Overige trajecten – BedreigingenJanuary 1, 1999
6.7. BEDREIGINGEN
6.7.0. Inleiding
Na het opheffen van het IRT in december 1993 was te voorzien dat er moeilijkheden zouden kunnen ontstaan met informanten. Eén informant, de zgn. ‘IRT-groei-informant’, had voor een criminele groepering de taak om de import van drugs te realiseren. Door het opheffen van het IRT met daaraan gekoppeld het niet meer op relatief eenvoudige wijze kunnen binnenhalen van containers waarin drugs waren verborgen, zou binnen het criminele milieu zijn dubbelrol snel duidelijk kunnen worden.
lees meer
Overige trajecten – Ambtelijke IntegriteitJanuary 1, 1999
6.8. AMBTELIJKE INTEGRITEIT
6.8.0. Inleiding
In de administratie van de RCID Kennemerland zijn CID-informatierapporten aangetroffen waaruit zou kunnen blijken dat voorafgaande aan de grootschalige toepassing van de Deltamethode althans één van de informanten/infiltranten kon beschikken over (een) corrupte douaneambtena(a)r(en). Deze ambtena(a)r(en) zou(den) behulpzaam geweest kunnen zijn bij het binnenbrengen van niet gecontroleerde partijen verdovende middelen.
Om de Deltamethode goed te laten verlopen was de medewerking noodzakelijk van de douane, die op verzoek van de politie de containers, waarin drugs verborgen zaten, niet controleerde.
lees meer
Container-trajecten – De uitvoering van de methode door RCID KennemerlandJanuary 1, 1999
5.2. De uitvoering van de methode door RCID Kennemerland
Begin 1994 onderzocht de commissie Wierenga de methode die toen de ‘gewraakte IRTmethode’ werd genoemd. De commissie moest op zeer korte termijn rapporteren (zes weken) en besteedde veel aandacht aan de gezags- en beheersproblemen in het ressort Amsterdam. Een aantal direct betrokken uitvoerenden bij de methode werd door de commissie niet gehoord. Bovendien is door anderen die, tenminste tot op zekere hoogte, bekend waren met de uitvoering van de methode, daarover niet volledig verklaard. Andere betrokkenen waren kennelijk niet op de hoogte van bepaalde elementaire aspecten van de methode:
Het ‘bypass’-principe, waarbij de drugs fysiek in handen van de politie kwamen, om daarna in handen van de criminele organisatie te worden gesteld; De onvolledige controle in de ‘politieloods’, die geen garanties bood voor het niet op de markt komen van andere illegale goederen;
lees meer
Financiën – InleidingJanuary 1, 1999
7. FINANCIEN
7.0. Inleiding
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de financiën die betrekking hebben op door de CID Haarlem/RCID Kennemerland ontwikkelde activiteiten.
In het eerste gedeelte worden de zogenaamde formele geldstromen aangeduid. Achtereenvolgens passeren de revue de inkomsten die dienden ter dekking van exploitatiekosten algemeen in paragraaf 7.1 en inkomsten die dienden ter dekking van exploitatiekosten inzake opsporingsonderzoeken, nader onderscheiden in ‘BOP’-gelden, vermeld in paragraaf 7.2 en ‘Regeling tip-, toon- en voorkoopgelden’, in paragraaf 7.3.
lees meer
Container-trajecten – AlgemeenJanuary 1, 1999
5.3. CONTAINER-TRAJECTEN (algemeen)
De basis van deze paragraaf wordt gevormd door onderliggende dossiers die per containerzending werden samengesteld en waarin alle relevante gegevens zijn opgeslagen. Deze dossiers konden niet worden opgenomen in dit rapport omdat vermelding van tijdstippen, hoeveelheden drugs, soort deklading, personen en adressen onnodige gevaarzetting met zich mee kan brengen.
lees meer
Financiën – Formele financieringJanuary 1, 1999
7.1. Formele financiering
Bij de aanvang van het onderzoek naar de financiering van de activiteiten van de RCID Kennemerland, zoals in dit rapport in voorgaande hoofdstukken beschreven, is uitgegaan van twee mogelijke geldstromen, te weten de formele en de informele geldstromen. Uitgangspunt daarbij was dat inzicht verkregen diende te worden in de belangrijkste binnenkomende formele geldstromen van de gemeentepolitie Haarlem/regiokorps Kennemerland, alvorens een uitspraak zou kunnen worden gedaan over mogelijke informele geldstromen.
Op basis van inzicht in de omvang van de belangrijkste binnenkomende formele geldstromen, zoals ook aangegeven in de diverse financiële verantwoordingen van de gemeentepolitie Haarlem/regiokorps Kennemerland, is getracht vast te stellen welke gelden daarvan zijn aangewend ten behoeve van de CID Haarlem/RCID Kennemerland.
lees meer
Container-trajecten – Containers DordrechtJanuary 1, 1999
5.3.2. CONTAINERS DORDRECHT
5.3.2.1. Beschrijving
Tijdens het onderzoek naar de door de RCID Kennemerland gehanteerde methode van gecontroleerde af- en doorlevering van verdovende middelen, werd bekend dat deze methode in 1991/1992 ook door de RCID Dordrecht zou zijn gehanteerd. Vanuit de wens te bezien in welke mate de door de RCID Kennemerland toegepaste methode uniek was en eigenstandig werd ontwikkeld, werd besloten het Dordtse traject te beschouwen. In dit traject werd een totale hoeveelheid van tussen de 15250 en 15750 kg soft drugs uit drie containers ongemoeid gelaten terwijl er een hoeveelheid van tussen de 1000 en 1500 kg werd geveegd. De drugs kwamen in handen van de criminele organisatie. Op het moment dat de criminelen letterlijk de hand legden op de 1100 kg cocaïne uit de vierde container, werd ingegrepen. Een grote groep verdachten, waaronder de hoofdverdachte en enige Colombianen, werd aangehouden en de cocaïne werd inbeslaggenomen.
lees meer
Financiën – BOP regelingJanuary 1, 1999
Financiën – BOP regeling
7.2. BOP regeling
In het kader van de formele geldstromen, die mogelijk kunnen zijn aangewend binnen de CID Haarlem/ RCID Kennemerland, is onderzoek gedaan naar de door het gemeentepolitie Haarlem/regiopolitie Kennemerland ingediende BOP-aanvragen (regeling Bijzondere Opsporingskosten Politie 1989) in het ressort Amsterdam. Hiertoe is overleg gevoerd met Helsdingen, commissaris van politie en Opdam, beiden werkzaam bij het parket PG te Amsterdam.
Onderzocht zijn de via hen beschikbaar gestelde overzichten van de verstrekte BOP gelden binnen het ressort Amsterdam over de periode 1989 tot en met 1995. Soortgelijke overzichten zijn ook ontvangen van de Directie Politie van het ministerie van justitie.
Tevens is de toepassing van de ter zake relevante regelgeving beoordeeld.
7.2.1. Bevindingen
Met betrekking tot de toepassing van de regelgeving kan worden geconcludeerd dat:
* in de meeste gevallen waarin een BOP-toekenning is gedaan aan het gemeentepolitie Haarlem/regiopolitie Kennemerland niet is voldaan aan de ressortelijke gedragslijn BOP aanvragen 1991, hetgeen betekent dat vaak geen tussentijdse rapportages werden vervaardigd terwijl afrekeningen nog al eens zeer laat werden ingediend;
* de dossiers van het parket PG niet in alle gevallen volledig waren;
* in sommige gevallen geen convenant aanwezig was en
* er in strijd met de regelgeving met BOP-gelden diverse investeringsgoederenzijn aangeschaft, waarvan op generlei wijze door het parket PG te Amsterdam een registratie werd bijgehouden. Het parket heeft niet nagegaan of dergelijke investeringen op een adequate wijze in de korpsadministratie werden verantwoord, noch heeft zij hiervoor regelingen getroffen.
Met betrekking tot eventuele financieringen kan worden geconcludeerd dat:
* (voor zover kon worden opgemaakt uit de door het parket PG en het ministerie van justitie verstrekte ressortelijke gegevens) waarschijnlijk geen gelden vanuit de BOP-budgetten zijn gebruikt in het kader van de onderzochte informele activiteiten van de CID Haarlem/ RCID Kennemerland en
* dat alle door het parket PG te Amsterdam uitbetaalde BOP-gelden zijn verantwoord in de financiële administratie van het korps Haarlem/ Kennemerland.
Container-trajecten – Containers IRTJanuary 1, 1999
5.3.3. CONTAINERS IRT
5.3.3.1. Beschrijving
In deze paragraaf worden de zogenoemde IRT-containers besproken. Hier is sprake geweest van 19 zendingen die te relateren zijn aan IRT-onderzoeken. Bij twee zendingen werden twee containers gelijktijdig in de haven aangevoerd.
Totaal was hier sprake van invoer van 70.316 kg soft drugs, verdeeld over 16 containers/kranen. In de overige drie containers/kranen werden geen soft drugs aangetroffen. Tot deze selectie werd gekomen op grond van gegevens in CID-informatierapporten van Kennemerland en de administratie van het IRT, vermelding op een door Langendoen vervaardigde lijst met 32 containers en verklaringen van o.a. Langendoen, Lith, Wortel en Teeven.
lees meer
Financiën – ‘Regeling tip-, toon- en voorkoopgelden’ en overige uitkeringen/batenJanuary 1, 1999
7.3. ‘Regeling tip-, toon- en voorkoopgelden’ en overige uitkeringen/baten
Voorts werd onderzoek gedaan naar de omvang en de verantwoording van gelden welke in het kader van de ‘Regeling tip-, toon- en voorkoopgelden’ of anderszins aan de CID Haarlem/RCID Kennemerland ter beschikking zijn gesteld.
In dat kader zijn overzichten beoordeeld welke werden ontvangen van het ministerie van justitie.
Bij het onderzoek werd tevens gebruik gemaakt van administratieve gegevens, ontvangen van de afdeling Financieel Economische Zaken (FEZ) van de regiopolitie Kennemerland. Vervolgens zijn het CID-kasboek en de bescheiden van de CID, zoals die aan het team ter beschikking zijn gesteld voorwerp van onderzoek geweest. De volledigheid van deze aangeleverde gegevens kon overigens niet worden beoordeeld.
Tenslotte is aandacht besteed aan enkele algemene kwaliteitseisen die van toepassing dienen te zijn op een financiële registratie.
lees meer
Container-trajecten – Containers RotterdamJanuary 1, 1999
5.3.4. CONTAINERS ROTTERDAM
5.3.4.1. Beschrijving
Bij de beschrijving van deze containers dient te worden opgemerkt dat betrekkelijk veel informatie over dit traject werd gekregen van een Rotterdamse CID-functionaris die in februari 1996 werd aangehouden op verdenking van corruptie. Deze functionaris is meerdere malen in het rijksrecherche-onderzoek gehoord. Hij onderhield de nodige contacten met Van Vondel en Langendoen ten behoeve van het Rotterdamse traject.
Door de RCID Kennemerland werd, in samenwerking met de RCID Rotterdam Rijnmond een traject gedraaid, waarbij met behulp van een informant tien containers met verdovende middelen na aankomst in de haven werden ‘geveegd’ dan wel gecontroleerd af- of doorgeleverd. De hiervoor gebruikte methode vertoonde op hoofdlijnen sterke overeenkomsten met die welke bij het Delta-onderzoek van het IRT waren gebruikt.
lees meer
Financiën – Overzichten investeringen LangendoenJanuary 1, 1999
7.4. Overzichten investeringen Langendoen
Het Fort-team kreeg de beschikking over door Langendoen opgemaakte overzichten met bij lagen waarop betalingen, investeringen en aanschaffingen zijn gemuteerd.
De overzichten zijn niet op alle onderdelen even duidelijk. Niet duidelijk is bijvoorbeeld of er naast vermelde investeringen nog andere gelden zijn ontvangen. Uit verklaringen kan worden opgemaakt dat naast de informant, waarop in deze overzichten mogelijk wordt geduid nog tenminste door één andere informant gelden aan de RCID ter beschikking zijn gesteld ten behoeve van CID operaties.
lees meer
Container-trajecten – Containers Gooi en VechtstreekJanuary 1, 1999
5.3.5. CONTAINERS GOOI EN VECHTSTREEK
5.3.5.1. Beschrijving
Door de RCID Gooi en Vechtstreek werd in het 1994 een onderzoek gedraaid, waarbij de RCID Kennemerland de informant/infiltrant aanleverde, die in dat traject verder door runners van Gooi en Vechtstreek werd overgenomen en gerund.
In dit onderzoek was sprake van één container met verdovende middelen. De bij het binnenbrengen van de container en afleveren van de daarin verborgen drugs gebruikte methode had sterke overeenkomsten met die, welke bij o.a. het Delta-onderzoek van het IRT was gebruikt.
lees meer
Container-trajecten – Containers KennemerlandJanuary 1, 1999
5.3.6. CONTAINERS KENNEMERLAND
5.3.6.1. Beschrijving
In eerdere paragrafen zijn de trajecten beschreven waarin de RICD Kennemerland heeft samengewerkt met andere politie diensten/regio’s.
Uit het door het Fort-team ingestelde onderzoek is gebleken dat de RCID Kennemerland betrokken is geweest bij de invoer van containers, waarvan het niet duidelijk is geworden ten behoeve van welke andere politiedienst of regio dit gebeurde.
Bij de invoer van deze containers, in totaal 13 stuks, heeft het vermoeden bestaan dat deze containers verdovende middelen zouden bevatten. In vijf gevallen bleek achteraf dat bij controle van deze containers geen verdovende middelen werden aangetroffen.
lees meer
Overige trajecten – InleidingJanuary 1, 1999
HOOFDSTUK VI
6. OVERIGE TRAJECTEN
6.0 Inleiding
Naast de hiervoor in hoofdstuk V beschreven containertrajecten, verdient een aantal andere operationele CID-activiteiten bijzondere aandacht. In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens de volgende onderwerpen beschreven:
– het zogenoemde ‘saptraject’;
– sigarettentransporten naar het buitenland;
– XTC-transporten naar Engeland;
– cocaïne-trajecten;
– de opzet van C-laboratoria;
– liquidaties;
– bedreigingen en
– ambtelijke integriteit.
<< oudere artikelen nieuwere artikelen >>