doet, al dan niet vrijwillig, meteen gelinkt worden aan allerlei andere gegevens. (Eind juni is op deze manier voor het eerst iemand, verdacht van het verkrachten van een vrouw in Etten-Leur, aangehouden.)
Tot nu toe is het echter volstrekt onduidelijk hoe deze databank beheerd gaat worden. Wie beslist er wat er precies opgeslagen wordt, hoelang worden gegevens opgeslagen, wie heeft er precies toegang tot de gegevens, waneer mag de politie gegevens opvragen uit deze databank en ga zo nog maar even door. Bijvoorbeeld is het zo dat wanneer iemand vrijgesproken wordt, de rechter het laboratorium moet verzoeken het DNA-profiel uit het gegevensbestand te halen. Volgens J. Kockx van het Gerechtelijk Laboratorium ” komt dat er niet altijd van”. Zolang dit niet allemaal geregeld is zou er natuurlijk geen sprake van moeten zijn dat er al met een databank gewerkt wordt. Maar zoals wel vaker zijn politie en justitie hun opsporingsmethoden al weer flink aan het oprekken terwijl de politici nog half aan het slapen zijn.
Waar het opzetten van een databank met genetische gegevens toe kan leiden, bleek in Ijsland. Daar nam eind 1998 het parlement een wet aan die voorziet in in de oprichting van een databank waarin medische gegevens van de gehele ijslandse bevolking, zon 270.000 mensen, worden opgeslagen. Op zich is dit al erg genoeg, maar het kan altijd erger. Het biotechnologische bedrijf DECODE Genetics Inc. heeft namelijk voor twaalf jaar lang de exclusieve gebruiksrechten van deze databank verkregen, om genetisch onderzoek te verrichten naar een aantal veel voorkomende ziekten. Tevens betaald farmaciegigant Hofmann La Roche 200 miljoen dollar aan DECODE om 5 jaar gebruik te kunnen maken van de databank. Na het bekent worden van dit feit, brak in IIsland uiteraard een nationaal debat los, en met name ook in de medische wereld, maar vooralsnog weigert de regering de wet in te trekken.
Ook elders zien we bepaalt niet al te frisse ontwikkelingen. In Engeland bijvoorbeeld, waar in 1995 de eerste (voor justitieel gebruik ) DNA-databank ter wereld werd opgezet, en waar per jaar zon 135.000 nieuwe DNA-profielen worden opgeslagen (van autodief tot seriemoordenaar). Het Forensic Science Services in Birmingham, zeg maar het engelse Gerechtelijk Laboratorium, doet in tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland, ook onderzoek naar het gecodeerde deel van DNA. Dit gecodeerde deel beslaat zon 5% van de DNA en bevat naast gegevens over uiterlijke kenmerken ook gegevens over latent aanwezige kwalen en psychologische eigenschappen. Dat men zich hierbij op een gevaarlijk terrein begeeft mag duidelijk zijn. Overigens kondigden verzekeraars in Engeland kortgeleden aan, dat als je een levensverzekering wilt afsluiten, je eerst een DNA-test moet ondergaan..
Kwaadwillenden ?
Al met al genoeg redenen om je zorgen te maken. Uiteraard zou het niet zo moeten zijn dat verkrachters vrij rond lopen, en meerdere slachtoffers maken, maar om in de jacht op criminelen nou meteen maar allerlei grondrechten (voor wat die waard zijn) opzij te schuiven, lijkt mij nou niet meteen de beste oplossing.
Helaas doet een quote als “Vergelijkend DNA-onderzoek is de vriend van de goedwillenden, en de vijand van de kwaadwillenden”, een denkpatroon dat je vooralsnog bij politie en politici tegen lijkt te komen, het ergste vrezen.
Erik Timmerman
Buro Jansen & Janssen
( Met dank aan Nogen, Wageningen)