• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage VIII – 6. Algemeen besluit

    6. Algemeen besluit

    In dit algemeen besluit moet allereerst nog eens worden
    herhaald, dat de georganiseerde criminaliteit in Nederland in de
    voorbije jaren niet is gemporteerd door buitenlandse en/of
    allochtone groepen. Ook wanneer deze criminaliteit wordt
    gedefinieerd zoals in de inleiding is gebeurd, dan kan worden
    gesteld dat zij – ook in haar huidige vormen – voor een belangrijk
    stuk wortelt in de (geschiedenis van de) Nederlandse samenleving.
    Wanneer dit niet zo zou zijn, zou onmogelijk kunnen worden
    verklaard waarom uitgerekend kampers zo’n belangrijke rol in de
    internationale drugshandel spelen.

    lees meer

    Bijlage VIII – III.1. De Balkan route

    III. TURKSE CRIMINELE GROEPEN IN NEDERLAND

    III.1. De Balkan route

    In de geschiedenis van het internationale verkeer is de
    Balkanroute van vitale betekenis omdat deze Azi over land verbond
    met Europa. Turkije speelde daarin als grensland een sleutelrol en
    dat doet het nog steeds. Per jaar passeren meer dan anderhalf
    miljoen vrachtauto’s de landsgrenzen en ook nog een kwart miljoen
    autobussen en vier miljoen personenauto’s (Van Doorn, 1993). Via de
    noordelijke route worden goederen naar Europa vervoerd over de E 90
    en zuidelijk langs de E 80. Eerst wordt de grens gepasseerd met
    Bulgarije en van daaruit liggen tot de oorlog in Joegoslavi
    uitbrak, in beginsel drie wegen open: die via Roemeni, Servi en
    Griekenland. De eerste en de derde mogelijkheid bestaan nog steeds.
    Vanaf Roemeni gaat het via Hongarije, Slowakije en Tjechi naar
    West-Europa of via de Oekraine naar Polen. Vanaf Griekenland via de
    havenstad Piraeus op de veerboot verder naar de Italiaanse havens
    Bari of Trist. Behalve over de weg worden ook goederen
    getransporteerd over zee (via de Zwarte Zee naar Odessa en dan
    verder) of over de Middellandse Zee. Al in het begin van de jaren
    zeventig werd de smokkel van opium via deze Balkan-route
    gesignaleerd. Marseille was toen het grootste distributiecentrum
    voor West-Europa, Corsicanen en Turken of Armenirs voerden het
    narcoticum aan (Lamour en Lambert, 1972). Tussen de ladingen die
    bestaan uit zuidvruchten, thee, confectiekleding enzovoort, wordt
    thans herone of cannabis verstopt en dat gebeurt ook in de ruimten
    die speciaal in het chassis (de balken), de brandstof-tanks en de
    luchtremcylinders zijn geprepareerd. Een Turkse mafia-familie in de
    kleine provinciehoofdstad Kilis in het Zuiden van Midden-Anatoli
    heeft een reusachtig aandeel in de transportwereld en men neemt aan
    dat hier de vrachtauto’s in werkplaatsen worden geprepareerd. De
    retourvracht bestaat uit allerhande industrile goederen, maar de
    laatste tijd ook cocane (voor de Turkse markt zelf). Het is bijna
    ondoenlijk om deze gemotoriseerde goederenstroom op smokkel te
    controleren, de bergplaatsen zijn geraffineerd aangebracht. Het
    doorzoeken van een enkele vrachtauto duurt vele uren tot een hele
    dag. Honden kunnen soms door de sterke geuren van de
    getransporteerde voedingswaren de drugs niet ruiken. Aan de andere
    kant moeten er heel wat grenzen tussen de eerder genoemde landen
    worden gepasseerd voordat de Europese Unie wordt binnengereden en
    het is duidelijk dat een deel van de grenswacht of douane wel plat
    moet zijn of dat ter plaatse, in het geval van ontdekking, wordt
    gemaakt. Zonder omkopen gaat het niet, vertelt ons een van de
    grootste drugsbaronnen van Nederland, die in Turkije begonnen is
    door zelf als chauffeur op te treden. Hij nam enkele tienduizenden
    Duitse Marken
    mee voor onderweg en als een douanier het niet vertrouwde, werd de
    portefeuille getrokken. Dat ging gelukkig altijd goed, zo ondervond
    hij, al was het iedere keer angstig afwachten of het zou worden
    geaccepteerd. Een reisje per vrachtauto uit Libanon naar Nederland
    kostte hem tien kilo lichaamsgewicht aan angstzweet, vertelt
    hij.

    lees meer

    Bijlage VIII – IV.7. Georganiseerde misdaad onder Marokkanen in Nederland

    IV.7. Georganiseerde misdaad onder Marokkanen in
    Nederland

    Wat zien we van alle beschreven criminele activiteiten in
    Marokko in Nederland? In de sfeer van de zwarte economie zou men
    zeker moeten denken aan de invoer in Marokko van aanzienlijke
    hoeveelheden spullen die van diefstal in Nederland afkomstig zijn
    en die meereizen met de jaarlijkse grote parade van Marokkaanse
    vakantiegangers. Op zichzelf is dit nog geen georganiseerde
    misdaad. Dat is al meer het geval waar – en daar zijn systematische
    politieberichten over – deze goederen afkomstig zijn uit heling.
    Ook door niet-Marokkanen gestolen goederen worden geruild tegen
    drugs en die goederen worden weer naar Marokko gebracht. Wat er
    zeker wel toe hoort, is gesignaleerd in Midden-Nederland. Een
    Marokkaanse groep die uit ongeveer twintig personen bestaat,
    vervoert nu al meer dan vier jaar lang drie tot acht gestolen
    auto’s per week naar Marokko. De auto’s worden ‘s avonds gestolen
    en op een groot parkeerterrein enkele dagen koud gezet. De
    kentekens worden met zwarte tape veranderd. De chauffeur die ‘s
    nachts tussen 23.00 en 01.00 uur vertrekt, ontvangt tweeduizend
    gulden voor zijn taak en nog eens duizend voor zijn kosten
    onderweg. Tot het donkere gedeelte van de Marokkaanse informele
    economie rekenden we ook georganiseerde prostitutie. Ook in
    Nederland is in verschillende plaatsen onder Marokkanen pooierij
    vastgesteld. Dit geschiedt ook in georganiseerd verband. In Agadir
    in het zuiden van Marokko bestaat een organisatie waarvoor een zeer
    welgestelde dame vrouwen ronselt om als prostitue naar Nederland te
    gaan. In Nederland gescheiden Marokkaanse vrouwen zijn door
    criminele organisaties benaderd om in deze sfeer werkzaam te zijn
    en trouwens ook om hun legale status te
    gebruiken om Marokkaanse mannen aan een verblijfstitel te helpen.
    Een stel broers heeft kans gezien om via een Nederlandse vriendin
    die plotseling onder verdachte omstandigheden stierf, een seksclub
    over te nemen. Andere vormen van mensenhandel zijn eveneens
    waargenomen. In het Westland en andere tuinbouwgebieden, zoals
    bijvoorbeeld rond Rotterdam, zijn veel illegale Marokkanen
    aangetroffen (vergelijk ook Buijs, 1988 en Meinsma, 1994) maar niet
    duidelijk is in hoeverre hun overkomst door criminele organisaties
    is georganiseerd. Voorts zijn Nederlanders zelfs betrokken geweest
    bij het smokkelen van illegalen naar Europa. Kinderen klampten zich
    onder Nederlandse vrachtauto’s vast om de overtocht te maken en er
    zijn ook verstekelingen die het in het laadruim tot Nederland
    hebben gehaald. Tot zover het kleine werk. Georganiseerde misdaad
    onder Marokkanen slaat natuurlijk in hoofdzaak op de handel in
    drugs. Cannabis wordt Nederland binnengebracht op veel
    verschillende manieren. Er zijn ten eerste de zogenaamde mieren die
    in hun personenauto iets meenemen. Soms zijn dit Nederlandse
    vakantiegangers of speciaal geronselde koerier(ster)s, soms
    Marokkanen die naar Nederland terugkomen van vakantie. Zij zijn
    kieskeurig en kleine partijen zijn doorgaans van de allerbeste
    kwaliteit. Grotere partijen gaan via campers die met de pont
    meereizen naar Spanje. Met oneindig veel nieuwe varianten wordt
    getracht de douane en de politie te omzeilen. Wat te denken van een
    behoorlijk groot transport dat is verstopt in een zogenaamd bij een
    verkeersongeluk gestrande caravan, die door de ANWB wordt
    gerepatrieerd? Grotere hoeveelheden gaan mee met de ongeveer 2000
    tochten die vrachtauto’s per jaar uit Marokko naar Nederland maken.
    De smokkelwaar kan verborgen zijn in de vracht – het is
    aangetroffen in partijen textiel, in speelgoed en tussen
    aardappelen, groenten en fruit. Het kan ook zijn verstopt in
    speciaal geprepareerde bergplaatsen in het karkas van de vrachtauto
    zelf. Koelauto’s zijn populair, omdat door de douane moeilijk is
    vast te stellen of het dakschot een decimeter hoger is dan normaal,
    of er ruimte zit tussen het kopschot of dat het hele huis
    hydraulisch kan worden opgekrikt om laadruimte voor hash te maken.
    De transportbedrijven die daarvoor worden gebruikt zijn van twee
    soorten: op zichzelf bona fide firma’s die er zich gewild (meestal)
    of ongewild (zelden) voor lenen, of bedrijven die speciaal voor dit
    doel zijn opgericht. De chauffeur rijdt zijn wagen naar een
    aangewezen plaats en komt hem, zonder de lading te inspecteren, na
    bijvoorbeeld twee dagen weer ophalen. Een veel voorkomende variant
    bestaat eruit een en dezelfde chauffeur van Marokko naar Spanje,
    Portugal en Frankrijk te laten rijden om dan onderweg de aanhanger
    met drugs los te koppelen en over te doen aan een chauffeur die met
    een trekker uit Nederland komt. De eerste chauffeur rijdt dan weer
    terug naar Marokko om een nieuwe lading op te halen. Over
    smokkelmethoden over de weg is meer te vinden in het
    branche-rapport over het wegvervoer in deze serie. Drugs kunnen
    voorts ook worden verstopt in autobussen die de oversteek maken.
    Het wordt verder per schip aangevoerd in kleinere hoeveelheden in
    plezierbootjes. Verder via visserschepen die de hash op volle zee
    overladen op zeeschepen. Of het reist verstopt mee in zeecontainers
    met reguliere lading. In de jaren zeventig en tachtig zijn al deze
    smokkelsystemen op Nederland bedacht door Nederlandse
    drugshandelaren en -transporteurs. Zij wonen thans (nog) in
    Nederland, maar een kolonie heeft zich gevestigd in Malaga (van
    waaruit men heel gemakkelijk op en neer kan naar Marokko) en
    enkelingen ook in Marokko zelf. Met het uitroepen van de oorlog
    tegen de drugs, de groeiende macht van autochtone Marokkaanse
    drugsbaronnen en de steviger greep van (delen van) de overheid op
    deze handel, is het voor Nederlandse drugsondernemers moeilijker
    geworden om zelfstandig zaken te doen. De douane controleert
    strenger. Op grond van een kort geleden gentroduceerde wet heeft de
    douane de bevoegdheid om zelfs bij het minste vermoeden van drugs
    de gehele (vracht)auto grondig te onderzoeken. In de wanden van
    koelwagens worden op een aantal plaatsen zonder pardon met een
    lange elektrische boor gaten geboord. Voorheen was het nog wel eens
    mogelijk om een kleine partij aan de grens te offeren: op het
    moment dat de complete douane zich daarop concentreerde, passeerden
    grote partijen in trucks de grens gezien. Nu weet de douane wel
    beter. De slachtoffers van deze thans primitief geworden
    smokkelmethode zijn individuele chauffeurs die wel eens wat willen
    proberen. Nederlandse vrachtwagenchauffeurs brengen hun wagens in
    grote compounds (tegen diefstal) en bij voorbeeld in Casablanca
    komen zij samen in vaste cafs. Zij worden daar, en ook zo maar op
    straat, door Marokkaanse handelaren benaderd met de vraag of ze
    iets mee willen nemen. Wie daar tegenwoordig op ingaat – het aanbod
    is een verdienste van f.50.000,- of meer – loopt een aardige kans
    dat hij op grond van een een-tweetje tussen de handelaar en een
    individuele douanebeambte wordt betrapt en in de gevangenis
    verdwijnt. Maar het is voorgekomen dat zijn lading dezelfde dag nog
    door een ander wordt uitgevoerd met hetzelfde noodlottige
    resultaat. In het tijdschrift voor wegtransporteurs en chauffeurs
    Truckstar staan het laatste jaar regelmatig reportages met
    de strekking dat je als chauffeur op geen enkel aantrekkelijk
    Marokkaans aanbod in moet gaan. Er zijn trouwens ook enkele
    voormalige Nederlandse chauffeurs die nu voor Marokkaanse
    organisaties werken en aan Nederlandse chauffeurs aanbiedingen
    doen. Wie geen risico wil lopen en de chauffeur geldt bij een
    vondst altijd als aansprakelijk, wordt overigens een elegante
    uitweg geboden. Bij de politie kan men tegen een gering bedrag zijn
    (vracht)auto geheel laten onderzoeken en verzegelen om deze tegen
    inspectie te vrijwaren.

    lees meer

    Bijlage VIII – VII.1. Inleiding

    VII. DE ROL VAN DE COLOMBIAANSE KARTELS IN
    NEDERLAND

    VII.1. Inleiding: einde van het Cali-kartel?

    In de zomer van 1995 werden kort na elkaar de twee onbetwiste
    leiders van het zogenaamde Cali-kartel gearresteerd: de broeders
    Gilberto en Miguel Rodriguez Orejuela en in hun kielzog nog vier of
    vijf personen in de top. Op 2 december 1993 was de absolute voorman
    van het kartel van Medelln, Pablo Escobar, op de vlucht uit zijn
    huis doodgeschoten door een combinatie van Amerikaanse en
    Colombiaanse militairen en politiemensen die een speciale
    opsporingsgroep (Bloque de busqueda) hadden gevormd. Andere
    topfiguren van het Medelln-kartel (de broers Ochoa, Calos Lehder en
    anderen) waren al eerder gearresteerd. Met de arrestatie in Rome
    van de topman van het Pereira-kartel in 1992, Tony Duran, was het
    snelst groeiende nieuwe kartel in zijn opkomst gesmoord. De
    politie-strategie van de jarenlang volgehouden speuracties heeft
    gewerkt, de grootste kartels zijn onthoofd en ontdaan van hun
    grootste organisatorische talenten. Het graf van Don Pablo
    (Escobar) wordt dagelijks door tientallen mensen bezocht en in dat
    opzicht leeft deze voorbeeldfiguur voor de armen nog steeds, maar
    overigens symboliseert dit dat zijn concrete organisatie echt
    voorbij is. Is daarmee een einde gekomen aan de wereldomspannende
    handel in cocane en de herone die in toenemende mate ook uit
    Colombia komt? Waarschijnlijker is dat zich een verplaatsingseffect
    zal voordoen. De oude Colombiaanse organisaties van Bogot, Medelln,
    Cali en Pereira zullen zich hergroeperen en nieuwe talenten komen
    op. Binnen Colombia zal het zwaartepunt worden verlegd naar nieuwe
    hoofdsteden van de cocane waar de autoriteiten nu nog weinig zicht
    op hebben. Er zijn kartels gesignaleerd in de regio’s van de
    noordelijke kustvlakte en in de bergen. Voorts is het
    waarschijnlijk dat andere landen in betekenis toenemen. Nu al waren
    de Colombiaanse kartels druk doende hun activiteiten te spreiden
    over meer Zuidamerikaanse landen teneinde de risico’s te verkleinen
    en hun invloedssfeer te vergroten. Thans lijkt Mexico een goede
    kandidaat om de leidende rol van Colombia over te nemen. Ook hier
    bestaan machtige kartels en Mexico heeft boven andere landen het
    voordeel van een tweeduizend kilometer lange grens met de Verenigde
    Staten, die belangrijke consument, die zich niet laat bewaken. Het
    zou van naveteit getuigen te veronderstellen dat de
    onthoofdingsstrategie werkelijk effect heeft op de omvang van de
    internationale handel in drugs. De arrestatie van kopstukken heeft
    een morele boodschap voor zover het alles wat met drugs te maken
    heeft in een kwaad daglicht stelt. De wandaden en de door en door
    slechte karakters van de druglords worden in de media en in de
    fictie daarom heen (vergelijk de nieuwe filmtrend waarin de eenzame
    Amerikaanse held het opneemt tegen de almachtige
    kartelorganisaties) breed uitgemeten en het publiek leert dat de
    opsporingsinstanties wel degelijk in staat zijn om ze ook op het
    hoogste niveau nog schurken te pakken. Maar deze ingrepen zullen
    weinig anders doen dan de topografie van het landschap veranderen,
    de economische geografie blijft bestaan. De Verenigde Staten vormen
    een markt van vele miljoenen consumenten, Canada en Australi zijn
    daar bijgekomen en de markt in Europa is potentieel nog groter dan
    eerste drie bij elkaar. In Colombia en ook andere Zuidamerikaanse
    landen zijn alles samengenomen naar schatting van het Amerikaanse
    Ministerie van Justitie tussen de 800.000 en anderhalf miljoen
    mensen van de produktie van drugs voor hun levensonderhoud
    afhankelijk en deze economie heeft een hele nieuwe welvarende
    klasse van mensen naar voren gebracht. De bronlanden vormen hele of
    halve narco-staten waarin (individuele personen in) politiek en
    bestuur belang hebben bij de continuering van deze economie. Op dit
    ogenblik is Colombia ongetwijfeld het belangrijkste
    cocane-exporterende land en de handelaren zijn uitgezwermd over
    alle landen waar koopkrachtige vraag bestaat naar het produkt. Dat
    neemt niet weg dat ook Brazilianen, Peruanen, Chilenen, Bolivianen
    en Venezolanen in deze sector worden aangetroffen. Op dit moment in
    de geschiedenis nemen Colombianen echter nog steeds veruit de meest
    vooraanstaande posities in. Dat geldt ook voor Nederland en daarom
    besteden we in dit hoofdstuk speciaal aandacht aan deze groep.

    lees meer

    Bijlage VIII – I.4. Het onderzoek zelf

    I.4. Het onderzoek zelf

    De keuze van groepen

    lees meer

    Bijlage VIII – Bibliografie hoofdstuk VIII

    Bibliografie hoofdstuk VIII:

    De Nigeriaanse en Ghanese criminele netwerken: hun

    vertakkingen in Nederland

    lees meer

    IX – De branche van het wegtransport – 6.1 De relevantie voor het onderzoek

    6. DE BRANCHE ALS SLACHTOFFER VAN DIEFSTAL EN
    OVERVALLEN

    6.1 De relevantie voor het onderzoek

    Op basis van kansberekening is het logisch dat Nederlandse
    vrachtwagens in Europees verband het meest aan diefstal onderhevig
    zijn: Nederland heeft immers het grootste aandeel in dit vervoer.
    Daar komt nog eens bij dat de Nederlandse vervoerders relatief de
    meest hoogwaardige goederen vervoeren, en daarmee ook met de meest
    kostbare ladingen rondrijden: de Nederlandse transporteur is immers
    befaamd om zijn hoge arbeidskwaliteit. Het is niet raar dat deze
    rondrijdende juwelen doelwit worden van diefstalbendes. Waarom
    staan we in een verslag over de georganiseerde misdaad stil bij de
    vraag in hoeverre een branche als die van het wegtransport
    slachtoffers telt van kleine criminaliteit? De eerste reden ligt
    voor de hand. Als de schadepost ten gevolge van diefstal en
    roofovervallen hoog is, draagt dat bij tot ongunstige
    bedrijfsresultaten en daaraan kennen we in dit verslag veel waarde
    toe als het erom gaat te begrijpen waarom ondernemers met de
    georganiseerde misdaad in zee gaan. Bovendien kost de kleine
    criminaliteit veel aan preventie (beveiliging van bedrijfsterreinen
    en van vrachtwagens) en een hoge verzekeringspremie. Ten tweede zou
    hier heel goed hetzelfde mechanisme kunnen werken dat we in de
    algemene inleiding tot dit rapport over de branches hebben leren
    kennen als de invloed van slachtofferschap op de morele overtuiging
    van mensen en normovertredend gedrag. Dit geldt in het bijzonder
    als de overtuiging bestaat dat de overheid de belangen van de
    branche niet meer behartigt. Dat dit laatste het geval is blijkt
    uit het volgende hoofdstuk 7 waar de bedrijfscultuur aan de orde
    komt.

    lees meer

    IX – De branche van het wegtransport – 11.7 Combinaties

    11.7 Combinaties

    Vaak gaan verschillende vormen van fraude samen. Belaste
    goederen worden ingevoerd onder valse naam – van een niet belast
    produkt – en vanzelfsprekend wordt er dan ook geen accijns over
    betaald. Een grote naam uit de Nederlandse smokkelgeschiedenis
    vertelt dat hij eens werkte voor Italianen die vanuit Zwitserland
    opereerden. Hij was de doorsluizer: haalde de containers uit
    Rotterdam en Antwerpen. Daar zat dan zogenaamd wc-papier in of
    tissues, maar achter de eerste laag zaten de sigaretten; zo waren
    ze in de VS verpakt. Ze werden verkocht in Spanje of Duitsland. Er
    werkten destijds zo’n vijftien mensen voor deze genterviewde, die
    hij van tijd tot tijd voor ongeveer vijfduizend gulden per week
    inhuurde. Toch lijkt het alsof maar weinig Nederlanders echt groot
    zijn in de Euro-fraude. Meermalen worden in gesprekken Italiaanse
    en Zwitserse groepen genoemd als de echte grote jongens achter de
    sigarettenfraude. Volgens een goed ingelicht schade-expert zijn de
    Nederlandse jongens padvinders vergeleken met hun Spaanse,
    Italiaanse en Zwitserse collega’s.

    lees meer

    IX – De branche van het wegtransport – 13.2 Slotconclusie

    13.2 Slotconclusie

    Ondanks het gelukkige feit dat het Nederlandse (internationale)
    transport over de weg het, althans gemeten over een langere reeks
    van jaren, goed doet, is er een probleem ontstaan van kleinere
    noodlijdende bedrijven aan de onderkant van de transportmarkt. In
    deze sector wendt men allerlei legale en ook illegale middelen aan
    om het hoofd boven water te houden en het is zonder meer duidelijk
    dat een aantal bedrijven dat in een dergelijke positie verkeert,
    zich er toe heeft geleend hand- en spandiensten te verrichten voor
    de georganiseerde misdaad of daardoor zelfs wordt beheerst. Over de
    omvang van dit verschijnsel durven we op
    basis van de voorliggende stukken geen uitspraak te doen.
    We zijn de georganiseerde misdaad in twee gedaanten tegengekomen.
    De transportbranche speelt een zekere rol in allerlei typen van
    fraude in EU-verband. Overigens is het delict hier steeds fraude en
    de omstandigheid dat daarvoor transportfirma’s worden gebruikt, is
    betrekkelijk willekeurig. Het rapport in deze reeks over de
    georganiseerde misdaad dat handelt over fraude, geeft meer inzicht
    in deze relatie. Dat ligt anders voor de tweede manier waarop de
    transportbranche bij de georganiseerde misdaad is betrokken:
    smokkel van (hoofdzakelijk) verdovende middelen. Smokkelaars
    richten bewust transportfirma’s op om drugs Europa binnen te kunnen
    rijden en een aantal reeds bestaande transportondernemers zowel als
    hun chauffeurs lijkt direct bij deze smokkel betrokken. Binnen de
    wereld van de georganiseerde misdaad lijkt in ieder geval n grote
    drugshandelorganisatie over een goed systeem te beschikken om
    zwakke bedrijven op te sporen en te benaderen. Helaas stelt ons
    materiaal ons niet in staat om de geopperde veronderstelling dat
    vooral kleine en jonge bedrijven het risico lopen, te bevestigen.
    Binnen de branche is men algemeen van oordeel dat de betrokkenen
    goed weten wat zij doen omdat smokkelen altijd opvallende
    afwijkingen impliceert van de routine in het bedrijf. Er wordt
    onzakelijk met de klant omgegaan, men is de truck langdurig kwijt
    om er bergplaatsen in te laten aanbrengen, het bevrachten duurt te
    lang door de omweg die moet worden gemaakt enzovoort. De gevestigde
    branche ziet dit alles met lede ogen aan, want het brengt de gehele
    branche in diskrediet en individuele ondernemers tonen zich soms
    ziedend over de oneerlijke concurrentie die hen wordt aangedaan.
    Echter, wanneer het op praten aankomt, krijgt het gesloten karakter
    van de transportbranche weer de overhand en zwijgen de
    transporteurs in alle talen.

    lees meer

    IX – De zeehaven Rotterdam en de luchthaven Schiphol – 2. DE NEDERLANDSE ZEE- EN LUCHTHAVENS

    2. DE NEDERLANDSE ZEE- EN LUCHTHAVENS

    De Rotterdamse haven en de luchthaven Schiphol zijn nationaal de
    belangrijkste overslagplaatsen. In de Rotterdamse haven in tonnage
    gemeten, de grootste ter wereld, worden jaarlijks nabij de 300
    miljoen ton goederen aan- en afgevoerd. Het goederenverkeer vindt
    plaats in een gebied van 10.000 hectare, dat 40 kilometer lang is
    en zich uitstrekt van Rotterdam tot aan de Noordzee. Jaarlijks
    bezoeken nabij de 32.000 zeeschepen en een veelvoud aan
    binnenvaartschepen de haven van Rotterdam. Behalve de Rotterdamse
    haven bevinden zich in de regio rondom Rotterdam nog havens in
    Schiedam, Dordrecht, Vlaardingen en Moerdijk (GHR, Havenplan 2010).
    Door de omvangrijke bedrijvigheid, in de vorm van industrile,
    distributie- en dienstverleningsactiviteiten, neemt Rotterdam
    ongeveer de helft van de door de Nederlandse zeehavens gegenereerde
    toegevoegde waarde voor zijn rekening (GHR, Trendrapport, 1994).
    Samen met de luchthaven Schiphol, en de kleinere Rotterdamse
    Airport, vormt de Rotterdamse haven de slagader van de
    Noordeuropese goederenstroom. De oppervlakte van luchthaven
    Schiphol beslaat 2.000 hectare. In 1992 bedroeg het aantal
    passagiersbewegingen meer dan 19 miljoen (NV Luchthaven Schiphol,
    1993); in 1994 bedroeg dat aantal 23 miljoen.

    lees meer

    IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 6. DE OPSPORING VAN GESTOLEN AUTO’S

    6. DE OPSPORING VAN GESTOLEN AUTO’S

    De opbrengsten van autodiefstallen zijn voor daders
    aantrekkelijk genoeg om daarmee lange tijd door te gaan. Niet
    alleen het stelen en het verhandelen is een lucratieve bezigheid,
    ook de opsporing van gestolen auto’s is thans een interessante
    economische bedrijvigheid geworden waarmee velen een goed belegde
    boterham verdienen. Zoals eerder al in .4.2 is gemeld, is de
    registratie van gestolen auto’s erg ondoorzichtig als gevolg van de
    vele partijen die daarbij zijn betrokken. In de bijlage is een
    schema bijgevoegd van organisaties die op de een of andere manier
    te maken hebben met gestolen auto’s Noot . Deze wirwar
    van organisaties en daarmee gepaard gaande belangenstrijd hebben
    uiteraard gevolgen voor de betrouwbaarheid en de validiteit van de
    gegevens over het aantal gestolen en teruggevonden personen- en
    vrachtauto’s in Nederland. Dezelfde versnippering van
    gegevensbanken leidt ertoe dat de opsporing van gestolen auto’s
    niet op een efficinte en effectieve manier door de overheid wordt
    aangepakt. Sterker nog: de overheid, in het bijzonder politie en
    justitie laten de opsporing van vermiste en gestolen voertuigen
    over aan het particulier initiatief.

    lees meer

    IX – De branches horeca en gokautomaten – 3.5. Brouwerijen

    3.5. Brouwerijen

    Vooral in drankverstrekkende horeca spelen brouwerijen een grote
    rol. Niet alleen zijn ze de leveranciers van Nederlands meest
    gedronken alcoholische drank (bijna 84 liter per hoofd van de
    bevolking), ze hebben ook naam gemaakt als kredietverstrekker aan
    startende of uitbreidende horeca-ondernemers. Nederland telt
    vijftien brouwerijen waar in totaal ruim achtduizend mensen werk
    vinden. De accijnsopbrengst van bier bedraagt jaarlijks bijna
    600.000 gulden. Nederland importeert voor 136 miljoen gulden bier,
    maar voert tien maal zoveel uit: een kwantiteit ter waarde van 1,4
    miljard gulden. Het bierverbruik in Nederland neemt de laatste
    jaren iets af, maar de export van Nederlands bier groeit nog
    steeds. Er werd in 1994 in totaal 22 miljoen
    hectoliters aan bier geproduceerd, en dat wordt ieder jaar meer, zo
    vertellen de kerncijfers van het Centraal Brouwerij Kantoor (Stiva,
    1994). Over de leningverstrekkende functie zijn de bierproducenten
    overigens heel wat minder open. Het is onmogelijk om hierover
    cijfers te achterhalen.

    lees meer

    IX – De branches horeca en gokautomaten – 6.2. Het beleid

    6.2. Het beleid

    In de jaren dertig kwamen in Nederland de eerste speelautomaten
    op de markt en omstreeks 1950 stonden ze door het hele land
    verspreid. Het spelen op de automaten was illegaal, maar werd op
    grote schaal gedoogd. In 1964 trad de Wet op de Kansspelen in
    werking die alle speelautomaten in principe verbood, op enkele
    behendigheidsautomaten na. Uitkering van prijzen of premies was
    niet toegestaan. Het was echter alom bekend dat de spelers onder de
    tapkast geld kregen uitgekeerd. In de jaren zeventig kwamen er
    steeds meer kansspelautomaten op de markt en opende bovendien een
    groot aantal speelhallen hun deuren, waar vooral fruitautomaten
    werden gexploiteerd.

    lees meer

    IX – De branches horeca en gokautomaten – 3.1. Inleiding

    3. EXTERNE EN INTERNE KENMERKEN VAN DE BRANCHE

    3.1. Inleiding

    In dit hoofdstuk bekijken we de kenmerken van de branche horeca:
    hoe is de economische positie en wat is er nodig om op de markt toe
    te treden. Bepaalde interne kenmerken maken de bedrijfstak zwak en
    bieden daardoor mogelijk ingangen voor criminaliteit. Ook bespreken
    we in dit hoofdstuk branche-specifieke eigenschappen die de horeca
    gevoelig maken voor criminaliteit, zoals de publieke
    toegankelijkheid, de geringe organisatiegraad en de
    modegevoeligheid. In dit hoofdstuk maken we onder andere gebruik
    van gegevens uit twee onderzoeken die het commercile
    horeca-adviesbureau Lenting en Partners in opdracht van uitgeverij
    Missets Horeca heeft uitgevoerd; het gaat hier weliswaar niet om
    wetenschappelijke publikaties, maar de cijfers en trends die
    Lenting en Partners aangeven berusten op betrouwbare enqutes onder
    horeca-ondernemers.

    lees meer

    IX – De bouwnijverheid – 5. DE BOUWNIJVERHEID EN ORGANISATIECRIMINALITEIT

    5. DE BOUWNIJVERHEID EN
    ORGANISATIECRIMINALITEIT

    In hoofdstuk drie hebben wij kunnen zien dat de bouwnijverheid
    door de aard van de uit te voeren werkzaamheden enkele
    eigenschappen heeft die haar erg gevoelig maken voor infiltratie
    door de georganiseerde misdaad. Diezelfde kenmerken maken deze
    bedrijfstak echter ook gevoelig voor het plegen van fraudes door
    eigenaren van bouwbedrijven. De bouwnijverheid is om die reden al
    jaren door controle-instanties als de FIOD en de SFB, de
    bedrijfsvereniging voor de bouwnijverheid, als een van de meest
    fraudegevoelige economische bedrijfstakken in Nederland
    gekenschetst. De druk op tijd te moeten opleveren (met daaraan
    gekoppeld een zware boetebepaling voor te laat opleveren), de zeer
    lage calculatie van de kosten als gevolg van de gebruikelijke
    aanbestedingsprocedures (waardoor de winstmarges niet ruim zijn),
    de gevoeligheid van de afstemming van diverse produktieprocessen,
    dragen ertoe bij dat aannemers, al was het alleen maar om het
    bedrijf in stand te houden, de verliezen zo beperkt mogelijk willen
    houden. In dat geval zoeken aannemers hun toevlucht tot diverse
    kostenbesparende maatregelen. De belangrijkste kostenpost is de
    factor arbeid in de bouw, dus daar zal een aannemer als eerste zijn
    toevlucht zoeken. Het gebruik maken van zwartwerkers, het
    inschakelen van koppelbazen, zwart overuren betalen om op tijd te
    kunnen opleveren, zijn middelen om goedkoper te kunnen werken of
    onder de overeengekomen aannemingssom te kunnen blijven. Uiteraard
    worden daarmee belastingbetalingen en de afdracht van sociale
    premies vermeden.

    lees meer

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>