• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage X – 9.1. Van zwart geld naar misdaadgeld

    9. INLEIDING

    9.1. Van zwart geld naar misdaadgeld

    Misdaad lijkt te lonen. De winsten die met georganiseerde
    criminaliteit worden behaald, zijn soms buitensporig hoog. Toch is
    de aandacht in Nederland voor het confisceren van deze winsten pas
    van recente datum.

    lees meer

    Bijlage X – LITERATUUR

    LITERATUUR

    Altena, M. J. van
    Crimineel geld: de aanpak bij banken, In: C. D. van der Vijver
    (red.),

    lees meer

    Bijlage XI – 4.2. De horeca en het gokwezen

    4.2. De horeca en het gokwezen

    De stad Amsterdam is ongeveer 4.000 horeca-gelegenheden rijk en
    deze gelegenheden variren van hotels en restaurants tot
    drinklokalen en coffeeshops. Er werken 15.000 werknemers in deze
    sector en hun aantal neemt (licht) toe. De horeca vertegenwoordigt
    dus een zeer aanzienlijk economisch belang. Maar de horeca is ook
    op velerlei wijze bij criminaliteit betrokken: (a) de sector is er
    slachtoffer van, (b) zijn openbare toegankelijkheid maakt hem
    geschikt als pleegplaats ervoor en (c) er zijn horeca-ondernemers
    die zichzelf aan misdaad schuldig maken. Deze drie mogelijke
    relaties staan niet op zichzelf: als er misdaden in een lokaliteit
    worden gepleegd is er vaak ook met de eigenaren al meer aan de hand
    dan dat zij in hun eigen zaak geen overwicht hebben, of ondernemers
    die veelvuldig zelf slachtoffer zijn geworden kunnen gemakkelijk in
    de verleiding komen het hoofd boven water te houden op een illegale
    manier.

    lees meer

    Bijlage XI – 6.5. Inschakeling van de media

    6.5. Inschakeling van de media

    De vraag in hoeverre de media onder druk staan van de
    georganiseerde misdaad is in dit hoofdstuk contra de overheid in
    zoverre van belang dat de media de intermediair kunnen
    vormen waarlangs bedreigingen aan haar adres publiek worden
    gemaakt. Ook kunnen zij een middel vormen om politie en justitie in
    diskrediet te brengen, en dus te ondermijnen, met loze verhalen
    over corruptie en onrechtmatig optreden. Een andere vraag is in
    hoeverre de media zelf een branche vormen die door de
    georganiseerde misdaad wordt genfiltreerd. Over dat laatste is
    weinig bekend, maar we zullen er hier toch even bij stilstaan.
    Journalisten zijn altijd al spreekbuis geweest van prominente
    misdadigers. De verhalen die zij uit hun mond optekenen hebben niet
    zelden een romantische inslag. De levensgeschiedenissen van
    Pistolen Paultje, Haring Arie en Heer Olivier laten zich lezen als
    schelmenromans. De hoofdpersonen stellen zichzelf natuurlijk niet
    in een ongunstig daglicht en de lezers worden geacht hun avonturen
    met een korreltje zout te nemen. Dat wordt anders wanneer de
    verslaggever zich kritisch opstelt en het vraaggesprek aanvult met
    informatie uit bronnen die de betrokken misdadiger misschien liever
    niet had onthuld. Dan wordt het een
    kwestie van onderhandelen en is het maar de vraag welke waarheid in
    de media verschijnt. Ton van Dijk schreef in de jaren zeventig en
    tachtig stukken over Amsterdam als Redacteur Onderwereld en hield
    toen zijn voornaamste zegslieden uit de (negatieve) publiciteit.
    Jopie de Vries was van mening dat zijn kleine imperium ten onrechte
    steeds door de politie werd aangepakt omdat het het grootste was en
    de meeste aandacht trok. Als een goktent was gesloten liet De Vries
    aan Van Dijk zien welke ravage de politie nu weer had aangericht.
    Van Dijk schreef erover en hield Zwarte Jopie dan inderdaad uit de
    wind. Dit geldt ook in de richting van de politie:
    misdaadverslaggevers hebben vaste relaties met n of meer
    politiemensen die hun heldendaden graag vereeuwigd zien of die
    welbewust criminele nieuwsfeiten laten uitlekken om uiteenlopende
    redenen. De journalistieke vuistregel luidt in alle gevallen:
    iedere primeur is een lek. En dus zal een journalist doorgaans zijn
    bron niet noemen. De namen van vaste informanten, waar zij ook
    zitten, bereiken de publiciteit niet of slechts in verhulde
    vorm.

    lees meer

    Bijlage XI – 6.2. Benvloeding van de branches

    6.2. Benvloeding van de branches

    Racketeering van legale branches is een van de klassieke
    activiteiten van criminele groepen in Itali, Japan en de Verenigde
    Staten. Criminelen pogen zwakke bedrijven door middel van (het
    dreigen met) geweld in de macht te krijgen, af te persen en/of
    protectie te laten betalen of eventueel door middel van hun eigen
    illegale bedrijven de legale concurrentie uit te schakelen.

    lees meer

    Bijlage I – 2.1 Benoeming en constitutie van de commissie

    HOOFDSTUK 2 DE COMMISSIE EN HAAR STAF

    2.1 Benoeming en constitutie van de commissie

    Op 6 december 1994 deed de voorzitter van de Kamer mededeling
    aan de Kamer van de samenstelling van de commissie, de
    Enqutecommissie Opsporingsmethoden genaamd. De voorzitter benoemde
    tot lid:

    lees meer

    Bijlage I – 6.3 Gesprekken tijdens de verhoren

    6.3 Gesprekken tijdens de verhoren

    Tijdens de openbare verhoren heeft de commissie nog negen
    gesprekken gevoerd. Vijf van de negen gesprekspartners waren naar
    aanleiding van de verhoren aan de oorspronkelijke lijst van
    getuigen toegevoegd. Daarnaast heeft de commissie nog met drie
    getuigen gesprekken gevoerd, alvorens deze voor de tweede keer in
    het openbaar te horen.

    lees meer

    Bijlage I – 8. Verhoren
    Amerongen, W.C. van
    Chef van de afdeling georganiseerde criminaliteit bij de
    regiopolitie Brabant Zuid-Oost
    Bakker, G.J.C.M.
    Teamleider douanerecherche bij de Fiscale inlichtingen- en
    opsporingsdienst
    Barendregt, B.N.
    Commissaris van politie en hoofd van de Afdeling cordinatie
    criminele inlichtingen van de Divisie centrale recherche
    informatie
    Beaufort, jhr. mr. L.A.R.J. de
    Hoofdofficier van justitie te Haarlem
    Beek, mr. G.P. van der
    Als officier van justitie gedetacheerd bij de directie Politie
    van het ministerie van Justitie , waar hij projectleider
    georganiseerde criminaliteit was, vanaf 1 augustus 1995 officier
    van justitie te Rotterdam
    Blijswijk, mr. drs. J.A.M. van
    Hoofd van de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst te
    Haarlem
    Blok, mr. J.A.
    Hoofdofficier van justitie te ‘s-Gravenhage
    Bovenkerk, prof. dr. F.
    Hoogleraar criminologie aan de Rijksuniversiteit Utrecht
    Brand, J.L.
    Hoofdcommissaris van politie, korpschef van de regiopolitie
    Haaglanden en voorzitter van de Raad van Hoofdcommissarissen.
    Brinkman, mr. drs. L.C.
    Voormalig voorzitter van de CDA-fractie in de Tweede Kamer der
    Staten-Generaal, was voorzitter van de commissie voor de
    inlichtingen- en veiligheidsdiensten
    Broere, A.
    Teamchef van het arrestatieteam van het regiokorps
    Rotterdam-Rijnmond
    Bruinsma, prof. dr. G.J.N.
    Bijzonder hoogleraar bestuurskundige criminologie aan de
    Universiteit Twente
    Bunt, prof. dr. H.G. van de
    Hoogleraar criminologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en
    hoofd van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum
    van het ministerie van Justitie
    Burg, mr. V.A.M. van der
    Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het CDA en
    voorzitter van de vaste commissie voor Justitie van de Tweede
    Kamer
    Capelle, mr. M.A.A. van
    Officier van justitie te Groningen
    Corstens, prof. mr. G.J.M.
    Hoogleraar straf- en strafprocesrecht aan de Katholieke
    Universiteit Nijmegen, vanaf 1 oktober 1995 raadsheer bij de Hoge
    Raad der Nederlanden
    Craemer, mr. R.W.M.
    Plaatsvervangend hoofdofficier van justitie in het
    arrondissement Amsterdam en fungerend hoofdofficier van justitie
    voor de politieregio Gooi- en Vechtstreek
    Dijkstal, H.F.
    Minister van Binnenlandse Zaken, daarvoor lid van de Tweede
    Kamer der
    Staten-Generaal voor de VVD en lid van de vaste commissies voor de
    Politie en voor Justitie
    Docters van Leeuwen, mr. A.W.H.
    Procureur-generaal bij het Gerechtshof te Den Haag en
    voorzitter van het College van procureurs-generaal
    Dros, mr. O.R.
    Chef van het Kernteam Randstad Noord en Midden
    Duijne, dr. P.C. van
    Onderzoeker bij het ministerie van Justitie
    Fijnaut, prof. dr. C.J.C.F.
    Hoogleraar criminologie en strafrecht aan de Erasmus
    Universiteit Rotterdam en aan de Katholieke Universiteit
    Leuven
    Gelderman, mr. E.F.G.M.
    Vice-president van de rechtbank te ‘s-Hertogenbosch in de
    functie van cordinerend rechter-commissaris zware, georganiseerde
    criminaliteit
    Gemert, drs. ing. W.M. van
    Hoofd van het Landelijk rechercheteam bij het Korps Landelijke
    Politiediensten
    Gerding, mr. R.A.F.
    Plaatsvervangend hoofdofficier van justitie te Rotterdam
    Gonsalves, mr. R.A.
    Procureur-generaal bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch
    Gonzales, mw. mr. drs. I.E.W.
    Officier van justitie te Haarlem, tevens officier van justitie
    zware criminaliteit en kernteamofficier
    Groot, mr. F.C.V. de
    Tot medio 1995 officier van justitie voor de criminele
    inlichtendiensten in het arrondissement Den Haag ( de korpsen
    Haaglanden en Hollands Midden), daarna officier van justitie bij
    het Landelijk bureau openbaar ministerie
    Groot, mr. R. de
    Officier van justitie voor de criminele inlichtingendienst te
    Rotterdam, tevens hoofd van de unit fraude, economie en milieu en
    zware criminaliteit
    Hellemons, A.A.M.
    Hoofd van de Dienst technische operationele ondersteuning van
    de Divisie ondersteuning van het Korps Landelijke
    Politiediensten
    Helten, drs. N.H.E. van
    Directeur Democratische rechtsorde bij de Binnenlandse
    veiligheidsdienst
    Hiddema, mr. Th.U.
    Advocaat te Maastricht
    Hirsch Ballin, prof. mr. E.M.H.
    Lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en hoogleraar
    Internationaal Recht aan de Katholieke Universiteit Brabant,
    voormalig minister van Justitie
    Hondt, mr. E.M. d’
    Burgemeester van Nijmegen en voorzitter van het
    Korpsbeheerdersberaad
    Huisman, H.M.
    Hoofd van het Douane informatiecentrum
    IJzerman, P.D.
    Korpschef van de regiopolitie Twente
    Jansen, H.A.
    Commissaris van politie bij de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond,
    hoofd van de regionale recherche dienst waaronder ook het kernteam
    Rotterdam-Rijnmond/Zuid-Holland Zuid ressorteert
    Jansen, mr. J.M.
    Hoofdofficier van justitie te ‘s-Hertogenbosch, voorzitter van
    de Centrale toetsingscommissie
    Karstens, R.
    Hoofd van de Afdeling nationale cordinatie
    politile infiltratie bij de Divisie centrale recherche
    informatie
    Kloosterman, A.
    Observatierechercheur
    Koers, mr. J.
    Officier van justitie te Arnhem, hoofd van de Unit zware
    criminaliteit
    Korthals, mr. A.H.
    Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor de VVD,
    woordvoerder voor justitie-aangelegenheden
    Kuijper, K.
    Commissaris van politie, hoofd van de rijksrecherche bij het
    parket procureur-generaal te Amsterdam
    Langendoen, K.P.
    Projectleider/plaatsvervangend teamleider bij het Kernteam
    Randstad Noord en Midden
    Lith, A.
    Chef van het district Rijn en IJssel van de regiopolitie
    Utrecht, voormalig teamleider van het interregionale rechercheteam
    Noord-Holland/Utrecht
    Looijen, J. van
    Plaatsvervangend chef van de criminele inlichtingendienst van
    het regiokorps Amsterdam-Amstelland
    Maan, mr. A.C.
    Officier van justitie zware, georganiseerde criminaliteit te
    Amsterdam
    Molen-Maesen, mw. mr. P.M.H. van der
    Landelijk terreur en BVD Officier van justitie, voorheen
    CID-officier van justitie te Utrecht
    Mosterd, A.M.
    Hoofd van de criminele inlichtingendienst van de politieregio
    Hollands Midden
    Naey, prof. dr. J.
    Hoogleraar politierecht aan de Vrije Universiteit
    Amsterdam
    Nordholt, drs. E.E.
    Korpschef van het regiokorps Amsterdam-Amstelland
    Patijn, mr. A.
    Raadadviseur bij de Directie Wetgeving van het ministerie van
    Justitie
    Paulissen, W.J.A.
    Commissaris van politie, districtschef Regiopolitie
    Brabant-Noord, voormalig teamleider van het Kernteam Zuid
    Pieters, mr. J.J.Th.M.
    Officier van justitie zware criminaliteit en criminele
    inlichtingendienst te ‘s-Hertogenbosch
    Putten, F. van der
    Hoofd van de regionale criminele inlichtingendienst van de
    regiopolitie Gooi- en Vechtstreek
    Randwijck, mr. R.C.J. Graaf van
    Procureur-generaal bij het gerechtshof te Amsterdam
    Riessen, J.C. van
    Commissaris van politie, lid van de korpsleiding in de functie
    van hoofd justitile bedrijfsvoering bij de regiopolitie
    Amsterdam-Amstelland
    Rutten-Roos, mw. mr. A.
    Vice-president bij het gerechtshof te Amsterdam
    Schmitz, mw. mr. E.M.A.
    Vanaf augustus 1994 staatssecretaris van Justitie, daarvoor
    burgemeester van Haarlem en korpsbeheerder van de politieregio
    Kennemerland
    Snijders, mr. ing. J.W.P.
    Officier van justitie criminele inlichtingendienst te
    Haarlem
    Sorgdrager, mw. mr. W.
    Minister van Justitie, voorheen procureur-generaal bij het
    gerechtshof te Den Haag en te Arnhem en officier van justitie
    te
    Almelo
    Spoel, mr. Tj.E. van der
    Advocaat-procureur te Rotterdam
    Steeg, M. van
    Adjudant van politie, teamleider bij de criminele
    inlichtingendienst
    Stoffelen, mr. P.R.
    Voormalig lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor de
    PvdA, woordvoerder voor politie- en justitieaangelegenheden
    Straver, mr. M.A.
    Hoofdcommissaris van politie en korpschef van de regiopolitie
    Kennemerland
    Suyver, mr. J.J.H.
    Secretaris-generaal bij het ministerie van Justitie
    Teeven, mr. F.
    Officier van justitie te Amsterdam
    Teijlingen, D. van
    Chef van de criminele inlichtingendienst van het regiokorps
    Amsterdam-Amstelland
    Theeuwes, H.J.C.M.
    Hoofdinspecteur van politie en
    beleidsmedewerker/plaatsvervangend hoofd van de Afdeling cordinatie
    criminele inlichtingen van de Divisie centrale recherche
    informatie
    Thijn, drs. E. van
    Voormalig minister van Binnenlandse Zaken en burgemeester van
    Amsterdam, korpsbeheerder van de politieregio
    Amsterdam-Amstelland
    Valente, mr. J.M.
    Sinds 1 juli 1995 officier van justitie te Middelburg, voorheen
    officier van justitie te Amsterdam
    Veen, mr. O.C.W. van der
    Officier van justitie te Haarlem, hoofd van de Unit
    specialismen, waaronder georganiseerde criminaliteit, criminele
    inlichtingen en kernteam
    Velt-Meijer, mw. mr. J.M.E. In ‘t
    Voorzitter van de strafkamer bij de rechtbank te Rotterdam in
    de zaak Ramola
    Vondel, J. van
    Voormalig informantenrunner bij de regionale criminele
    inlichtingendienst van de regiopolitie Kennemerland
    Voort, mr. C.V. van der
    Officier van justitie te ‘s-Gravenhage
    Vrakking, mr. J.M.
    Hoofdofficier van justitie te Amsterdam
    Waard, mr. T. de
    Advocaat, tot 1 december 1995 Algemeen Deken van de Nederlandse
    orde van advocaten
    Welten, B.J.A.M.
    Commissaris van politie bij de regiopolitie
    Amsterdam-Amstelland, chef van de Dienst centrale recherche, tevens
    verantwoordelijk voor het kernteam Amsterdam-Amstelland/Gooi- en
    Vechtstreek
    Wiarda, mr. J.
    Korpschef van het regiokorps Utrecht
    Wierenga, H.
    Voorzitter van de Bijzondere Onderzoekscommissie IRT
    Willems, mr. J.H.M.
    Vice-president van het gerechtshof te Amsterdam
    Wilzing, J.
    Korpschef van de regiopolitie IJsselland
    Wit, mr. L.A.J.M. de
    Hoofdofficier van justitie te Rotterdam
    Woelders, W.H.
    Chef van het kernteam Amsterdam-Amstelland/Gooi en
    Vechtstreek
    Wolffensperger, mr. drs. G.J.
    Voorzitter van de D66-fractie in de Tweede Kamer der
    Staten-Generaal, daarvoor woordvoerder voor
    justitie-aangelegenheden
    Wooldrik, mr. H.P.
    Hoofd van de directie Politie van het
    ministerie van Justitie, tevens belast met de leiding van de
    directie Staats- en Strafrecht
    Wortel, mr. J.
    Officier van justitie te Amsterdam
    Zwanenburg, mr. A.
    Secretaris van de Centrale toetsingscommissie

    inhoudsopgave en zoeken

    Bijlage V – 11.4 Inventarisatie van opsporingsmethoden in Engeland en Wales

    11.4 Inventarisatie van opsporingsmethoden in Engeland en
    Wales

    11.4.1 De georganiseerde misdaad in Engeland en Wales

    De aard, ernst en omvang van de georganiseerde misdaad is
    onderzocht door het Home Affairs Committee van het Britse
    Lagerhuis. Noot De omvang is aanzienlijk en groeiende.
    De committee uit haar ernstige bezorgheid en vraagt de regering
    effectieve preventieve maatregelen te nemen.

    lees meer

    Bijlage V – Keukenkastje

    Keukenkastje

    HR 28 mei 1985, NJ Sv, 1985, 822 m.nt ThWvV
    (Artt. 97 lid 1 sub 1SV, 2 lid 1 sub C en 9 Opiumwet
    (oud))

    Rechtsvraag:
    Was het tegen de wil van de bewoners binnen treden, waarna cocane
    werd aangetroffen bij het onderzoek in de keukenkastjes (een naast
    de geiser hangend kastje), welk onderzoek zonder toestemming en
    zonder te hebben voldaan aan de (oude) voorwaarden voor een
    huiszoeking, onbevoegd geschied? Mag de gevonden cocane (49,6 gram)
    voor het bewijs van het tenlastegelegde meewerken?

    lees meer

    Bijlage V – Tijdelijk register

    Tijdelijk register

    HR 7 februari 1995, NJ 1995, 308
    (Artt. 13 WPolR en 8 BPolR)
    Het gaat in deze zaak om de beantwoording van de vraag of het
    verwerken in processen-verbaal van persoonsgegevens uit
    politieregisters die niet voldoen aan de vereisten gesteld (..) in
    de WPolR moet leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar
    ministerie dan wel uitsluiting van de in de processen-verbaal
    vervatte bewijsmiddelen. Dit cassatiemiddel steunt, blijkens de
    behandeling door de Hoge Raad, op twee gronden:
    1. In de ten aanzien van het merendeel van de tenlastegelegde
    feiten opgemaakte processen-verbaal zijn persoonsgegevens verwerkt,
    voor de registratie waarvan in strijd met het bepaalde in de WPolR
    niet een tijdelijk register als bedoeld in art. 13 van die wet is
    aangelegd.

    lees meer

    Bijlage V – 3.4 Feitelijk gebruik

    3.4 Feitelijk gebruik

    3.4.1 Algemeen

    Dynamische observatie vindt plaats door het subject op enige
    afstand te volgen, zowel op de openbare weg als in voor het publiek
    toegankelijke ruimten, middelen van openbaar vervoer enzovoorts.
    Soms wordt hierbij gebruik gemaakt van technische hulpmiddelen
    zoals verrekijkers en beeldregistratie-apparatuur. Dergelijke
    activiteiten worden als regel uitgevoerd door een observatieteam
    (OT), een team van opsporingsambtenaren dat hiervoor speciaal is
    opgeleid en uitgerust.

    lees meer

    Bijlage V – 5.5 Controle en samenwerking

    5.5 Controle en samenwerking

    5.5.1 De politie

    De organisatie van de politile infiltratie is in handen van de
    ANCPI en de PIT’s. Een politile infiltrant wordt tijdens zijn
    optreden bijgestaan door een begeleidingsteam dat bestaat uit twee
    of meer begeleiders. Deze begeleiding geschiedt onder
    verantwoordelijkheid van de chef van het PIT en niet van het
    kernteam of het regionale korps dat om de infiltratie heeft
    verzocht.

    lees meer

    Bijlage V – 7.5 Commissie-Wierenga en politieke besluitvorming

    7.5 Commissie-Wierenga en politieke besluitvorming

    7.5.1 Instelling en rapport commissie-Wierenga

    Op 26 januari 1994 lichtten de ministers van Justitie en van
    Binnenlandse Zaken de Kamer in over de opheffing van het IRT.
    Noot In deze brief werd gesproken over het uit de hand
    lopen van een op zichzelf geoorloofde methode. In de brief en in
    het daarop volgende debat werd een nader onderzoek toegezegd.

    lees meer

    Inhoud Bijlage VI

    Bijlage VI – Organisatie van de opsporing

    1 ALGEMENE INLEIDING

    lees meer

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>