• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage X – 2.5. De voorvallen

    2.5. De voorvallen

    2.5.1. Inleiding

    Advocaten kunnen voor het karretje worden gespannen van een
    criminele organisatie zonder dat zij het zich bewust zijn. Onbewust
    en onbedoeld, dat wil zeggen: niet verwijtbaar, wordt een
    bijdrage geleverd aan de misdrijven die deze groepen plegen. Ter
    verduidelijking volgt een concreet voorbeeld van deze
    niet-verwijtbare betrokkenheid.

    lees meer

    Bijlage X – LITERATUUR

    LITERATUUR

    Berends, M.,
    NL Law. De dagelijkse gang van zaken,
    Justitile Verkenningen, jrg. 18, nr. 6, 1992, pp. 64-75
    Boekman, S.,
    Het huidige advocatentuchtrecht,
    Zwolle, Tjeenk Willink, 1993
    Bruinsma, F., N. J. H. Huls,
    De top-7 in de commercile advocatuur,
    NJB 1990, pp, 851-859
    Bijzondere Gedragscode NOB,
    1995
    Dijk, K. E. J.,
    De notaris en de frauduleuze vennootschap,
    SEC 1994, pp. 28-32
    Domburg, P. J. M. van,
    Over de grenzen van het verschoningsrecht,
    Den Haag, VUGA 1994
    Dubbeld, C. en F. A. van Schaik,
    Accountants kiezen voor zelfregulering bij
    fraudemelding
    ,
    NJB, afl. 42, 25 november 1994, pp. 1445-1449
    Emanuels, J. A.,
    Overwegingen van accountants bij beslissingen in
    conflictsituaties
    , Den Haag, SDU, 1995
    Gortemaker, J. C. A.,
    Fraude in de Jaarrekening,
    Dossier, 1992, nr. 9, pp. 162-165
    Groot-Van Leeuwen de, L. E.,
    De advocaat tussen clint en samenleving,
    Justitile Verkenningen 1995, 4, pp. 107-118
    Handleiding voor accountants bij de Verordening op de
    Fraudemelding,
    NIVRA,
    1994 Hassel, W. G.,
    Wat de advocaat betaamt,
    Advocatenblad, 7 oktober 1992, pp. 509-513
    Hogenboom, A. B., V. Mul, A. Wielinga,
    Financile integriteit. Normafwijkend gedrag en (zelf)regulering
    binnen het financile stelsel
    , Gouda Quint, Arnhem, 1995
    Jacobs, F.,
    Rechterlijke terughoudendheid bij een eerloze advocaat,
    Trema 1995, no 4, pp. 118-120
    Kwartaalbericht Rechtsbescherming en Veiligheid,
    CBS, Den Haag, 1994/2
    Klijn, A, J. G. C. Kester en F. W. M. Huls,
    Advocatuur in Nederland 1952-1992,
    Justitile verkenningen, jrg 18, nr 6, 1992, pp. 10-44
    KPMG,
    Kosten en opbrengsten van het notariaat,
    Amstelveen 1994
    Maurik, M. J. A. van,
    De essentialia van het notarisambt,
    NJB 19 mei 1995, pp. 731-737
    Metselaar, F. J.,
    De Federatie-belastingadviseur en criminaliteit,
    NJB, afl. 42, 25 november 1994, pp. 1454-1456
    Meurs, R. van,
    De accountant wordt steeds kreukbaarder,
    Vrij Nederland, 16 oktober 1993, pp. 42-47
    Minkjan, E. E.,
    Veertig jaar Nederlandse orde; vijftien dekens en hun
    redes
    ,
    Justitile verkenningen, jrg 18, nr 6, 1992, pp. 45-63
    Moleveld, W. P.,
    Fraudemelding door accountants. Een overzicht van gebeurtenissen
    vanaf 1987 tot heden
    , De Accountant, nr. 8, april 1992, pp.
    459-462
    Muis, J. W.,
    Fraude en Accountant,
    Dossier, 1992, nr. 7, pp. 135-142 NIVRA-Jaarverslagen, 1990/1991,
    1991/1992, 1992/1993, 1993/1994
    NIVRA,
    Verordening Gedrags- en Beroepsregels
    Registeraccountants
    ,
    1994
    NOvAA,
    Verslag van de Werkzaamheden,
    1994
    Quant, L. H. A. J. M.,
    Advocaat en ethiek. Een inleidende beschouwing,
    Advocatenblad, 6 januari 1995a, pp. 17-20.
    Quant, L. H. A. J. M.,
    Advocaat en criminaliteit,
    Trema, nr. 6, 1995b, pp. 183-186
    Regoort, C. J., A. Schilder, E. Boom,

    lees meer

    Bijlage X – 5.3. De inbreng van derden

    5.3. De inbreng van derden

    5.3.1. Onoorbare externe contacten bij de uitvoering van de
    fraudeconstructie

    Uit de bestudeerde fraudezaken kan worden afgeleid dat met enige
    regelmaat een beroep wordt gedaan op personen die niet tot de
    criminele organisatie gerekend kunnen worden, maar die van cruciaal
    belang zijn voor de uitvoering van de fraudeconstructie. Zo zouden
    de gevallen van oplichting van financile instellingen, zoals
    beschreven in casus 4 en casus 17, niet mogelijk zijn geweest
    zonder de medewerking van enkele bankemploys. Een ander voorbeeld
    van verwijtbare betrokkenheid van een externe medewerker komt naar
    voren in de volgende zaak.

    lees meer

    Bijlage X – 8.2. De rol van tussenpersonen

    8.2. De rol van tussenpersonen

    Zoals aangegeven in het vorige hoofdstuk, is er sprake van een
    levendige handel in rechtspersonen. Die handel moet zeker niet
    alleen worden gezien als een vorm van dienstverlening aan criminele
    groepen. Ook wettige deelnemers aan het economische verkeer kunnen
    baat hebben bij het afstoten van BV’s en/of het kopen van een
    plank-BV. De particuliere handelaar A, die in dit hoofdstuk
    centraal staat, kwam op de volgende wijze tegemoet aan de wensen
    van zijn bonafide clinten.

    lees meer

    Bijlage X – 12. SLOTBESCHOUWING

    12. SLOTBESCHOUWING

    Onder de algemene noemer fraude is een scala van illegale
    activiteiten in de reguliere economie beschreven. Deze
    verschijningsvormen hebben n belangrijk kenmerk met elkaar gemeen:
    er wordt misbruik gemaakt van het vertrouwen, dat de kurk is waarop
    de interacties en transacties in het reguliere economische verkeer
    drijven. Het rapport onderstreept eens te meer dat georganiseerde
    criminaliteit meer behelst dan drughandel. Het feit dat fraude zich
    in wettige bedrijfstakken en sectoren afspeelt, rechtvaardigt
    misschien zelfs extra aandacht voor deze vorm van georganiseerde
    criminaliteit. Het gevaar van verstrengeling van zakelijke en
    criminele belangen is immers juist ten aanzien van fraudedelicten
    aanwezig. Het rapport bestaat uit drie onderdelen: een analyse van
    18 fraudezaken, een beschrijving van het misbruik van rechtsfiguren
    om illegale activiteiten af te schermen en ten slotte een
    beschrijving van de wijzen waarop misdaadgeld in de legale economie
    wordt gesluisd. De in de beide laatste delen beschreven
    afschermings- en witwastechnieken hebben naast fraude ook
    betrekking op de drughandel.

    lees meer

    Bijlage XI – 4.1. Inleiding

    4. GEORGANISEERDE CRIMINALITEIT:

    OOK IN LEGALE BRANCHES?

    4.1. Inleiding

    Het belang van de rol die georganiseerde criminaliteit in een
    samenleving speelt, kan aan meer worden afgemeten dan aan het
    niveau van geweldgebruik, de omvang van zwarte markten en de
    (on)leefbaarheid van bepaalde buurten. Dit belang wordt, algemeen,
    namelijk ook afgemeten aan de mate waarin criminele groepen de
    inkomsten die zij via illegale handel hebben verworven, ook uit
    winstbejag omzetten in illegale, of toch op zijn minst
    bedenkelijke, vormen van controle over op zichzelf hele reguliere,
    legale sectoren van het economische leven. Is dit namelijk in
    verregaande mate het geval, dan is er niet langer sprake van de
    ontplooiing van zomaar illegale activiteiten, maar van de
    afschaffing van een zo vrij mogelijke economische orde in die
    sectoren, en dus van de opheffing van n van de basisbeginselen van
    de maatschappij die wij kennen. En dit temeer omdat criminele
    groepen die een dergelijke economische machtspositie hebben weten
    uit te bouwen, veelal bereid zijn om hun monopolie in de
    desbetreffende branches niet alleen met corruptie, maar
    uiteindelijk ook met geweld – tegen wie dan ook – te verdedigen. De
    voorbeelden van deze situatie liggen in Itali, in Japan, in de
    Verenigde Staten en elders voor het oprapen! In een studie als deze
    is het dus ook van groot belang om na te gaan of een dergelijke
    situatie ook in Amsterdam is ontstaan, of aan het ontstaan is. Zou
    zij hier inderdaad bestaan, dan zou het probleem van de
    georganiseerde criminaliteit veel ernstiger zijn dan menigeen
    momenteel denkt. Zou ze hier helemaal niet bestaan, dan betekent
    dit dat er nog altijd een zr groot verschil is tussen het probleem
    van die criminaliteit in steden als Tokyo, Kobe, Palermo, Napels en
    New York, en dat in de hoofdstad van Nederland. Of ligt het niet zo
    zwart-wit? Om deze vraag te kunnen
    beantwoorden, hebben wij de liggende informatie over
    (georganiseerde) criminaliteit in vier branches bij elkaar
    gebracht: de horeca en het gokwezen, de textielnijverheid, de
    bouwnijverheid en het particuliere vervoer. De keuze van deze
    branches is zeker enigermate bepaald door het feit dat er reeds
    enig onderzoek is verricht naar de mogelijke criminele kanten van
    deze branches. Anderzijds is zij vooral ingegeven door wat
    buitenlands onderzoek op dit gebied heeft opgeleverd. En dit is dat
    ook de onderhavige branches om uiteenlopende redenen nogal vatbaar
    zijn voor penetratie van criminele groepen. Met andere woorden: als
    het probleem van de georganiseerde criminaliteit in Amsterdam – in
    economisch opzicht – veel groter is dan gewoonlijk wordt gedacht,
    dan moet dit aan de criminaliteit in de bedoelde branches te zien
    zijn. Overigens moeten de beschrijvingen van de Amsterdamse
    situatie die hierna worden gepresenteerd, worden bezien in relatie
    tot de landelijke rapporten die over de desbetreffende branches
    zijn geschreven.

    lees meer

    Bijlage XI – 6.4. Corruptie bij politie, justitie en bestuur

    6.4. Corruptie bij politie, justitie en bestuur

    Onderzoek doen naar corruptie is om allerlei redenen een lastige
    opgave. Niet alleen gaat het om gedrag dat door de betrokkenen
    liefst zo geheim mogelijk wordt gehouden, maar ook hebben
    instellingen er somtijds grote belangen bij om gevallen van
    corruptie in de doofpot te stoppen. Hierom vangt deze paragraaf aan
    met de resultaten van ons CID-onderzoek naar dergelijke gevallen.
    Vervolgens wordt nader ingegaan op de corruptie bij de politie,
    omdat vooral hier dit probleem het meest zichtbaar is geworden.
    Tenslotte wordt bezien in hoeverre er in Amsterdam inderdaad sprake
    is van corruptie in de politiek.

    lees meer

    Bijlage XI – 6.1. Benvloeding van de overheid en vrije-beroepsbeoefenaars

    6. DE INVLOED VAN DE GEORGANISEERDE MISDAAD OP DE
    STAD

    6.1. Benvloeding van de overheid en
    vrije-beroepsbeoefenaars

    In welke mate wordt de integriteit van het overheidsgezag en van de
    vrije-beroepsbeoefenaars in de drie steden bedreigd? Welke
    aanwijzingen zijn er dat criminele organisaties pogen informatie te
    verkrijgen waarmee zij hun voordeel kunnen doen of zelfs
    beslissingen ten gunste van zichzelf kunnen benvloeden? Wij zullen
    bij het beschrijven van de gesignaleerde gevallen overigens geen
    onderscheid naar stad maken. Een tweede opmerking vooraf is dat de
    meeste gevallen zich bij de politie afspeelden. Alle gevallen
    hebben zich afgespeeld in de periode 1990-1994.

    lees meer

    Bijlage I – 1.3 Het plenaire debat

    1.3 Het plenaire debat

    Nadat de vaste commissie voor Justitie met het uitbrengen van
    een lijst van vragen en antwoorden Noot het
    voorbereidend onderzoek van het rapport van de Werkgroep
    vooronderzoek opsporingsmethoden had voltooid, vond op 16 november
    1994 het plenaire debat plaats. Noot Het rapport werd
    van achter de regeringstafel verdedigd door de voorzitter van de
    werkgroep. De ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken
    waren ook aanwezig ter beantwoording van aan hen gerichte
    vragen.

    lees meer

    Bijlage I – 6.2 Het verloop van de verhoren

    6.2 Het verloop van de verhoren

    6.2.1 Aanvang verhoren

    De commissie besloot voorafgaand aan iedere verhoordag in de
    persoon van de voorzitter een persbriefing te geven. Tijdens deze
    briefing konden vragen worden gesteld over de voorafgaande dag en
    werden de getuigen van de volgende verhoordag en de met hen te
    bespreken onderwerpen gentroduceerd. Op woensdag 6 september 1995
    om 10.00 uur werd in de plenaire vergaderzaal van de Eerste Kamer
    een aanvang gemaakt met de openbare verhoren. Als eerste werd
    verhoord prof. dr C. Fijnaut, leider van de onderzoeksgroep die in
    opdracht van de commissie onderzoek deed naar de aard, omvang en
    ernst van de zware, georganiseerde criminaliteit in Nederland.

    lees meer

    Bijlage I – 7. Gesprekken
    Amerongen, W.C. van
    Chef van de afdeling georganiseerde criminaliteit bij de
    regiopolitie Brabant Zuid-Oost
    Anoniem
    Informantenrunner bij de regionale criminele inlichtingendienst
    van de regiopolitie Zuid-Holland Zuid
    Anoniem
    Rechercheur bij het observatieteam van de regiopolitie
    Utrecht
    Anoniem
    Observatierechercheur bij de Dienst operationele ondersteuning
    van de regiopolitie Zuid-Holland Zuid
    Anoniem
    Groepschef observatieteam van de Dienst operationele
    ondersteuning van de regiopolitie Zuid-Holland Zuid
    Augusteijn, A.W.P.
    Chef criminele inlichtingendienst van het Kernteam Randstad
    Noord en Midden
    Bakker, G.J.C.M.
    Teamleider douanerecherche bij de Fiscale inlichtingen- en
    opsporingsdienst
    Barendregt, B.N.
    Commissaris van politie en hoofd van de Afdeling cordinatie
    criminele inlichtingen van de Divisie centrale recherche
    informatie
    Barkman Kuitert, J.C.J.G.
    Landelijk officier van justitie voor de Divisie centrale
    recherche informatie
    Beaufort, L.A.R.J. de
    Hoofdofficier van justitie te Haarlem
    Beek, G.P. van der
    Als officier van justitie gedetacheerd bij de directie Politie
    van het ministerie van Justitie , waar hij projectleider
    georganiseerde criminaliteit was, vanaf 1 augustus 1995 officier
    van justitie te Rotterdam
    Belzen, A.J. van
    Voormalig informantenrunner bij de criminele inlichtingendienst
    van de regiopolitie Kennemerland
    Berserik, F.C.
    CID-Officier van justitie bij het Arrondissementsparket te
    Dordrecht
    Bindsbergen, R.J.J. van
    Misdaadanalist bij het Kernteam Noord Oost Nederland
    Blok, J.A.
    Hoofdofficier van justitie te ‘s-Gravenhage
    Borghouts, H.C.J.L.
    Directeur-Generaal Openbare Orde en Veiligheid bij het
    ministerie van Binnenlandse Zaken
    Boss, E.P.M.
    Financieel rechercheur bij het Kernteam Randstad Noord en
    Midden
    Brand, J.L.
    Hoofdcommissaris van politie, korpschef van de regiopolitie
    Haaglanden en voorzitter van de Raad van Hoofdcommissarissen.
    Braun, W.G.T.
    Chef regionale criminele inlichtingendienst bij de regiopolitie
    Limburg-Noord
    Brink, W.J. ten
    Informantenrunner bij de regionale criminele inlichtingendienst
    van de regiopolitie Noord- en Oost-Gelderland
    Brinkman, L.C.
    Voormalig voorzitter van de CDA-fractie in de Tweede Kamer der
    Staten-Generaal, was voorzitter van de commissie voor de
    inlichtingen- en veiligheidsdiensten
    Broere, A.
    Teamchef van het arrestatieteam van het regiokorps
    Rotterdam-Rijnmond
    Brokx, G.P.
    Burgemeester van Tilburg en korpsbeheerder van de politieregio
    Midden en West Brabant
    Brummen, H.A. van
    Directeur-Generaal Politie en Criminaliteitsbestrijding bij het
    ministerie van Justitie
    Corstens, G.J.M.
    Hoogleraar straf- en strafprocesrecht aan de Katholieke
    Universiteit Nijmegen, vanaf 1 oktober 1995 raadsheer bij de Hoge
    Raad der Nederlanden
    Deelman, P.
    Chef Divisie Recherche bij de regiopolitie Utrecht
    Dinter, G.J. van
    Voormalig Secretaris-Generaal bij het ministerie van
    Justitie
    Docters van Leeuwen, A.W.H.
    Procureur-generaal bij het Gerechtshof te Den Haag en
    voorzitter van het College van procureurs-generaal
    Driessen, A.L.
    Chef van het Kernteam Haaglanden
    Dros, O.R.
    Chef van het Kernteam Randstad Noord en Midden
    Duijne, P.C. van
    Onderzoeker bij het ministerie van Justitie
    Entius, J.P.
    Lid van het Landelijke Bestuur Horeca Nederland
    Erve, M.E.F.H. van
    Fungerend hoofdofficier van justitie te ‘s-Hertogenbosch,
    voorheen landelijk officier van justitie voor de Divisie centrale
    recherche informatie
    Essen, P.M. van
    Cordinator fenomeenonderzoek bij het Kernteam Noord Oost
    Nederland
    Fokkens, J.W.
    Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden en
    hoogleraar strafrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam
    Geerestein, H.J.
    Voormalig douanier
    Gelderman, E.F.G.M.
    Vice-president van de rechtbank te ‘s-Hertogenbosch in de
    functie van cordinerend rechter-commissaris zware, georganiseerde
    criminaliteit
    Gemert, W.M. van
    Hoofd van het Landelijk rechercheteam bij het Korps Landelijke
    Politiediensten
    Geraedts, H.G.C.
    Dieptespecialist criminaliteit verdovende middelen bij de
    regiopolitie Limburg-Noord
    Gerding, R.A.F.
    Plaatsvervangend hoofdofficier van justitie te Rotterdam
    Gonzales, I.E.W.
    Officier van justitie te Haarlem, tevens officier van justitie
    zware criminaliteit en kernteamofficier
    Groot, F.C.V. de
    Tot medio 1995 officier van justitie voor de criminele
    inlichtingendiensten in het arrondissement Den Haag ( de korpsen
    Haaglanden en Hollands Midden), daarna officier van justitie bij
    het Landelijk bureau openbaar ministerie
    Groot, R. de
    Officier van justitie voor de criminele inlichtingendiensten te
    Rotterdam, tevens
    hoofd van de Unit fraude, economie en milieu en zware
    criminaliteit
    Haak, W.E.
    Vice-president en raadsheer bij de Hoge Raad der
    Nederlanden
    Haeren, C.F.M.
    Ploegchef van de Sectie technische ondersteuning van de
    regiopolitie Haaglanden
    Hagen, A.
    Teamleider van de Regionale recherchedienst van de regiopolitie
    Rotterdam-Rijnmond
    Hellemons, A.A.M.
    Hoofd van de Dienst technische operationele ondersteuning van
    de Divisie ondersteuning van het Korps Landelijke
    Politiediensten
    Helten, N.H.E. van
    Directeur Democratische rechtsorde bij de Binnenlandse
    veiligheidsdienst
    Hertoghs, J.J.M.
    Advocaat-belastingkundige
    Holthuis, H.A.
    Hoofdofficier van justitie en hoofd Landelijk bureau openbaar
    ministerie
    Hondt, E.M. d’
    Burgemeester van Nijmegen en voorzitter van het
    Korpsbeheerdersberaad
    Hoogland, H.A.
    Kernteamofficier voor het Kernteam Noord en Oost Nederland en
    CID-officier te Zwolle
    Huisman, H.M.
    Hoofd van het Douane informatiecentrum
    Jansen, H.A.
    Commissaris van politie bij de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond,
    hoofd van de regionale recherche dienst waaronder ook het kernteam
    Rotterdam-Rijnmond/Zuid-Holland Zuid ressorteert
    Jansen, J.M.
    Hoofdofficier van justitie te ‘s-Hertogenbosch, voorzitter van
    de Centrale toetsingscommissie
    Karstens, R.
    Hoofd van de Afdeling nationale cordinatie politile infiltratie
    bij de Divisie centrale recherche informatie
    Kastel, J.A.P. van
    Commissaris van politie in de politieregio
    Amsterdam-Amstelland, voormalig teamleider van het interregionale
    rechercheteam Noord-Holland/Utrecht
    Kerf, E.L.A.M. de
    Voormalig hoofd bijzondere opleidingen van de Rechercheschool
    Zutphen
    Kievits, A.
    Waarnemend hoofd van de Binnenlandse veiligheidsdienst
    Klaveren, H.J.W. van
    Chef van de Afdeling criminele informatie van de regiopolitie
    Twente
    Kloosterman, A.
    Observatierechercheur
    Koers, J.
    Officier van justitie te Arnhem, hoofd van de Unit zware
    criminaliteit
    Kok, W.
    Minister-president, voormalig vice-premier
    Kolthof, E.W.
    Plaatsvervangend directeur van de Rechercheschool Zutphen
    Kooten, C. van
    Plaatsvervangend hoofd van het Milieubijstandsteam
    Kuijper, K.
    Commissaris van politie, hoofd van de rijksrecherche bij het
    parket van de procureur-generaal te Amsterdam
    Langendoen, K.P.
    Projectleider/plaatsvervangend teamleider bij het Kernteam
    Randstad Noord en Midden
    Lemereis, J.
    Ad interim hoofd van de regionale criminele inlichtingendienst
    van de regiopolitie Utrecht
    Limmen, B.
    Voormalig informantenrunner bij de criminele inlichtingendienst
    van de regiopolitie Kennemerland
    Linden, R. van der
    Directeur van de Dienst Recherchezaken van het ministerie van
    Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer
    Lith, A.
    Chef van het district Rijn en IJssel van de regiopolitie
    Utrecht, voormalig teamleider van het interregionale rechercheteam
    Noord-Holland/Utrecht
    Looijen, J. van
    Plaatsvervangend chef van de criminele inlichtingendienst van
    het regiokorps Amsterdam-Amstelland
    Lubbers, R.F.M.
    Voormalig minister-president
    Maan, A.C.
    Officier van justitie zware, georganiseerde criminaliteit te
    Amsterdam
    Mastenbroek, N.
    Hoofd van de Divisie centrale recherche informatie
    Meerman, R.D.
    Advocaat en voormalig commandant van het infiltratieteam der
    gemeentepolitie Amsterdam
    Molen-Maesen, P.M.H. van der
    Landelijk terreur en BVD Officier van justitie, voorheen
    CID-officier van justitie te Utrecht
    Monster, A.J.
    Informantenrunner bij de criminele inlichtingendienst van het
    Kernteam Randstad Noord en Midden
    Mosterd, A.M.
    Hoofd van de criminele inlichtingendienst van de politieregio
    Hollands Midden
    Mout, P.
    Raadsheer bij de Hoge Raad der Nederlanden
    Muurling, A.J.
    Chef van het Bureau informatie-inwinning van de regiopolitie
    Haaglanden
    Naey, J.
    Hoogleraar politierecht aan de Vrije Universiteit
    Amsterdam
    Nordholt, E.E.
    Korpschef van het regiokorps Amsterdam-Amstelland
    Paulissen, W.J.A.
    Commissaris van politie, districtschef Regiopolitie
    Brabant-Noord, voormalig teamleider van het Kernteam Zuid
    Perlot, W.F.
    Projectleider van de Afdeling bestrijding criminele
    organisaties van de Divisie recherche bij de regiopolitie
    Utrecht
    Pieneman, G.
    Tactisch cordinator bij de Afdeling bestrijding criminele
    organisaties van de Divisie recherche bij de regiopolitie
    Utrecht
    Pieters, J.J.Th.M.
    Officier van justitie zware criminaliteit en criminele
    inlichtingendienst te ‘s-Hertogenbosch
    Pijl, D.
    Commisaris van politie bij het parket van de procureur-generaal
    te ‘s-Hertogenbosch
    Prinsen, J.
    Voormalig douanier
    Putten, F. van der
    Hoofd van de regionale criminele inlichtingendienst van de
    regiopolitie Gooi- en Vechtstreek
    Randwijck, R.C.J. Graaf van
    Procureur-generaal bij het gerechtshof te Amsterdam
    Riessen, J.C. van
    Commissaris van politie, lid van de
    korpsleiding in de functie van hoofd justitile bedrijfsvoering bij
    de regiopolitie Amsterdam-Amstelland
    Rijneker, H.
    Chef van de criminele inlichtingendienst van het Kernteam
    Amsterdam-Amstelland/Gooi en Vechtstreek
    Rutten-Roos, A.
    Vice-president bij het gerechtshof te Amsterdam
    Sapman
    Limonadefabrikant
    Schmitz, E.M.A.
    Vanaf augustus 1994 staatssecretaris van Justitie, daarvoor
    burgemeester van Haarlem en korpsbeheerder van de politieregio
    Kennemerland
    Schrader, A.T.H.J.
    Medewerker van de Afdeling operationele bedrijfsvoering van de
    Dienst technisch operationele ondersteuning bij de Divisie
    ondersteuning van het Korps Landelijke Politiediensten
    Schuckmann, M.H.
    Chef van de criminele inlichtingendienst van de Koninklijke
    Marechaussee
    Smit, H.E.
    Ploegchef informantenrunners van de criminele
    inlichtingendienst bij de regiopolitie Haaglanden
    Snijders, J.W.P.
    Officier van justitie criminele inlichtingendienst te
    Haarlem
    Sorgdrager, W.
    Minister van Justitie, voorheen procureur-generaal bij het
    gerechtshof te Den Haag en te Arnhem en officier van justitie te
    Almelo
    Spoel, Tj.E. van der
    Advocaat-procureur te Rotterdam
    Stalenhoef, J.W.C.
    Plaatsvervangend directeur van de Economische controledienst,
    hoofd Internationale economische recherche en verantwoordelijk voor
    de Centrale inlichtingen- en analysedienst
    Steeg, M. van
    Adjudant van politie, teamleider bij de criminele
    inlichtingendienst van de regiopolitie Utrecht
    Straver, M.A.
    Hoofdcommissaris van politie en korpschef van de regiopolitie
    Kennemerland
    Suyver, J.J.H.
    Secretaris-generaal bij het ministerie van Justitie
    Swaab, E.H.
    Advocaat en deken van de orde van advocaten in het
    arrondissement Amsterdam
    Teeven, F.
    Officier van justitie te Amsterdam
    Teijlingen, D. van
    Chef van de criminele inlichtingendienst van de regiopolitie
    Amsterdam-Amstelland
    Theeuwes, H.J.C.M.
    Hoofdinspecteur van politie en
    beleidsmedewerker/plaatsvervangend hoofd van de Afdeling cordinatie
    criminele inlichtingen van de Divisie centrale recherche
    informatie
    Thijn, E. van
    Voormalig minister van Binnenlandse Zaken en burgemeester van
    Amsterdam, korpsbeheerder van de politieregio
    Amsterdam-Amstelland
    Tol, A. van
    Voormalig informantenrunner bij de criminele inlichtingendienst
    van de regiopolitie Kennemerland
    Trap, D.P.
    Hoofd van het ondersteunend rechercheteam van de Fiscale
    inlichtingen- en opsporingsdienst
    Tuijn, H.E.J. van
    Rechercheur van de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst in
    het Kernteam Zuid
    Valente, J.M.
    Sinds 1 juli 1995 officier van justitie te Middelburg, voorheen
    officier van justitie te Amsterdam
    Veen, O.C.W. van der
    Officier van justitie te Haarlem, hoofd van de Unit
    specialismen, waaronder georganiseerde criminaliteit, criminele
    inlichtingen en kernteam
    Veld, C.H. in ‘t
    Chef van de regionale criminele inlichtingendienst van de
    regiopolitie Rotterdam-Rijnmond
    Velt-Meijer, J.M.E. In ‘t
    Voorzitter van de strafkamer bij de rechtbank te Rotterdam in
    de zaak Ramola
    Verheul, J.M.
    Cordinerend rechter-commissaris bij de rechtbank te
    Amsterdam
    Veurink, D.
    Officier van justitie criminele inlichtingendienst te
    Middelburg
    Vondel, J. van
    Voormalig informantenrunner bij de regionale criminele
    inlichtingendienst van de politieregio Kennemerland
    Voort, C.V. van der
    Officier van justitie te ‘s-Gravenhage
    Vrakking, J.M.
    Hoofdofficier van justitie te Amsterdam
    Welten, B.J.A.M.
    Commissaris van politie bij de regiopolitie
    Amsterdam-Amstelland, chef van de Dienst centrale recherche, tevens
    verantwoordelijk voor het kernteam Amsterdam-Amstelland/Gooi- en
    Vechtstreek
    Wiarda, J.
    Korpschef van het regiokorps Utrecht
    Wierenga, H.
    Voorzitter van de Bijzondere Onderzoekscommissie IRT
    Willems, J.H.M.
    Vice-president van het gerechtshof te Amsterdam
    Wit, L.A.J.M. de
    Hoofdofficier van justitie te Rotterdam
    Woelders, W.H.
    Chef van het kernteam Amsterdam-Amstelland/Gooi en
    Vechtstreek
    Woest, A.P.
    Hoofd recherche informatie-ondersteuning van de regiopolitie
    Kennemerland
    Wooldrik, H.P.
    Hoofd van de directie Politie van het ministerie van Justitie,
    tevens belast met de leiding van de directie Staats- en
    Strafrecht
    Wortel, J.
    Officier van justitie te Amsterdam
    Woude, K. van der
    Chef van de Afdeling zware criminaliteit van de regiopolitie
    Limburg-Noord
    Zeben, P.D.J. van
    Hoofd van het Milieubijstandsteam
    Zllner, F.P.
    Teamcommandant van het arrestatieteam van de regiopolitie
    Utrecht

    inhoudsopgave en zoeken

    Bijlage V – 11.3 Inventarisatie van opsporingsmethoden in Duitsland

    11.3 Inventarisatie van opsporingsmethoden in
    Duitsland

    11.3.1 De georganiseerde misdaad in Duitsland

    lees meer

    Bijlage V – XTC I

    XTC I

    Hof Amsterdam, 9 juni 1994, NJ 1994, 709 en HR 27 juni 1995, NJ
    1995, 751 (DD 25 (1995) 10 (dec) nr. 95.428) (zie ook NJ 1994, 710
    (XTC II))
    (Artt. 36e Sr en 125f Sv)
    Samenvatting van de gevoerde verweren voor het hof:
    Overkoepelend wordt gesteld dat openbaar ministerie niet
    ontvankelijk dient te worden verklaard, onderscheidelijk dat het
    bewijs onrechtmatig is verkregen, op gronden dat de officier van
    justitie misbruik van het procesrecht heeft gemaakt (3:13 en 3:15
    BW), door:

    lees meer

    Bijlage V – Inlichtingen PTT

    Inlichtingen PTT

    HR 8 november 1994, (nr. 97.639) NJB 27 januari 1995, nr. 15 p.
    54-55
    (Artt. 11 lid 3 Wet Persoonsregistratie en 6 en 8 EVRM)
    1. Het verstrekken van inlichtingen over telefoonnummers en
    tenaamstellingen van telefoonaansluitingen valt niet onder bereik
    van art. 125f (oud) Sv en levert een inbreuk op de privacy (art 8
    EVRM). Hoge Raad:

    lees meer

    Bijlage V – 3.3 Juridische grondslag

    3.3 Juridische grondslag

    3.3.1 Observatie algemeen

    De meeste van de hiervoren genoemde vormen van observatie hebben
    geen uitdrukkelijke wettelijke grondslag: het observeren en volgen,
    het gebruik van plaatsbepalingsapparatuur, het maken van foto- en
    video-opnamen en het (al dan niet met toestemming van een van de
    gesprekspartners) afluisteren met behulp van technische middelen
    zijn niet geregeld. Discussie of slechts gedeeltelijke regeling
    bestaat ten aanzien van het scannen van mobiel telefoon- en
    semafoonverkeer, de postvang en de inkijkoperaties. Wel wettelijk
    geregeld is het aftappen van gegevensverkeer dat wordt gevoerd via
    de telecommunicatie-infrastructuur: het tappen (en het scannen)
    daarvan wordt bestreken door artikel 125g Sv. De wettelijke
    grondslag voor de inzage in computerbestanden is te vinden in de
    artikelen 125i t/m 125n Sv (Wet computercriminaliteit). In de
    Nederlandse rechtspraak is de meeste aandacht uitgegaan naar de
    toelaatbaarheid van observatiemethoden met het oog op artikel 8
    EVRM dat de persoonlijke levenssfeer beschermt. Het observeren
    (schaduwen) van personen kan niet zonder meer worden beschouwd als
    een inbreuk op de privacy. Of daarvan sprake is hangt af van de
    concrete omstandigheden van het geval.

    lees meer

    << oudere artikelen