Ook vanuit kerken is er verzet tegen de Koppelingswet. De Raad van Kerken Nederland heeft een brief geschreven aan Minister Borst van Volksgezondheid.
De Raad van Kerken stelt onder andere: ‘Hoe men ook tegen de positie van illegalen en de pogingen hen van alle voorzieningen uit te sluiten aankijkt, voorop moet staan dat er minimumnormen van humaniteit zijn die een beschaafde samenleving moet waarborgen, en dat deze waarborgen zich tot ieder mens, ongeacht zijn of haar verblijfsstatus, moeten uitstrekken.’ In de brief wordt met name ingegaan op de dreigende uitsluiting van medische voorzieningen.
Het Haags Initiatief tegen Facisme en Discriminatie (HIFD) is één van de organisaties die het initiatief nam tot activiteiten tegen de Koppelingswet. Op 3 november 1995 schreef het HIFD een brief aan alle onderwijsstellingen in Den Haag, waarin kort en bondig werd uitgelegd wat de negatieve gevolgen van de Koppelingswet zullen zijn. De respons vanuit het onderwijs was groot. Veel onderwijsinstellingen schreven een protestbrief naar de wethouder van onderwijs.
Een interview met Marijke Bijl van het Haags Initiatief tegen Fascisme en Discriminatie (HIFD). Marijke is ook betrokken bij het Ondersteunings Komitee Illegale Arbeiders (OKIA) in Den Haag ze kent de positie van illegalen dus goed.
Op welke wijze werd het HIFD actief betrokken bij de Koppelingswet?
Met één oog zijwaarts hou je als anti-discriminatie vereniging de vreemdelingenwetgeving bij. Daar wil ik zo nog wel meer over zeggen. Toen we in het najaar van 1995 de koppelingswet doornamen, duurde het even voor we de consequenties onder woorden konden brengen.
Protesteren tegen de Koppelingswet is niet genoeg. Zoals je in deze krant kunt lezen is de uitsluiting al lange tijd aan de gang. Het is dan ook belangrijk om juist voorzieningen open te houden of weer open te breken. Daartoe zijn er al meerdere netwerkverbanden in Nederland. Een van die netwerken is het Solidariteits Netwerk voor Illegalen in Nederland.
Het SNIN bestaat uit zelfstandig werkende basisgroepen die ageren tegen het migratie-beleid en actief betrokken zijn bij het opbouwen van alternatieve collectieve voorzieningen voor illegalen en uitgeprocedeerden. De aangesloten groepen erkennen dat het uitwisselen van informatie belangrijk is. Dat kennis gedeelt kan worden en onderlinge ondersteuning van acties en activiteiten het protest tegen het migratiebeleid versterkt. Het SNIN is met andere woorden een communicatie- en ondersteuningsnetwerk.
Ik ben Ali. Ik ben gevlucht uit Iran en ben sinds zes jaar in Nederland. Ik heb mij al die tijd keurig gedragen, heb me gemeld bij de vreemde- lingendienst en zit al die jaren te wachten op mijn verblijfs- vergunning. Volgens Justitie ben ik geen vluchteling. Mijn vrouw, die tegelijk met mij naar Nederland kwam, is ook niet erkend als vluchteling. Onze kinderen dus ook niet.
Eind van het jaar moet het zover zijn. De langvoorbereide Koppelingswet moet dan eindelijk in werking treden. De wet is bedoeld om illegale buitenlanders uit te sluiten van gebruik van collectieve voorzieningen. In de praktijk komt het er op neer dat de controle op buitenlanders, die nu wordt uitgevoerd door de marechaussee, de (vreemdelingen)politie en de Inspectiedienst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ISZW) uitgebreid wordt tot administratieve instellingen. De praktische uitwerking vindt plaats met het Vreemdelingen Administratie Systeem (VAS).
De Koppelingswet houdt in, zo staat in de wet, dat “…elke aanspraak op overheidsvoorzieningen afhankelijk is van de verblijfsstatus.” Mensen zonder verblijfsvergunning (‘illegalen’ en vluchtelingen in de procedure) worden zo uitgesloten van collectieve voorzieningen, ontheffingen en vergunningen. Dit zijn onder andere het ziekenfonds, onderwijs, uitkeringen, bouwvergunning, hinderwetvergunning, enz..
Een uitzondering wordt gemaakt voor leerplichtige kinderen (tot 16 jaar), bij acute medische nood en juridische bijstand.
Sinds een aantal weken begint het verzet tegen het voorstel voor de Koppelingswet steeds grotere vormen aan te nemen. In verschillende steden zijn groepen aktief tegen het wetsvoorstel. Een aantal groepen, deels betrokken bij het SNIN, hebben diskussiebijeenkomsten georganiseerd.
De totstandkoming van een centraal register vreemdelingen
Uit: Migrantenrecht
De diskussie over de wijziging van de vreemdelingenwet eind vorige jaar heeft bijna geheel in het teken gestaan van de verscherpte maatregelen ten opzichte van asielzoekers. Een aantal andere wijzigingen zijn hierdoor bijna geheel aan de aandacht ontsnapt. Eén daarvan is de opname van artikel 48, een nieuw element in de Vreemdelingenwet, die het mogelijk maakt op grote schaal gegevens van buitenlanders te koppelen. Het doel van deze wijziging van de Vreemdelingenwet is de uitbreiding van het vreemdelingentoezicht naar de collectieve sector. Deze wijziging kan noch wel eens verregaande conse- quenties hebben voor de rechtspositie van migranten in Nederland. lees meer
De totstandkoming van een centraal register vreemdelingen
Uit: Migrantenrecht, oktober 1994, buro Jansen & Janssen
De diskussie over de wijziging van de vreemdelingenwet eind vorige jaar heeft bijna geheel in het teken gestaan van de verscherpte maatregelen ten opzichte van asielzoekers. Een aantal andere wijzigingen zijn hierdoor bijna geheel aan de aandacht ontsnapt. Eén daarvan is de opname van artikel 48, een nieuw element in de Vreemdelingenwet, die het mogelijk maakt op grote schaal gegevens van buitenlanders te koppelen. Het doel van deze wijziging van de Vreemdelingenwet is de uitbreiding van het vreemdelingentoezicht naar de collectieve sector. Deze wijziging kan noch wel eens verregaande conse- quenties hebben voor de rechtspositie van migranten in Nederland.