AIVD slordig met bewijs terrorisme
Van onze verslaggevers Jan Meeus en John Schoorl
www.volkskrant.nl
AMSTERDAM – De inlichtingendienst AIVD gooit in terrorisme-onderzoeken driekwart van de afgeluisterdetelefoongesprekken van radicale moslims weg. De dienst heeft geen zicht op al het mogelijke bewijsmateriaal doordat de vertalers zelf beslissen welke taps worden weggegooid. De AIVD beschikt over onvoldoende tolken om alle gesprekken te kunnen vertalen.
Dit blijkt uit verklaringen van de 34-jarige AIVD-medewerker Outman Ben A., die wordt verdacht van het lekken van staatsgeheimen aan radicale moslims.
Deze verklaringen, die in het bezit zijn van de Volkskrant, sluiten aan bij eerdere bevindingen van de commissie-Havermans. Deze commissie waarschuwde vorig jaar dat de AIVD te weinig medewerkers met de juiste talenkennis heeft. Door het afluisteren van gesprekken kan waardevolle informatie worden verkregen, maar dat is door de gebrekkige capaciteit moeilijk, aldus Havermans.
Ben A., een Nijmegenaar van Marokkaanse afkomst, zou staatsgeheimen hebben doorgespeeld aan de zogenoemde Hofstadgroep, waartoe Mohammed B. behoorde, die wordt verdacht van de moord op Theo van Gogh. In de agenda van Ben A. zijn daarvoor aanwijzingen gevonden.
Uit het strafdossier van de Nijmegenaar, waarvan delen door de geheime dienst als staatsgeheim zijn gekwalificeerd, blijkt bovendien dat hij wordt verdacht van het achterhouden van informatie door belangrijke afgeluisterde gesprekken niet te vertalen.
De zaak tegen de AIVD-medewerker leidde tot een schok bij de inlichtingendienst. Niet eerder in geschiedenis van de dienst werd vertrouwelijke informatie gelekt door een eigen medewerker. AIVD-chef Van Hulst sprak van een drama.
Outman Ben A. werd op 30 september 2004 op het AIVD-hoofdkantoor in Leidschendam gearresteerd. Komende maandag wordt hij voorgeleid aan de Rotterdamse rechtbank. Hij werkte sinds 1 oktober 2003 als audiobewerker op de afdeling Centrum Islamitisch Terrorisme (CIT) en vertaalde afgetapte gesprekken van extremistische moslims.
Net na de arrestatie noemde de dienst de schade voor lopende onderzoeken gering. Maar uit het strafdossier van Ben A. blijkt dat justitie vermoedt dat de verdachte gedurende bijna een jaar veel meer informatie heeft gelekt.
Zo zou hij onder meer vertrouwelijke documenten via internet hebben verspreid. De AIVD, het Openbaar Ministerie en de advocaten van de verdachte onthouden zich van commentaar.
Het gebrek aan personeel bij de dienst is zo groot dat pas aangenomen vertalers zonder begeleiding cruciale beslissingen moeten nemen in grote onderzoeken naar moslimterrorisme. Tegenover de rijksrecherche verklaarde Ben A. dat hij zonder richtlijnen zijn werk deed en zelf mocht bepalen of een gesprek wel of niet belangrijk was.