• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Observant nr 27, juni 2004

    De menselijke camera

    Erik Timmerman en Petra Bouwknegt
    Ravage #8, 11 juni 2004

    Gezichtsherkenning, biometrische vinger- en irisafdrukken, zelfdenkende camera’s met agressiedetectors. De technieken om voertuigen en personen te kunnen traceren lijken door de digitalisering van de samenleving onbegrensd. Buro Jansen & Janssen zet de nieuwste ontwikkelingen op een rijtje.
    In 1999 was Ede de eerste gemeente die cameratoezicht in de openbare ruimte introduceerde. In korte tijd beleefde deze vorm van toezichthouden een ware ‘boost’. Tientallen gemeenten besloten cameratoezicht in te voeren, met name in de uitgaansgebieden.
    De laatste tijd lijkt daar de rek een beetje uit. De systemen kosten veel geld en aantoonbare resultaten – meer arrestaties, minder overlast, mensen voelen zich veiliger – worden veelal niet gehaald.
    Dit wil echter niet zeggen dat de ontwikkelingen op cameragebied stilstaan. Hoewel een groot deel nog in de kinderschoenen staat, is het goed om alvast te weten wat we mogelijk nog kunnen verwachten de komende jaren.

     

     


    Nota Dierenrechtenactivisme in Nederland (AIVD) en Criminaliteitsbeeldanalyse Radicaal Dierenactivisme 1999 – 2003 (KLPD)

    AIVD en KLPD, 11 juli 2004

    In januari 2001 werd door het regiokorps Ijsselland een Bovenregionaal Rechercheteam (BRT) onder de naam ‘Escape’ opgericht dat onderzoek ging doen naar een aantal radicale dierenacties in Nederland dat in de periode daarvoor had plaatsgevonden. In het team zaten een aantal regiokorpsen, de Unit Terrorismebestrijding en Bijzondere Taken van de KLPD en de AIVD. In februari 2002 werd het team opgeheven, zonder dat er arrestaties zijn verricht. Alle informatie ging daarna naar de AIVD. Het rechercheteam dat de moord op Foruyn onderzocht dook ook in het radicale dierenactivisme. Dit leidde al voor de zomer van 2003 tot een verhoogde landelijke prioriteit. De procureurs-generaal verhoogden na overleg met de minister de prioriteit van de vervolging van dierenactivisten en het landelijk parket ging de onderzoeken coördineren. Dierenactivisme werd als een van de eerste taken overgeheveld naar de nationale recherche. De minister kondigde toen ook aan dat er een landelijke analyse gemaakt zou worden en dat gekeken zou worden welke informatie bekend was bij de AIVD. Bij de behandeling van wet Terroristische Misdrijven werd een motie aangenomen van de VVD, CDA en LPF waarin werd bepleit dat radicale dierenrechtenactivisten als terroristen moeten kunnen worden beschouwd. In een aangenomen motie stellen zij dat dierenrechten- en eco-activisten mogelijk terroristische daden begaan, omdat ze een deel van de bevolking vrees aanjagen. “Het is wenselijk als zij in voorkomende gevallen vervolgd worden terzake van een terroristisch misdrijf”, aldus de motie. Op 11 juli jl. verschenen de analyses van de AIVD en de KLPD.

    Uit het persbericht:

    Het AIVD-rapport ‘Dierenrechtenactivisme in Nederland, grenzen tussen vreedzaam en vlammend protest’ geeft aan dat het dierenrechtenactivisme in Nederland zowel divers als diffuus is. Het wordt vanuit verschillende invalshoeken en motieven bedreven. Uit het rapport blijkt bijvoorbeeld dat dierenrechtenactivisten niet altijd, zoals vaak verondersteld, links georiënteerd zijn, maar ook vanuit extreem-rechtse invalshoek handelen. Een andere categorie is a-politiek. Uit het rapport van de AIVD blijkt eveneens dat het overgrote deel van de activisten zich beperkt tot vreedzame acties en poogt door middel van demonstraties en het uitdelen van pamfletten de politiek en samenleving te attenderen op het dierenleed. Een kleinere groep maakt gebruik van verdergaande acties zoals blokkades, bezettingen en vernielingen om hun boodschap kracht bij te zetten. Een zeer kleine groep is zo extreem gewelddadig, dat sommige activiteiten dicht in de buurt komen van de delictsomschrijving in de Wet terroristische misdrijven. Zij willen tot het uiterste gaan om het lot van dieren gunstig te beïnvloeden. Deze laatste personen of organisaties hebben de bijzondere aandacht van de AIVD. Immers zij proberen via ondemocratische weg hun doel te bereiken. Door onderzoek tracht de AIVD zicht te krijgen in de aard, ernst en omvang van het fenomeen. De AIVD beoogt door middel van het identificeren en door informatieverschaffing radicale elementen aan te pakken.
    Uit de criminaliteitsbeeldanalyse blijkt dat er een toename is van het aantal incidenten. In 2001 betrof het nog 47 acties, twee jaar later is dat toegenomen tot 178. Het gaat dan om incidenten als vernieling, brandstichting, bedreiging/intimidatie en het vrijlaten van dieren uit fokkerijen. Het merendeel van de acties zijn gericht tegen de sector proefdieronderzoek. De analisten constateren een toenemende professionalisering in de acties. Deze vinden vaak plaats in georganiseerd verband en hebben in toenemende mate een relatie met buitenlandse radicale groeperingen. Ook lijken de acties zich te verharden. De exacte schade is niet vast te stellen, maar loopt in de miljoenen euro’s. Het betreft de geleden schade aan bedrijfspanden, derving van inkomsten en hogere verzekeringspremies. Tevens is er veel emotionele schade als gevolg van bedreigingen en intimidaties van personen (en van hun familieleden) die werkzaam zijn in de betreffende bedrijfssectoren.De overheid heeft daarom besloten de aanpak van radicaal dierenrechtenactivisme als nationale prioriteit aan te duiden. Alle incidenten worden via de politieregio’s centraal gemeld bij het Nationaal Informatieknooppunt en onderzocht door de Nationale Recherche. Op die wijze komt er een beter zicht op mogelijke relaties tussen verschillende actie’s en de personen die daar bij betrokken zijn. Door een landelijke aanpak wordt de expertise in tactisch en operationeel opzicht gebundeld. Hierdoor kan ook zicht worden gehouden op een meer adequate incidentenbehandeling in de regio’s. Over het sneller treffen van maatregelen en reageren op incidenten zijn de regio’s bovendien aan het begin van dit jaar reeds aangeschreven door het College van procureurs-generaal. Het gaat om een meer uniforme en intensieve aanpak, waarbij alle bedrijven waar een dierenrechtenactie plaatsvindt worden bezocht en op sporen worden onderzocht. Ook dient er meer aandacht te zijn voor de wijze waarop met slachtoffers wordt omgegaan.
    Verder hebben de betreffende diensten contact met de branches om informatie uit te wisselen. Zo kan er tevens gewerkt worden aan een sterkere informatiepositie. De Nationale Recherche onderhoudt tevens contacten met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst om informatie uit te kunnen wisselen over personen en groeperingen. Slachtoffers van genoemde acties kunnen 24 uur per dag rechtstreeks melding doen van incidenten bij de KLPD.

    AIVD-rapport ‘Dierenrechtenactivisme in Nederland, grenzen tussen vreedzaam en vlammend protest’
    KLPD-rapport: Criminaliteitsbeeldanalyse Radicaal Dierenactivisme 1999 – 2003

    Gerelateerde links:
    ESCAPE, Bovenregionaal Rechercheteam gevormd tegen dierenrechtenactivisten. (Buro Jansen & Janssen)
    Nieuwe Terrorismewet, Ook activist kan terrorist zijn (Buro Jansen & Janssen)


    Toezichtsrapport betreffende het onderzoek van de Commissie van Toezicht naar het AIVD-onderzoek inzake radicaliseringsprocessen binnen de islamitische gemeenschap

    29 april jl verscheen het eerste diepteonderzoek van de Commissie van Toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Deze commissie is ingesteld na de invoering van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002. De Commissie controleert de rechtmatigheid en de uitvoering van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
    Het eerste diepteonderzoek richtte zich op het onderzoek van de AIVD naar radicaliseringsprocessen binnen de Islamitische gemeenschap. Dit onderwerp staat sinds begin negentiger jaren hoog op de agenda van de AIVD .
    Het rapport is een gekuiste versie van het geheime onderzoekrapport dat de commissie op 31 maart jl. aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stuurde.

    In het verslag van de commissie vallen een aantal zaken op.

    Pas in 2003 heeft de AIVD z’n blikveld verbreed. Tot die tijd richtte binnen de AIVD de Pijler Anti-Integratieve tendensen (A1-pijler) zich op personen en groepen of organisaties die radicaliseren, sinds midden 2003 is de pijler omgedoopt tot Pijler Radicaliseringstendensen, die zich ook richt op radicaliserende processen, ontwikkelingen en tendensen.

    De commissie constateert dat de scheidslijn tussen informanten en infiltranten erg dun is. Informanten zijn natuurlijke personen die ‘geacht worden de benodigde gegevens te kunnen verstrekken (art 17 lid 1 sub a WIV 2002). Infiltranten zijn werkzaam onder verantwoordelijkheid en instructie van de dienst (art 21 lid 1 sub a WIV 2002). In principe wordt een informant niet aangestuurd door de dienst, een infiltrant wel. De instructies aan infiltranten worden in een rapportage vastgelegd. In de onderzochte gevallen bevatte die rapportages geen instructies die inhielden dat infiltranten strafbare feiten mochten plegen, aldus de commissie. Bij de eerste contacten die de AIVD met informanten legt is het onduidelijk of iemand slechts informatie aan kan leveren of ook geschikt is als infiltrant. De AIVD speelt hier op in door ook alle informanten onder te brengen onder het regime van infiltranten, aldus de commissie. Slechts als iemand ook echt infiltrant wordt, volgt de AIVD de procedure van verlenging. Deze is niet nodig voor informanten.

    De commissie consteerde dat minister van Binnenlandse Zaken Remkes bij het geven van toestemming voor de inzet van bijzondere bevoegdheden (art 18 tot en met art 33 WIV 2002) wel zijn handtekening zette, maar geen datum vermeldde.

    De dossieropbouw binnen het team was slecht. De commissie constateerde dat de dossiers niet altijd even goed zijn bijgehouden. Er ontbeekt een vast model voor systematische dossieropbouwUit de conclusies:

    Besluitvorming teamopdracht correct

    Onvoldoende geanticipeert op de nieuwe wet, inmiddels wel

    Uitoefening bijzondere bevoegdheden proportioneel

    Betrek de jurisdische afdeling voortaan bij alle teamopdrachten

    Op internet veel te vinden over het fenomeen radicalisering. Team heeft naar vermogen hiervan gebruik gemaakt. Anderzijds beperking, omdat het zoeken op internet relatief arbeidsintensief is.

    De minister van Binnenlandse Zaken en Koninksrijksrelaties schreef op 26 april een reactie op het geheime rapport. Om te beginnen kon hij zich vinden in het onderscheid tussen gegevens die de commissie openbaar wilde maken en die geheim gehouden moeten worden.
    De minister neemt de aanbeveling om de juridische afdeling te betrekken bij teamopdrachten over en hij beloofd een datum te zullen vermelden bij de toestemming voor de inzet van een bijzondere bevoegdheid. Verder beloofd hij dat de interne regelgeving voor dossieropbouw zal worden aangescherpt.

    Geralateerde links:

    Rapport Commissie Van Toezicht, 29 april 2004

    Reactie Remkes, 26 april 2004

    Jaarverslag Commissie van Toezicht


    Veroordelingen in Rotterdamse ‘terroristenzaak’

    Buro Jansen & Janssen

    Op 21 juni jl. deed het Gerechtshof uitspraak in de zaak tegen vier vermeende terroristen uit Rotterdam. De vier waren op 13 september 2001 gearresteerd naar aanleiding van een ambtsbericht van de AIVD. Ze zouden betrokken zijn bij de voorbereidingen van een aanslag op de ambassade van de VS in Parijs. Nadat de Rotterdamse rechtbank in december 2002 de vier verdachten had vrijgesproken volgde nu een veroordeling tot een celstraf van zes jaren.
    Bij dit proces speelde de vraag of informatie afkomstig van de AIVD (of toen BVD) gebruikt mag worden om iemand te verdenken van een strafbaar feit.
    De Rotterdamse rechtbank was in december 2002 de mening toegedaan dat de verdenking onterecht was omdat het OM die verdenking ‘louter en alleen op grond van de inhoud van de van de veiligheidsdienst ontvangen inlichtingen baseerde. Bij het ontbreken van enig resultaat van strafrechtelijk onderzoek, moet worden vastgesteld dat verdachte op onvoldoende gronden “als verdachte” is aangemerkt.’ Vrijspraak volgde.
    Het OM ging in hoger beroep en op 25 april 2003 volgde een tussenvonnis van het Gerechtshof te ‘s Gravenhage over het verzoek van de advocaten om het hoofd van de AIVD te horen en de beschikken te krijgen over de door de AIVD getapte telefoongesprekken. Het Gerechtshof ging hierbij nadrukkelijk in op het feit dat de verzoeken vooral ‘de strekking hadden de wijze waarop de BVD de aan het openbaar ministerie verstrekte informatie heeft verkregen aan een toets te onderwerpen’. Vervolgens beredeneerde het Hof dat die toets niet aan een rechtbank onderworpen diende te worden. De taken en bevoegdheden van de AIVD en de politie zijn van rechtswege sterk gescheiden, de één bevordert de nationale veiligheid , de ander spoort op. De Memorie van toelichting op de WIV 2002 stelt het OM in de persoon van de Landelijke Officier Terrorismebestrijding inzage kan krijgen in de achterliggende stukken van de door de AIVD geleverde ambtsberichten, maar dat deze wel geheimhoudingsplicht heeft. Uitgaande van de WIV 2002 heeft de AIVD een rechtsplicht tot geheimhouding van bronnen en modus operandi, aldus het Gerechtshof. Bovendien valt de AIVD onder een eigen regime van (politieke) controle, er is een parlementaire commissie die de AIVD controleert en met de WIV 2002 werd ook een Commissie van Toezicht opgezet. ‘Het hof is van oordeel dat voor een toets op de rechtmatigheid van de verkrijging van de door de AIVD aan justitie verstrekte informatie slechts in zeer beperkte mate sprake kan zijn. Deze zal namelijk beperkt dienen te blijven tot de gevallen waarin sterke aanwijzingen bestaan dat sprake is van informatie die verkregen is met (grove) schending van fundamentele rechten. In zoverre dient naar ‘s hofs oordeel ook in de relatie tussen (thans) AIVD en justitie een vertrouwensbeginsel te gelden zoals dat geldt in het uitleveringsrecht en bij de verdragsrechtelijke rechtshulp in strafzaken, erop neerkomend dat de justitiële autoriteiten mogen uitgaan van in ieder geval de rechtmatige verkrijging van de door de BVD/AIVD verstrekte informatie.’
    Met deze uitspraak gaf het Gerechtshof een voorbode van de definitief uitspraak op 21 juni jl. waarbij de verdachten tot 6 jaren werden veroordeeld. Terwijl de Rotterdamse rechtbank een tip van de AIVD onvoldoende vond voor een verdenking, stelt het Haagse hof dat ‘het niet vermag in te zien dat de in de onderhavige zaak door de BVD via het Korps Landelijke Politiediensten in augustus en september 2001 verstrekte en in ambtsberichten neergelegde informatie de op 13 september van dat jaar uitgevoerde doorzoekingen niet legitimeerden, noch dat die ambtsberichten – in samenhang met onder meer de resultaten van die doorzoekingen – de aanhouding en voortgezette vrijheidsbeneming van de verdachte op grond van tegen hem bestaande ernstige bezwaren, niet zou kunnen rechtvaardigen.’ Met andere woorden: een tip door de AIVD is wel voldoende voor een verdenking. Het hof meld wel expliciet dat de ambtsberichten van de AIVD niet zijn meegnomen in de bewijsvoering. ‘Aan de vraag – in algemene zin – onder welke voorwaarden die informatie tot het bewijs zou mogen worden gebezigd, gaat het hof voorbij omdat het niet noodzakelijk acht van die informatie voor het bewijs gebruik te maken, mede op grond van de omstandigheid dat die informatie, voor zover relevant en behoudens voor zover van niet zuiver feitelijke aard, ook veelal uit andere bewijsmiddelen blijkt’ , aldus het hof.

    Gerelateerde links:

    Uitspraak rechtbank 18 december 2002, rechtbank Rotterdam
    Uitspraak gerechtshof 25 april 2003, Gerechtshof ‘s Gravenhage
    Uitspraak gerechtshof 21 juni 2004, Gerechtshof ‘s Gravenhage
    Het gebruik van AIVD-informatie in het strafproces, L. an Wifferen in Justitiele Verkenningen (WODC)
    Persbericht ministerraad: AIVD informatie meer gebruiken, Ministerie van Justitie
    Remkes: Misverstanden over waarde AIVD-informatie , AIVD
    Louis Sèvéke (OBIV) : AIVD schiet tekort in uitvoering van kerntaken , OBIV
    Notitie informatie van inlichtingen- en veiligheidsdiensten in het strafproces, Ministerie van Justitie
    AIVD in de rechtszaal, Donner wil bewijsmateriaal AIVD wettig maken , Buro Jansen & Janssen


    Argos

    vrijdag 25 juni 2004 11:02 Radio 1
    Hoe betrouwbaar is AIVD-informatie en wie controleert dat? Moet de rechtsstaat meer middelen krijgen in de strijd tegen het terrorisme?

    Deze week deed het gerechtshof in Den Haag een opmerkelijke uitspraak. Twee mannen kregen gevangenisstraffen van 6 en 4 jaar voor het deelnemen aan een internationale criminele organisatie die terroristische aanslagen wilde plegen. De mannen waren vorig jaar door de rechtbank in Rotterdam vrijgesproken omdat de rechtbank oordeelde dat de AIVD-informatie geen rol mocht spelen in het strafproces. Het hof in Den Haag vindt dat geen bezwaar en liet zelfs door de AIVD verzamelde informatie toe als bewijs tegen de verdachten. Dit tot grote vreugde van minister Donner van justitie, die voor het gebruik van AIVD-informatie in de rechtszaal zelfs een apart wetsvoorstel in de maak heeft.
    Hoe betrouwbaar is AIVD-informatie en wie controleert dat? Moet de rechtsstaat meer middelen krijgen in de strijd tegen het terrorisme?
    Een debat daarover met o.a. CDA Tweede Kamerlid W. van Fessem.


    Wet terroristische misdrijven (28.463) aangenomen in Eerste Kamer

    Dit wetsvoorstel wijzigt het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit het EU-kaderbesluit over terrorismebestrijding. Met dit voorstel worden terroristische misdrijven afzonderlijk omschreven en worden misdrijven die beogen terroristische misdrijven voor te bereiden of gemakkelijk te maken zwaarder bestraft.
    Het verhoogde strafmaximum is alleen van toepassing als bewezen kan worden dat het misdrijf is begaan met een ‘terroristisch oogmerk’. Dat wil zeggen het oogmerk om de bevolking van een land vrees aan te jagen, dan wel een overheid of internationale organisatie te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden. Ook als het misdrijf wordt ondernomen om de economische, politieke of sociale structuren van een land of internationale organisatie ernstig te ontwrichten of vernietigen is sprake van een terroristisch oogmerk.
    Het voorstel is op 9 december 2003 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, D66, VVD, ChristenUnie, SGP, CDA en LPF stemden voor. De fractie van de PvdA is daarbij aantekening verleent voor die onderdelen die betrekking hebben op het strafbaar stellen van samenspanning. De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond plaats op 14 en 15 juni 2004. Tijdens de behandeling is op 15 juni 2004 de Motie-Kohnstamm (D66) c.s. inzake een adviesaanvraag aan de Raad van State over het begrip samenspanning (EK 28.463, F) ingediend. Deze motie is op 22 juni 2004 na stemming bij zitten en opstaan verworpen. PvdA, ChristenUnie, SGP, GroenLinks, SP, D66 en OSF stemden voor.
    Het wetsvoorstel is op 22 juni 2004 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. PvdA, D66, OSF, SP en GroenLinks stemden tegen.


    Akkoord bereikt over Europese Grondwet

    Op de website van Statewatch zijn de volledige teksten te vinden:

    a. New: 28.6.04: Renumbered text of the EU Constitution: Renumbered text of EU Constitution (pdf)
    b. Consolidated agreed text: Part I (pdf)
    c. Consolidated agreed text: Parts II and IV (pdf)
    d. “Justice and Home Affairs”: Constitution: JHA (pdf)
    e. Judicial Provisions (pdf)
    f. Summary of the the abolition/retention of vetoes under the Constitution: Vetoes summary (pdf)

    1. The Council have now produced a full consolidated text: CIG 86 (pdf, 325 pages, 930k)
    2. The Council has produced 88 pages of “Declarations” to be attached to the Constitution: CIG 86 ADD 2 (pdf)
    3. New: 29.06.04: The Council has produced a full list of Protocols – another 351 pages – to be attached to the Constitution: CIG 86 ADD 1 (pdf). This makes the full Constitution 764 pages – a bit of summer reading.


    Nederland Voorzitter van de EU

    Website nl voorzitterschap

    Daarwerkelijke samenwerking, werkplan politieel deel van het Nederlands voorzitterschap

    Vergaderingen van JBZ-Raad

    Team Nederlands Voorzitterschap Europese Unie van Nederlands Centrum Internationale Politiesamenwerking

    Vanaf 1 juli 2003 is onder leiding van Jan Wiarda een team van in totaal acht mensen gestart met de voorbereiding van het politiegedeelte van het Nederlands Voorzitterschap van de Europese Unie tweede helft 2004. Nederland zal het voorzitterschap uitoefenen voorafgegaan door Ierland en opgevolgd door Luxemburg. Op dit ogenblik is het team volop bezig met de voorbereiding van het volgend half jaar. Daarnaast zijn er intensieve contacten met het Ierse voorzitterschap. Nederland is nu onderdeel van de zogenaamde Trojka, het dagelijks bestuur, bestaande uit oud voorzitter Italie, Ierland en de komende voorzitter Nederland.


    De telefoontap in grote opsporingsonderzoeken

    R.J. Bokhorst
    Justitiële verkenningen
    jrg. 30, nr. 4, juni 2004

    In Nederland worden zo is het algemene beeld, bij de opsporing van ernstige misdrijven vrijwel standaard telefoons afgeluisterd (zie Reijne, Kouwenberg e.a., 1996; Van Koppen, 1995). Daarbij zou in Nederland in vergelijking met het buitenland de telefoontap beduidend vaker worden toegepast. Herhaalde malen is in de Tweede Kamer aandacht gevraagd voor het (vermeende) op grote schaal aftappen van telefoons en verzocht om meer concrete informatie met betrekking tot de aantallen taps die er in Nederland jaarlijks lopen. Op dit moment ontbreekt nog een centrale registratie. Ofschoon de Minister van Justitie van mening is dat – gelet op het juridische kader waarmee de inzet van de tap is omgeven – landelijke controle en registratie van de tap geen meerwaarde oplevert, zou met de beoogde centralisatie van tapvoorzieningen dergelijke informatie in de toekomst wel beschikbaar komen.1 In een uitgebreide studie naar rechercheonderzoek en recherchemethoden, dat door onderzoekers van het Instituut voor Veiligheidsen Crisismanagement (COT), het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) en het Wetenschappelijk Onderzoek-en Documentatiecentrum (WODC) is uitgevoerd, kon het beeld worden bevestigd dat de telefoontap een prominente plaats inneemt bij de opsporing (De Poot, Bokhorst e.a., 2004). In dit onderzoek, dat in een zestal politieregio’s is verricht, is op verschillende manieren in kaart gebracht op welke wijze de Nederlandse politie aangiften van misdrijven behandelt, misdrijven onderzoekt en al dan niet tot een oplossing brengt. Een van de gebruikte onderzoeksmethoden bestond uit participerende observatie, waarbij 28 omvangrijke opsporingsonderzoeken zijn gevolgd.

    Frans rapport over afluisteren:
    http://lesrapports.ladocumentationfrancaise.fr/BRP/044000215/0000.pdf

    Vergelijkend onderzoek tappen Europese landen:
    Rechtswirklichkeit und Effizienz der Überwachung der Telekommunikation
    [..], internationale vergelijking op p.104 (juni 2003)
    http://www.iuscrim.mpg.de/verlag/online/Band_115.pdf


    Privacygedragscode particuliere onderzoeksbureaus

    De gedragscode is opgesteld door de Vereniging van Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus (VPB), in overleg met de overheid. Het CBP heeft deze gedragscode op verzoek van de VPB beoordeeld en heeft vervolgens op 13 januari 2004 verklaard dat de in de gedragscode opgenomen regels, gelet op de bijzondere kenmerken van de sector particuliere onderzoeksbureaus, een juiste uitwerking vormen van de WBP of van andere wettelijke bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens. De verklaring van het CBP is gepubliceerd in de Staatscourant 2004, nr 7, blz. 22..

    Vervolgens heeft de Minister van Justitie de gedragscode verplicht gesteld voor alle vergunningsplichtige recherchebureaus via de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Rpbr). In een nieuw artikel 23a (onder een nieuwe paragraaf 11a): Bijzondere bepalingen voor recherchebureaus, wordt bepaald dat een recherchebureau een (privacy)gedragscode vaststelt conform een bij de regeling vastgesteld model, waarbij het model gelijjkluidend is aan onderhavige gedragscode.


    Juridisch chauvinisme

    Opportuun, jaargang 10, nummer 10, juni 2004
    Mr. J.L. de Wijkerslooth, voorzitter van het College van procureurs-generaal

    Het is makkelijk om kritiek te leveren op de Europese Unie. Men kan bijvoorbeeld wijzen op de soms al te grote regelzucht of op de geldverslindende maandelijkse verhuizing van het parlement tussen Brussel en Straatsburg. Dat neemt niet weg dat de EU op een aantal terreinen zeer succesvol is gebleken. ………
    Tot nader order is de internationaal georiënteerde misdadiger moeilijker aan te pakken dan de dorpscrimineel. Als we daar verandering in willen brengen, zullen we echt bereid moeten zijn om een aantal nationale stokpaardjes op te geven. Een totale harmonisatie van het strafrecht is onhaalbaar en ook onwenselijk. ……
    Wij zullen moeten aanvaarden dat de keuzes die wij hebben gemaakt voor of tegen de inzet van bepaalde opsporingsmethoden niet heilig zijn. Daarbij zullen wij er niet aan ontkomen op strafvorderlijk terrein enige soevereiniteit in te leveren. Dat betekent bijvoorbeeld dat wij moeten gaan accepteren dat een proces-verbaal naar Nederlands recht niet steeds in de Nederlandse taal is opgemaakt, dat een buitenlandse politieman naar Nederlands recht buitengewoon opsporingsambtenaar kan zijn of dat in ons land opsporingshandelingen worden verricht waar wij niet alles over te zeggen hebben.

    NOS: Verplichte identificatie definitief

    NOS 15-06-2004

    De wet op de algemene identificatieplicht wordt definitief ingevoerd, nu ook de Eerste Kamer akkoord gaat met het voorstel. De Tweede Kamer had al eerder zijn fiat gegeven.

    Vanaf 1 januari 2005 moet iedereen boven de 14 jaar een identificatiebewijs kunnen laten zien als de politie ernaar vraagt. Wie dat niet wil of kan, riskeert een boete van maximaal 2200 euro. Nu geldt de identificatieplicht voor mensen vanaf 18 jaar, maar alleen op het werk, in de auto en in het openbaar vervoer.

    De verplichte identificatie moet de politie helpen bij het handhaven van de openbare orde. De politie mag echter niet zo maar mensen om een legitimatiebewijs vragen. Daar moet een directe aanleiding voor zijn. Bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer bleek dat GroenLinks en de SP vrezen dat de identificatieplicht willekeur en discriminatie in de hand werkt.

    De menselijke camera

    Erik Timmermans
    Petra Bouwknegt

    Ravage #8
    11 juni 2004

    Gezichtsherkenning, biometrische vinger- en irisafdrukken, zelfdenkende camera’s met agressiedetectors. De technieken om voertuigen en personen te kunnen traceren lijken door de digitalisering van de samenleving onbegrensd. Buro Jansen & Janssen zet de nieuwste ontwikkelingen op een rijtje.

    In 1999 was Ede de eerste gemeente die cameratoezicht in de openbare ruimte introduceerde. In korte tijd beleefde deze vorm van toezichthouden een ware ‘boost’. Tientallen gemeenten besloten cameratoezicht in te voeren, met name in de uitgaansgebieden.

    lees meer

    Sluit venster Afscheidscadeau voor Bea

    Ravage #8
    11 juni 2004

    Beatrix heeft het armzalige idee opgevat om haarzelf volgend jaar rond koninginnedag in de bloemetjes te zetten. Hiervoor zullen de inwoners van diverse steden worden opgezadeld met uiterst strenge veiligheidsmaatregelen en een geldverslindend wanstaltig jubilieumprogramma. Het burgercomité ‘Geen riks voor trix’ neemt maatregelen.

    Volgend jaar is Beatrix 25 jaar koningin. Alsof het de burger al niet genoeg geld gekost heeft – de gemeenschap betaalde gedurende die 25 jaar zo’n 375 miljoen euro aan uitkeringen en festiviteiten voor het Oranjegezelschap – zal koste wat het kost het jubileum op vorstelijke wijze worden gevierd. De inhalige Oranjes willen immers graag gezien worden.

    lees meer

    Kunstenaars verdacht van bioterrorisme

    De FBI verdenkt leden van het kunstenaarsgezelschap Critical Art Ensemble (CAE) van bioterrorisme. Aanleiding vormde de bij toeval ontdekte chemische attributen in de woning van Steve Kurtz, de belangrijkste man van het gezelschap. Het aangetroffen materiaal zou echter onderdeel uitmaken van het werk van CAE.

    In de ochtend van 11 mei trof Steve Kurtz in diens woning in Buffalo zijn vrouw dood aan in bed. Ze bleek te zijn overleden aan een hartstilstand. De aandacht van de gealarmeerde ziekenbroeders ging echter niet alleen uit naar de overledene. Zij zagen in de flat her en der het ‘biotech’ logo prijken alsmede allerhande laboratorium-apparatuur en chemische preparaten.

    Omdat de ziekenbroeders het niet vertrouwden brachten ze de FBI op de hoogte. Hierop volgde er een huiszoeking, uitgevoerd door de Joint Terrorism Task Force, waarbij Kurtz werd gearresteerd. De Buffalo Health Department beschouwde de woning als een gevaar voor de gezondheid.

    lees meer

    De menselijke camera

    Ravage #8

    Gezichtsherkenning, biometrische vinger- en irisafdrukken, zelfdenkende camera’s met agressiedetectors. De technieken om voertuigen en personen te kunnen traceren lijken door de digitalisering van de samenleving onbegrensd. Buro Jansen & Janssen zet de nieuwste ontwikkelingen op een rijtje. lees meer

    France, Germany and Spain to share access to databases

    Statewatch, juli 2004

    Work is underway to enable France. Germany, and Spain to give access to each other to their respective criminal record databases. Tests are expected to begin before 2004 is over, and systematic information exchanges on offenders between the three countries will start next year. A joint working group was established by the three countries at the start of 2003 to provide solutions for any technical or legal difficulties that this initiative may entail. Press statements by the French and Spanish justice ministries stressed that the working group is responsible for guaranteeing that these information exchanges are characterised bs a high level of security and confidentiality. and for developing a system that may be easily extended to other countries.

    lees meer

    De AIVD en de burger

    De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de burger,
    ervaringen van actievoerders en vreemdelingen

    lees meer

    Inhoudsopgave Observant #26, april 2004

    01 Ervaringen met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst: De asielzoeker en de geheim agent
    02 De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de burger, ervaringen van actievoerders en vreemdelingen
    03 Special van Justitiele Verkenningen over inlichtingendiensten
    04 AIVD jaarverslag 2003
    05 Jaarverslag 2003-2004 van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

    Gehele Observant #26

    Observant #26, april 2004

    Ervaringen met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
    De asielzoeker en de geheim agent

    Wil van der Schans en Erik Timmerman
    NRC Handelsblad, 8 mei 2003

    De macht van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst neemt toe sinds de moslimextremistische aanslagen. De AIVD krijgt steeds meer bevoegdheden om terreur op te sporen. Maar houdt de geheim agent zich aan de wet? ÔFreek beloofde me een verblijfsvergunning in ruil voor informatie.’

    De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de burger,
    ervaringen van actievoerders en vreemdelingen

    Wil van der Schans en Erik Timmerman
    Justitiele Verkenningen, nr 3, mei 2004

    De gecompliceerde verhouding tussen activiteiten van inlichting- en veiligheidsdiensten en burgerrechten wordt geïllustreerd in de bijdrage van Van der Schans en Timmerman. Zij menen dat deze activiteiten ‘onvermijdelijk’ leiden tot schending van burgerrechten. Ze geven daarvoor verscheidene voorbeelden gebaseerd op ervaringen van antiglobaliseringsactivisten en vluchtelingen. De auteurs verwijzen naar een oordeel van de Raad van State dat luidde dat de destijds geldende Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten in strijd was met de artikelen 8 en 13 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Hoewel de nieuwe wet uit 2002 de taken en bevoegdheden van de diensten nauwkeurig benoemt, wordt het precieze werkterrein van de AIVD niet omschreven. Ook wordt de geïntroduceerde term ‘nationale veiligheid’ niet gedefinieerd. Dit kan er volgens de auteurs toe leiden dat bijvoorbeeld
    vredesactivisten worden beschouwd als een bedreiging voor de nationale veiligheid en om die reden een doelwit zijn van de AIVD.


    Special van Justitiele Verkenningen over inlichtingendiensten
    Jaargang, nr 3, mei 2004

    Inlichtingen- en veiligheidsdiensten zijn sinds het einde van de Koude Oorlog verwikkeld in een ingrijpend veranderingsproces. De overzichtelijke bipolaire wereld van destijds waarin bijna elke brandhaard als vanzelf een oost-westconflict werd, is veranderd in een wereld die weliswaar wordt gedomineerd door de Verenigde Staten, maar die tegelijkertijd vol regionale conflicten is. In toenemende mate beschikken niet-statelijke actoren over (geavanceerde) wapens en wereldwijde netwerken die hen in staat stellen hun eisen met grootschalig geweld kracht bij te zetten. De aanslagen van 11 september 2001 in New York en 11 maart 2004 in Madrid onderstrepen bovendien dat het ‘nieuwe terrorisme’, belichaamd in groepen als Al-Qaeda, afgaande op hun eigen verklaringen niet minder dan een oorlog voert tegen het Westen. Aan inlichtingendiensten stelt deze ontwikkeling nieuwe eisen. Was het tijdens de Koude Oorlog voldoende de CPN in de gaten te houden, tegenwoordig wordt van de AIVD (voorheen BVD) een meer pro-actieve houding verwacht. De dienst tracht potentiële dreigingen
    in een vroeg stadium als zodanig te identificeren. Binnen het aandachtsgebied vallen nu zeer uiteenlopende onderwerpen zoals spanningen tussen bevolkingsgroepen, de werving van jihad-strijders, de smokkel van wapens en nucleair materiaal en de internationaal vertakte georganiseerde misdaad. Binnen de Nederlandse verhoudingen komt daar na de moord op Pim Fortuyn en perikelen rond het koningshuis ook de roep bij om een ruimere taakopvatting van de dienst als het gaat om de beveiliging van politici en antecedentenonderzoek.
    Mede naar aanleiding van deze gebeurtenissen en op verzoek van de Tweede Kamer heeft de minister van Binnenlandse Zaken recent een commissie ingesteld die het werk van de AIVD gaat evalueren en daarmee een antwoord zal geven op vraag of de dienst er in is geslaagd de omslag naar de 21e eeuw te maken. De vraag hoe de activiteiten van de dienst zich verhouden tot de burgerrechten komt in de commissie niet aan de orde, maar wel in dit themanummer van Justitiële verkenningen. Het lijkt slechts een kwestie van tijd voordat
    de roep om ruimere bevoegdheden voor inlichtingendiensten ook in Nederland zal klinken. Op dit moment is het gebruik van AIVD-informatie in het strafproces al een punt van discussie. Door de terroristische dreiging is het maatschappelijk klimaat voor honorering van dergelijke verlangens gunstig, maar het is de vraag hoever een open democratische samenleving kan gaan in haar streven naar veiligheid. Voorts heeft de redactie het onderwerp inlichtingendiensten nadrukkelijk in een historische en internationale context willen plaatsen. Zie voorwoord

    Inhoud:

    Inlichtingendiensten in Europa en Amerika; de heroriëntatie sinds de val van de Muur en 11 september 2001
    door C. Fijnaut

    Het gevaar van succes in de strijd tegen terrorisme; portret van de nieuwe vijand
    door R. de Wijk

    Wie wint de ‘war on terrorism’?
    door B. de Graaff

    De problemen rond de internationale intelligence liaison
    door C.Wiebes

    Veiligheidsdienst in verandering; de BVD/AIVD sinds het einde van de Koude Oorlog
    door P.H.A.M. Abels en R.Willemse

    Infiltratie in de praktijk; BVD en CPN tijdens de Koude Oorlog
    door F. Hoekstra

    De AIVD en de burger; ervaringen van actievoerders en vreemdelingen
    W. van der Schans en E. Timmerman

    Inlichtingenwerk en ethiek; een wildernis van spiegels
    door B. Hoogenboom

    Het gebruik van AIVD-informatie in het strafproces
    door L. van Wifferen


    AIVD jaarverslag 2003

    De AIVD constateert in het verslag dat terroristische netwerken zich in toenemende mate richten op ‘soft targets’, personen of objecten die, omdat ze gemakkelijk te benaderen of toegankelijk zijn, een gemakkelijk doelwit vormen. De netwerken hebben hun organisatorisch zwaartepunt verlegd naar semi-autonome lokale cellen, die in belangrijke mate zelfvoorzienend zijn. De netwerken zijn daardoor lastiger dan in het verleden bloot te leggen en onschadelijk te maken. De AIVD noemt de dreiging van het islamitisch terrorisme – ook voor Nederland – nog altijd aanzienlijk.
    In Nederland richten de netwerken zich vooral op het rekruteren van jongeren voor de jihad en op het faciliteren van de gewapende strijd door middel van valse papieren, verblijfplaatsen en dergelijke. Het gaat hierbij om een qua samenstelling steeds wijzigende groep. Hun aantal beweegt zich rond de 150 personen.


    Jaarverslag 2003-2004 van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

    Met ingang van 1 juli 2003 is de Commissie van Toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (hierna af te korten als: de commissie) haar werkzaamheden begonnen. De instelling van deze commissie is geregeld in de op 29 mei 2002 in werking getreden Wet op
    de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (hierna af te korten als: de WIV 2002).1 Onder bedoelde diensten begrijpt artikel 1 van deze wet de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), die achtereenvolgens vallen onder de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Minister van Defensie, terwijl in het verband van de toezichthoudende taak van de commissie tevens wordt gedoeld op de onder de Minister-President ressorterende coördinator van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (zie artikel 4). Tevens valt onder de taakomschrijving van de commissie het toezicht op ambtenaren van de politie, Koninklijke marechaussee en de rijksbelastingdienst, voor zover deze functionarissen werkzaamheden verrichten ten behoeve van de AIVD (zie artikel 60).
    In hoofdstuk 6 van de WIV 2002 (de artikelen 64-84) zijn de samenstelling, taakuitvoering en andere bijzondere onderwerpen, de commissie betreffende, opgenomen. Voor haar bevoegdheden wordt overigens ook naar andere bepalingen van deze wet verwezen, in het bijzonder de artikelen 34, tweede lid en 55, derde lid. De commissie is krachtens artikel 64, tweede lid, van de WIV 2002 meer specifiek belast met:
    a. het toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering van hetgeen bij of krachtens deze wet en de Wet veiligheidsonderzoeken (WVO)2 is gesteld;
    b. het gevraagd en ongevraagd inlichten en adviseren van de betrokken bewindspersonen (‘Onze Ministers’ als bedoeld in artikel 1 van de wet) aangaande de door de commissie geconstateerde bevindingen;
    c. het adviseren van de betrokken bewindspersonen terzake van klachten;
    d. het ongevraagd adviseren van de betrokken bewindspersonen over de notificatieplicht, die in artikel 34 van de wet is opgenomen.
    Voor de werkwijze van de commissie wordt verwezen naar het door haar vastgestelde reglement van orde dat op 1 september 2003 in werking is getreden3 en als bijlage aan dit jaarverslag is toegevoegd. Zie ook het KB van 22 juli 2002, Stb. 454, dat voorschriften bevat omtrent de rechtspositie van de voorzitter en leden van de commissie.
    Op grond van artikel 80 van de WIV 2002 brengt de commissie jaarlijks vóór 1 mei een openbaar verslag van haar werkzaamheden uit.4 Het verslag wordt aangeboden aan de beide kamers der Staten-Generaal en aan de betrokken bewindspersonen. In artikel 10 van het reglement van orde van de commissie is ten behoeve van een zo groot mogelijke inhoudelijke actualiteit bepaald, dat dit verslag de periode van 1 april van het voorafgaande kalenderjaar tot en met 31 maart van het lopende jaar bestrijkt. Het eerste jaarverslag van de commissie, waarmee aan artikel 80 uitvoering wordt gegeven, bestrijkt dus het tijdvak van 1 juli 2003 tot 1 april 2004.

     

     

     

    De asielzoeker en de geheim agent

    Ervaringen met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
    De asielzoeker en de geheim agent
    NRC , 8 mei 2003

    De macht van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst neemt toe sinds de moslimextremistische aanslagen. De AIVD krijgt steeds meer bevoegdheden om terreur op te sporen. Maar houdt de geheim agent zich aan de wet? ‘Freek beloofde me een verblijfsvergunning in ruil voor informatie.’

    Wil van der Schans en Erik Timmerman

    Het is begin 1998 als asieladvocaat Cornhert Schoorl uit Alkmaar tegen een bijzondere zaak aanloopt met twee Iraakse vluchtelingen. ,,De één was persoonlijk secretaris van Saddam Hussein geweest”, vertelt Schoorl, ,,de ander was advocaat. Ze waren via Noord-Irak naar Nederland gevlucht.”
    Hulp hadden ze naar eigen zeggen gekregen van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA. Met vervalste paspoorten waren ze op het vliegtuig gezet. Vanuit Schiphol werden ze naar het grenshospitium in Amsterdam-Zuidoost gebracht. Daar verbleven ze op een aparte afdeling waar ze dagenlang werden verhoord, aldus Schoorl. ,,Later begreep ik dat dat door de Binnenlandse Veiligheidsdienst (tegenwoordig AIVD) was.”
    Schoorl werd de toegang tot z’n cliënten ontzegd. Na een week kreeg hij één van de twee cliënten te spreken, de advocaat. De ander bleek spoorloos verdwenen. Schoorl hielp de gevluchte Iraakse advocaat gedurende de rest van zijn asielprocedure.
    Zijn cliënt werd nog regelmatig bezocht door ene meneer ‘Bert’ van de BVD. ,,Deze BVD’er had mijn cliënt een verblijfsstatus beloofd als hij door zou gaan met informatie geven”, zegt Schoorl. Toen Schoorl daarover bij de Adviescommissie Vreemdelingenzaken in Den Haag een hoorzitting aanvroeg ,,zakten hun monden open en de voorzitster nam het erg serieus. Ik heb haar ook gevraagd dit aan te kaarten bij de IND: zo mag het niet en doe dat niet meer, maar nu je het wel gedaan hebt, doe er alles aan om deze meneer nog tegemoet te komen. Kort daarna kwam de status, ik denk niet dat dat los te koppelen valt.”

    lees meer

    De asielzoeker en de geheim agent

    Het is begin 1998 als asieladvocaat Cornhert Schoorl uit Alkmaar tegen een bijzondere zaak aanloopt met twee Iraakse vluchtelingen. ,,De één was persoonlijk secretaris van Saddam Hussein geweest”, vertelt Schoorl, ,,de ander was advocaat. Ze waren via Noord-Irak naar Nederland gevlucht.”
    Hulp hadden ze naar eigen zeggen gekregen van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA. Met vervalste paspoorten waren ze op het vliegtuig gezet. Vanuit Schiphol werden ze naar het grenshospitium in Amsterdam-Zuidoost gebracht. Daar verbleven ze op een aparte afdeling waar ze dagenlang werden verhoord, aldus Schoorl. ,,Later begreep ik dat dat door de Binnenlandse Veiligheidsdienst (tegenwoordig AIVD) was.”
    Schoorl werd de toegang tot z’n cliënten ontzegd. Na een week kreeg hij één van de twee cliënten te spreken, de advocaat. De ander bleek spoorloos verdwenen. Schoorl hielp de gevluchte Iraakse advocaat gedurende de rest van zijn asielprocedure.
    Zijn cliënt werd nog regelmatig bezocht door ene meneer ‘Bert’ van de BVD. ,,Deze BVD’er had mijn cliënt een verblijfsstatus beloofd als hij door zou gaan met informatie geven”, zegt Schoorl. Toen Schoorl daarover bij de Adviescommissie Vreemdelingenzaken in Den Haag een hoorzitting aanvroeg ,,zakten hun monden open en de voorzitster nam het erg serieus. Ik heb haar ook gevraagd dit aan te kaarten bij de IND: zo mag het niet en doe dat niet meer, maar nu je het wel gedaan hebt, doe er alles aan om deze meneer nog tegemoet te komen. Kort daarna kwam de status, ik denk niet dat dat los te koppelen valt.” lees meer

    Inhoudsopgave Observant #25, april 2004

    01 Spaanse inlichtingendienst blundert; Terrorismebestrijding in teken van incidentenpolitiek
    02 Verplicht DNA afstaan na veroordeling
    03 Politieklachten.nl
    04 Geen woorden …….. Maar daden! Hebben de europarlementariërs gedaan wat ze beloofd hebben, de afgelopen 5 jaar?
    05 Regels inzake de verwerking van politiegegevens (Wet politiegegevens )
    06 Hoge Raad : Cameratoezicht tastte persoonlijke levenssfeer niet aan
    07 Rapport tussen-evaluatie preventief fouilleren
    08 “Empty Promises:” Diplomatic Assurances No Safeguard against Torture

     

    Gehele Observant #25

    Observant #25, april 2004

    Spaanse inlichtingendienst blundert
    Terrorismebestrijding in teken van incidentenpolitiek
    Door
    Wil van der Schans en Rick van Amersfoort

    Ravage #5 van 9 april 2004

    Het opsporingsonderzoek naar de verdachten van de aanslagen in Madrid verloopt voortvarend. Er zijn zoveel sporen achtergelaten door de daders dat het merendeel vand e verdachten inmiddels achter slot en grendel zit. Opmerkelijk is dat een deel van de arrestanten al langere tijd door de inlichtingendiensten in de gaten werd gehouden. Op 11 maart vond de aanslag. Twee dagen later arresteerde de Spaanse politie vijf mannen; Jamal Z., Mohammed El Hadi C., Mohammed B., Vinay K. en Suresh K. De arrestaties volgden na de vondst van een mobiele telefoon die werd gevonden bij een niet ontplofte bom. Deze telefoon leidde naar de winkel waar Jamal Z. werkt. Jamal Z. is voor zowel de Spaanse geheime dienst als die van de Europese Unie en Noord‑Afrika geen onbekende. Hij wordt door de Marokkaanse autoriteiten al sinds 1993 in verband gebracht met radicale islamitische groeperingen als The Group of Islamic Combatants of Morocco, Eternal Lions en the Moroccan Combatants, waarvan de namen van de leden onder Europese politiediensten circuleren. Ook zou Jamal Z. contacten hebben onderhouden met de mensen die de zelfmoordaanslagen in de Marokkaanse stad Casablanca hebben gepleegd. Deze aanslagen worden toegeschreven aan Salafija al‑Djihadia, een groepering die niet op de lijst van terroristische organisaties van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken voorkomt. Jamal Z. zou ook contacten hebben onderhouden met Mohamed F., een van de spirituele leiders van Salafija al‑Djihadia.


    Verplicht DNA afstaan na veroordeling
    Door Erik Timmerman

    Ravage #7 van 30 april 2004

    Het wordt binnenkort mogelijk om van iedereen die veroordeeld wordt voor een delict waar een maximumstraf van vier jaar of langer op staat, DNA af te nemen en op te slaan. Een meerderheid van het Nederlandse parlement stemde kortgeleden in met een wetsvoorstel van minister Donner (Justitie).

     


    Politieklachten.nl

    Begin dit jaar stopte het onafhankelijke Amsterdamse Klachtenburo Politieoptreden haar activiteiten. Om de informatie over het indienen van klachten tegen de politie toegankelijk te houden hebben wij van Buro Jansen & Janssen de website Politieklachten.nl geopend, gevuld met informatie van het voormalige Klachtenburo.
    Op de site wordt uitgelegd hoe je een klacht in kunt dienen tegen de politie, worden een aantal nuttige adressen vermeld en staat de klachtenregeling vermeld. Ook kun je via de site direct online een klacht indienen bij de Amsterdamse politie.

     


     

    Geen woorden …….. Maar daden!
    Hebben de europarlementariërs gedaan wat ze beloofd hebben, de afgelopen 5 jaar?

    Als u op 10 juni gaat stemmen voor het Europees Parlement, wilt u wel weten waar u voor kiest. U kunt hiervoor verkiezingsprogramma’s voor de komende verkiezingen bestuderen, maar is het niet veel interessanter om te kijken naar wat de Nederlandse partijen in de afgelopen vijf jaar hebben waargemaakt van hun beloften? Op deze website staat een overzicht van deze verkiezingsbeloften uit 1999 en van de zaken die daarvan zijn gerealiseerd. Onafhankelijke beoordelaars geven hierover hun mening. Voor Thema 2 beoordeelden Wil van der Schans en Jelle van Buuren de verkiezingsbeloften.

    Thema 2. Pas op voor de Hond!
    De Europese Unie bouwt aan een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, waarin de Europese burger wordt beschermd tegen internationale criminaliteit, overal in de EU toegang heeft tot de rechter en erop kan vertrouwen dat de grondrechten worden geëerbiedigd.
    De bevoegdheden van een organisatie als Europol (Europese aanpak van misdaad) en de democratische controle daarop waren in het Europees Parlement onderwerp van discussie. Daarnaast is de organisatie Eurojust opgericht om de justitiële samenwerking tussen EU-lidstaten te verbeteren. Wat zijn de standpunten van de verschillende partijen op deze terreinen en waar hebben de partijen in het Parlement voor gepleit?
    Verder komt binnen dit thema de ontwikkeling van een Europees asiel- en migratiebeleid aan de orde, een onderwerp waarover de meningen verdeeld zijn en waarover verhitte discussies worden gevoerd. Wat zijn de rechten van asielzoekers en vluchtelingen binnen de EU en moeten over dit soort zaken eigenlijk wel Europese afspraken worden gemaakt?
    GeenWoorden.nl is onderdeel van de website www.ep-monitor.nl van het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP), waar sinds mei 2002 het stemgedrag van de Nederlandse europarlementariërs wordt gevolgd.


     

    Regels inzake de verwerking van politiegegevens (Wet politiegegevens )

    Wetsvoorstel (pdf)
    Memorie van Toelichting (pdf)

    Nieuw wetsvoorstel dat momenteel ter advisering is rondgestuurd naar oa Openbaar Ministerie, Orde van Advocaten en het College Bescherming Persoonsgegevens. Volgens de minister leveren ” de huidige wettelijke mogelijkheden voor het verwerken van persoonsgegevens door de politie in toenemende mate knelpunten op. In de eerste plaats is er voor de dagelijkse uitvoering van de politietaak behoefte aan ruimere mogelijkheden tot het verwerken van gegevens over personen die (nog) niet als verdachte zijn aangemerkt. De huidige verwerkingstermijn van vier maanden blijkt in de praktijk erg kort voor de dagelijkse uitvoering van de politietaak. In de tweede plaats blijkt in de praktijk dat de verwerking van gegevens, ook betreffende onverdachte personen, noodzakelijk kan zijn om zicht te verkrijgen op maatschappelijke problemen die samenhangen met criminaliteit en dat de systematiek van de huidige wet daar onvoldoende op is toegesneden. Bepaalde maatschappelijke problemen van ernstige aard vergen een meer permanente gegevensverwerking. Hierbij kan gedacht worden aan de verwerking van gegevens die relevant kunnen zijn voor het inzicht in terroristische activiteiten. In de derde plaats kunnen gegevens die door de politie voor een bepaald doel zijn verzameld slechts beperkt worden gebruikt voor andere doeleinden binnen de politietaak. Dit belemmert soms de goede taakuitoefening. In de praktijk bestaat er een behoefte om in bepaalde gevallen gegevens over onverdachte personen uit een bepaald onderzoek te kunnen gebruiken in andere onderzoeken. In de vierde plaats is er in de praktijk een toegenomen behoefte om gegevens te kunnen ve rstrekken aan instanties waarmee de politie samenwerkt. Het huidige gesloten verstrekkingenregime is hierop onvoldoende toegesneden.”


    Hoge Raad : Cameratoezicht tastte persoonlijke levenssfeer niet aan
    20-04-2004

    De Hoge Raad heeft op 20 april 2004 het cassatieberoep van een verdachte die in september 2000 graffiti had aangebracht op objecten op de Nieuwe Binnenweg te Rotterdam verworpen. Het bewijs tegen de verdachte bestond uit opnamen van de camera’s die in het kader van het cameratoezicht te Rotterdam de strafbare feiten registreerden.
    De Hoge Raad is het eens met het oordeel van het Hof ‘s-Gravenhage in deze zaak dat de persoonlijke levenssfeer van de verdachte niet is aangetast omdat de waarneming met behulp van de camera geen betrekking had op een situatie ” waarin de verdachte mocht verwachten onbevangen zichzelf te kunnen zijn”.
    De Hoge Raad voegt daar nog aan toe dat de opvatting dat een ontoereikende wettelijke basis van het cameratoezicht op zich al zou betekenen dat de waarneming een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte oplevert, onjuist is.


    Rapport tussen-evaluatie preventief fouilleren
    Justitie.nl

    Rapport van de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, tussen-evaluatie aan inzake de toepassing van en de ervaringen met het instrument preventief fouilleren over de periode september 2002 tot september 2003.
    De tussenevaluatie is onderverdeeld in een beschrijvend deel en een analyse.
    De beschrijvende fase ziet op het in kaart brengen van de doelstelling, de regelgeving, de toepassing van en de ervaringen met preventief fouilleren.
    De analyse bestaat uit het vergelijken van de toepassing van en de ervaringen met het instrument preventief fouilleren in de zeven gemeenten Rotterdam,Amsterdam, Utrecht, Den Helder, Haarlemmermeer, Heerlen en Maastricht.Voor deze gemeenten is gekozen omdat daar in de onderzochte periode preventieve fouilleeracties zijn gehouden. Hiertoe zijn interviews gehouden met lokale vertegenwoordigers van politie, openbaar ministerie, en het bestuur.
    Uit de tussen-evaluatie kan worden vastgesteld dat de voorwaarden waaronder preventief fouilleren wordt toegepast in de zeven onderzochte gemeenten op de meeste punten verschillen. De ervaringen in de verschillende gemeenten leveren zowel overeenkomsten als verschillen op. Definitieve conclusies kunnen uit de onderhavige tussen-evaluatie nog niet worden getrokken.


    “Empty Promises:”
    Diplomatic Assurances No Safeguard against Torture

    Human Rights Watch

    Governments around the world have legitimate security concerns in the face of violent terrorist attacks. Some governments, however, are returning alleged terrorist or national security suspects to countries where they are at risk of torture or ill-treatment.1 Governments have justified such acts by relying on diplomatic assurances—formal guarantees from the government in the country of return that a person will not be subjected to torture upon return.2 States secure diplomatic assurances in advance of return and claim that by doing so, they comply with the absolute prohibition in international law against returning a person—no matter what his or her alleged crime or status—to a place where he or she would be at risk of torture or ill-treatment. Some states appear to be returning people based on diplomatic assurances with the knowledge that torture will be used upon return to extract information and confessions regarding terrorist activities and associations.3 Governments sometimes also engage in post-return monitoring of persons they transfer, implying that such monitoring is an additional safeguard against torture.

    Spaanse inlichtingendienst blundert

    Terrorismebestrijding in teken van incidentenpolitiek
    Uit: Ravage #5 van 9 april 2004

    Wil van der Schans en Rick van Amersfoort

    De aanslagen in Madrid hebben geleid tot een stroom nieuwe anti‑terrorisme maatregelen. Maar volgens Wil van der Schans en Rick van Amersfoort zou men eerst eens moeten kijken naar de falende werkwijze van de Europese inlichtingendiensten.

    Het opsporingsonderzoek naar de verdachten van de aanslagen in Madrid verloopt voortvarend. Er zijn zoveel sporen achtergelaten door de daders dat het merendeel vand e verdachten inmiddels achter slot en grendel zit. Opmerkelijk is dat een deel van de arrestanten al langere tijd door de inlichtingendiensten in de gaten werd gehouden. Op 11 maart vond de aanslag. Twee dagen later arresteerde de Spaanse politie vijf mannen; Jamal Z., Mohammed El Hadi C., Mohammed B., Vinay K. en Suresh K. De arrestaties volgden na de vondst van een mobiele telefoon die werd gevonden bij een niet ontplofte bom. Deze telefoon leidde naar de winkel waar Jamal Z. werkt. Jamal Z. is voor zowel de Spaanse geheime dienst als die van de Europese Unie en Noord‑Afrika geen onbekende. Hij wordt door de Marokkaanse autoriteiten al sinds 1993 in verband gebracht met radicale islamitische groeperingen als The Group of Islamic Combatants of Morocco, Eternal Lions en the Moroccan Combatants, waarvan de namen van de leden onder Europese politiediensten circuleren. Ook zou Jamal Z. contacten hebben onderhouden met de mensen die de zelfmoordaanslagen in de Marokkaanse stad Casablanca hebben gepleegd. Deze aanslagen worden toegeschreven aan Salafija al‑Djihadia, een groepering die niet op de lijst van terroristische organisaties van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken voorkomt. Jamal Z. zou ook contacten hebben onderhouden met Mohamed F., een van de spirituele leiders van Salafija al‑Djihadia.

    lees meer

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>