Op 14 mei 2008 werden Rizwaan Sabir, een 22 jarige student aan de University of Nottingham en zijn 30 jarige vriend, Hisham Yezza, die werkzaam is op service-afdeling van de universiteit door een anti-terreur-eenheid van de Engelse politie gearresteerd. Beide mannen worden verdacht van activiteiten die strafbaar zijn onder de Terrorism ACT van 2000. Een politieagent vertelde Dr. Nilsen, een wetenschappelijk medewerker aan de universiteit: “This would never have happened if the student had been white.”
In 2003 vond er een bijeenkomst van dierenrechten activisten in Amsterdam plaats. Tijdens de bijeenkomst werd ook veel actie gevoerd onder andere in Putten waar 49 activisten werden gearresteerd. In Putten werden nertsen bevrijd, maar kwam ook de buurt in opstand tegen de demonstranten. Er vonden tijdens het weekend er ook andere acties plaats. Olga werd onder weg naar een van die acties aangehouden. Zij schreef over de aanhouding van het busje onderweg naar de actie al eerder een stuk. ‘Een agent stapte uit en vroeg de chauffeur om de autopapieren. Na veel heen en weer geloop naar zijn auto kwam hij mededelen dat we moesten wachten op andere agenten. Hij werkte in een ander district. Toen die agenten arriveerden moesten we ons allemaal identificeren. Wij weigerden, aangezien er geen aanleiding voor was. Vervolgens deelde ze ons mee dat we aangehouden waren en mee moesten naar het politiebureau om onze identiteit vast te stellen. Mijn vingerafdrukken werden genomen en ik werd op de foto gezet. Vervolgens verbleef ik een nacht in de cel. Een leidinggevende van de politie noemde mij terrorist. De volgende dag werd ik op straat gezet zonder aanklacht.’
Wolfgang Kraushaar, de historicus die het standaard werk over de Rote Armee Fraktion heeft geschreven, wijdde in 2005 een boek aan de mislukte aanslag op het Joodse Gemeenschapshuis in West Berlijn. In augustus 1912 werd aan de Fasanenstrasse 79 in Berlijn een synagoge ingewijd. Deze synagoge brandde in de nacht van 9 op 10 november 1938, tijdens de Kristallnacht, volledig uit. Het duurde tot 27 september 1959 eer er op de ruines van de oude synagoge een nieuw centrum herrees. Het joodse gemeenschapshuis moest gaan dienen als ontmoetingsplaats tussen joodse en niet joodse inwoners van Berlijn. Op 10 november 1969 werd in de garderobe van het gemeenschapshuis een niet ontplofte bom gevonden. De dag ervoor vond de 31ste herdenking van de progrom van 9 november 1938 plaats. Politiek, politie en pers namen de mislukte aanslag hoog op, zeker gezien het tijdstip en de locatie. Al snel wezen alle aanwijzingen in de richting van de Tupamaros West-Berlin (TW), maar ook in de richting van de geheime dienst. Kraushaar fileert in zijn boek de mislukte aanslag op zeer grondige wijze. Alles komt ter sprake, al het bewijsmateriaal, getuigenverklaringen, verhoren en analyses passeren de revue. Het boek eindigt met een poging te laten zien dat antisemitisme niemand vreemd is, ook niet vermeende antifascisten en links radicalen. Toch kan Kraushaar een aantal vragen niet beantwoorden die eigenlijk essentieel zijn voor het begrijpen van de aanslag. lees meer