Het bedgeheimApril 1, 1993
Een liefdevolle infiltratie en lessen tegen te grote paranoia
Uit: NN, buro Jansen & Janssen, 1993.
Vorig jaar had de linkse scene in het Duitse Tübingen te maken met infiltratie. Twee mannelijke agenten verwierven zich op traditionele en tamelijk voorspelbare wijze een belangrijke positie binnen de linkse subcultuur. De heren werden niet verdacht, en geen onderzoeksgroep was aan hun ontmaskering te pas gekomen – een van de spionnen gaf zichzelf bloot. De spion nam daarmee niet een ideologisch gefundeerde beslissing: hij was niet bekeerd maar had een scene-meisje zwanger gemaakt die op haar beurt had besloten het kind te laten komen. De opdrachtgevers van de jonge vader, het Landes Kriminalamt van Baden-Württemberg, waren van mening dat een grens was overschreden. Zij trokken hun agenten terug.
Niet zozeer vanwege de pikante details is deze gebeurtenis de moeite waard om verder te vertellen. Het Tübinger verhaal is belangrijk omdat de scene erin geslaagd is de infiltratie politiek uit te buiten, en ervoor gezorgd heeft dat de aanvaardbaarheid van politieke infiltratie gedurende lange tijd onderwerp van diskussie is geweest. Van kroeg tot parlement heeft de affaire verhitte debatten opgeleverd. Door een reconstructie van de wijze waarop de twee agenten in de scene konden doordringen te publiceren konden bovendien ook in andere steden infiltranten ontmaskerd worden. De Kriminalamten kunnen tenslotte niet voor elke in te zetten agent een nieuw verhaal verzinnen. Hier dus ook een korte reconstructie; in Interim no 223 staat het complete verhaal, met foto’s.
lees meer
Het bedgeheimApril 1, 1993 - bron: Buro Jansen & Janssen
Een liefdevolle infiltratie en lessen tegen te grote paranoia
In 1992 had de linkse scene in het Duitse Tübingen te maken met infiltratie. Twee mannelijke agenten verwierven zich op traditionele en tamelijk voorspelbare wijze een belangrijke positie binnen de linkse subcultuur. De heren werden niet verdacht, en geen onderzoeksgroep was aan hun ontmaskering te pas gekomen – een van de spionnen gaf zichzelf bloot. De spion nam daarmee niet een ideologisch gefundeerde beslissing: hij was niet bekeerd maar had een scene-meisje zwanger gemaakt die op haar beurt had besloten het kind te laten komen. De opdrachtgevers van de jonge vader, het Landes Kriminalamt van Baden-Württemberg, waren van mening dat een grens was overschreden. Zij trokken hun agenten terug. lees meer
Tilly en RuudApril 1, 1990 - bron: Regenjassendemokratie
Eind april 1990 werd Ruud van Aaken, toen nog vijfdejaarsstudent plantenveredeling aan de Landbouwuniversiteit Wageningen, thuis bezocht door een man en een vrouw die zeiden van de BVD te zijn. Ze waren uit op een nader gesprek met Ruud, die uit nieuwsgierigheid op de uitnodiging inging, maar voor de zekerheid besloot de gesprekken op een bandje vast te leggen. Op 1 en 8 mei 1990 vonden in verschillende horeka-gelegenheden in de omgeving van Wageningen twee gesprekken plaats met Tilly Roodduyn van de BVD en Richard Mulder van de PID in Wageningen.
Hieronder publiceren wij de letterlijke weergave van het eerste gesprek, dat ruim drie kwartier duurde. lees meer
Inleiding RegenjassendemokratieApril 1, 1990 - bron: Regenjassendemokratie
“Het komt maar heel zelden voor dat mensen ons medewerking weigeren
en nòg minder vaak dat mensen daarmee in de openbaarheid treden.”
dat zei BVD-topman P. Keller juli 1990 in Wageningen
op triomfantelijke toon tegen NOS-Pauline Broekema. lees meer
“Neem die stap nou”April 1, 1990 - bron: Regenjassendemokratie
Hoofdstuk 1, Regenjassendemokratie
Ervaringen met de BVD
In april 1990 werd in Wageningen Ruud van Aken benaderd door Tilly Roodduyn van de BVD en Richard Mulder van de PID. In twee lange gesprekken probeerde de BVD hem over te halen voor hen te gaan werken. Hij zou eerst wat meer gezichtsbekendheid moeten krijgen, om vervolgens voor langere tijd ingezet te kunnen worden. Hij zou dan naar vergaderingen van radikale aktievoerders moeten gaan, om informatie en inschattingen door te geven. Als voorbeeld werden Shell-slangensnijders genoemd, maar het eigenlijke doel bleek de Ziedende Bintjes te zijn. Deze aktiegroep ploegde gewapend met spade en knipschaar in augustus 1989 een proefveldje genetisch gemanipuleerde aardappelplantjes om uit protest tegen steeds verdergaande bio-genetisch onderzoek. lees meer
“Hoe komt u aan die informanten?”April 1, 1990 - bron: Regenjassendemokratie
Hoofdstuk 2, Regenjassendemokratie
Voormalig BVD-chef de Haan: “Wij wenden ons tot mensen in die groep van wie wij weten dat zij toch al wat wankelmoedig zijn, dat zij weliswaar lid van zo’n organisatie zijn geworden, maar dat zij toch niet ten diepste overtuigd zijn dat zij in die organisatie ook een goed belang dienen. Wij proberen dan ook niet de ‘hardliners’ te bewegen voor ons te gaan werken, die doen dat natuurlijk toch niet, die zeggen al bij voorbaat: Nee.” (NRC, 22 december 1984). lees meer
Wat de BVD wil weten.April 1, 1990 - bron: Regenjassendemokratie
Hoofstuk 3 Regenjassendemokratie
Legendarisch is het verhaal over de Amsterdamse kraakboekwinkel het Fort van Sjakoo, waar jarenlang iedere week een wat muizig heerschap schichtig alle schappen afging voor het nieuwste radikale drukwerk. Zijn onopvallendheid begon zo op te vallen dat de winkel besloot voor het gemak voortaan maar een pakketje voor hem samen te stellen en klaar te leggen. Met een bonnetje erbij.
lees meer
Demokratische controleApril 1, 1990 - bron: Regenjassendemokratie
Hoofdstuk4 Regenjassendemokratie
Laten we, in dit hoofdstuk, voor het gemak aannemen dat we in een demokratische rechtsstaat leven, en dat dus de politieke verantwoordelijkheid voor het doen en laten van overheidsdiensten bij de minister ligt. De minister legt verantwoording af aan de door het volk gekozen leden van de Tweede Kamer, die een kontrolerende funktie hebben en de minister desnoods kunnen wegsturen. lees meer
De BVD rukt op.April 1, 1990 - bron: Regenjassendemokratie
Hoofdstuk 5 Regenjassendemokratie
De BVD heeft heel nadrukkelijk geen opsporingsbevoegdheden. Na de oorlog lag de herinnering aan de Gestapo, de politieke politie van de Duitsers nog te vers in het geheugen. Formeel wordt in de wet dan ook nog steeds vastgehouden aan de radikale scheiding tussen inlichtingenwerk en opsporingsdoeleinden.
Het werk van de BVD is niet gebonden aan het Wetboek van Strafvordering. Dat houdt onder meer in dat een BVD-er ongewapend is en nooit iemand mag aanhouden. Maar het betekent ook dat het door niemand te controleren is hoe de BVD aan haar informatie komt. Omdat er geen regels zijn waar de Dienst zich aan hoeft te houden én omdat de BVD formeel geen opsporingswerk doet, is er bijna nooit aanleiding tot rechterlijke toetsing. De enkele keren dat het wel zover komt dat een BVD-er ter verantwoording wordt geroepen door een rechter, beroept hij zich altijd op de noodzaak tot geheimhouding om te voorkomen dat er teveel bekend zou worden over de werkwijze van de Dienst. BVD-informatie als bewijsmateriaal is in Nederland dan ook zeer omstreden. lees meer
Overzicht benaderingenApril 1, 1990 - bron: Regenjassendemokratie
Bijlage bij Regenjassendemokratie
In dit chronologische overzicht van benaderingen binnen ‘de beweging’ zijn de 58 benaderingen opgenomen die ons bekend zijn over de afgelopen 3 jaar. Voor zover de gevallen nog niet eerder waren gepubliceerd, hebben we als dat mogelijk was iedereen toestemming gevraagd voor deze publikatie. Mensen die elders in de brochure ook genoemd worden, zijn hieronder met dezelfde schuilnaam opgenomen.
Infiltranten die ontmaskerd zijn, waren al eerder met hun echte naam in de publiciteit, dat hebben we zo gelaten. Benaderingsgevallen de die uitsluitend in dit overzicht voorkomen hebben geen naam. Als in deze lijst BVD-ers en PID-ers bij naam genoemd worden, zijn dat de namen waarmee zij zich zelf voorstelden. lees meer
Hoe om te gaan met ontmaskering.April 1, 1990 - bron: Regenjassendemokratie
Bijlage bij Regenjassendemokratie
De ontmaskering van iemand die langere tijd voor de politie of de BVD heeft gewerkt is een pijnlijke geschiedenis. Aangezien het praktisch onmogelijk is de beweging of wat daar voor door gaat kontinu te scannen op mogelijke infiltranten, komen de meeste mollen vanzelf naar boven. Omdat ze het niet meer uithouden, wat het gevolg kan zijn door wantrouwen van de omgeving. Vaak zijn er achteraf gezien onbegrepen ‘seintjes’ van de infiltrant geweest, waarmee hij heeft aangegeven dat er iets aan de hand was. lees meer
Tips: de benadering.April 1, 1990 - bron: Regenjassendemokratie
Bijlage bij Regenjassendemokratie
Het beste advies: zeg meteen dat je niets met de BVD te maken wilt hebben.
Helaas blijkt dat de meeste benaderde mensen uit een mengeling van tijdelijke beduusdheid en nieuwsgierigheid de BVD-er niet onmiddellijk de deur uitzetten. Daarom toch een aantal tips.
lees meer
De Tragiek van een Geheime Dienst, een beschouwingJanuary 1, 1990
“De BVD verzamelt geen gegevens om daar
vervolgens niets mee te doen.”
Uit: De Groene Amsterdammer, buro Jansen & Jansen, 1990.
“Mijn kontaktpersoon schreef altijd tijdens onze gesprekken dingen op. Namen van mensen. Wanneer er onbekende mensen op vergaderingen zijn moet ik die beschrijven. Groot, klein, brildragend, lang, kort haar, leren jekkie aan, dat vragen ze wel ja. Een half jaar geleden hebben ze me foto’s laten zien, van uhh, Groningen of daar bekenden bij waren. Het was een groot fotoboek. Er zaten allemaal foto’s in. Van die, ja zegmaar zes bij vijf, van die, uuh, geen politiefoto’s laat ik het zo zeggen, maar gewone foto’s. Gewoon op straat. Mensen die het niet in de gaten hadden. Ik vermoed van lui die bij Wolters Noordhoff naar binnen zijn gegaan, zo te zien. Het waren allemaal dezelfde soort foto’s. In totaal denk ik zo’n honderd foto’s, allemaal zwart-wit. Het waren foto’s die allemaal vanuit dezelfde positie waren, van hoog naar laat. Ik denk vanuit een gebouw. Dat boek hebben we samen een keer rustig doorgekeken. Eerlijk, ik kende er niemand van. De foto’s waren genummerd, allemaal. En achterin lat een groot vel met nummers en daar zaten namen bij. Waarschijnlijk meer dan honderd namen.”
lees meer
De Tragiek van een Geheime Dienst, een beschouwingJanuary 1, 1990 - bron: Eveline Lubbers
“De BVD verzamelt geen gegevens om daar
vervolgens niets mee te doen.”
De Groene Amsterdammer
“Mijn kontaktpersoon schreef altijd tijdens onze gesprekken dingen op. Namen van mensen. Wanneer er onbekende mensen op vergaderingen zijn moet ik die beschrijven. Groot, klein, brildragend, lang, kort haar, leren jekkie aan, dat vragen ze wel ja. Een half jaar geleden hebben ze me foto’s laten zien, van uhh, Groningen of daar bekenden bij waren. Het was een groot fotoboek. Er zaten allemaal foto’s in. Van die, ja zegmaar zes bij vijf, van die, uuh, geen politiefoto’s laat ik het zo zeggen, maar gewone foto’s. Gewoon op straat. Mensen die het niet in de gaten hadden. Ik vermoed van lui die bij Wolters Noordhoff naar binnen zijn gegaan, zo te zien. Het waren allemaal dezelfde soort foto’s. In totaal denk ik zo’n honderd foto’s, allemaal zwart-wit. Het waren foto’s die allemaal vanuit dezelfde positie waren, van hoog naar laat. Ik denk vanuit een gebouw. Dat boek hebben we samen een keer rustig doorgekeken. Eerlijk, ik kende er niemand van. De foto’s waren genummerd, allemaal. En achterin lat een groot vel met nummers en daar zaten namen bij. Waarschijnlijk meer dan honderd namen.” lees meer
nieuwere artikelen >>