Actie of dialoogDecember 16, 1994
Uit: NN, 16 december 1994, buro Jansen & Janssen.
door Eveline Lubbers
Waarom zijn grote bedrijven steeds weer onderwerp van maatschappelijke actie? En waarom lijken ze niet in staat daar iets aan te doen?
Een Amerikaans public affairs handboek vat het antwoord op deze vragen in één zin samen: Ignorance gets them in trouble; arrogance keeps them there.
Maarten van Riemsdijk kwam in zijn proefschrift Actie of Dialoog tot dezelfde conclusie. Hij onderzocht het verloop van de acties tegen Procter & Gamble, Nestlé en Shell en ontdekte een vast patroon in de reacties. De drie bedrijven probeerden de relevantie van maatschappelijke ontwikkelingen zo lang mogelijk te ontkennen, de problemen werden te lang genegeerd. De ondernemingen bleken steevast pas bereid tot een gesprek met actievoerders als het te laat was. Deze tactiek van negeren komt volgens van Riemsdijk voort uit een onvermogen te communiceren op een ander niveau dan dat van geld en economische belangen. Ondernemingen reageren pas als er eisen gesteld worden die financieel of anderszins schade opleveren. Dat is duidelijke taal. Voor praten is het dan te laat. In Actie of Dialoog zoekt van Riemsdijk naar een uitweg uit deze vastgeroeste verhoudingen. Enthousiast begonnen aan het aantrekkelijk vormgegeven boekje: eindelijk iemand die iets verstandigs te melden lijkt te hebben over de betrekkingen tussen bedrijven die onder vuur liggen en actievoerende groepen uit de samenleving. De cases leken spannend, de onderzoeker niet geheel gespeend van maatschappelijk bewustzijn. De ontmaskering kan helaas niet uitblijven, ook deze studie laat de belangrijkste kwesties liggen. Wat niet in de vraagstelling past wordt niet onderzocht, anders komt het verhaaltje niet rond. Of zit er meer achter?
lees meer
Artikel 140 en de inval bij OpstandDecember 1, 1994
Een analyse van december 1994
Uit: NN, december 1994, buro Jansen & Janssen.
“Het niet-strafvordelijk vooruitlopend onderzoek heeft eigenlijk veel weg van een de wijze waarop een zorgzame houtvester of boswachter zijn natuurgebied bewaakt en beschermt. Niet alleen heeft hij oog voor de natuurlijke gesteldheid van zijn gebied, hij houdt ook veranderingen in de gaten en let op het komen en gaan van gebruikers van het bos. Daarbij gaat hij niet de gehele tijd op de loer liggen, maar let op uiterlijk waarneembare feiten en/of afwijkend gedrag, die hem aanwijzingen zouden geven om de rust van de gebruikers te verstoren door echt indringend te gaan opletten.”
Van Duijne, onderzoeker naar georganiseerde misdaad bij het ministerie van Justitie.
lees meer
Artikel 140 en de inval bij Opstand: Een analyse van december 1994November 30, 1994 - bron: Buro Jansen & Janssen
“Het niet-strafvordelijk vooruitlopend onderzoek heeft eigenlijk veel weg van een de wijze waarop een zorgzame houtvester of boswachter zijn natuurgebied bewaakt en beschermt. Niet alleen heeft hij oog voor de natuurlijke gesteldheid van zijn gebied, hij houdt ook veranderingen in de gaten en let op het komen en gaan van gebruikers van het bos. Daarbij gaat hij niet de gehele tijd op de loer liggen, maar let op uiterlijk waarneembare feiten en/of afwijkend gedrag, die hem aanwijzingen zouden geven om de rust van de gebruikers te verstoren door echt indringend te gaan opletten.” lees meer
CarbologieJune 1, 1994
Een alternatieve vorm van bedrijfsspionage
Geschreven voor een bundel van Bob Hoogenboom, niet geplaatst, zomer 1994
“Spionage in de Derde-Wereldbeweging”, “Oud papier ging rechtstreeks naar beveiligingsbedrijf”. Niet alleen ondernemingen kunnen slachtoffer worden van bedrijfsspionage, ook actiegroepen zijn doelwit. Dat werd duidelijk in de zomer van 1994. Een medewerker van een beveiligingsadviesbureau bleek niet alleen als vrijwilliger automatiserings-klusjes te doen bij een aantal belangenorganisaties. Hij haalde ook bij tientallen clubs het oud papier op. Kofferbakken vol verdwenen rechtstreeks naar het kantoor van Algemene Beveiligings Consultants in Vinkeveen. Deze ‘carbologie’ heeft vele mogelijkheden. Interne stukken, notulen, post en wat er zo meer in de prullenbak verdwijnt kan aangevuld met informatie uit openbare bronnen als eigen periodieken en jaarverslagen aan aardig beeld opleveren van de bezigheden en plannen van de Derde-Wereldbeweging en vredesgroepen. Materiaal genoeg om interessante risico-analyses te maken voor bedrijven die in de belangstelling staan van actiegroepen.
lees meer
De bespieders van de bewegingMarch 1, 1994
De belangstelling voor anti-apartheidsactivisten
Uit: de laatste Anti-Apartheidskrant, 1994, buro Jansen & Janssen
door Eveline Lubbers
De anti-apartheidsbeweging was vanaf het ontstaan verzekerd van een brede belangstelling van de tegenpartij. Niet alleen geheime diensten probeerden zich op de hoogte te houden van het doen & laten van de beweging. Bedrijven met belangen in Zuid Afrika schakelden particuliere adviesbureaus in, die vaak veel meer ondernamen om activisten tegen te werken. Ondanks het feit dat de anti-apartheidsstrijd tot het verleden lijkt te behoren, is de bereidheid tot opening van zaken niet groot. Kennelijk kan het onderwerp het daglicht niet verdragen.
De BVD hield de anti-apartheidsbeweging in de gaten. Omdat het een samenraapsel was van oude communisten, gevaarlijke onderzoekers en vrienden van het ANC, en van potentiële bommengooiers. Jonge punks en invloedrijke journalisten. Misschien waren deze antecedenten al voldoende voor aandacht van de Dienst. Of gaven anti-apartheidsactiviteiten een extra aanleiding voor observaties. Een inschatting van de werkelijke omvang van de belangstelling is moeilijk te maken.
Navraag bij betrokken leverde weinig substantiële verhalen op. Bij het KZA is weleens een archiefmedewerker weggestuurd die niet vertrouwd werd. Het verhaal ging dat de jongen gesignaleerd was terwijl hij vanuit een auto foto’s maakte van een anti-apartheidsmanifestatie in Maastricht. Maar verder uitgezocht is dat niet. Ook oudgedienden bij de AABN wil maar geen voorbeelden te binnen schieten van last met de Dienst. Terugkijkend viel het allemaal wel mee, zo lijkt het.
lees meer
Knarsetanden op de KennedylaanAugust 1, 1993 - bron: Buro Jansen & Janssen
Ingezonden brief aan het Algemeen Dagblad lees meer
Knarsetanden op de KennedylaanJuly 30, 1993
Ingezonden brief aan het Algemeen Dagblad, buro Jansen & Janssen, augustus 1993.
“BVD verdenkt ‘oude’ verdachte van bomaanslag” kopte NRC-Handelsblad afgelopen vrijdag. Een zegsman van de Binnenlandse Veiligheidsdienst liet middels de kwaliteitskrant weten dat zijn dienst en justitie “exact” weten wie achter de bomaanslag zitten. Tot zover kan de berichtgeving door de beugel, al kunnen natuurlijk vraagtekens geplaatst worden bij de exactheid van de kennis van de diensten die “vier of vijf” mensen verantwoordelijk achten voor zowel de aanslag op de woning van staatssecretaris Kosto als die op het op het ministerie van sociale zaken.
lees meer
Knarsetanden op de KennedylaanJuly 29, 1993 - bron: Algemeen Dagblad
Ingezonden brief aan het Algemeen Dagblad, buro Jansen & Janssen, augustus 1993.
“BVD verdenkt ‘oude’ verdachte van bomaanslag” kopte NRC-Handelsblad afgelopen vrijdag. Een zegsman van de Binnenlandse Veiligheidsdienst liet middels de kwaliteitskrant weten dat zijn dienst en justitie “exact” weten wie achter de bomaanslag zitten. Tot zover kan de berichtgeving door de beugel, al kunnen natuurlijk vraagtekens geplaatst worden bij de exactheid van de kennis van de diensten die “vier of vijf” mensen verantwoordelijk achten voor zowel de aanslag op de woning van staatssecretaris Kosto als die op het op het ministerie van sociale zaken. lees meer
De jacht op de RARAMarch 1, 1993 - bron: Opening van Zaken, Annelies Borsboom
Het linkse politieke leven is zozeer doordrongen van de mogelijke aanwezigheid van informanten en infiltranten, dat veel activisten er als vanzelfsprekend vanuit gaan dat zijzelf of hun ontmoetingsplaatsen onder voortdurende observatie staan. Dat is natuurlijk lang niet altijd terecht, het zou de BVD veel te veel geld en arbeidsuren kosten om iedereen die progressief-christelijk, milieubewust, autonoom of anderszins radicaal beweegt onophoudelijk te volgen. Veel interessante informatie zou dat ook niet opleveren. lees meer
De jacht op de RARAFebruary 24, 1993
Uit: Opening van Zaken, buro Jansen & Janssen, 1993.
door Annelies Borsboom
Het linkse politieke leven is zozeer doordrongen van de mogelijke aanwezigheid van informanten en infiltranten, dat veel activisten er als vanzelfsprekend vanuit gaan dat zijzelf of hun ontmoetingsplaatsen onder voortdurende observatie staan. Dat is natuurlijk lang niet altijd terecht, het zou de BVD veel te veel geld en arbeidsuren kosten om iedereen die progressief-christelijk, milieubewust, autonoom of anderszins radicaal beweegt onophoudelijk te volgen. Veel interessante informatie zou dat ook niet opleveren.
Voor de jacht op de RARA lijken echter kosten noch moeite gespaard te worden. Het opsporingsteam dat na de explosies bij Kosto en Binnenlandse Zaken werd samengesteld had de beschikking over een buitengewoon hoog budget, geavanceerde technische hulpmiddelen en goed ingevoerd, hoog gemotiveerd personeel. Dat leidde tot scheve ogen bij andere politieteams, en leek bovendien wat overdone na de zelfverzekerde uitspraak van Docters van Leeuwen op de persconferentie direct na de aanslagen: hij kende immers de daders, hij wist precies waar hij ze moest zoeken. Wat moest dat team dan nog? Uit een publikatie in het Algemeen Politieblad (noot 1) is enigszins af te leiden waar het bommenteam zich mee onledig hield: de hele radicale scene is weer eens in kaart gebracht, dit maal in een geautomatiseerd bestand. De nieuwe Octopus-software van het pakket misdaadanalyse, het moderne wapen in de strijd tegen de georganiseerde misdaad, is eerst uitgeprobeerd op mensen die als RARA-verdachte in aanmerking kwamen. Daar bleef het niet bij. Zeker in de eerste maanden na de aanslagen was er sprake van een grootschalig opsporingsonderzoek, waarbij bijvoorbeeld alle leden van een visvereniging werden ondervraagd over hun waarnemingen in en op het water rond Groot Schermer.
lees meer
Overzicht van het opsporingsonderzoek naar RaRaMarch 1, 1992 - bron: Buro Jansen & Janssen
Na de explosies bij het huis van Kosto en het ministerie van Binnenlandse Zaken op 13 november 1991 is het, ondanks de allereerste paniekreakties, volkomen stil geworden rond de bommenleggers en hun bestrijders. Dat is beleid: de ministers van justitie en binnenlandse zaken, Hirsch Ballin en Dales, hebben al hun ambtenaren een zwijgplicht opgelegd. Deze zwijgplicht geldt zelfs docenten van de Zutphense politieschool, die journalisten niet mochten uitleggen hoe een recherche-onderzoek in dit soort gevallen in zijn werk gaat. En persvoorlichter Klep van het Gerechtelijk Laboratorium in Rijswijk mocht alleen uit zijn stoel komen om te zeggen dat de berichtgeving in de Telegraaf (RaRa gebruikte Semtex!) onjuist was, dat het voor de bommen gebruikte materiaal geen kneedbare explosieven betrof. lees meer
De Kosto bomFebruary 1, 1992
Overzicht van het opsporingsonderzoek, begin 1992.
buro Jansen & Janssen, 1992.
Na de explosies bij het huis van Kosto en het ministerie van Binnenlandse Zaken op 13 november 1991 is het, ondanks de allereerste paniekreakties, volkomen stil geworden rond de bommenleggers en hun bestrijders. Dat is beleid: de ministers van justitie en binnenlandse zaken, Hirsch Ballin en Dales, hebben al hun ambtenaren een zwijgplicht opgelegd. Deze zwijgplicht geldt zelfs docenten van de Zutphense politieschool, die journalisten niet mochten uitleggen hoe een recherche-onderzoek in dit soort gevallen in zijn werk gaat. En persvoorlichter Klep van het Gerechtelijk Laboratorium in Rijswijk mocht alleen uit zijn stoel komen om te zeggen dat de berichtgeving in de Telegraaf (RaRa gebruikte Semtex!) onjuist was, dat het voor de bommen gebruikte materiaal geen kneedbare explosieven betrof. Welke grondstoffen dan wel gebruikt zijn om de aanslagen te plegen blijft vooralsnog een goed bewaard geheim. Aan de bom bij Binnenlandse Zaken is opmerkelijk weinig aandacht besteed in de pers, zeker in vergelijking met de commotie rondom Kosto en de kater August. Hoewel de verantwoordelijke functionarissen van mening waren dat de beveiliging van ministeries afdoende was, zijn daar na de BiZa-bom toch verbeteringen in aangebracht. Er zijn nieuwe pasjes ingevoerd die binnenkort vervangen worden door nog nieuwere. Ambtenaren mogen hun bezoek niet meer zoals voorheen meenemen naar hun afdeling, en bezoekers van buiten moeten nu hun paspoort tonen waar in het verleden ook kon worden volstaan met een ander identiteitsbewijs.
lees meer
nieuwere artikelen >>