De Volkskrant besteedde afgelopen week uitgebreid aandacht aan de uitspraak van het Constitutionele Hof in Duitsland, dat de toepassing van het Europese arrestatiebevel in Duitsland ongrondwettig verklaarde. Helaas werd het Europese arrestatiebevel opgevoerd als ‘kroonjuweel in het antiterrorismebeleid van de Unie’ en als ‘een van de belangrijkste instrumenten in de bestrijding van terrorisme en internationale misdaad’. Die voorstelling van zaken komt niet overeen met de werkelijkheid.
Tot versoepeling van de onderlinge uitleveringsregels besloten de Europese regeringsleiders al in 1999. De bestrijding van terrorisme speelde in dat besluit hoegenaamd geen rol. Voornaamste steen van aanstoot was de lange duur die uitleveringsprocedures in beslag namen, en de wens van vooral de Europese Commissie en de lidstaten die een federaal Europa voor ogen staan, om Europa als één ‘rechtsruimte’ te beschouwen.
Lange tijd werd vruchteloos over het voorstel onderhandeld. De aanslagen van 11 september 2001 zetten de onderhandelingen plotseling onder grote politieke druk. Europa moest laten zien dat het snel en daadkrachtig kon optreden. Het al langer op de plank liggende idee voor een Europees arrestatiebevel werd naar voren geschoven als belangrijke symboolwetgeving.
‘Ik durf de stelling wel aan dat het Europese arrestatiebevel feitelijk minder dan een procent verandert aan de Europese inspanningen om terrorisme te bestrijden,’ vertelde Harold Broersen, plaatsvervangend hoofd van de afdeling internationale politiesamenwerking van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, ons al in 2003 toen we hem interviewden voor een boek over de Europese politiesamenwerking. Een bron bij Justitie vertelde ons dat het arrestatiebevel eigenlijk overbodig was,omdat de lidstaten al afspraken hadden gemaakt om uitleveringen sneller te laten verlopen. ‘We moesten gewoon meegaan in dat arrestatiebevel. Er was heel veel scepsis, omdat het eigenlijk niet nodig was. Maar onder de figuur van de politieke vooruitgang kunnen we gewoon niet alles tegenhouden.’ Ook officier van justitie Fred Teeven, gepokt en gemazeld in de internationale samenwerking, had geen goed woord over voor het Europese arrestatiebevel. ‘Die discussie vind ik zo’n farce. Als je goede contacten hebt, ben je in heel Europa instaat een arrestatie te laten verrichten.’
Is het nu zo erg dat De Volkskrant – maar ook andere kranten – deze weken het Europese arrestatiebevel ten onrechte opvoerden als Europese kroonjuweel in de terrorismebestrijding? Ja. Gezien de enorme politieke en maatschappelijke belangstelling voor terrorismebestrijding ligt er een belangrijke taak bij de mediaom het publiek goed en feitelijk correct voor te lichten. Het lijkt nu alsof de Europese terrorismebestrijders wéér een forse tegenslag te verwerken hebben, terwijl daar in werkelijkheid geen sprake van is.
Maar er is nog een andere reden waarom de berichtgeving laakbaar is. Het referendum rond de Europese Grondwet bracht in elk geval aan het licht dat er weinig bekend is over de Europese samenwerking. Ook daar hebben journalisten een belangrijke taak. Er is maar één reden te bedenken waarom de Volkskrant in de veronderstelling verkeert dat het Europese arrestatiebevel zo’n belangrijk middel is om terrorisme te bestrijden: de Europese Commissie laat geen gelegenheid voorbij gaan om dat te benadrukken.
Het belang van de commissie bij deze voorstelling van zaken is duidelijk: laten ziendat Europa daadkrachtig optreedt tegen terrorisme. Op dit moment kun je werkelijk geen Europees beleidsdocument openslaan, of het woordje ‘terrorisme’ staat erin vermeldt. Harmonisatie van straffen op het illegaal kopiëren van DVD’s? Terrorismebestrijding! Want een van de verdachten van de aanslagen in Madrid voorzag in zijn levensonderhoud door het verkopen van illegale DVD’s.
Zo kan de Europese Commissie steeds paginalange verslagen opstellen met ‘antiterrorismemaatregelen’. Nadere beschouwing leert dat 95% van deze maatregelen zich richt tegen ‘gewone’ criminaliteit. En dan laten we nog maar even in het middenof al die papieren beleidsvoornemens op Europees niveau in de praktijk wel zoden aan de dijk zetten.
Dat de Europese Commissie aan spin doctering doet, hoeft geen verbazing te wekken. Dat journalisten, waarvan toch veronderstelt mag worden dat ze op de hoogte zijn van dergelijke politieke mechanismen, daar zo makkelijk intrappen, wekt wel verbazing. Het debat over (Europese) terrorismebestrijding is er in ieder geval niet bij gebaat. Enhet debat over de toekomstig van de Europese integratie ook niet. Het scheiden van feit en fictie zou toch de kern van het journalistieke handwerk moeten zijn. Zeker als hetgaat om de labyrintische besluitvorming in Brussel.