De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de burger,
ervaringen van actievoerders en vreemdelingen
De gecompliceerde verhouding tussen activiteiten van inlichting- en veiligheidsdiensten en burgerrechten wordt geïllustreerd in de bijdrage van Van der Schans en Timmerman. Zij menen dat deze activiteiten ‘onvermijdelijk’ leiden tot schending van burgerrechten. Ze geven daarvoor verscheidene voorbeelden gebaseerd op ervaringen van antiglobaliseringsactivisten en vluchtelingen. De auteurs verwijzen naar een oordeel van de Raad van State dat luidde dat de destijds geldende Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten in strijd was met de artikelen 8 en 13 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Hoewel de nieuwe wet uit 2002 de taken en bevoegdheden van de diensten nauwkeurig benoemt, wordt het precieze werkterrein van de AIVD niet omschreven. Ook wordt de geïntroduceerde term ‘nationale veiligheid’ niet gedefinieerd. Dit kan er volgens de auteurs toe leiden dat bijvoorbeeld vredesactivisten worden beschouwd als een bedreiging voor de nationale veiligheid en om die reden een doelwit zijn van de AIVD.
Wil van der Schans en Erik Timmerman
Justitiele Verkenningen