• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Verhoren – mr. J. Koers

    Openbaar verhoor enqutecommissie

    Opsporingsmethoden
    Verhoor 24

    18 september 1995
    Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
    parlementaire
    enqutecommissie opsporingsmethoden op
    maandag 18 september 1995
    in de vergaderzaal van de
    Eerste Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
    Verhoord wordt
    mr. J. Koers
    Zie ook: Tweede verhoor mr. J. Koers (red.)
    Aanvang 14.00 uur

    lees meer

    Verhoren – mr. J.M. Valente

    Openbaar verhoor enqutecommissie

    Opsporingsmethoden
    Verhoor 40

    4 oktober 1995
    Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
    parlementaire
    enqutecommissie opsporingsmethoden op
    woensdag 4 oktober 1995 in
    de vergaderzaal van de Eerste
    Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
    Verhoord wordt mr.
    J.M. Valente
    Zie ook: Tweede verhoor mr. J.M. Valente (red.)
    Aanvang 10.00 uur

    lees meer

    Verhoren – mr. M.A. Straver

    Openbaar verhoor enqutecommissie

    Opsporingsmethoden
    Verhoor 56

    16 oktober 1995
    Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
    parlementaire
    enqutecommissie opsporingsmethoden op
    maandag 16 oktober 1995 in
    de vergaderzaal van de Eerste
    Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
    Verhoord wordt mr.
    M.A. Straver
    Aanvang 11.45 uur

    lees meer

    Verhoren – mr. J.M. Valente

    Openbaar verhoor enqutecommissie

    Opsporingsmethoden
    Verhoor 72

    27 oktober 1995
    Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
    parlementaire
    enqutecommissie opsporingsmethoden op
    vrijdag 27 oktober 1995 in de
    vergaderzaal van de Eerste
    Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
    Verhoord wordt mr.
    J.M. Valente
    Zie ook: Eerste verhoor mr. J.M. Valente (red.)
    Aanvang 11.05 uur

    lees meer

    Verhoren – mr. drs. L.C. Brinkman

    Openbaar verhoor enqutecommissie

    Opsporingsmethoden
    Verhoor 88

    8 november 1995
    Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
    parlementaire
    enqutecommissie opsporingsmethoden op
    woensdag 8 november 1995
    in de vergaderzaal van de
    Eerste Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
    Verhoord wordt
    mr. drs. L.C. Brinkman
    Aanvang 14.20 uur

    lees meer

    Inhoud Bijlage I

    Bijlage I – Werkwijze en procedures

    VOORWOORD

    lees meer

    Bijlage X – 4.5. De voorvallen

    4.5. De voorvallen

    4.5.1. De bronnen

    Tuchtzaken

    lees meer

    Bijlage X – 4.5. Recapitulatie

    4.5. Recapitulatie

    Nadere bestudering van de dadergroepen die op fraudegebied
    actief zijn, heeft uitgewezen dat fraudeurs een bont gezelschap
    vormen: aan de ene kant van het spectrum vinden we afgegleden white
    collar criminals en aan de andere zijde opgeklommen blue collar
    criminals. De groep fraudeurs bestaat voor het merendeel uit
    autochtone Nederlandse mannen, behorend tot de na-oorlogse
    generatie.

    lees meer

    Bijlage X – 7.5. Recapitulatie

    7.5. Recapitulatie

    In dit hoofdstuk zijn verschillende rechtsfiguren onder de loep
    genomen waarmee criminele groepen rookgordijnen optrekken rondom
    hun illegale activiteiten. Geconstateerd is dat, ondanks verscherpt
    toezicht op het gebruik van rechtspersonen, in de praktijk nog de
    nodige ruimte bestaat voor het ontwikkelen van
    schijnconstructies.

    lees meer

    Bijlage X – 11.5. Misdaadgeld witwassen via de effectenhandel

    11.5. Misdaadgeld witwassen via de effectenhandel

    11.5.1. Inleiding

    Eind oktober 1994 ontstond in de effectenwereld grote beroering
    toen uitlekte dat een werkgroep van politie- en justitieambtenaren
    een onderzoek hadden gedaan naar mogelijke infiltratie door
    criminele organisaties in de effectenhandel. De landelijk
    MOT-officier lichtte de werkzaamheden van deze zogeheten
    Fieccom-groep (fiscaaleconomische combinatie) vervolgens toe. De
    Fieccom zou hoofdzakelijk openbare bronnen (emissieprospectussen,
    jaarverslagen, kranten) hebben geraadpleegd alsmede enkele
    processen-verbaal en de politieregisters voor de strafrechtelijke
    antecedenten. De speurtocht naar mogelijke criminaliteit in het
    effectenwezen zou uiteindelijk hebben geresulteerd in drie concrete
    verdenkingen van witwaspraktijken in de effectenwereld.

    lees meer

    Bijlage XI – 3.4. De illegale handel in vuurwapens

    3.4. De illegale handel in vuurwapens

    Van oudsher wordt de illegale handel in vuurwapens, zeker in
    illegale vuurwapens, geassocieerd met georganiseerde criminaliteit.
    Niet alleen omdat de grootschaliger vormen van deze handel op
    zichzelf reeds gemakkelijk de kenmerken van deze criminaliteit
    vertonen, maar ook omdat in alle andere vormen van georganiseerde
    criminaliteit het gebruik van geweld, ook door middel van
    vuurwapens, een cruciale rol speelt. De beschrijving die hiervoor
    is gepresenteerd van de drugshandel in Amsterdam, laat hier geen
    enkel misverstand over bestaan. Daarenboven mag niet uit het oog
    worden verloren dat, juist ook vanwege het gewelddadige karakter
    van veel drugshandel, groepen die in drugs doen geregeld tevens
    illegaal wapens verhandelen.

    lees meer

    Bijlage XI – 6.2. Observatie van de politie

    6.2. Observatie van de politie

    De observatie van de politie kan, net als de observatie
    door de politie, wanneer ze ruim wordt genomen, drie
    grondvormen aannemen: de visuele vergaring van informatie, de
    onderschepping van berichtenverkeer en het runnen van
    informanten.

    lees meer

    Bijlage XI – 5.1. Inleiding

    5. ARNHEM

    5.1. Inleiding

    5.1.1. De stad Arnhem

    De naam van de stad Arnhem is onverbrekelijk verbonden met de
    Tweede Wereldoorlog. Als gevolg van de slag om Arnhem werd een
    groot deel van de binnenstad verwoest. Als gevolg van beschietingen
    van de geallieerden en plunderingen door de Duitsers werd de stad
    naderhand nog verder verwoest. Arnhem bleek na de oorlog de zwaarst
    beschadigde stad van Nederland te zijn. Na de oorlog werd de stad
    grotendeels gerestaureerd en verschenen aanvankelijk alleen aan de
    noordzijde van de Rijn, later ook aan de zuidzijde grote
    woonwijken.

    lees meer

    Bijlage I – VOORWOORD

    VOORWOORD

    De Enqutecommissie Opsporingsmethoden legt in deze bijlage
    verantwoording af over het door haar verrichte onderzoek. Zij heeft
    hierbij deel II van het rapport van de RSV-enqute als voorbeeld
    genomen. Tevens wordt in het kort de totstandkoming van de
    commissie beschreven. Verder besteedt de commissie aandacht aan een
    aantal zaken waarmee zij tijdens haar onderzoek werd
    geconfronteerd, zoals de bijzondere veiligheidsmaatregelen die
    moesten worden getroffen ter bescherming van documenten en
    personen, de afspraken over de inzage en het overleggen van
    gevoelige informatie door politie en justitie, alsmede de afspraken
    over de inzage van criminele inlichtingen door de externe
    onderzoeksgroep van de commissie. In deze bijlage doet de commissie
    voorstellen omtrent de behandeling van haar archief en het archief
    van de externe onderzoeksgroep.

    lees meer

    Bijlage I – 4.4 Het rechtsvergelijkend onderzoek

    4.4 Het rechtsvergelijkend onderzoek

    Voor de beantwoording van een aantal vragen achtte de commissie
    het van belang inzicht te hebben in enkele specifieke onderdelen
    van de wettelijke normering van het gebruik van opsporingsmethoden
    in andere landen. Aanvankelijk was de commissie voornemens externe
    onderzoekers te vragen dit onderzoek uit te voeren. Toen bleek dat
    het ministerie van Justitie aan prof. mr P.J.P. Tak opdracht had
    gegeven een rechtsvergelijkend onderzoek uit te voeren naar het
    gebruik van bijzondere opsporingsmethoden ter voorkoming en
    bestrijding van de georganiseerde criminaliteit, naar de normering
    van die methoden en de ervaringen daarmee in de Bondsrepubliek
    Duitsland, Denemarken, Frankrijk en Itali, besloot de commissie,
    met instemming van het ministerie, haar vragen aan Tak mee te
    geven. Namens de commissie heeft het staflid Wiewel als toehoorder
    de bijeenkomsten van de begeleidingscommissie over dit onderzoek
    bijgewoond. Medio oktober 1995 ontving de commissie de
    concept-onderzoeksverslagen van de vier rechtsvergelijkende
    studies. De commissie heeft echter toch gemeend op basis van haar
    eigen onderzoek in bijlage 5 een hoofdstuk op te nemen over de
    opsporingsmethoden in Belgi, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde
    Staten en Duitsland. De commissie is van oordeel dat met dit
    onderzoek een vergelijkend beeld wordt gegeven van de
    opsporingsmethoden in die landen.

    lees meer

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>