Paria’s van de stad. Nieuwe marginaliteit in tijden van neoliberalisme.December 7, 2012
De Franse socioloog Loïc Wacquant heeft enkele boeken geschreven over het ontstaan van getto’s en het neoliberale overheidsbeleid in de Westerse staten, die het ontstaan van deze gebieden eerder zou bevorderen dan tegengaan. Enkele van deze boeken zijn in het Nederlands vertaald bij uitgeverij EPO. Het boek dat enige maanden geleden bij deze uitgeverij verscheen is ‘Paria’s van de stad’.
Het boek maakt deel uit van een trilogie, waarin de relaties tussen transformaties van de sociale klassen, etno-raciale scheiding en de gewijzigde functies van de staat in het huidige neoliberalisme nader worden onderzocht. Je kunt die drie componenten zien als deel van een soort driehoek, waarin de wederkerige relatie tussen klasse en segregatie op grond van raciale en andere onderscheidingen de basis vormen van de driehoek en de staat de top. Het boek dat ik hier bespreek- Paria’s van de stad- nieuwe marginaliteit in tijden van neoliberalisme verkent de basis: het bekijkt de samenhang tussen raciaal onderscheid en klasse in de moderne metropolen die gespleten zijn in wijken van de gegoeden en wijken van mensen die sociaal uitgesloten zijn. Die samenhang wordt geanalyseerd aan de hand van een vergelijking tussen de ineenstorting van het traditionele Amerikaanse getto en het ontstaan van het hypergetto en de langzame desintegratie van de arbeiderswijken in West-Europese steden die op gang gekomen is na de teloorgang van de traditionele industrieën uit het Fordistische tijdperk.
Een tweede deel van de trilogie, ‘straf de armen’ onderzoekt in de driehoek de samenhang tussen sociale klasse en staat, zowel op sociaal als penitentiair vlak, waarbij wordt aangetoond dat het gevangenisbeleid dient als vervanging van de afgebroken welvaartsstaat. De economisch overbodigen in de samenleving worden gedeeltelijk onschadelijk gemaakt door hen op te sluiten. Daarbij spelen raciale elementen een duidelijke rol, tot uiting komend in de oververtegenwoordiging van migranten en afro-Amerikanen in de gevangenissen. Dit is een belangrijke nieuwe functie van de neoliberale staat: de nieuwe armoedepolitiek die gebruik maakt van een disciplinerend bijstandsbeleid enerzijds en een neutraliserende gevangenis anderzijds. We kunnen sociaal en penitentiair beleid – de politiek van workfare en prisonfare- met elkaar verbinden en we moeten ze beschouwen als twee varianten van het nieuwe armoedebeleid, dat in werkelijkheid gebaseerd op een uitbuitingspolitiek. Het gaat om het beschikbaar zijn van goedkope arbeidskrachten op de geflexibiliseerde arbeidsmarkt en de controle en disciplinering van de mensen, die economisch gezien overbodig zijn geworden. Het tegelijk toepassen van een voorwaardelijk bijstand systeem (workfare) en een uitgebreid detentiebeleid (prisonfare) dienen eenzelfde doel, namelijk het tot stand brengen, handhaven en verder ontwikkelen van de neoliberale strafstaat. Wacquant moet dan ook niets hebben van de stelling, dat in het tijdperk van het neoliberalisme met zijn privatiseringen de staat zich meer zou terugtrekken uit de samenleving en meer zou overlaten aan het marktmechanisme. Het is juist de invloed van het overheidsbeleid die geleid heeft tot het ontstaan van relegatiezones. (relegatie is een ander woord voor sociale uitsluiting). Dit overheidsbeleid is naast economische en sociale ontwikkelingen een van de belangrijkste verklarende factoren voor het ontstaan van die zones. Armoede, werkloosheid, relegatiezones zijn het gevolg van politieke keuzen.
Het derde deel van de trilogie ‘Deadley Symbiosis, Race and the rise of the penal state ontleedt het verhaal tussen staat en ras: het toont aan hoe etno-raciaal onderscheid leidt tot het uiteenvallen van de groepen op de onderste treden van de maatschappelijke statusladder en hoe dit onderscheid de ontplooiing van de strafstaat vergemakkelijkt.
onderklasse
Bij zijn kritiek op de pseudowetenschappelijke prietpraat zet Wacquant zich af tegen de scheppers van het concept ‘onderklasse’, die volgens Wacquant helemaal niet bestaat. Het is hooguit een statistische categorie, maar geen sociale klasse. Wacquant citeert een onderzoeker in Zuid-Amerika, Alejandro Portes, die schreef dat de grote fout van veel onderklasse theorieën over sloppenwijken is dat ze van sociologische omstandigheden psychologische kenmerken maken en dat ze de slechte eigenschappen van de daders aan de slachtoffers toeschrijven. In de thematiek van de onderklasse wordt sterk de nadruk gelegd op de veronderstelde – tot criminaliteit leidende -gedragsstoornissen en culturele afwijkingen van de bewoners, en te weinig aandacht besteed aan de historisch gegroeide structuren van rassensegmentatie, klassenongelijkheid en de gevolgen van overheidsinteractie, die de klassenongelijkheid beïnvloeden en versterken en over de ruimte van de stad verspreiden. Daarmee blijft verborgen dat politieke besluitvorming leidt tot het ontstaan en voortbestaan van relegatiezones in de metropolen en dat de stigmatisering van de bewoners van die gebieden wordt versterkt. Wacquant voert in zijn analyses een overvloed van bewijzen aan dat het niet de opkomst van een zichzelf vernietigende onderklasse is, maar vooral in Amerika het overheidsbeleid van opzettelijke verwaarlozing op het gebied van huisvesting, sociale zekerheid en onderwijs die de beste verklaring biedt voor de toenemende armoede en de grotere uitsluiting in de geracialiseerde kernen van de Amerikaanse metropool en in mindere mate in de relegatie zones van de West-Europese metropolen.
arbeidsmarkt
Een van de vele factoren die tot het ontstaan van moderne relegatiezones in Amerika en Europa geleid hebben is de ontwikkeling op de arbeidsmarkt. In de jaren zeventig en begin jaren tachtig van de vorige eeuw verdwenen ook in Nederland de traditionele industrieën, zoals de textielindustrie, de leerindustrie, de scheepsbouw en andere sectoren in de metaalindustrie. In deze industrieën konden geschoolde arbeiders en later migranten hun emplooi vinden en ze hadden vaste banen waarbij ze –als ze dat wilden- soms konden doorstromen naar middenkaderfuncties. De mensen met die middenkaderfuncties en de arbeiders woonden door elkaar in grote stadswijken waar de meeste mensen werk hadden. Kenmerk van deze periode is ook, dat de lagere klasse meeprofiteerde van de toenemende welvaart door hogere lonen en betere behuizing en doorstroommogelijkheden. Het neoliberale beleid van privatiseringen en bezuinigingen op de sociale zekerheid, de gezondheidszorg en het onderwijs, de grotere marktwerking en het ontstaan van de dienstensector hebben tot een nieuwe situatie geleid. Er is een flexibilisering van de arbeid opgetreden met een toename van deeltijdarbeid, tijdelijke contracten en slechtere arbeidsvoorwaarden. Aan die nieuwe banen kan vaak geen bestaanszekerheid worden ontleend. Wacquant spreekt in dit verband over desocialisering van de arbeid.
De verschuiving naar de dienstensectoren en de automatisering in de traditionele industrien, die door het overheidsbeleid werd bevorderd, betekende dat de arbeidsmarkt een duale structuur kreeg, met banen voor hoogopgeleiden, weinig middenkaderfuncties en daarnaast ongeschoolde arbeid. Banen in het middensegment verdwijnen of zijn al verdwenen. De positie van de geschoolde (migranten) arbeiders in de traditionele industrieën werd overgenomen door een volgende generatie migrantenkinderen en vrouwen, die de onzekere, flexibel georganiseerde arbeid gingen vervullen in de nieuwe dienstensector. Daarbij ontstond in veel steden een arbeidsmarkt paradox: enerzijds werden veel hoog geschoolden gevraagd en was het aanbod beperkt, anderzijds waren er veel ongeschoolden die werk zochten en was het aanbod van ongeschoolde arbeid beperkt. In recente tijden moeten de ongeschoolde migranten concurreren met migranten uit Oost-Europa door het ontstaan van de Europese arbeidsmarkt.
Nieuwe marginaliteit
Wacquant spreekt in dit verband –ook in de ondertitel van zijn boek- over de nieuwe marginaliteit. Terwijl in het Fordistische tijdperk werklozen een functie hadden van arbeidsreserve, waaruit de werkgevers konden putten bij toenemende omzet hebben de inwoners van de relegatiezones in de grote steden deze functie nog maar in zeer beperkte mate: ze zijn economisch gezien volstrekt overbodig geworden. Wacquant spreekt in dit verband over deproletarisering. Maar de nieuwe marginaliteit heeft nog een ander aspect: in een stad als Amsterdam (in tegenstelling tot bijvoorbeeld Rotterdam) worden momenteel voor functies op alle niveaus arbeidskrachten gevraagd en ontstaan er tekorten. Dit verschil tussen bijvoorbeeld Rotterdam en Amsterdam hangt samen met de regionaal ongelijke ontwikkeling in deze tijd van economische crisis. Terwijl er enerzijds regio’s zijn waar de economie en de bevolking sterk krimpt zijn er enkele andere regio’s in Nederland die nog steeds een economische groei kennen, o.a. de Noordvleugel van de Randstad. Nu blijkt in de regio Amsterdam echter, en daarmee komen we op het tweede kenmerk van de nieuwe marginaliteit- dat de inwoners van de relegatiezones niet op de banen terechtkomen die beschikbaar zijn. De gemeentelijke en institutionele beleidsmakers halen onderklasse theorieën van stal: de inwoners van die gebieden hebben geen arbeidsritme, ze zijn lui, moeten gestimuleerd worden, beschikken niet over de juiste discipline om de banen in de dienstensector te vervullen. Wacquant gruwt van dit uitgangspunt. Hij haalt daarbij zijn leermeester Bourdieu aan die zegt dat de inwoners van de relegatiezones niet over sociaal, economisch en cultureel kapitaal beschikken, om die banen te kunnen krijgen maar dat bij het toekennen van bepaalde psychologische eigenschappen aan de bewoners van de relegatiezones buiten beschouwing blijft, dat dit gebrek aan kapitaal het gevolg is van het overheidsbeleid, waarbij in het kader van de grote bezuinigingen voorzieningen in de buurten, goed onderwijs en gezondheidszorg en sociale zekerheid verdwijnt en tegelijkertijd de neoliberale strafstaat wordt ingevoerd, om deze groep te disciplineren en onder controle te houden en waarbij deze overheidsinterventies in deze groep economisch overbodigen hun positie niet verbetert maar bestendigd. Het feit dat de inwoners van de relegatiezones strikt economisch gezien eigenlijk overbodig zijn op de arbeidsmarkt verklaart m.i. voor een deel de agressie waarmee rechtse politici en delen van de nog bestaande middenklasse en hoger de inwoners van die gebieden bejegenen en waarbij maatregelen worden ingevoerd, bijvoorbeeld voor bijstandsgerechtigden die minstens voor een deel kunnen worden gezien als zinloze pesterijen.
Andere kenmerken nieuwe marginaliteit
Naast de genoemde twee kenmerken van de nieuwe marginaliteit als gevolg van de neoliberale politiek en de neoliberale economie, dus het ontbreken van de functie van uitgeslotenen als arbeidsreserveleger en het niet mee profiteren bij een opgaande economie heeft de nieuwe marginaliteit nog een aantal andere kenmerken: de flexibele loonarbeid is niet langer een bron van homogeniteit van de klasse, van solidariteit en zekerheid, maar een van sociale versnippering en onbestendigheid voor degenen, die opgesloten zitten in de marges van de arbeidsmarkt. Verder is de nieuwe marginaliteit niet verspreid over arbeidsbuurten maar geconcentreerd in geisoleerde, afgegrensde gebieden die door zowel de inwoners als door de buitenstaanders worden gezien als een soort leprakolonie waar alleen de verschoppelingen willen wonen. Hieruit vloeit het stigma van de woonplaats voort. Als je in zo’n buurt woont, ben je verdacht. Het woonadres wordt een nieuwe bron van sociale uitsluiting. (territoriale stigmatisering). In deze relegatiebuurten is niet langer zoals in het Fordistische tijdperk een binding met de buurt, waar de bewoners zich thuis voelen en zich veilig wanen. Het is een ruimte van onveiligheid, armoede en ellende, waarmee je geen binding hebt en waar je zo gauw mogelijk uit wilt vertrekken als het maar enigszins mogelijk is. Hierdoor wonen in de relegatiebuurten steeds meer armen die in een volstrekt uitzichtloze positie verkeren. Andere mensen trekken weg. Een laatste kenmerk tenslotte van de nieuwe marginaliteit is, dat de bewoners van de relegatiebuurten niet meer zoals in het Fordistische tijdperk een soort achterland hebben waarop ze kunnen terugvallen in moeilijke tijden. In het Fordistische tijdperk konden de werkers die tijdelijk werkloos waren terugvallen op de sociale economie van de gemeenschap waar ze vandaan kwamen, of dat nu een functionerende arbeidsbuurt, het plaatselijke getto of een dorpje op het platteland was in het land van herkomst.
Verschillen tussen Europa en Amerika
Tot nog toe heb ik het voornamelijk gehad over de overeenkomsten van sociale processen in Europa en Amerika waarbij relegatie zones ontstaan; de getto’s in Amerika en de banlieus of achterstandswijken in Europa. De helft van het boek van Wacqcuant gaat echter over een analyse van de verschillen tussen de beide continenten. Wacquant gaat in zijn boek ‘Paria’s van de stad’ tekeer tegen wat hij noemt de pseudowetenschappelijke prietpraat van sociale wetenschappers, journalisten en beleidsmakers in Europa, die suggereren dat wanneer de door hen voorgestelde maatregelen op het gebied van het veiligheidsbeleid, controle en disciplinering niet worden doorgevoerd een veramerikanisering zal optreden van de relegatiezones in Europa, met dezelfde hoge graad van criminaliteit, armoede, ellende, verkrotting, verwaarlozing en gettovorming. Aan de hand van een historische analyse van de ontwikkelingen in Europa en Amerika toont hij aan, dat deze veramerikanisering in Europa niet optreedt en dat de relegatiezones in Europa heel andere historische ontwikkelingen, kenmerken en sociale processen kennen dan in Amerika. Bovendien verschilt het overheidsbeleid in Amerika en Europa van elkaar.
Zowel in Europa en Amerika komen discriminatie en segregatie (gescheiden wonen) voor, maar in Amerika heeft dat geleid tot gettovorming en in Europa niet. Een getto is een multifunctioneel geheel met een uitgebreide arbeidsverdeling die het getto in staat stelt zichzelf te reproduceren zonder uitwisseling met de rest van de wereld. Het zijn autonome kernen van economische en culturele productie, waarbij je kunt spreken van een staat in de staat. In Amerika is het getto gebaseerd op de systematische politieke uitsluiting van afro-amerikanen, dus op racisme, die teruggaat op het tijdperk van de slavernij en waarbij de afro-amerikanen als reactie daarop in het getto hun eigen parallelle instituties ontwikkelen, die het getto besturen. Er is nauwelijks uitwisseling met de omgeving van een etnisch homogene groep, die geheel op zichzelf is aangewezen. Dit was het klassieke Amerikaanse getto in het Fordistische tijdperk. In het getto woonden vaak ook afro amerikanen die tot de middenklasse behoorden, en het getto was dan ook niet altijd een poel van ellende, misdaad en verderf. In het tijdperk van de nieuwe marginaliteit interfereren klasse onderscheidingen met het racistisch onderscheid. Op basis van de neoliberale Amerikaanse politiek heeft de staat zich teruggetrokken uit de getto’s. Gezondheidszorg, onderwijs, sociale zekerheid zijn vrijwel geheel afgebroken en de afro Amerikanen die tot de middenklasse behoorden zijn weggetrokken naar eigen buurten. Als gevolg van deze ontwikkelingen is het sociale weefsel van het getto vrijwel geheel ingestort en ontstaan het hypergetto: een ruimte die wordt beheerst door criminele bendes, moord en doodslag, handel in drugs en bittere armoede waarbij er geen instituties meer zijn die de samenleving bijeenhouden. Het hypergetto is een oorlog van allen tegen allen.
De relegatiezones in Europa kennen een geheel andere ontwikkeling. Het zijn verspreide kernen van sociale woningen in de periferie van een stedelijk landschap, waarin de bewoners van de relegatiezones regelmatig contact onderhouden met hun omgeving Het gebruik van de sociale ruimte in de West-Europese steden is gemengd, anders dat in de Amerikaanse steden met getto’s. Ook de schaal is anders. In de Amerikaanse getto’s wonen honderdduizenden mensen bij elkaar op een oppervlakte van soms honderden vierkante kilometer. De relegatiezones in de Europese steden zijn veel kleiner. De relegatiezones in de Europese steden kennen verder geen etnisch homogene groep, zoals in Amerika. Er leven mensen van verschillende nationaliteiten en afkomst zij aan zij in de verschillende straten. Ook de graad van verarming en werkloosheid in de Europese relegatiezones is veel minder dan in de Amerikaanse getto’s. En tenslotte zijn de Amerikaanse getto’s echte ‘no go arriers’ waar moord en doodslag welig tiert. In de Europese relegatiezones is dat veel minder het geval. Als gevolg van het van Amerika verschillende overheidsbeleid zijn de Europese relegatiezones, die soms tijdperken van grootschalige stadsvernieuwing gekend hebben, veel minder verloederd dan de Amerikaanse getto’s. De laatste zijn een echt oorlogsgebied. Instortende of in verval geraakte woonblokken, lege plekken, waar huizen zijn afgebroken en niets in de plaats is gekomen, dichtgetimmerde huizen en panden, gebarricadeerde winkels.
Convergentie van stelsels?
Een intrigerende vraag is, of de een ‘veramerikanisering’ van Europa optreedt en de sociale processen in de verschillende relegatiezones naar elkaar toegroeien. Krijgen we in Europa ook zulke getto’s als in Amerika? . Wacquant denkt van niet. Het overheidsbeleid in Europa is heel anders, en de historische ontwikkelingen van de relegatiezones en de principes waarop ze gebaseerd zijn verschillen ook sterk. Globaal ziet Wacquant drie opties voor de overheid. De eerste optie is het opkalefateren en opnieuw implementeren van de bestaande voorzieningen van de verzorgingsstaat die erop gericht zijn gemarginaliseerde groepen te ondersteunen en te herbewapenen. Dat kan gebeuren door medische voorzieningen uit te breiden, noodvoorzieningen verder op te tuigen en hulpprogramma’s voor activering, met het doel dat ze een springplank naar scholing en werk worden en allerlei vormen van gesubsidieerde arbeid of werken met behoud van uitkering te bevorderen, om het sociale weefsel in stand te houden en de kansen op betaald werk te vergroten. Onderdeel van dit beleid is ook, dat netwerken in de non-profitsector in de buurten worden gemobiliseerd, om op goedkope wijze een vorm van welzijnsbeleid van de grond te krijgen. (Welzijn nieuwe stijl). Wacquant ziet niets in dit beleid. De oorzaken van het ontstaan van de nieuwe marginaliteit, de desocialisatie van de arbeid en de deproletarisering, worden hiermee niet aangepakt. Bovendien gaat het vaak om fragmentarische, projectmatige ad-hoc reacties op steeds verder voortschrijdende marginalisering waarbij de bureaucratische kakafonie van ingrepen en de inefficientie van de staat wordt vergroot omdat maatregelen en bevoegdheden steeds meer op sub-nationaal niveau komen te liggen (gemeente, provincie, buurt of wijk) en waarbij de werkzaamheden steeds meer aan de particuliere non-profitsector worden uitbesteed. De ineffectiviteit van dit beleid zal de sociale aanpak van de armoede op lange termijn verder ondergraven.
De tweede optie is regressief en repressief. De armoede criminaliseren door de armen op te sluiten in steeds meer geisoleerde en gestigmatiseerde buurten en waarbij de gevangenissen en huizen van bewaring in feite functioneren als een soort overloop, een verlengstuk van de gestigmatiseerde buurten. Workfare (werken als straf, dwangarbeid) en prisonfare (het wegsluiten van armen) gaan dan hand in hand. Dit is de lijn die Amerika gekozen heeft, met het ontstaan van het inferno van het hypergetto als gevolg. Ook in Europa bestaat de verleiding om te vertrouwen op politie, justitie en het gevangeniswezen als remedie tegen de sociale onzekerheidseffecten door de bestaansonzekerheid en de terugtrekking van de verzorgingsstaat. Wacquant is echter optimistisch dat dit Amerikaanse model niet zonder meer in Europa zal worden overgenomen. Volgens Wacquant zitten de sociaal-democratische en christen-democratische staten in Europa zo in elkaar dat een toepassing van het Amerikaanse beleid op grote schaal op hevige politieke en culturele weerstand zou stuiten. Ook dit beleid laat de oorzaken van de nieuwe marginaliteit ongemoeid en zal niet werken. Het zal leiden tot een explosie van de kosten van het gevangeniswezen, de politionele diensten zonder dat een oplossing in zicht komt. Wacquant probeert daarop –tamelijk kort voor zo’n dik boek- een derde optie te formuleren: ‘Daarom moet er uiteindelijk van onderaf wel een derde, meer vooruitstrevende respons komen op de stedelijke polarisering: de offensieve heropbouw van de sociale staat die met zijn structuur en beleid zou kunnen inspelen op de nieuwe economische voorwaarden die ontstaan, op de nieuwe manieren waarop er in gezinnen wordt geleefd en verlangen naar deelname aan de samenleving’. Wacquant wil daarbij de invoering van een ‘burgerloon’(of basisinkomen) waardoor levensonderhoud en werk van elkaar worden losgekoppeld, de invoering van gratis onderwijs en universele toegang tot de openbare goederen huisvesting, gezondheid en openbaar vervoer. Alleen hiermee kunnen de schadelijke gevolgen van de fragmentarisering en desocialisatie van de loonarbeid worden beperkt, zegt Wacquant.
Verhelderend boek
Wacquant heeft het boek samengesteld op basis van artikelen, die hij aan het einde van de negentiger jaren van de vorige eeuw geschreven heeft. Het is een verhelderend boek in die zin, dat sociologische begrippen, die in allerlei discussie te pas en te onpas worden gebruikt en dan een vage betekenis hebben, helder worden gedefinieerd en scherp omlijnd. Ook is het een verhelderend boek omdat de ingewikkelde processen in de driehoek raciale scheiding-klasse en staat in een historisch perspectief worden geplaatst van de concrete historische ontwikkeling in verschillende regio’s. Er zijn qua historische ontwikkeling en daarmee de uitwerking van de genoemde driehoek grote verschillen tussen de Verenigde Staten en Europa, en binnen Europa zijn er ook verschillen. Je kunt analyse en beleid van de ene regio niet zomaar overplanten op een andere regio, en met name de voorstanders van de strafstaat doen dat wel en zij worden in het boek van Wacquant ontmaskert als opportunisten, die met pseudo-wetenschappelijke prietpraat hun politieke doelstellingen proberen te bereiken.
Het boek loopt echter uit op een enigszins andere aanpassing aan de structurele economische processen, die hebben geleid tot de desocialisatie van de arbeid en toenemende bestaansonzekerheid. De oorzaken van die desocialisatie worden niet verder uitgewerkt. Macro-economische ontwikkelingen worden slechts zijdelings en impressionistisch in het boek genoemd. Hier wreekt zich dat de basis van het boek eind negentiger jaren van de vorige eeuw is geschreven. De Engelse vertaling van het boek verscheen in 2008, dus aan de vooravond van de economische crisis. Wacquant zegt in het laatste hoofdstuk dat zijn analyses over de gesegregeerde steden in Europa in 2005/2006 nog klopten en dat zijn voorspelling, dat de veramerikanisering van de relegatiewijken in Europa niet zal optreden, werd bewaarheid. De ontwikkelingen in Zuid-Europa en de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie, met de druk die gelegd wordt op de staten om hun sociale zekerheid echt rigoreus af te breken waren toen nog niet bekend. Dit maakt het optimisme van Wacquant dat er geen gettoisering in Europa zal optreden minder waarschijnlijk. De straffe bezuinigingen, waarbij de bestaanszekerheid voor grote groepen wordt afgebroken door inperking van de sociale zekerheid en de desocialisatie van de arbeid wordt bevorderd in plaats van tegengegaan maakt het gevaar, dat ook de Europese staten zich zullen terugtrekken uit de relegatiegebieden en zullen kiezen voor de neoliberale strafstaat met haar combinatie van workfare en prisonfare alleen maar groter.
Beschouwingen naar aanleiding van Loïc Wacquant- Paria’s van de stad. Nieuwe marginaliteit in tijden van neoliberalisme. Uitgeverij EPO, Berchem.
vrijdag, 26 oktober 2012
Piet van der Lende
532 Taser-Related Deaths in the United States Since 2001October 19, 2012
Today we added 60-year old Bill Williams (Everett, WA) as the 181st taser-related death in America since 2009. [NOTE: the full list is shown below].
According to Amnesty International, between 2001 and 2008, 351 people in the United States died after being shocked by police Tasers. Our blog has documented another 181 taser-related deaths in the United States in 2009-2012. That means there have been 532 documented taser-related deaths in America.
This blog has been pointing out incidents of police taser torture for quite awhile. The work done over the past few years by Patti Gillman and Cameron Ward continue to be the inspiration for our work. Gillman and Ward documented over 730 taser-related deaths in North America on their blog.
I wonder if anyone cares about the rising use of the taser as a lethal weapon? At least we know that the Department of Justice cares. They issued a report about the pattern of abuse against the mentally ill in Portland that included the frequent, unnecessary use of Tasers.
On the other hand, I think that something is wrong in America when the police electrocute folks on a WEEKLY basis with their taser arsenal … and the public is mute in its response. Sometimes it takes a lawsuit … like the one recently settled in Ohio … to get the police to cool it. The police in Cincinnati, Ohio took the hint … they changed their taser policy!
I encourage you to use our COMMENTS (‘Post a Comment’) option at the bottom of this blog post to let us know what you think about these weekly taser-related killings.
Jan 9, 2009: Derrick Jones, 17, Black, Martinsville, Virginia
Jan 11, 2009: Rodolfo Lepe, 31, Hispanic, Bakersfield, California
Jan 22, 2009: Roger Redden, 52, Caucasian, Soddy Daisy, Tennessee-
Feb 2, 2009: Garrett Jones, 45, Caucasian, Stockton, California
Feb 11, 2009: Richard Lua, 28, Hispanic, San Jose, California
Feb 13, 2009: Rudolph Byrd, 37, Black, Thomasville, Georgia
Feb 13, 2009: Michael Jones, 43, Black, Iberia, Louisiana
Feb 14, 2009: Chenard Kierre Winfield, 32, Black, Los Angeles, California
Feb 28, 2009: Robert Lee Welch, 40, Caucasian, Conroe, Texas
Mar 22, 2009: Brett Elder, 15, Caucasian, Bay City, Michigan
Mar 26, 2009: Marcus D. Moore, 40, Black, Freeport, Illinois
Apr 1, 2009: John J. Meier Jr., 48, Caucasian, Tamarac, Florida
Apr 6, 2009: Ricardo Varela, 41, Hispanic, Fresno, California
Apr 10, 2009: Robert Mitchell, 16, Black, Detroit, Michigan
Apr 13, 2009: Craig Prescott, 38, Black, Modesto, California
Apr 16, 2009: Gary A. Decker, 50, Black, Tuscon, Arizona
Apr 18, 2009: Michael Jacobs Jr., 24, Black, Fort Worth, Texas
Apr 30, 2009: Kevin LaDay, 35, Black, Lumberton, Texas
May 4, 2009: Gilbert Tafoya, 53, Caucasian, Holbrook, Arizona
May 17, 2009: Jamaal Valentine, 27, Black, La Marque, Texas
May 23, 2009: Gregory Rold, 37, Black, Salem, Oregon
Jun 9, 2009: Brian Cardall, 32, Caucasian, Hurricane, Utah
Jun 13, 2009: Dwight Madison, 48, Black, Bel Air, Maryland
Jun 20, 2009 Derrek Kairney, 36, Race: Unknown, South Windsor, Connecticut
Jun 30, 2009, Shawn Iinuma, 37, Asian, Fontana, California
Jul 2, 2009, Rory McKenzie, 25, Black, Bakersfield, California
Jul 20, 2009, Charles Anthony Torrence, 35, Caucasian, Simi Valley, California
Jul 30, 2009, Johnathan Michael Nelson, 27, Caucasian, Riverside County, California
Aug 9, 2009, Terrace Clifton Smith, 52, Black, Moreno Valley, California
Aug 12, 2009, Ernest Ridlehuber, 53, Race: Unknown, Greenville, South Carolina
Aug 14, 2009, Hakim Jackson, 31, Black, Philadelphia, Pennsylvania
Aug 18, 2009, Ronald Eugene Cobbs, 38, Black, Greensboro, North Carolina
Aug 20, 2009, Francisco Sesate, 36, Hispanic, Mesa, Arizona
Aug 22, 2009, T.J. Nance, 37, Race: Unknown, Arizona City, Arizona
Aug 26, 2009, Miguel Molina, 27, Hispanic, Los Angeles, California
Aug 27, 2009, Manuel Dante Dent, 27, Hispanic, Modesto, California
Sep 3, 2009, Shane Ledbetter, 38, Caucasian, Aurora, Colorado
Sep 16, 2009, Alton Warren Ham, 45, Caucasian, Modesto, California
Sep 19, 2009, Yuceff W. Young II, 21, Black, Brooklyn, Ohio
Sep 21, 2009, Richard Battistata, 44, Hispanic, Laredo, Texas
Sep 28, 2009, Derrick Humbert, 38, Black, Bradenton, Florida
Oct 2, 2009, Rickey Massey, 38, Black, Panama City, Florida
Oct 12, 2009, Christopher John Belknap, 36, Race: Unknown, Ukiah, California
Oct 16, 2009, Frank Cleo Sutphin, 19, Caucasian, San Bernadino, California
Oct 27, 2009, Jeffrey Woodward, 33, Caucasian, Gallatin, Tennessee
Nov 13, 2009, Herman George Knabe, 58, Caucasian, Corpus Christi, Texas
Nov 14, 2009, Darryl Bain, 43, Black, Coram, New York
Nov 16, 2009, Matthew Bolick, 30, Caucasian, East Grand Rapids, Michigan
Nov 19, 2009, Jesus Gillard, 61, Black, Bloomfield Hills, Michigan
Nov 21, 2009, Ronald Petruney, 49, Race: Unknown, Washington, Pennsylvania
Nov 27, 2009, Eddie Buckner, 53, Caucasian, Chattanooga, Tennessee
Dec 11, 2009, Andrew Grande, 33, Caucasian, Oak County, Florida
Dec 11, 2009, Hatchel Pate Adams III, 36, Black, Hampton, Virginia
Dec 11, 2009, Paul Martin Martinez, 36, Hispanic, Roseville, California
Dec 13, 2009, Douglas Boucher, 39, Caucasian, Mason, Ohio
Dec 14, 2009, Linda Hicks, 62, Black, Toledo, Ohio
Dec 19, 2009, Preston Bussey III, 41, Black, Rockledge, Florida
Dec 20, 2009, Michael Hawkins, 39, Caucasian, Springfield, Missouri
Dec 30, 2009, Stephen Palmer, 47, Race: Unknown, Stamford, Connecticut
Jan 6, 2010, Delano Smith, 21, Black, Elkhart, Indiana
Jan 17, 2010, William Bumbrey III, 36, Black, Arlington, Virginia
Jan 20, 2010, Kelly Brinson, 45, Race: Unknown, Cincinnati, Ohio
Jan 27, 2010, Joe Spruill, Jr., Black, Goldsboro, North Carolina
Jan 28, 2010, Patrick Burns, 50, Caucasian, Sangamon County, Illinois
Jan 28, 2010, Daniel Mingo, 25, Black, Mobile, Alabama
Feb 4, 2010, Mark Morse, 36, Caucasian, Phoenix, Arizona
Mar 4, 2010, Roberto Olivo, 33, Hispanic, Tulare, California
Mar 5, 2010, Christopher Wright, 48, Race: Unknown, Seattle, Washington
Mar 10, 2010, Jaesun Ingles, 31, Black, Midlothian, Illinois
Mar 10, 2010, James Healy Jr., 44, Race: Unknown, Rhinebeck, New York
Mar 20, 2010, Albert Valencia, 31, Hispanic, Downey, California
Apr 10, 2010, Daniel Joseph Barga, 24, Caucasian, Cornelius, Oregon
Apr 30, 2010, Adil Jouamai, 32, Moroccan, Arlington, Virginia
May 9, 2010, Audreacus Davis, 29, Black, Atlanta, Georgia
May 14, 2010, Sukeba Olawunmi, 39, Race: Unknown, Atlanta, Georgia
May 24, 2010, Efrain Carrion, 35, Hispanic, Middletown, Connecticut
May 27, 2010, Carl Johnson, 48, Caucasian, Baltimore, Maryland
May 29, 2010, Jose Martinez, 53, Hispanic, Waukegan, Illinois
May 31, 2010, Anastasio Hernández Rojas, 42, Hispanic, San Ysidro, California
Jun 8, 2010, Terrelle Houston, 22, Black, Hempstead, Texas
Jun 12, 2010, Curtis Robinson, 34, Black, Albuquerque, New Mexico
Jun 13, 2010, William Owens, 17, Race: Unknown, Homewood, Alabama
Jun 14, 2010, Jose Alfredo Jimenez, 42, Hispanic, Harris County, Texas
Jun 15, 2010, Michael White, 47, Black, Vallejo, California
Jun 22, 2010, Daniel Sylvester, 35, Caucasian, Crescent City, California
July 5, 2010, Damon Falls, 31, Black, Oklahoma City, Oklahoma
July 5, 2010, Edmund Gutierrez, 22, Hispanic, Imperial, California
July 8, 2010, Phyllis Owens, 87, Race: Unknown, Clackamas County, Oregon
July 9, 2010, Marvin Booker, 56, Race: Black, Denver, Colorado
July 12, 2010, Anibal Rosario-Rodriguez, 61, Hispanic, New Britain, Connecticut
July 15, 2010, Jerome Gill, Race: Unknown, Chicago, Illinois
July 18, 2010, Edward Stephenson, 46, Race: Unknown, Leavenworth, Kansas
July 23, 2010, Jermaine Williams, 30, Black, Cleveland, Mississippi
Aug 1, 2010, Dennis Sandras, 49, Race: Unknown, Houma, Louisiana
Aug 9, 2010, Andrew Torres, 39, Hispanic, Greenville, South Carolina
Aug 18, 2010, Martin Harrison, 50, Caucasian, Dublin, California
Aug 19, 2010, Adam Disalvo, 30, Caucasian, Daytona Beach, Florida
Aug 20, 2010, Stanley Jackson, 31, Black, Washtenaw County, Michigan
Aug 24, 2010, Michael Ford, 50, Black, Livonia, Michigan
Aug 25, 2010, Eduardo Hernandez-Lopez, 21, Hispanic, Las Vegas, Nevada
Aug 31, 2010, King Hoover, 27, Black, Spanaway, Washington
Sep 4, 2010, Adam Colliers, 25, Caucasian, Gold Bar, Washington
Sep 10, 2010, Larry Rubio, 20, Race: Unknown, Leemore, California
Sep 12, 2010, Freddie Lockett, 30, Black, Dallas, Texas
Sep 16, 2010, Gary L. Grossenbacher, 48, Race: Unknown, Oklahoma City, Oklahoma
Sep 18, 2010, David Cornelius Smith, 28, Black, Minneapolis, Minnesota
Sep 18, 2010, Joseph Frank Kennedy, 48, Caucasian, La Mirada, California
Oct 4, 2010, Javon Rakestrau, 28, Black, Lafayette Parish, Louisiana
Oct 7, 2010, Patrick Johnson, 18, Caucasian, Philadelphia, Pennsylvania
Oct 12, 2010, Ryan Bain, 31, Caucasian, Billings, Montana
Oct 14, 2010, Karreem Ali, 65, Black, Silver Spring, Maryland
Oct 19, 2010, Troy Hooftallen, 36, Caucasian, Punxsutawney, Pennsylvania
Nov 4, 2010, Eugene Lamott Allen, 40, Race: Unknown, Wilmington, Delaware
Nov 6, 2010, Robert Neill, Jr., 61, Caucasian, Mount Joy, Pennsylvania
Nov 7, 2010, Mark Shaver, 32, Caucasian, Brimfield, Ohio
Nov 23, 2010, Denevious Thomas, 36, Black, Albany, Georgia
Nov 26, 2010, Rodney Green, 36, Black, Waco, Texas
Nov 27, 2010, Blaine McElroy, 37, Race: Unknown, Jackson County, Mississippi
Dec 2, 2010, Clayton Early James, Age: Unknown, Race: Unknown, Elizabeth City, North Carolina
Dec 11, 2010, Anthony Jones, 44, Race: Unknown, Las Vegas, Nevada
Dec 12, 2010, Linel Lormeus, 26, Black, Naples, Florida
Dec 20, 2010, Christopher Knight, 35, Black, Brunswick, Georgia
Dec 31, 2010, Rodney Brown, 40, Black, Cleveland, Ohio
Jan 5, 2011, Kelly Sinclair, 41, Race: Unknown, Amarillo, Texas
Feb 5, 2011, Robert Ricks, 23, Black, Alexandria, Louisiana
March 15, 2011, Brandon Bethea, 24, Black, Harnett County, North Carolina
Apr 3, 2011, Jairious McGhee, 23, Black, Tampa, Florida
Apr 22, 2011, Adam Spencer Johnson, 33, Caucasian, Orlando, Florida
Apr 23, 2011, Ronald Armstrong, 43, Race: Unknown, Pinehurst, North Carolina
Apr 25, 2011, Kevin Darius Campbell, 39, Race: Unknown, Tallahassee, Florida
May 1, 2011, Marcus Brown, 26, Black, Waterbury, Connecticut
May 6, 2011, Matthew Mittelstadt, 56, Caucasian, Boundary County, Idaho
May 11, 2011, Allen Kephart, 43, Caucasian, San Bernadino County, California
June 13, 2011, Howard Hammon, 41, Caucasian, Middleburg, Ohio
June 22, 2011, Otto Kolberg, 55, Caucasian, Waycross, Georgia
June 28, 2011, Dalric East, 40, Black, Montgomery County, Maryland
July 5, 2011, Kelly Thomas, 37, Caucasian, Fullerton, California
July 10, 2011, Joshua Nossoughi, 32, Caucasian, Springfield, Missouri
July 19, 2011, Alonzo Ashley, 29, Black, Denver, Colorado
July 21, 2011, La’Reko Williams, 21, Black, Charlotte, North Carolina
July 30, 2011, Donald Murray, 39, Caucasian, Westland, Michigan
August 4, 2011, Pierre Abernathy, 30, Black, San Antonio, Texas
August 6, 2011, Everette Howard, 18, Black, Cincinnati, Ohio
August 6, 2011, Debro Wilkerson, 29, Black, Prince William County, Maryland
August 6, 2011, Gregory Kralovetz, 50, Caucasian, Kaukauna, Wisconsin
August 12, 2011, Joseph Lopez, 49, Hispanic, Santa Barbara, California
August 17, 2011, Roger Chandler, 41, Caucasian, Helena, Montana
August 21, 2011, Montalito McKissick, 37, Black, Oklahoma City, Oklahoma
August 24, 2011, Michael Evans, 56, Race: Unknown, Fayetteville, North Carolina
August 30, 2011, Nicholas Koscielniak, 27, Caucasian, Lancaster, New York
September 11, 2011, Tyree Sinclair, 31, Black, Corpus Christi, Texas
September 13, 2011, Damon Barnett, 44, Caucasian, Fresno, California
September 17, 2011, Richard Kokenos, 27, Caucasian, Warren, Michigan
September 24, 2011, Bradford Gibson, 35, Black, Mt. Pleasant, Michigan
September 24, 2011, Donacio Rendon, 43, Race: Unknown, Lubbock, Texas
September 29, 2011, Howard Cook, 35, Black, York, Pennsylvania
October 4, 2011, Glenn Norman, 46, Caucasian, Camden County, Missouri
October 9, 2011, Darnell Hutchinson, 32, Black, San Leandro, California
October 31, 2011, Chad Brothers, 32, Caucasian, Colonie, New York
November 6, 2011, Darrin Hanna, 43, Black, North Chicago, Illinois
November 13, 2011, Ronald Cristiano, 51, Caucasian, Bridgeport, Connecticut
November 15, 2011, Jonathan White, 29, Black, San Bernardino, California
November 22, 2011, Roger Anthony, 61, Black, Scotland Neck, North Carolina
December 16, 2011, Marty Atencio, 44, Hispanic, Phoenix, Arizona
December 22, 2011, Wayne Williams, 27, Black, Houma, Louisiana
January 15, 2012, Daniel Guerra, 24, Hispanic, Ft. Worth, Texas
February 29, 2012, Raymond Allen, 34, Black, Galveston, Texas
March 5, 2012, Nehemiah Dillard, 29, Black, Gainesville, Florida
March 12, 2012, Jersey Green, 37, Black, Aurora, Illinois
March 19, 2012, James Barnes, 38, Caucasian, Pinellas County, Florida
April 10, 2012, Bobby Merrill, 38, Black, Saginaw, Michigan
April 21, 2012, Angel Heraldo, 41, Hispanic, Meriden, Connecticut
April 22, 2012, Bruce Chrestensen, 52, Caucasian, Grass Valley, California
May 10, 2012, Damon Abraham, 34, Black, Baldwin, Louisiana
June 9, 2012, Randolph Bonvillian, 41, Caucasian, Houma, Louisiana
June 20, 2012, Macadam Mason, 39, Caucasian, Thetford, Vermont
June 30, 2012, Victor Duffy, 25, Black, Tukwila, Washington
July 1, 2012, Corey McGinnis, 35, Black, Cincinnati, Ohio
July 5, 2012, Sampson Castellane, 29, Native American, Fife, Washington
September 1, 2012, Denis Chabot, 38, Caucasian, Houston, Texas
September 14, 2012, Bill Williams, 60, Caucasian, Everett, Washington
You can see that we don’t know the race or national origin (RNO) for Ronald Armstrong, Kelly Brinson, Kevin Darius Campbell, Michael Evans, Jerome Gill, Gary Grossenbacher, James Healy Jr., Clayton Early James, Anthony Jones, Derrek Kariney, T.J. Nance, Phyllis Owens, William Owens, Stephen Palmer, Earnest Ridlehuber, Sukeba Olawunmi, Ronald Petruney, Donacio Rendon, Larry Rubio, Dennis Sandras, Edward Stephenson or Christopher Wright. We can use some research assistance from villagers to help us identify the RNO for these folks who died after being electrocuted by police taser guns.
We track the RNO information because we sense that these taser-related deaths are happening at a disproportionate level to people of color.
For example, we see that at least 74 (73 men and a 62-year old woman) of these taser-torture killings occurred against African Americans. Black people are only 13.6% of the total population, yet 41% of the 2009-2012 taser-related deaths in America are Black people.
At last count, there are more than 514,000 Tasers among law enforcers and the military nationwide. Tasers are now deployed in law enforcement agencies in 29 of the 33 largest U.S. cities. Some states, such as New Jersey, are loosening up their rules for taser use. Other states, like Delaware, seek to justify taser use in spite of rising death toll.
However, the tide may be turning. As taser-related deaths and injuries have continued to rise (as well as the amount of Taser litigation), many departments are starting to abandon the weapon in favor of other means of suspect control. Currently, Memphis and San Francisco have opted to ban the use of tasers by law enforcement. Charlotte (NC) pulled all the tasers off the street. Nevada revised their taser policy so that it would be more aligned to proposal from the ACLU.
South Carolina is beginning to question its use of tasers. Additionally, a federal court has ruled that the pain inflicted by the taser gun constitutes excessive force by law enforcement. The courts don’t want police to electrocute people with their tasers unless they pose an immediate threat.
Perhaps the idea of an electric rifle made sense when it was first invented. “Taser” refers to an electrical weapon trademarked by the Scottsdale, Arizona-based company known as Taser International. The word Taser stands for “Tom A. Swift Electrical Rifle.”
The Taser was developed by Jack Cover, a contract scientist on NASA’s Apollo moon program in the 1960s. Inspired by his favorite childhood book series – Victor Appleton’s Tom Swift – Cover drew up plans for a non-lethal weapon like the one the series’ main character used.
In 1993, Rick and Tim Smith, who launched Taser International, worked with Cover to improve his design and introduced the device the next year. Since then, use of the word Taser has became part of the common American language.
However, we now see too much taser abuse. First available to law enforcement in February 1998, now used by more than 14,200 law enforcement agencies in more than 40 countries. More than 406,000 taser guns have been sold since the product hit the market. It may be time for congressional hearings.
Some tell us that tasers are making America safer. Police kill about 600 people per year in shootings. So what?! Should we be we be happy that they are ONLY killing people once-a-week with taser guns?
How Do Tasers Work? When a Taser’s trigger is pulled, two wires shoot out of the device at the suspect from up to 35 feet away. At the ends of the wires are probes that either embed in a person’s skin or cling to clothing.
When the probes hit, an electrical pulse is delivered for five seconds, causing involuntary muscular contractions in the subject.
At the end of the first pulse, police tell the person to roll onto their abdomen, so they can be handcuffed. If they do not comply, they may be shocked again.
Once a person is arrested, police remove the barbs and call EMTs to the scene.
The person is taken to the hospital to be checked out. If the barbs remain in the person after police try to remove them, they are removed at the hospital.
The Taser is equipped with a chip that records information on each use, which can be used in court if someone alleges they were shocked multiple times.
Personally, I think that the ‘Use of Force Continuum’ needs to show tasers as ‘near-lethal’ … definitely an error to claim that they are ‘non-lethal’.
Many of us think that that immediate problem with Taser use is the lack of state and federal training standards for Taser certification. There are too many police officers with a taser on their hip and insufficient training on how … or when … to use it. Without set training standards (which includes a block on the liabilities of the weapons use in the event of bodily injury or death), officers are not fully aware of the ramifications of Taser use.
Find this story at 14 September 2012