• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Computable: Website over afluisterpraktijken

    (3 december 1999)

    Het Amsterdamse Buro Jansen & Janssen heeft een boek uitgegeven boordevol informatie over afluisteren. Over het
    boek, dat als titel `Luisterrijk` heeft, is ook een uitgebreide website gebouwd
    (https://www.burojansen.nl/afluisteren/afluisteren.htm), die een onthullend beeld geeft in welke mate Big Brother
    in ons land actief is. Behalve afluisterpraktijken via het Echelon-netwerk, wordt er ook op een veel lager niveau afgetapt.
    Politie, rechercheurs en spionnen doen zelfs op terrasjes hun afluisterwerk.


    Zowel het boek als de website gaan uitgebreid in op de technische afluistermogelijkheden van mobiele telefoons, ISDN
    en het Internet. De lijst instanties en organisaties die zich met afluisteren bezighouden, is verder opvallend lang. Onder
    de instanties zitten onder meer de Regionale Tactische Recherche, de Interregionale Kernteams, de Criminele
    Inlichtingendienst, de Binnenlandse Veiligheidsdienst en de Militaire Inlichtingen Dienst. Verder zijn er ook allerlei
    infiltranten, bedrijfspionnen en buitenlandse diensten actief.
    Nieuwe telecommunicatiediensten zouden het leven van de opspoorder en inlichtingenman over het algemeen alleen
    maar makkelijker hebben gemaakt.
    De wetten en regels over afluisteren werden verder flink aangepast, ondanks dat de Commissie van Traa in 1994 tijdens
    het parlementair onderzoek naar de opsporingsmethoden van de Nederlandse politie tot de conclusie kwam dat er paal
    en perk gesteld moest worden aan het aftappen van telefoons.
    Inmiddels is bekend dat de politie vanaf het jaar 2000 direct woningen zou mogen afluisteren. Ook de voor de hand
    liggende eis dat een verdachte zelf aan een gesprek deel moet nemen, is uit de wet geschrapt. Verder mag bij een
    ontdekking op heterdaad de Officier van Justitie alle gegevens opvragen over het telecommunicatieverkeer van een
    verdachte in het verleden.
    De nieuwe wet op de telecommunicatie, die in december 1998 van kracht werd, verplicht telecommunicatiebedrijven en
    Internetproviders om overheidsdiensten de gelegenheid te bieden alle communicatie af te tappen en daar de
    voorzieningen voor te treffen. Het gaat hier om eigenlijke berichten en logfiles.
    De afluisterbevoegdheden worden nog verder verruimd doordat politie en inlichtingdiensten mogen gaan searchen, waarbij  wisselende frequenties worden afgezocht op het berichtenverkeer van een bepaalde persoon of organisatie. Daarbij moet  het nummer waarvan de betrokkene gebruik maakt nog via searchen worden vastgesteld. Via deze techniek wordt het  eenvoudig om met gsm’s met pre-paid cards af te kunnen luisteren. Veel aandacht van afluisterdiensten krijgt verder cybercriminaliteit. Vooral de mogelijkheden om berichten te kunnen versleutelen is de diensten een doorn in het oog.
    Volgens de schrijvers van het boek kan onder meer de registratie van data via het Internet de komende jaren wel eens
    een zeer belangrijke bron van informatie worden voor de bestanden van politie en inlichtingendiensten.
    In het boek en op de website zijn tot slot ook tips te vinden om afluisterpraktijken in de kiem te smoren. De tips zijn zo
    simpel mogelijk gehouden.