• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage VIII – III.5. Turkse immigranten en drugshandel

    III.5. Turkse immigranten en drugshandel

    Een mogelijke uitweg uit deze impasse die door velen en vaak ook
    met succes wordt beproefd, is om voor zichzelf te beginnen, als
    zelfstandige ondernemer. Turken worden kapper, bakker, ze richten
    wisselkantoren op, kledingreparatiebedrijven, delicatessenwinkels
    en administratiekantoren. Een aparte vermelding verdient de Turkse
    textielbedrijvigheid die voor een belangrijk deel werkt met
    illegale arbeidskrachten. De politie in Amsterdam en elders heeft
    recentelijk heel wat van deze ateliers gesloten. Slechte
    vooruitzichten op de algemene arbeidsmarkt kunnen het etnische
    bedrijfsleven stimuleren. Er is evenwel nog een andere reactie
    mogelijk op de plotseling in de jaren zeventig en tachtig
    verslechterde positie terwijl de groepsdruk om aanzien en rijkdom
    te verwerven onverminderd blijft bestaan: criminaliteit. Vooral
    deelname aan de drugshandel biedt perspectieven. Er is voldoende
    aanbod van drugs in Turkije, de infrastructuur voor vervoer en
    distributie bestaat en de pakkans is betrekkelijk gering. De morele
    neutraliserende redenering loopt als volgt. Ofschoon het handelen
    in drugs volgens de koran eigenlijk niet mag, zien veel Turken
    zonder economische perspectieven er toch geen bezwaar in omdat het
    niet henzelf en hun eigen kinderen betreft. Turken, ook in Turkije
    zelf, handelen in herone en cannabis, maar gebruiken die niet zelf.
    Dat er in Nederland en andere landen van West-Europa vraag naar
    verdovende middelen bestaat is een teken van ziekte van die
    maatschappijen, maar daarvoor kunnen zij geen verantwoordelijkheid
    op zich nemen. En verder werkt het uit de Amerikaanse sociologische
    literatuur (Merton, 1957 over anomie) bekende mechanisme dat
    eenmaal verworven rijkdom macht verschaft en dat als die
    machtspositie eenmaal is bereikt, naar de herkomst van het geld
    niet meer wordt genformeerd. Nadat in 1980 de Chinezen door de
    politiedruk uit de heronemarkt zijn verjaagd en de pogingen van
    Pakistanen in die richting afgeslagen, zagen de Turkse
    drugshandelaren kans om in het ontstane gat in de markt te
    duiken.

    lees meer

    Bijlage VIII – V.2. De Chinese georganiseerde criminaliteit in de omringende landen

    V.2. De Chinese georganiseerde criminaliteit in de omringende
    landen

    Voorgaande ontmythologisering van de tegenwoordige triades in
    het Oosten is reeds bepaald belangrijk om de huidige Chinese
    georganiseerde criminaliteit in Nederland te kunnen begrijpen. Maar
    ze vormt nog geen voldoende voorwaarde voor een adequate analyse.
    Om die te kunnen maken is het noodzakelijk om vooraf ook de
    situatie van de Chinese georganiseerde criminaliteit elders in
    West-Europa in ogenschouw te nemen. Ofschoon reeds sedert lang
    kleine en grotere Chinese gemeenschappen in Westeuropese steden
    bestaan, is er tot voor kort niet of nauwelijks gericht onderzoek
    gedaan naar de criminaliteit in hun midden. Ook het verhaal van de
    triades heeft wat dit betreft kennelijk weinig indruk gemaakt.
    Wetenschappelijk onderzoek van enige omvang en diepgang naar
    Chinese georganiseerde criminaliteit in West-Europa werd nimmer
    verricht. Pas de laatste jaren is de belangstelling voor dit
    onderwerp aan het ontwaken. Hierna kan dan ook slechts aan de hand
    van journalistieke reportages en politile rapporten een impressie
    worden gegeven van wat er in de landen om ons heen aan de hand is.
    Waarbij direct voor Belgi een uitzondering moet worden gemaakt,
    omdat er zover wij weten geen deugdelijke publiek document bestaat
    betreffende de algemene situatie in dit buurland. Blijkens verhalen
    in de pers is het niettemin zoiets als een publiek geheim dat in
    steden als Brussel en Antwerpen triades, althans hieraan gelieerde
    groepen, actief zijn.

    lees meer

    Bijlage VIII – I.3. De theoretische legitimiteit van nader onderzoek

    I.3. De theoretische legitimiteit van nader onderzoek

    In het voorgaande hebben we nog geen duidelijk onderscheid
    aangebracht tussen enerzijds internationale criminele organisaties
    van uitheemse herkomst die in Nederland neerstrijken en anderzijds
    de mate van betrokkenheid van reeds gevestigde etnische groepen bij
    de georganiseerde misdaad. Beginnen we met het eerste.

    lees meer

    Bijlage VIII – X.3. Joegoslavische bendes in Nederland

    X.3. Joegoslavische bendes in Nederland

    Traditioneel is de Joegoslavische gemeenschap in Nederland een
    gemeenschap van gastarbeiders. Haar origine ligt met name in
    Zuid-Limburg, waar al vanaf het begin van deze eeuw gastarbeiders
    uit met name Sloveni werden aangetrokken om in de mijnen te werken.
    Rond 1930 zou hun totale aantal opgelopen zijn tot 4.000. Maar als
    gevolg van de economische crisis verliet een groot deel van hen
    weer het land. Men schat dat er rond 1936 nog zo’n 300 Slovenen,
    voor een deel met hun gezin, in Zuid-Limburg, in de mijnindustrie,
    werkten. Na de oorlog werden ook nog wel Joegoslavische arbeiders
    aangeworven voor de mijnindustrie, maar langzamerhand trokken de
    metaalnijverheid en de scheepsbouw in en rond Amsterdam en
    Rotterdam meer arbeiders uit Joegoslavi aan. In 1972 werd het
    aantal van deze laatsten geschat op zo’n kleine 4.000. Het totale
    aantal Joegoslaven in Nederland, mannen zowel als vrouwen, bedroeg
    in 1987 ruim 11.500, en in 1990 bijna 1.500 meer (12.824).

    lees meer

    Inhoud Bijlage IX

    Bijlage IX – Deelonderzoek 2

    Inleiding

    INLEIDING

    lees meer

    IX – De branche van het wegtransport – 8. DE ECONOMISCHE POSITIE VAN DE WEGVERVOERSBRANCHE

    8. DE ECONOMISCHE POSITIE VAN DE WEGVERVOERSBRANCHE:
    CONCLUSIE

    Het goederenvervoer over de weg is n van de snelst groeiende
    branches op de internationale markt. De produktie en consumptie
    nemen wereldwijd al decennia lang toe en aan deze ontwikkeling
    lijkt voorlopig geen eind te komen. De wereldhandel en daarmee het
    internationaal verkeer van goederen groeit en blijft groeien. Op de
    Europese markt profiteert het goederenvervoer over de weg van deze
    toenemende goederenstroom. Nederland heeft hierin een prominente
    plaats; met Rotterdam als haven dient het land als de belangrijkste
    poort van het continent. Het openen van de Europese binnengrenzen
    heeft de handelsstroom nog verder doen toenemen en ook hiervan
    profiteert het Nederlands wegtransport ruimschoots. De recente
    balansen van organisaties als het Koninklijk Nederlands Vervoer of
    Transport en Logistiek Nederland schetsen een achteruitgang in de
    financieel-economische positie van de branche: de opbrengsten
    lijken op
    alle fronten fors terug te lopen. De laatste rentabiliteitscijfers
    van de Nederlandse ondernemingen zijn inderdaad teleurstellend.
    Maar wanneer de cijfers over langere termijn worden bekeken, blijkt
    de zaak toch anders te liggen. De Nederlandse wegvervoersbranche
    heeft een aantal goede jaren – vooral 1986 en 1987 – achter de rug.
    Wanneer de huidige resultaten aan de cijfers uit die jaren
    gespiegeld worden, zien ze er droevig uit. Veel statistieken in de
    economische rapporten van de branche beginnen dus ook met de
    bedrijfsresultaten uit 1986; een sterk dalende lijn vanaf dat jaar
    is dan het logische gevolg. Wanneer de huidige economische
    resultaten worden afgezet tegen eerdere jaren, geeft dit een heel
    ander beeld; over langere tijd gezien vertonen bijna alle
    resultaten een positief stijgende lijn.

    lees meer

    IX – De branche van het wegtransport – 12.4 Waar zit de smokkelwaar verstopt?

    12.4 Waar zit de smokkelwaar verstopt?

    Volgens de Rijksverkeersinspectie lenen vooral de gewone vrachtauto
    en de koelwagen zich het best voor smokkel. Criminele organisaties
    schuwen over het algemeen de gewone en de gesoleerde tankwagen,
    omdat dit voertuig teveel opvalt en niet snel en gemakkelijk te
    laden en lossen is. Uit verschillende bronnen vernemen we dat
    vooral koelwagens vaak gebruikt worden voor illegale
    transporten, omdat ze meer bergplaats hebben en omdat transporten
    van bederflijke goederen doorgaans meer haast hebben. Het
    economisch belang van een snelle doorstroom in bepaalde sectoren –
    zoals de export van verse bloemen – is zo groot, dat er nauwelijks
    wordt gecontroleerd. Als er wel controle plaatsvindt, krijgen deze
    spoedvrachten voorrang en wordt de peiling uitermate snel, en dus
    minder grondig, uitgevoerd. Omdat de investeringskosten van
    dergelijke wagens hoog zijn, is een terugvracht extra belangrijk
    (Erents, 1994). Bovendien zijn – volgens een gesprekspartner –
    bepaalde veilingen van verse produkten zeer gesloten werelden, waar
    controle moeilijk is. De smokkelwaar wordt vaak in het
    kopschot van de koelwagen verstopt, daar waar de koelmotoren
    staan. Dat een hash-hond weinig tot niks ruikt bij
    vriestemperatuur, is voor de smokkelaar voordelig. Achter het
    kopschot wordt een tweede binnenwandje gebouwd waardoor de wagen
    extra bergruimte krijgt. Er zijn gevallen bekend waarin niet minder
    dan vijf ton hash achter het kopschot werd vervoerd, zo blijkt uit
    politiegegevens. Dit is overigens niet zonder risico, want het
    extra gewicht drukt op de vooras en bij een bocht kan de
    vrachtwagencombinatie gaan scharen. Verder kan smokkelwaar in het
    chassis worden verstopt: bij de meeste wagens is dit
    hydraulisch op te krikken en ontstaat zo een lege ruimte van
    ongeveer zestig centimeter die van buiten onzichtbaar is. Daar gaat
    op de heenweg vulmateriaal in, zoals zand, zodat het gewicht bij
    controle klopt. Ook zit de smokkelwaar in holle PVC-pijpen die in
    het opgepompte chassis worden gerold. Een geprepareerde
    brandstoftank biedt eveneens ruimte voor smokkelwaar, zo
    blijkt uit politiegegevens. Een andere veel toegepaste methode is
    het verwijderen van het isolatiemateriaal uit het dakschot
    van de wagen: hierdoor onstaat een lege ruimte onder het plafond
    over de gehele breedte van de wagen. Op de heenrit zitten hier dan
    bij voorbeeld betonnen tegels tussen.

    lees meer

    IX – De branche van het wegtransport – 4. DE ECONOMISCHE POSITIE VAN NEDERLANDSE TRANSPORTONDERNEMINGEN

    4. DE ECONOMISCHE POSITIE VAN NEDERLANDSE
    TRANSPORTONDERNEMINGEN

    Driekwart van alle internationaal actieve vervoersbedrijven en
    de helft van de nationale transportondernemingen zullen in 1994 in
    de rode cijfers duiken, raamde Transport en Logistiek Nederland in
    haar verslag over het eerste kwartaal van 1994 (TLN, 1994). Het
    jaar daarvoor lagen die percentages nog een stuk lager,
    respectievelijk 49 en 43 procent (Nota TLN, 1994). Toch lijken de
    jongste cijfers niet zo dramatisch. In dit hoofdstukje worden de
    bedrijfsresultaten van Nederlandse transportondernemingen bekeken
    aan de hand van rentabiliteitscijfers, het aantal faillissementen,
    de vrachtwagenverkoop en de werkgelegenheid in de branche.

    lees meer

    IX – De zeehaven Rotterdam en de luchthaven Schiphol – 4. DE HAVENS ALS AAN- EN DOORVOERROUTES VOOR ILLEGALE MARKTEN

    4. DE HAVENS ALS AAN- EN DOORVOERROUTES VOOR ILLEGALE
    MARKTEN

    De smokkel van drugs en andere illegale goederen houdt de
    opsporingsdiensten van de haven Rotterdam al vele jaren bezig. In
    1928 stelde de Rotterdamse politie een bijzondere opiumrecherche
    in, die in vrij korte tijd vele arrestaties van smokkelaars op haar
    conto kon schrijven. De toenmalige hoofdcommissaris van politie
    Sirks voorspelde in dat verband dat de Rotterdamse haven een
    belangrijk knooppunt van de internationale drugshandel zou worden.
    Hij heeft gelijk gekregen, al zal hij de omvang daarvan nooit
    hebben kunnen vermoeden. Zijn gelijk houdt echter niet in dat
    alleen en uitsluitend Nederlandse havens voor de aan- en
    doorvoer van illegale goederen en mensen worden gebruikt. Andere
    zeehavens als Antwerpen, Marseille, Malaga, Singapore, New York en
    Hamburg zijn eveneens in de aanvoerroutes opgenomen en via de
    luchthavens van Londen, Zrich of Frankfurt wordt eveneens
    gesmokkeld. Er mag echter worden aangenomen dat de Nederlandse
    havens meer dan havens van andere landen worden gebruikt, omdat
    daar de grootste legale goederen- en personenstromen samen komen.
    De omvang van de smokkel wordt derhalve voor een belangrijk deel
    bepaald door de omvang en de kwaliteit van de legale
    transportfaciliteiten die deze havens bieden.

    lees meer

    IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 7. SAMENVATTING EN CONCLUSIES

    7. SAMENVATTING EN CONCLUSIES

    In deze deelstudie hebben wij kunnen zien dat de economische
    druk op de autobranche verder toeneemt. De automarkt lijkt
    verzadigd. De vraag naar nieuwe auto’s zal als gevolg van de
    toenemende kosten afnemen en die naar gebruikte personenwagens zal
    stijgen. Om aan de druk van de omstandigheden het hoofd te kunnen
    bieden kunnen garages en dealers hun toevlucht nemen tot allerlei
    vormen van organisatiecriminaliteit waarmee een extra inkomen voor
    het bedrijf kan worden verkregen. De invoering van de Nationale
    Auto Pas zal het opschroeven van de prijs voor gebruikte
    personenwagens in de toekomst tegen moeten gaan. In deze deelstudie
    is beredeneerd dat een deel van de gestolen personenauto’s zijn weg
    vindt via de legale branche naar de Nederlandse klant en een ander
    deel naar het buitenland, in het bijzonder naar het voormalig
    Oostblok.

    lees meer

    IX – De branches horeca en gokautomaten – 4.1. Inleiding

    4. CRIMINALITEIT IN DE HORECA

    4.1. Inleiding: kwetsbaarheid in de branche

    Uit het voorgaande blijkt dat de horeca over het algemeen een
    goed lopende, bloeiende sector is waar veel geld in omgaat. Mede
    vanwege de lage toetredingseisen komen er nog steeds veel cafs,
    restaurants en snackbars bij en hun gezamelijke omzet stijgt. Het
    is een financieel interessante branche waarin veel verdiend wordt.
    Recapituleren we nu het voorgaande, dan zijn er ook omstandigheden
    die de branche kwetsbaar maken. De gemakkelijke
    toetredingsvoorwaarden trekken veel onervaren en laag opgeleide
    ondernemers aan die niet altijd opgewassen zijn tegen de realiteit
    van het horecabedrijf. Vooral voor de kleinere bedrijven in de
    grote steden wordt de spoeling steeds dunner en is de concurrentie
    zwaar. Ruim een kwart van de cafetariahouders heeft directe
    concurrentie van vijf of meer andere snackbaruitbaters, nog eens 60
    procent ondervindt broodstrijd van n tot vijf collega-ondernemers
    (Lenting en partners, 1991). De modegevoeligheid van het
    uitgaanspubliek vergt ondernemersinzicht n kapitaal voor nieuwe
    investeringen. Door een stijging van de kosten balanceert een
    aantal kleine horecabedrijven op de grens van het faillissement. De
    toenemende plaatsingsbeperking van speelautomaten, kan voor velen
    de zaak naar de verkeerde kant doen overhellen. Minder vermogende
    horeca-uitbaters vinden hun financiering zelden bij de reguliere
    geldinstellingen en zijn aangewezen op leningen van brouwerijen en
    – in toenemende mate van speelautomatenexploitanten. Zo worden
    velen van hen afhankelijk van geldschieters die hun financile
    belangen in deze sector hebben geconcentreerd. Vooral de zwakke
    broeders onder de horeca-exploitanten hebben hierin weinig keus.
    Horecagelegenheden zijn publiek toegankelijke ontmoetingspunten,
    waar mensen van divers pluimage samenkomen; zowel voor legale als
    voor minder legale zaken. De horeca biedt mensen de gelegenheid om
    in betrekkelijke anonimiteit bijeen te komen en die mogelijkheid
    wordt ook aangegrepen door kopers, helers en handelaars. Inspelend
    op de niet aflatende vraag naar drugs en goedkope goederen, vinden
    zij in de horeca een levendige afzet- en handelsmarkt. De doorgaans
    harmonieuze samenkomst van vraag en aanbod kent ook
    negatieve bijprodukten. Het drank- en drugsgebruik onder
    horecabezoekers kan, in combinatie met het toenemende wapenbezit,
    leiden tot uitwassen en ordeverstoringen. Ook de onderlinge
    concurrentiestrijd tussen de handelaren wordt in de horeca
    uitgevochten. In een maatschappij waarin het wapen- en
    geweldsgebruik toeneemt, onstaan er al snel
    beheersingsproblemen.

    lees meer

    IX – De branches horeca en gokautomaten – 6.6. De VAN

    6.6. De VAN

    De VAN – de Vereniging Automatenhandel Nederland – bestaat sinds
    1971 en verenigt iets meer dan de helft van alle
    speelautomatenhandelaren (400 van de 850). Samen exploiteren de
    VAN-leden tachtig procent van
    alle speelautomaten in Nederland, wat er op wijst dat de meeste
    grotere bedrijven bij de VAN zijn aangesloten. De organisatie
    streeft vooral naar eenduidigheid in het beleid; de huidige grote
    gemeentelijke beslissingsbevoegdheid in de regels rond het gokken
    leidt volgens de VAN tot willekeur en rechtsongelijkheid. Voorts
    wil de organisatie dat de speelautomatenwereld een politiek
    aanvaarde en maatschappelijk geaccepteerd en gerespecteerde branche
    wordt. De vereniging begon enkele jaren terug een sterke lobby om
    de negatieve beeldvorming die aan de sector kleeft te bestrijden.
    De branche moet en wil de verantwoordelijkheid nemen voor haar
    eigen vuil
    , zo schrijft de organisatie in haar beleidsplan
    (VAN, 1989: 13). De VAN-leden verplichten zich tot het handhaven
    van strengere voorwaarden rond de exploitatie van speelautomaten
    dan door de overheid wordt geist; zelfregulering. Zo geldt er bij
    de amusementshallen van VAN-leden een minimumleeftijd van 18 jaar,
    in plaats van 16 jaar elders. Ook is de VAN organisator van de
    cursus vroegsignalering van problematisch gokken aan de
    Jellinek-kliniek. Daarnaast probeert de VAN gemeentelijke
    convenanten af te sluiten omtrent het gokbeleid.

    lees meer

    IX – De bouwnijverheid – 3.3. De vakbonden

    3.3. De vakbonden

    Juist in zo’n arbeidsintensieve bedrijfstak als de
    bouwnijverheid is het niet verwonderlijk dat vakbonden van
    werknemers een prominente plaats innemen. In Nederland heeft de
    vakbond een lange historie achter zich. Zij heeft zich een
    legitieme en invloedrijke positie verworven die voor een belangrijk
    deel binnen een verzuilde samenleving gestalte heeft gekregen. In
    1872 werd de eerste vakcentrale opgericht: het Algemeen Nederlands
    Werkliedenverbond (ANWV). Deze organisatie heeft de kiem gelegd
    voor drie belangrijke stromingen in de vakbeweging: de
    socialistische, de katholieke en de protestantse. De eerste
    afsplitsing van de ANWV kwam in 1881 bij de oprichting van de SDB
    van Domela Nieuwenhuis en resulteerde in 1906 in het NVV. De eerste
    protestants-christelijke vakbond was het Patrimonium van Klaas
    Kater, waarna na drie jaar het CNV werd opgericht dat een meer
    interconfessioneel karakter had. De katholieke evenknie werd vlak
    voor de pauselijke Encycliek Rerum Novarum in 1888
    opgericht. In 1925 werden verschillende katholieke vakbonden
    samengevoegd tot het Rooms Katholiek Werkliedenverbond (het latere
    NKV). Tijdens de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog legden de
    werknemersorganisaties en werkgeversorganisaties, ieder vanuit hun
    eigen verantwoordelijkheid, zich toe op samenwerking. Die
    samenwerking resulteerde onder andere in de oprichting van de SER
    en van de invoering van een geleide loonpolitiek. In tegenstelling
    tot de VS is van een harde, laat staan gewelddadige strijd in
    Nederland nooit sprake geweest. Vakbonden zijn er in Nederland
    altijd op uit geweest via onderhandelingen met werkgevers hun
    doelen te bereiken. Stakingen, werkonderbrekingen, enzovoort werden
    zo lang mogelijk uitgesteld en als uiterste pressiemiddel gezien en
    ingezet. En was er sprake van een staking dan werd die altijd
    gecordineerd door de vakbonden. Wilde stakingen wilden kaderleden
    en bestuurders van vakbonden altijd zo veel voorkomen. In
    tegenstelling tot de Verenigde Staten is van het toepassen van
    geweld als strategie nimmer sprake geweest.

    lees meer

    IX – De bouwnijverheid – 7.2. Infiltratie en afpersing van vakbonden

    7.2. Infiltratie en afpersing van vakbonden

    In Nederland hebben de vakbonden een belangrijke en legitieme
    positie in de samenleving verworven als belangenbehartiger van de
    werknemers. Deze positie is voornamelijk verkregen door een
    jarenlange coperatieve opstelling ten opzichte van de overheid en
    de werkgevers in Nederland, zonder overigens de eigen
    verantwoordelijkheid en de eigen belangen uit het oog te verliezen.
    De vakbonden, ook die in de bouwnijverheid actief zijn, hebben geen
    gewelddadige historie achter zich. Er bestaat een hoge
    organisatiegraad van de beide bouwbonden van het FNV en het CNV.
    Meer dan de helft van alle bouwvakkers in Nederland is lid van een
    van de bonden.

    lees meer

    IX – De afvalverwerkingsbranche – 5.6. De invloed van de branche-organisaties

    5.6. De invloed van de branche-organisaties

    In paragraaf 5.1 is aangegeven dat de overheid de laatste jaren
    steeds grotere waarde is gaan hechten aan onderhandelingen met
    ondernemingen om de afvalverwerking beter te organiseren. Daartoe
    heeft de overheid het doelgroepenbeleid ontwikkeld waarbij zij als
    gelijkwaardige partner met vertegenwoordigers van elke
    afzonderlijke doelgroep onderhandelt over doelstellingen in het
    milieubeleid. Deze vertegenwoordigers worden ook nadrukkelijk in
    hun hoedanigheid van disciplineerder van hun tak van de
    afvalbranche tegemoet getreden. Deze onderhandelingen gebeuren op
    basis van consensus, wat inhoudt dat de overheid altijd water bij
    de wijn moet doen omdat de branche-vertegenwoordigers zeggen dat
    bepaalde wensen op dat moment (nog) niet kunnen worden
    gerealiseerd. Deze benvloeding door de branche-organisaties gaat
    verder. Ook de beleidsvoorbereiding van de overheid krijgt te maken
    met hun invloed. Zo mag het volgende voorbeeld een en ander
    verduidelijken.Een bedrijf ziet wel wat in de recycling van plastic
    koffiebekertjes. Om winst te kunnen behalen is de aanvoer van grote
    hoeveelheden koffiebekertjes gewenst. Hoe kan zo’n bedrijf de
    aanvoer garanderen? In ieder geval moet het bedrijf op de n of
    andere manier er voor zorgen dat koffiebekertjes niet meer mogen
    worden gestort. In het overleg met de overheid en zijn
    branche-organisatie wordt door de branche-organisatie (waarvan de
    directeur van het bedrijf in het bestuur zit) er bij de overheid op
    aangedrongen dat de stort van koffiebekertjes uit milieuhyginisch
    standpunt onverantwoord is en dat er een inzamelingssysteem moet
    komen. De overheid moet dit idee wel overnemen (want het is goed
    voor het milieu!) en laat het in de beleidsnota’s opnemen en stelt
    vervolgens de afgifte aan het bedrijf verplicht omdat dit bedrijf
    de enige is die zulke hoeveelheden bekertjes kan verwerken. Zo
    heeft het bedrijf via de branche-organisatie zijn zin gekregen door
    een probleem te creren en direct een oplossing aan te bieden.
    Misschien krijgt het van die zelfde overheid daarvoor ook nog
    subsidie!

    lees meer

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>