Boeken over inlichtingendiensten van ‘experts’ hebben vaak veel weg van spannende jeugdromans over groepen jongeren die de bossen intrekken om vlag verovering te spelen. Gordon Thomas is een auteur die al jaren boeken over inlichtingendiensten schrijft. Zijn studies staan hoog aangeschreven en bereiken een groot publiek. Hij is dan ook in staat om allerlei bekende en minder bekende spionnen te spreken te krijgen, zoals voormalig CIA-chef Casey, voormalig hoofd van de Mossad Meir Amit en CIA-baas Colby.
Inside British Intelligence is rijk aan citaten van spionnen, hun politiek verantwoordelijken en andere bekenden van de wereld van de geheime diensten. Dat maakt het boek interessant om te lezen, maar tegelijkertijd moet de geboden informatie ook met een korrel zout worden genomen. De ‘spin’ van inlichtingendiensten – ‘wij zijn nodig want wij voorkomen aanslagen maar kunnen daar niets over zeggen’ – begint bij Thomas al op de eerste pagina’s. Gordon doet pogingen om los te geraken van die spin welke verlammend werkt om een goede beschouwing te presenteren van het werkelijke nut van inlichtingendiensten, maar lijkt daar niet in te slagen.
Schrijven over geheime diensten heeft altijd het risico in zich dat het al gauw een stevig 007-gehalte krijgt. Mooie vrouwen, geld, snelle auto’s, macht en succes. De eerste pagina’s van Her Majesty’s Secret Agent zijn dan ook gevuld met staatshoofden als Blair en Poetin, alsmede miljonairs als Deripaska (goede vriend van Poetin). De onderlinge strijd tussen inlichtingendiensten, het veiligstellen van het budget voor de geheime diensten (wat in Nederland niet is gelukt), commissies en operaties met klinkende namen en de momenteel onder vuur liggende afluisterdiensten GCHQ en NSA; het komt allemaal aan bod. Het eerste hoofdstuk staat bol van de weetjes die in de rest van het boek langzaam uit de doeken worden gedaan, maar het blijft oppervlakkig.
De aanslagen in Londen van 2005 en in New York vier jaar eerder blijven de auteur achtervolgen. Thomas lijkt een middenweg te willen bewandelen, enerzijds criticaster, anderzijds een bewonderaar, maar vervalt in de vele clichés die de inlichtingenwereld en haar ‘experts’ rijk is. Hij gaat echter wel een stap verder.
Inside British Intelligence staat grotendeels in het teken van de CIA, zodat de conclusie gerechtvaardigd is dat de titel niet bepaald scherp is uitgekozen. Al heeft de auteur Dame Eliza Manningham-Buller, de directrice van MI5 van 2002 tot 2007, niet gesproken, door zijn platonische relatie met haar hij vult pagina op pagina. Zij lijkt de vereenzelviging van ‘M’, de bazin van James Bond, maar dan op de verkeerde plek. MI5 is grofweg de binnenlandse dienst en MI6 de buitenlandse.
Gordon Thomas wandelt door de geschiedenis van de Britse inlichtingendienst en de Amerikaanse. Dat maakt het boek leuk om te lezen. Verder moet er niet teveel worden verwacht wat betreft gedetailleerde verhalen en kritische beschouwingen. Het boek kabbelt verder, hoewel hij in de laatste hoofdstukken kritischer is dan in de voorafgaande. Thomas heeft een leesbaar boek geschreven met veel feitjes uit interviews die moeilijk direct te staven zijn, maar leuk om te weten.
Het boek is overigens geen aanrader, maar voor mensen die de geheime dienst belangrijk en spannend vinden, biedt het wellicht een kleine eye-opener om het werk van inlichtingendiensten wat kritischer te beschouwen. Critici van veiligheidsdiensten kunnen het boek beter negeren, want Thomas’ gedweep met de vrouwelijke spionnenbaas en zijn halfslachtige kritische houding vermengd met adoratie voor de diensten zullen je gaandeweg tegen gaan staan.
Inside British Intelligence, 100 years of MI5 and MI6; Gordon Thomas.
Artikel als pdf