Bijlage VIII – 5. De basis van de autochtone georganiseerde
criminaliteitJanuary 1, 1999
5. De basis van de autochtone georganiseerde
criminaliteit
Waar het al geen sinecure is om een analyse te vervaardigen van
de top van de autochtone georganiseerde criminaliteit in Nederland,
daar is het maken van een analyse van haar basis werkelijk een
crime. Gegeven de stand van de politile
informatievoorziening op centraal niveau is het uitgesloten om
hiervan een beeld te scheppen dat ook maar enigermate beantwoordt
aan de werkelijkheid. Maar ook het instrument dat in het kader van
dit onderzoeksproject werd gefabriceerd – in de vorm van de
rapportages uit de jaren 1990-1995 die ons door de korpsen zijn
toegezonden – biedt hier bij nader inzien volstrekt onvoldoende
mogelijkheden voor.
Niet alleen omdat de korpsen, kwantitatief gesproken, zeer
verschillend op ons verzoek om welbepaalde rapportages hebben
gereageerd – sommige korpsen hebben tot 60 70 rapportages
ingestuurd, andere slechts een stuk of 10. Maar ook omdat, het werd
al eerder gesignaleerd, de kwaliteit van de rapportages die wel
zijn ingestuurd, ook zr uiteenloopt. Zij variren van kale
analyse-schema’s van groepen tot vuistdikke rapporten over
welbepaalde onderzoeken.
lees meer
Bijlage VIII – II.4. De cocane-economieJanuary 1, 1999
II.4. De cocane-economie
De staatsgreep in Suriname viel historisch samen met het
tijdstip waarop de Colombiaanse drugskartels en ook cocanebedrijven
in andere Zuidamerikaanse landen hun markt in Noord-Amerika hadden
volgepompt en uitbreidden naar Europa. De vliegtuigjes met het
witte poeder haalden de Verenigde Staten niet in n keer en moesten
onderweg, althans langs de Oostkust van Amerika, worden bijgetankt.
Europa werd bevoorraad via de bestaande infrastructuur van
vrachtverkeer overzee en in vracht- en passagiersvliegtuigen. Was
Suriname in de jaren zeventig nog een achterhoek, dat werd nu
plotseling anders. Verkeerstechnisch zowel als geopolitiek is
Suriname een uitgelezen plek op de wereld om dienst te doen als
tussenstation. De orintatie van Suriname op Nederland, maar ook die
van Frans Guyana (waar zich, zoals we zagen, een aanzienlijke
bosnegerkolonie had gevestigd) op Frankrijk manifesteert zich
materieel in druk verkeer van personen en goederen. Dit biedt
uitbundige mogelijkheden tot smokkel.
lees meer
Bijlage VIII – IV.3. De organisatie van de hashhandel in
MarokkoJanuary 1, 1999
IV.3. De organisatie van de hashhandel in Marokko
Hoe is de produktie en distributie van cannabis georganiseerd?
In Marokko zijn nog geen peetvaders opgestaan
van het type dat we in Turkije hebben leren kennen en die
gemakkelijk opening van zaken geven. Het verschijnsel is nog te
recent om een gedegen wetenschappelijke studietraditie op te
leveren zoals die over de Italiaanse mafia bestaat. Als we de
Marokkaanse pers mogen geloven, zijn vooral en in de eerste plaats
buitenlandse criminele groeperingen in Marokko actief. Er zijn
Spaanse criminele groepen in de Spaanse vrijhandelszones
aangetroffen. In september 1995 hield de Spaanse politie 12
personen aan die deel uitmaakten van een bende die handelde in
drugs en wapens. Er waren Marokkanen bij, Algerijnen, Fransen en
Spanjaarden. In februari 1995 arresteerde de Spaanse politie een
Marokkaanse cocanesmokkelaar die deel uitmaakte van een Spaans
netwerk. Verder is de aanwezigheid van de Italiaanse mafia in
Marokko aangetoond bij de smokkel van drugs, mensen en nog meer. De
Franse compagnon van de eertijds roemruchte gangster Mesrine werd
in Marokko gearresteerd en toen bleek dat misdadigers met een
internationale reputatie zich in het land vestigden. Er zijn
Afrikaanse drugshandelaren (uit Gambia) waargenomen. In de
Marokkaanse pers wordt ook uitvoerig aandacht geschonken aan de rol
van Nederlandse groepen. Marokko heeft sterk aan belangrijkheid
gewonnen voor internationaal opererende Hollandse organisaties. De
berichtgeving omtrent criminele organisaties maakt een uitgesproken
internationale indruk. Er worden steeds grotere aantallen
buitenlandse handelaren en vrachtwagenchauffeurs gearresteerd.
Spanjaarden, Fransen en Nederlanders vormen de grootste Europese
groepen in Marokkaanse gevangenissen. Thans verblijven in Marokko’s
naargeestige kerkers niet minder dan 60 Nederlanders en die zitten
daar vrijwel allemaal in verband met drugsdelicten. Naar schatting
zijn veertig van hen vrachtwagenchauffeurs die met drugstransporten
zijn aangehouden. De overheid (de koning) hanteert het argument van
de aanwezigheid van criminele buitenlanders om in ruil voor zijn
bijdrage aan de oorlog tegen de drugs subsidie te ontvangen die het
mogelijk maakt de gewassen die de boeren verbouwen te vervangen. Is
het probleem immers niet in de wereld geholpen doordat in het rijke
Europa grote vraag naar cannabis is ontstaan? De onderhandelingen
daarover met de Europese Unie hebben veel minder opgeleverd dan was
gevraagd. Brachet (1992: 169) constateert dat de Marokkaanse
overheid pressie en politieke chantage hanteert als middel in haar
internationale betrekkingen. Dat gebeurt zeker voor de in Marokko
gedetineerde Europeanen.
lees meer
Bijlage VIII – VI.1. De mafia in ItaliJanuary 1, 1999
VI.1. De mafia in Itali: een eigentijds beeld van de
situatie
Het tegenwoordige probleem van de georganiseerde misdaad in
Itali is ongetwijfeld nauw verbonden met de transformatie die de
mafia in Sicili na de Tweede Wereldoorlog heeft ondergaan. De
andere mafia’s staan immers niet alleen in organisatorisch opzicht
sterk onder invloed van de Siciliaanse mafia, maar zij werken ook
op steeds grotere schaal met deze mafia samen. Hierom wordt eerst
deze metamorfose besproken. Vervolgens zal aan de hand van een
recent rapport van het ministerie van Binnenlandse Zaken in Rome de
hedendaagse fenomenologie van de georganiseerde misdaad in Itali in
het algemeen worden uiteengezet.
lees meer
Bijlage VIII – IX. DE UITLOPERS VAN DE RUSSISCHE MAFIA IN
NEDERLANDJanuary 1, 1999
IX. DE UITLOPERS VAN DE RUSSISCHE MAFIA IN
NEDERLAND
In zijn Jaarverslag 1994 besteedde de BVD slechts enkele
regels aan het optreden van criminele bendes uit het GOS, maar de
weerslag ervan op de berichtgeving over georganiseerde
criminaliteit in Nederland was enorm. Dit kwam zeker ook door de
manier waarop de BVD hun optreden omschreef: Gebleken is dat de
aanwezigheid van de Russische mafia in Nederland toeneemt en haar
organisatiegraad hoger wordt. De mafia recruteert haar leden
voornamelijk uit de stroom asielzoekers. Zij houdt zich onder
andere bezig met vrouwenhandel en prostitutie, grootscheepse
autodiefstal, afpersing, witwasactiviteiten en immigrantensmokkel.
Daarnaast worden mogelijkheden voor drugssmokkel en wapenhandel
onderzocht. Tot zover het BVD-verslag. Hierna wordt conform het
schema dat ook in de voorgaande hoofdstukken is gehanteerd, eerst
ingegaan op de opkomst en samenstelling van de zogenaamde rode
mafia in Rusland zelf. Vervolgens zal een en ander te berde worden
gebracht over de internationalisering van de organisaties die er
deel van uitmaken. En tenslotte zal aan de hand van een aantal
concrete zaken de huidige situatie in Nederland worden
uiteengezet.
lees meer
Bijlage VIII – I.5. De verdere opbouw van deze
studieJanuary 1, 1999
I.5. De verdere opbouw van deze studie
Zoals gesteld willen we waar mogelijk proberen om de
georganiseerde misdaad in Nederland te plaatsen binnen de
economische en politieke context van het land waar de allochtonen
of de buitenlandse criminele organisaties vandaan komen en in het
geval van de drie grote immigrantengroepen: Surinamers, Turken en
Marokkanen, besteden we naar verhouding veel aandacht aan hun
migratie- en vestigingspatroon alsmede aan hun korte sociale
geschiedenis hier te lande. Overigens zullen deze en alle andere
buitenlandse en allochtone criminele groepen een voor een volgens
eenzelfde schema worden besproken. Na een bespreking van de
georganiseerde misdaad in het land van herkomst en de wijze waarop
daaraan organisatorisch gestalte wordt gegeven, onderzoeken we de
vraag in hoeverre en zo ja: waar deze organisaties zich reeds
elders in de wereld, en met name in de omringende landen, hebben
genesteld. Na een korte schets van de bronnen waarop de
beschrijving van hun organisatie en hun optreden berust, wordt
vervolgens ingegaan op de context waarbinnen hun georganiseerde
criminaliteit zich in ons land manifesteert. Hierbij wordt in de
mate van het mogelijke vooral aandacht geschonken aan twee dingen.
Ten eerste aan de manier waarop zij in hun land(en) van herkomst
georganiseerde criminaliteit bedrijven, en ten tweede aan de plaats
die de gemeenschap waartoe zij behoren, in het algemeen, heeft in
de Nederlandse samenleving. Vervolgens worden aan de hand van ons
eigen onderzoek de kenmerken van de onderscheiden groepen, de
illegale bedrijvigheid waaraan zij zich schuldig maken, hun modus
operandi en de besteding van de revenuen besproken. De analyse van
elke groep wordt afgerond met een beknopte samenvatting van de
bevindingen in het licht van de vraag van de Enqutecommissie naar
de aard en de omvang van de georganiseerde criminaliteit in ons
land. Deze samenvattingen vormen de bouwstenen voor een algemeen
antwoord op deze vraag in het slothoofdstuk. Een
algemene bibliografie en een serie aparte bibliografien per
allochtone en buitenlandse groep completeren deze studie.
lees meer
IX – De branche van het wegtransport – 5.1. De toegenomen
onderlinge concurrentieJanuary 1, 1999
5. OORZAKEN VAN DE SLECHTE ECONOMISCHE POSITIE VAN SOMMIGE
BEDRIJVEN
5.1. De toegenomen onderlinge concurrentie
Het vervoersaanbod neemt wel toe, maar niet in verhouding tot de
voortdurende stijging van het aantal – vooral internationaal
actieve – vervoersbedrijven. In 1993 werden er 350 nieuwe
ondernemers geteld, vorig jaar kwamen er ruim 450 toetreders bij en
deze groei zet zich ook in 1995 voort: in het eerste half jaar
registreerde de vergunningverlener al bijna 240 starters (TLN,
1995). De stijging van het aantal ondernemingen wordt door
de branche-organisatie voornamelijk toegeschreven aan de nieuwe Wet
Goederenvervoer over de Weg (WGW).
lees meer
IX – De branche van het wegtransport – 11.3
LandbouwfraudeJanuary 1, 1999
11.3 Landbouwfraude
Veel landbouwprodukten genieten bescherming binnen de EU. Omdat
ze buiten de EU goedkoper zijn, moet er over de invoer van deze
produkten een heffing worden betaald. Deze heffing hoeft niet te
worden betaald over goederen die alleen maar door de EU reizen,
maar niet op deze markt komen. Met deze produkten wordt vaak
gerommeld met het land van bestemming. Een voorbeeld: Er
worden in Polen runderen aangekocht met als officile bestemming
Algerije. Ze vertrekken onder T1-status richting Spanje, alwaar ze
per schip verder vervoerd moeten worden. Omdat ze alleen maar door
de EU reizen, hoeft de landbouwheffing op runderen niet te worden
betaald. In werkelijkheid worden ze al in Duitsland uitgeladen,
gekeurd, gewogen en geoormerkt. De koeien reizen als Duitse
runderen verder naar Frankrijk onder T2-status. Voor vervoer tussen
twee bestemmingen binnen de EU hoeft immers geen belasting te
worden afgedragen. In Frankrijk worden de koeien geslacht en
vervolgens worden de biefstukken naar een land buiten de EG
verkocht en vangt de verkoper belasting-restitutie. Er is nu op
drie manieren fraude gepleegd: 1) de landbouwheffing is ontdoken
(in dit geval voor 6 miljoen gulden)
lees meer
IX – De branche van het wegtransport – 12.9 Chauffeurs en
eigen rijdersJanuary 1, 1999
12.9 Chauffeurs en eigen rijders
Soms smokkelen de chauffeurs willens en wetens. Ze worden
benaderd in het buitenland; in beruchte chauffeurscaf’s, op
parkeerplaatsen of gewoon onderweg. Internationale chauffeurs
hebben in het buitenland hun contacten opgebouwd en velen hebben er
een kennissenkring. In Marokko zijn bepaalde gelegenheden waarvan
iedereen weet dat daar de deals worden gemaakt, zoals het Seamens
centre in Casablanca. Vooral individuele chauffeurs, waaronder veel
eigen rijders, komen zo aan hun lading. Sommige eigen rijders staan
dagenlang in Marokko op een parkeerplaats, op zoek naar een
terugvracht. Bij de grotere ondernemingen zijn de terugladingen al
vooraf geregeld en loopt een chauffeur dus niet zoveel kans tegen
een smokkelvracht aan te lopen.
lees meer
IX – De zeehaven Rotterdam en de luchthaven Schiphol – 5.1.
De Rotterdamse havenJanuary 1, 1999
5. GEORGANISEERDE MISDAAD IN DE HAVENS
5.1. De Rotterdamse haven
In zijn boek over georganiseerde misdaad beschrijft Abadinsky
(1991) de situatie dat in New York de haven in handen was gekomen
van de Five Points Gang, een Italiaanse bende waarvan onder
andere Al Capone en Lucky Luciano nog lid zijn geweest. De bende
bestond uit ongeveer 1.500 man en stond onder leiding van Paul
Kelly Noot . Kelly startte in Harlem een
‘vakbond’ voor de levering van arbeidskrachten (een koppelbaas
zouden wij nu zeggen) en met behulp van zijn bendeleden schopte hij
het tot vice-president van de International Longshoremen’s
Association (ILA). Dit was de grootste vakbond van de
havenarbeiders. Met behulp van het legioen van arme en ongeschoolde
Italiaanse arbeiders die hij via de ILA aan een baantje hielp en
met het geweld van zijn criminele groep kreeg hij de greep op de
kades van East Side, Brooklyn en van New Jersey: “Loansharking,
large-scale pilfering, smuggling, and deals with employers eager
for ‘labor peace’ enriched the criminals who dominated the
waterfront. The Presidents’s Commission notes that the ‘necessity
for speed, plus the lack of rail connections to the piers, gave
rise to the coveted ‘loading’ racket, which involved moving cargo
from the peirfloor to waiting trucks. Since demand for cargo
loading was inelastic and dependent upon immediate need when ships
arrived, loading generated extraordinary profits and was a
principal incentive for organized crime to infiltrate the ILA.
Control waterfront labor and you control the waterfront”
(Abadinsky, 1991, p. 357-358).
lees meer
IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 5.1.
De aantrekkelijkheid van autodiefstallen voor criminele
groepenJanuary 1, 1999
5. CRIMINELE GROEPEN EN AUTODIEFSTALLEN
5.1. De aantrekkelijkheid van autodiefstallen voor criminele
groepen
Een van de klassieke terreinen van criminele groepen is in
landen als Itali, de Verenigde Staten en Rusland de diefstal van
auto’s. Gelet op het eerder geschatte schadebedrag kan met
autodiefstallen een aardige hoeveelheid geld worden verdiend.
Waarom is het plegen van autodiefstallen zo interessant voor
criminele groepen? Hiervoor zijn, in willekeurige volgorde, de
volgende factoren aan te geven.
lees meer
IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 3.2 De
autobranche als daderJanuary 1, 1999
3.2 De autobranche als dader: organisatiecriminaliteit
De autobranche en de bedrijven die daarin actief zijn hebben al
jaren last van een twijfelachtig imago als gevolg van het feit dat
de meeste Nederlanders (misschien door schade en schande wijs
geworden, maar vaker van horen zeggen) daarvan wel op de een of
andere wijze het slachtoffer zijn of denken te zijn geworden. Zo is
uit Amerikaans onderzoek bekend dat autoverkopers daar een zeer
lage status genieten en als een van de laagste scoren wanneer aan
mensen wordt gevraagd wie zij als beroepsgroep zouden vertrouwen
(Leonard en Weber, 1970, p. 144). De slechte reputatie is voor een
deel te danken aan de te hoge prijs die wordt berekend voor
gebruikte auto’s en de slechte staat waarin zij, ondanks alle mooie
beloften van de verkoper, worden afgeleverd. Ook blijkt achteraf de
rekening van reparaties vaak hoger uit te vallen dan van te voren
door de garage werd geraamd. Dat alles heeft de autobranche,
terecht of niet, een imago bezorgd waarmee het woord sjoemelen
nadrukkelijk is verbonden. Veel wat onder de noemer sjoemelen in de
autobranche valt, heeft te maken met vormen van
organisatiecriminaliteit. Van de Bunt (1992, p. 6) heeft
organisatiecriminaliteit omschreven als de misdrijven die
individueel of groepsgewijs door leden van een gerespecteerd en
bonafide organisatie worden gepleegd binnen het kader van de
uitoefening van organisatorische taken.
lees meer
IX – De branches horeca en gokautomaten – 4.6. Afzet van
harddrugsJanuary 1, 1999
4.6. Afzet van harddrugs
Volgens een schatting van het NIAD, Nederlands Instituut voor
Alcohol en Drugs, werden er in veertig procent van de
soft-drugscoffeeshops ook hard-drugs verkocht (Kuipers, 1991). Het
Amsterdams Horeca Interventie Team kon in de hoofdstad echter geen
verband ontdekken, zodat we met deze bewering voorzichtig moeten
zijn. Juist dit deel van het Nederlandse drugsbeleid – de scheiding
tussen de markten van soft en harddrugs – lijkt immers redelijk
gelukt. Volgens een genterviewde van Horeca Nederland worden in
Overijssel, Gelderland en Drente horeca-zaken opgekocht – vooral
discotheken – om een afzetmarkt voor (hard)drugs te creren.
Portiersorganisaties zouden vervolgens zorgen dat de dealers binnen
komen. Ook het recherchebureau Hoffman maakt melding van deze
werkwijze. Uit het rapport blijkt dat er grote bedragen zijn
betaald voor een geopende discotheek: tot 20.000 gulden.
lees meer
IX – De branches horeca en gokautomaten – 8.
CONCLUSIEJanuary 1, 1999
8. CONCLUSIE
In deze branche-beschrijving hebben we de nadruk gelegd op het
voorkomen van criminaliteit en de connecties met de georganiseerde
misdaad omdat deze vraag hier aan de orde is. De lezer zou uit
de
opsomming van problemen gemakkelijk kunnen begrijpen dat de
sectoren van de horeca en de gokautomaten geheel door de misdaad
worden beheerst. Dat is niet zo. De overgrote meerderheid van
ondernemers in beide branches hebben met georganiseerde misdaad
hoegenaamd niets van doen en dat geldt zeker voor bepaalde
deelsectoren zoals de hotels, restauranten en sociteiten. Maar
tegelijkertijd is er wel een serieus probleem ontstaan en dat is,
naar onze indruk, van betrekkelijk recente datum. De meeste
gesignaleerde problemen van georganiseerde criminaliteit zijn vijf
of hoogstens tien jaar oud. De branches als geheel lopen daardoor
schade op en dan bedoelen we niet in de eerste plaats de materile
schade van het slachtofferschap, maar veeleer het bezoedelen van de
goede naam van de branche. De gokkasten-exploitanten zien zich
geplaatst voor het probleem om de bedorven identiteit die de
branche aankleeft van zich af te schudden (morele bezwaren tegen
gokken en problemen van gokverslaving). De aanwezigheid van
misdaadondernemers in hun gelederen maakt dit extra moeilijk. De
horeca ondervindt in het algemeen ook hinder van de georganiseerde
misdaad, doordat deze oneerlijke concurrentie met zich
meebrengt.
lees meer
IX – De bouwnijverheid – 4.5. LiquidatiesJanuary 1, 1999
4.5. Liquidaties
Het zelfde als onder punt 4 geldt voor liquidaties. Ook daarvan
zijn geen aanwijzingen in de diverse ter beschikking staande
bronnen te vinden.
lees meer
<< oudere artikelen nieuwere artikelen >>