Effectieve rechtsmiddelen voor niet-EU-onderdanen in het Schengen Informatie Systeem
verschenen in NJCM-Bulletin, jrg. 34 (2009), nr. 1
Het Schengen Informatie Systeem (SIS) is het grootste persoonsgegevensbestand dat op dit moment, anno 2008, door de EU-lidstaten gezamenlijk wordt gebruikt. Het SIS is één van de maatregelen die op basis van de Schengen Uitvoeringsovereenkomst zijn genomen ter compensatie van de opheffing van de binnengrenscontroles. Hierin worden verschillende categorieën van gegevens geregistreerd, zoals personen wier uitlevering wordt verzocht of vermiste personen, maar ook gestolen objecten zoals voertuigen of reis- en identiteitsdocumenten. Op basis van een signalering in het SIS dienen de autoriteiten van de aangesloten Schengenstaten een bepaalde actie te ondernemen zodra ze de gezochte persoon of het object aantreffen: bijvoorbeeld uitlevering of onopvallende surveillance. Artikel 96 van de Schengen Uitvoeringsovereenkomst
(SUO) geeft staten de bevoegdheid om derdelanders (niet-EU-onderdanen) in het SIS te signaleren ‘ter weigering van toegang’. Sinds de start van het SIS, in 1995, betreft het grootste deel van alle signaleringen met betrekking tot personen deze laatste categorie. Een signalering in het SIS heeft voor de betrokken vreemdeling grote gevolgen: eenmaal gesignaleerd kan hem of haar gedurende ten minste drie jaar de toegang tot het hele Schengen-gebied worden geweigerd.2 Dit kan zowel de weigering aan de grens betekenen, als de afwijzing van een visumverzoek in het land van herkomst.