In 2007 verscheen het boek Frontdienst, de BVD in de Koude Oorlog, geschreven door huishistoricus Dick Engelen. Engelen heeft als oud medewerker en historicus verschillende stukken in mogen zien. Dit zijn stukken die door de BVD, Binnenlandse Veiligheidsdienst, zijn opgesteld. Het feit dat een buitenstaander de stukken mag inzien roept de vraag op of deze stukken dan in principe openbaar zijn. Het lijkt een beetje op de exercitie van Cees Fasseur in het kader van de Greet Hofmans affaire. Fasseur schreef het boek Juliana & Bernhard waarbij hij gebruik maakte van het rapport van de Commisie-Beel. Dit rapport maakte hij openbaar als bijlage van het boek. Achter in het boek van Dick Engelen moet je tevergeefs zoeken naar de originele bronnen van de historicus. lees meer
Harrie Timmerman werkte als psycholoog en criminoloog voor de universiteit van Groningen. Hij beschrijft dat van zowel van de kant van de criminologie als vanuit de politie er in de jaren negentig behoefte was aan een samenwerking die er bij Timmerman toe leidde dat hij zes jaar vanuit de universiteit gedetacheerd werd bij de politie Groningen. Hij hield zich daar vooral bezig met Cold Cases, verhoortechnieken, in algemene zin moordonderzoeken en beleidsbepaling.
Tegendraads verhaalt vooral de blunders, de slechte onderzoeken en de belabberde organisatie van de politie. Door het ontbreken van de positieve of neutrale verhalen ontstaat de indruk dat een gemiddeld moordonderzoek in de politieregio Groningen een zooitje is. Het boek lijkt zich daardoor te diskwalificeren als een boek met alleen maar kritiek en dat is jammer. Timmerman beschrijft namelijk van binnenuit, maar ook als buitenstaander de organisatie en legt de vinger op de zere plek.
lees meer
In 2007 verscheen het boek Frontdienst, de BVD in de Koude Oorlog, geschreven door huishistoricus Dick Engelen. Engelen heeft als oud medewerker en historicus verschillende stukken in mogen zien. Dit zijn stukken die door de BVD, Binnenlandse Veiligheidsdienst, zijn opgesteld. Het feit dat een buitenstaander de stukken mag inzien roept de vraag op of deze stukken dan in principe openbaar zijn. Het lijkt een beetje op de exercitie van Cees Fasseur in het kader van de Greet Hofmans affaire. Fasseur schreef het boek Juliana & Bernhard waarbij hij gebruik maakte van het rapport van de Commisie-Beel. Dit rapport maakte hij openbaar als bijlage van het boek. Achter in het boek van Dick Engelen moet je tevergeefs zoeken naar de originele bronnen van de historicus.
Harrie Timmerman werkte als psycholoog en criminoloog voor de universiteit van Groningen. Hij beschrijft dat van zowel van de kant van de criminologie als vanuit de politie er in de jaren negentig behoefte was aan een samenwerking die er bij Timmerman toe leidde dat hij zes jaar vanuit de universiteit gedetacheerd werd bij de politie Groningen. Hij hield zich daar vooral bezig met Cold Cases, verhoortechnieken, in algemene zin moordonderzoeken en beleidsbepaling.
Tegendraads verhaalt vooral de blunders, de slechte onderzoeken en de belabberde organisatie van de politie. Door het ontbreken van de positieve of neutrale verhalen ontstaat de indruk dat een gemiddeld moordonderzoek in de politieregio Groningen een zooitje is. Het boek lijkt zich daardoor te diskwalificeren als een boek met alleen maar kritiek en dat is jammer. Timmerman beschrijft namelijk van binnenuit, maar ook als buitenstaander de organisatie en legt de vinger op de zere plek.
Op woensdag 3 september 2008 stelden de dames A. van Miltenburg en H. Neppérus van de VVD een drietal schriftelijke Kamervragen aan de minister-president over de contacten van staatssecretaris Bussemaker met de organisatie Jansen en Janssen. In deze open brief willen wij geen aandacht vragen over de contacten. Dat is een zaak van de staatssecretaris zelf. Ons gaat het om de inhoud van de eerste vraag. lees meer
Op woensdag 3 september 2008 stelden de dames A. van Miltenburg en H. Neppérus van de VVD een drietal schriftelijke Kamervragen aan de minister-president over de contacten van staatssecretaris Bussemaker met de organisatie Jansen en Janssen. In deze open brief willen wij geen aandacht vragen over de contacten. Dat is een zaak van de staatssecretaris zelf. Ons gaat het om de inhoud van de eerste vraag.
Mevr. de Vree schrijft in het NRC van 5 december 2007 dat ‘ons land écht vrijheid van meningsuiting kent’. Dhr. Philipse is het met haar eens. Hij plaatst daarbij wel een aantekening. Volgens hem onderschat de redactie van het NRC “de uitdaging die de aanwezigheid van bepaalde groepen moslimimmigranten stelt aan een open samenleving”. Maken mevr. De Vree en dhr. Philipse zich alleen druk over het voorgenomen film van dhr. Wilders en de twee foto’s van mevr. Hera omdat die een aanklacht zijn tegen de islam? Of maken zij zich echt hard voor het recht op de vrijheid van meningsuiting? En moet de overheid zich eigenlijk niet veel terughoudender opstellen?
lees meer
In het jaarlijkse rapport van de NGO Privacy International wordt Nederland afgeschilderd als een staat waar het met de privacy slecht is gesteld. Nederland staat onderaan hun ranglijst van privacyschendende staten. De plaats op de lijst is een gevolg van de stortvloed van genomen maatregelen die het niet zo nauw nemen met de bescherming van persoonlijke levenssfeer van Nederlandse burgers. Politici en opsporings, – en inlichtingendienstambtenaren zeggen dat het inleveren van onze privacy de prijs is die wij voor een veilige samenleving moeten betalen. Maar is wel dat zo?
‘Ik heb niets te verbergen, dus ik heb niets te vrezen’ roept de burger veelal bij de wet en regelgeving tegen terreur in breedste zin. Niemand verwacht in het profiel van een mogelijk crimineel of terrorismeverdachte te passen.
lees meer
Buro Jansen & Janssen heeft een infozine geschreven over de resultaten van haar onderzoek naar de uitvoeringspraktijk van de WUID. Het tijdschrift verschijnt gratis in een oplage van 100.000.
lees meer
Ruim 40.000 identiteitscontroles in 2005 en 2006 in Nederland
Niets te verbergen….
In de periode 2005 en 2006 heeft Buro Jansen & Janssen onderzoek gedaan naar de uitvoering van de Wet op de Uitgebreide Identificatieplicht (WUID). Tijdens het onderzoek zijn er verhalen van mensen verzameld, vragen in diverse gemeenteraden gesteld en is er met behulp van de Wet Openbaarheid van Bestuur informatie van politie en justitie boven tafel gehaald.
lees meer
In ons onderzoek hebben wij passief en actief verhalen van mensen verzameld. In totaal zijn dat er rond de 500 geworden en nog steeds bellen en schrijven mensen ons hun ervaringen. Is dit veel? In het licht van het aantal boetes dat in het kader van de Wet op de Uitgebreide Identificatieplicht wordt uitgeschreven, zo rond de 100.000, is 500 weinig. Wij kunnen dan ook geen harde conclusies trekken. De verhalen die in deze krant zijn opgenomen zijn exemplarisch voor de klachten die mensen bij ons hebben gemeld. In de loop van ons onderzoek kwamen wij tot de conclusie dat er wel veel mensen worden bekeurd, maar dat betrekkelijk weinig mensen klagen. Veel mensen weigeren wel hun boete te betalen en laten de zaak voor de rechter komen. Bij een dubbele bekeuring is het duidelijk dat er een overtreding is begaan waarvoor een burger wordt aangehouden. Op het moment dat je door rood licht fietst en wordt aangehouden is de kans groot dat je tegen twee boetes aanloopt als je geen legitimatie bij je hebt of wilt tonen. lees meer
Irene Michiels van Kessenich-Hoogendam blikt terug
Ruim vier jaar werkt oud–rechter Irene Michiels van Kessenich-Hoogendam nu als voorzitter van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. (CTIVD). Vanuit een strategisch gelegen kantoor, halverwege het Binnenhof en het hoofdkantoor van de AIVD, volgen de leden van de CTIVD de inlichtingendiensten op de voet. Irene Michiels wordt bijgestaan door historicus Cees Fasseur en oud hoofdcommissaris B. Lutken. Vijf juridische onderzoekers zorgen voor een inmiddels flinke stroom toezichtrapporten.
Deze zomer interviewden we Irene Michiels. Hoe kijkt zij terug op vier jaar toezicht op de inlichtingendiensten. Is zij tevreden, kan het beter, of moeten er dingen anders? Een blik in de keuken van het toezicht op de inlichtingendiensten.
lees meer
Irene Michiels van Kessenich-Hoogendam blikt terug.
Ruim vier jaar werkt oud–rechter Irene Michiels van Kessenich-Hoogendam nu als voorzitter van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. (CTIVD). Vanuit een strategisch gelegen kantoor, halverwege het Binnenhof en het hoofdkantoor van de AIVD, volgen de leden van de CTIVD de inlichtingendiensten op de voet. Irene Michiels wordt bijgestaan door historicus Cees Fasseur en oud hoofdcommissaris B. Lutken. Vijf juridische onderzoekers zorgen voor een inmiddels flinke stroom toezichtrapporten.
Deze zomer interviewden we Irene Michiels. Hoe kijkt zij terug op vier jaar toezicht op de inlichtingendiensten. Is zij tevreden, kan het beter, of moeten er dingen anders? Een blik in de keuken van het toezicht op de inlichtingendiensten.
Begin april verscheen een uitgebreid toezichtrapport van de CTIVD over het functioneren van de Contra Terrorisme Infobox. In deze CT-Infobox wordt door verschillende diensten informatie uitgewisseld over potentiële terroristen. Die informatie geldt als basis voor een advies aan één van de diensten om een bepaalde actie te ondernemen. De CT-Infobox kan ook adviseren een bepaalde persoon of netwerk te verstoren. Ook dat laatste onderdeel onderzocht de CTIVD.
In het toezichtrapport komt het wettelijk kader van de CT-Infobox aan bod, is gekeken naar de actuele stand van zaken, werd onderzocht hoe de opname van personen in de Infobox verloopt, hoe de adviezen tot stand komen en welke plannen er voor de toekomst zijn. Het gedeelte van het rapport over verstoren bespreken we in een apart artikel.
lees meer
In een ander artikel zijn we uitgebreid ingegaan op de CT-Infobox naar aanleiding van het toezichtrapport van de CTIVD, hier gaan we nader in het element verstoren.
Het verstoren van personen is één van de adviezen die de CT-Infobox kan geven op basis van de in de infobox aanwezige informatie. Het persoonsgericht verstoren houdt in dat iemand duidelijk zichtbaar extra gecontroleerd wordt door de politie. Activiteiten die worden verricht zijn onder meer het op gezette tijden surveilleren bij het woonadres van de persoon tegen wie een persoonsgerichte aanpak wordt ingezet, huisbezoek, het aanspreken van de ouders van de betrokkene, het aanspreken van zijn werkomgeving, het uitnodigen van betrokkene op het politiebureau enz.
lees meer