Eind mei 2008 werd de Nederlandse overheid opgeschrikt door een korte, maar zeer krachtige actie. Onbekenden plaatsten de namen, adressen en andere informatie van IND-medewerkers (Immigratie en Naturalisatie Dienst) en politici op een website (deportatiemachine.sarava.org) onder de titel ‘Sloop de Deportatiemachine’. De ophef was groot, ook binnen de actiewereld. Deze ophef werd misschien deels gevoed door de opmerking “zoek de verantwoordelijken op!” die aan de gegevens was toegevoegd. Het gedetailleerde overzicht van persoonsgegevens op de site, was voor veel mensen ook binnen de actiewereld een brug te ver. Naast deze morele verwerping, waren er natuurlijk ook verschillende mensen die de actie als amateuristisch van de hand wezen. Ahimsa Digitala schrijft op Indymedia.nl dat “de auteurs van de website Sloop de Deportatiemachine het verdwijnen van de site aan zichzelf te danken hebben”, ze waren amateuristisch. Op aandrang van politici zou door toedoen van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) de website snel weer uit de lucht zijn gehaald, zo luidt de officiële versie. De privacywaakhond heeft bovendien de internet zoekmachines Google en Yahoo gesommeerd alle webarchieven van de site te verwijderen. Volgens het CBP was de site in veel opzichten in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens. In overleg met de top van het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) begon het CBP een onderzoek. De site bleek te zijn ondergebracht op een server van een netwerk van een universiteit in Brazilië. Jansen & Janssen ging met de makers praten over de achterliggende redenen van de site, bekeek acties uit het verleden en onderzocht de juridische haken en ogen. “Het doel van de site was het geven van informatie over mensen, bedrijven en diensten in het kader van de organisatie van acties. Het ging ons hierbij om de verantwoordelijken zoals de ambtelijke top van de IND en beslisambtenaren (ambtenaren die beslissen over het mogen blijven van vluchtelingen in Nederland red.). Lagere ambtenaren stonden niet op de site, dat was een keuze,” vertellen de makers, die anoniem willen blijven, ons. Het bleek dat zij niet naar voorbeelden uit het verleden hadden gekeken. De site was in een opwelling ontstaan, althans het idee voor de site. Na de commotie overlegden de makers van ‘Sloop de Deportatiemachine’ met de eigenaren van de server waarop de site gehost werd. Deze haalden de website uit de lucht voordat de Nederlandse of Braziliaanse overheden ingrepen. De makers waren ervan uit gegaan dat de website discussie teweeg zou brengen, maar dat er zoveel boosheid bij kwam kijken, daar hadden zij niet op gerekend. Op 19 mei 2008 schrijft het ANP dat VVD-Kamerlid Henk Kamp wil dat justitie de zaak onderzoekt. Op BNR Nieuwsradio noemt Kamp het “een poging tot terreur.” Trouw meldt op 20 mei 2008 dat Rita Verdonk diezelfde dag “aangifte tegen de site deportatiemachine.savara.org” gaat doen. In de nacht van 19 op 20 mei leek het doek gevallen voor de site en had de overheid blijkbaar succesvol ingegrepen.
Een bijna identieke actie vond ruim twintig jaar geleden plaats. Een actie waardoor het Tweede kamerlid Wijnand Duyvendak deze zomer uit de Groenlinks bankjes struikelde. Ook toen werden er persoonsgegeven gepubliceerd, niet op internet, maar in Bluf! nr.178 van 11 juli 1985. Duyvendak trok het boetekleed aan voor de publicatie van de persoonsgegevens van dhr. Verberg, dhr. Geijzers en anderen in het tijdschrift Bluf! Die publicatie kwam voort uit ‘de wraak van jonkheer mr. De Brauw,’ een actiegroep die in de nacht van 20 op 21 juni 1985 had ingebroken in het ministerie van Economische Zaken. Dhr. De Brauw was voorzitter van een stuurgroep die in 1984 concludeerde dat er geen maatschappelijke steun was voor kernenergie. De actiegroep van toen schreef dat ze “te weten wilden komen hoever de voorbereidingen voor de bouw van nieuwe kerncentrales in Nederland waren.” Er was ingebroken in twee kamers van “de twee hoogste piefen van het Directoraat Generaal Energie van het ministerie en de buit bestond uit zes postzakken vol.” In Bluf! nr. 176 van 27 juni 1985 staat een verslag van de inbraak inclusief tekening. Alle gepubliceerde stukken van de inbraak zijn in augustus 2008 op http://www.laka.org/ezpapers.html gezet. Alle kranten openden op maandag met de ontvreemding van de documenten en de plannen voor de bouw van twee of drie nieuwe kerncentrales. In hetzelfde nummer werden ook namen en adressen van vijf bedrijven genoemd (Stork, Nucon, Neratoom B.V., K.M. de Schelde) die verantwoordelijk werden gehouden voor de bouw van nieuwe kerncentrales. Dat deze plannen op weinig democratische wijze waren ontstaan, bleek ook uit de stukken die Bluf! in nr. 178 publiceerde. In dat nummer gingen de redacteuren een stap verder en zij publiceerden ook de persoonsgegevens van de directeur generaal van energie, zijn plaatsvervanger en vier medewerkers. De gegevens bestonden uit hun naam, adres, woonplaats, telefoonnummer en wanneer de betreffende ambtenaren op vakantie zouden gaan. De adressenlijst stond onder de kop “inbreken kan iedereen” en de inleiding eindigde met “verstoor de rust van de onruststokers!” Uit de berichtgeving wordt niet duidelijk of de adresgegevens uit openbare bronnen waren verkregen, maar voor de vakantiedata gold dat zeker niet. Dhr. Verberg vertelde in een interview met het NRC Handelsblad van 14 augustus 2008 dat er na de publicatie van zijn adres een “in petroleum gedrenkte en in brand gestoken lappen stof door de brievenbus was gegooid.” Dhr. Geijzers vertelde Instituut Clingendael in 2005 dat de openbaarmaking van de stukken en de adressen en ook de bedreigingen aan het adres van ambtenaren niet tot ander beleid had geleid. In hoeverre er een diepgaand opsporingsonderzoek is in gesteld en of de toenmalige Binnenlandse Veiligheidsdienst zich met de zaak heeft bemoeid, is nog niet duidelijk.
“Verstoor de rust van de onruststokers!” van ‘de wraak van jonkheer mr. De Brauw’ klinkt als “zoek de verantwoordelijken op!” van ‘Sloop de Deporatiemachine.’ Zelfs de maatschappelijke context is vergelijkbaar, hoewel de omvang van het protest tegen het Nederlandse vluchtelingenbeleid in de 21ste eeuw, misschien niet zo groot is als de Anti Kernenergie Beweging in het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw. De parallellen liggen vooral in het moment van de publicatie van de namen van ambtenaren, politici en bedrijven. Demonstraties, blokkades, publicaties, debatten, bezettingen en andere actievormen gingen vooraf aan de inbraak en de publicatie van persoonsgegevens. Die periode lijkt bij ‘de wraak van jonkheer de Brauw’ korter in vergelijking met de vele protesten in de jaren negentig en deze eeuw tegen gevangenissen voor en uitzettingen van vluchtelingen en illegalen. De maatschappelijke ophef over de publicatie van de persoonsgegevens in 1985 was misschien minder door de stortvloed aan vertrouwelijke stukken in Bluf!, terwijl de makers van ‘Sloop de Deportatiemachine’ alleen persoonsgegevens konden melden. Er zijn ook grote verschillen tussen beide publicaties. Een deel van de gegevens in de jaren tachtig zijn waarschijnlijkheid door middel van de inbraak verkregen (de vakantiedata), terwijl de expliciete oproep om bij de heren in te breken niet voorkwam op ‘Sloop de Deportatiemachine.’ Ook het ontbreken van maatschappelijke steun voor de publicatie van persoonsgegevens in de 21ste eeuw in tegenstelling tot de jaren tachtig is opvallend.
Het gesprek met de makers van de website ‘Sloop de Deportatiemachine’ vond plaats voor de commotie rond dhr. Duyvendak, maar natuurlijk stelden wij de vraag of zij niet bang waren voor de reacties van andere actievoerders. Nog niet zo lang geleden werd de auto van directeur van een bedrijf dat zich wilde vestigen op het Sciencelink park in Venray voor zijn huis in brand gestoken. De actie was bedoeld de directeur te verstaan te geven zich terug te trekken van het Sciencelink park. Net als in de jaren tachtig vielen er geen slachtoffers, maar toch. “Misschien dat wij in de toekomst bepaalde informatie niet zullen publiceren zoals over kinderen van betreffende ambtenaren. Toch denken we dat de mensen in de actiewereld met genoeg verstand van zaken acties zullen gaan ondernemen zonder persoonlijk letsel. Ja, misschien dat er wel een ruit aan diggelen gaat, maar wij vinden dat zij (de ambtenaren red.) verantwoordelijk zijn voor veel meer leed. De meeste actievoerders of vluchtelingen zullen misschien een brief schrijven met hun kritiek op het beleid en dat is het dan,” zeggen de makers in ons interview. De makers voelen zich niet verantwoordelijk voor het eventuele leed dat de personen wiens gegevens waren gepubliceerd op de site zouden ondervinden. “Alle informatie hebben wij bij elkaar gesprokkeld via Google. Alles is gewoon openbaar. We begrijpen de ophef niet echt. We hebben geen informatie gestolen, we hebben het gewoon bij elkaar gezet. Ja, misschien was die oproep “zoek de verantwoordelijken op!” een beetje ongelukkig. Die is er echter pas op het laatste moment bij gezet. In een opwelling. Verders wilden we een permanente website in de lucht houden, gewoon ter informatie.”
Mensen kunnen de makers naïef of ‘crimineel’ noemen, maar hun verbazing over de ophef van de publicatie van openbare informatie klinkt niet gespeeld. En het feit dat voordat de overheid heeft kunnen ingrijpen zij zelf in overleg met de beheerders van de server de site offline hebben gehaald maakt dit duidelijk. In tegenstelling tot de actiegroep van jonkheer de Brauw waren de gegevens niet uit een inbraak verkregen. De makers geven aan dat de gegevens allemaal op het internet te vinden zijn. “Met een beetje Googlen heb je de informatie bij elkaar,” zeggen ze. De meeste informatie komt van de website van de Kamer van Koophandel, van die reclame, “eerst even langs de Kamer van Koophandel.” Mevrouw Nas van het College Bescherming Persoonsgegevens is van mening dat de informatie niet openbaar was. “En als dat wel het geval was, dan is de maker van de site verantwoordelijk voor het bij elkaar zetten van de informatie,” vertelt mevr. Nas van het CBP aan de telefoon. “Door toedoen van het College bescherming persoonsgegevens is de desbetreffende website inmiddels verwijderd,” schrijft minister Hirsch Ballin op vragen van de Kamerleden Van de Camp en Van Haersma Buma van het CDA. Nas geeft aan dat het CBP overleg heeft gehad met de universiteit in Brazilië. De server wordt beheerd door een groep studenten, maar die gebruik maken van de faciliteiten van de universiteit. Nas heeft het bestuur van de universiteit ervan overtuigd dat de website van het internet moest worden gehaald. De universiteit, Universidade Estadual de Campinas in São Paulo heeft hier gehoor aan gegeven. Volgens Nas is er een zorgvuldige afweging gemaakt op basis van de Wet Bescherming Persoonsgegevens.
De beheerders van de website geven na navraag een andere versie van het verhaal. De groep die de server beheert, Sarava, heeft na de eerste commotie de site op zwart gedaan op 19 mei 2008 alsof de site gehackt was. Dit komt overeen met berichten op indymedia.nl waar IND schrijft dat: “de site is gehackt: diverse rubrieken linken direct naar een rock ‘n roll filmpje op You Tube…” De gebruiker IND schreef dit aan het eind van de middag, maar al eerder op de dag zijn vergelijkbare berichten te lezen. Vervolgens greep de universiteit enkele dagen later in en liet de gehele server offline halen. “In mei sarava.org ‘s server is stilgelegd door de universiteit als gevolg van een verzoek van de Nederlandse autoriteiten. Op de server draaide een website tegen het Nederlandse anti-immigratie beleid die veel media aandacht trok,” schrijft de groep in antwoorden op onze vragen. Het universiteitsbestuur realiseerde zich dat zij volledig fout zaten en de server werd toen weer aangezet. Een hele server in beslag nemen terwijl er een klacht is over één website gaat alle perken te buiten. “Het offline halen van de server was tegen de interne regels van beheer en hosting van de universiteit (waarom werd een hele server uitgedaan terwijl het om enkele website ging). De universiteit erkende haar fout en de server kon weer aangezet worden.” De groep diende wel een overzicht te geven van alle websites die werden gehost, maar de websites waren gewoon weer online. In augustus toonde de Braziliaanse politie meer interesse in de server en op 6 augustus 2008 werd deze zonder officieel bevel in beslag genomen. “Op 6 augustus nam de politie de server zonder bevel in beslag (de politie had gewoon een verzoek om de server te krijgen, een verzoek dat geweigerd had kunnen worden zonder enige juridische gevolgen). Maar, de systeem beheerders op de plaats waar de server staat waren door de advocaat van de universiteit geïnstrueerd om mee te werken! Later bleek dat niet de Nederlandse of de Portugese autoriteiten de politie om actie had gevraagd, maar de universiteit zelf!” Op 26 augustus 2008 ontmoeten leden van Sarava de advocaat van de universiteit die aan hun kant lijkt te staan. De universiteit probeert nu de politie te overtuigen om de server weer vrij te geven. “Op 26 augustus hadden we een gesprek met de advocaat van de universiteit. We kregen de bevestiging van het gerucht dat de Nederlandse en Portugese autoriteiten geen rol hadden gespeeld bij het optreden van de politie. Het Nederlandse College Bescherming Persoonsgegevens was klaarblijkelijk tevreden met het verwijderen van de website. Dat de universiteit dit zelf bevestigt, maakt de situatie nog absurder.” De Portugese autoriteiten zouden interesse hebben in een andere website. De server is nog steeds niet in handen van Sarava, dit terwijl de website die de aanleiding vormde voor de commotie er allang was afgehaald.
De Wet Bescherming Persoonsgegevens heeft een hoofdstuk 10 genaamd sancties. Artikel 65 stelt dat “het College bevoegd is tot toepassing van bestuursdwang …” En in de artikelen 66 tot en met 74 wordt het traject van die bestuurlijke boete “van ten hoogst 4.500 euro” uitgelegd. Het laatste artikel van hoofdstuk 10, artikel 75, gaat in op de strafrechtelijke vervolging waarbij het College geen verdere rol speelt. Het College hoeft bij het overgaan tot bestuurlijke stappen niet te wachten op een klacht van een gedupeerde. Het feit dat mevrouw Verdonk aangifte had gedaan, hoeft niet de aanleiding te zijn geweest voor het College om stappen te ondernemen. Mw. Nas wilde niet uitweiden over de aanleiding van de actie die het College heeft genomen, het College wilde niet dat de site werd doorgekopieerd. Waren de gegevens in strijd met de WBP, de Wet Bescherming Persoonsgegevens?
Bert-Jaap Koops van het Tilburg Institute for Law, Technology and Society, werd geconsulteerd door het CBP voor de richtsnoeren publicatie van persoonsgegevens op internet, geeft desgevraagd een verduidelijkend antwoord. “Het plaatsen van persoonsgegevens op internet, ook al zijn ze legitiem en openbaar verkregen, is een verwerking van persoonsgegevens en valt dus onder de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Dat betekent dat er een grondslag moet zijn; meestal betekent dat een wettelijke verplichting, een zwaarwegend belang of expliciete toestemming van de persoon zelf moet zijn. Als die ontbreekt, is er sprake van een onrechtmatige daad.” De medewerkers van het ministerie van Justitie en van de IND zijn waarschijnlijk niet om toestemming gevraagd en waren de gegevens van de website in strijd met de WBP.
Enkele andere voorbeelden uit het verleden waren minder specifiek over persoonsgegevens van ambtenaren, maar zorgden ook voor veel ophef. Toch zijn deze websites ten tijde van de actie niet van het net gehaald. ‘Operatie Zoeklicht’ van het Autonoom Centrum volgde ambtenaren van de Stedelijke Woningdienst van Amsterdam naar huis en beschreef schilderachtig de route. Bij dinsdag 8 juni 1999 is in het dagboek te lezen dat: “de man met de witte haren en witte snor (zie foto 1 en 6) stapte om ongeveer 15.00 uur op zijn fiets en vertrok door het Vondelpark richting huis. Op de Koninginneweg kocht hij nog een lekker broodje om vervolgens verderop zijn fiets op slot te zetten en zijn huis binnen te gaan.” De foto’s zijn nu van de website verwijderd, maar uit de beschrijving is nog wel een indicatie van het adres van de man met het witte haar en de witte snor te halen. De actie ‘Operatie Zoeklicht’ was gericht op een overheidsproject, ook zoeklicht genaamd, dat zich richtte “op alle mogelijke vormen van onrechtmatig handelen waar bestandsvergelijkingen een verdenking van kunnen opleveren.” In gewoon Nederlands ging het bij het project om onderhuur, illegale bewoning en niet legale vreemdelingen. De actie vond plaats op het moment dat de controleurs op pad gingen. Zij werden gevolgd tijdens, maar ook na hun werk en het dagboek vertelde het verhaal. “De jonge dame, blond haar klein van stuk en blauwe spijkerbroek (zie foto 2 en 4), stapte op haar fiets met kinderzit achterop en vertrok naar haar huis in Badhoevedorp (woensdag 9 juni 1999).” ‘Operatie Zoeklicht’ bleek tijdelijk effectief. Het project van de gemeente Amsterdam werd een tijd lang uitgesteld. Over het volgen van de individuele ambtenaren en de korte beschrijvingen van hun persoonlijk leven waren verschillende politici erg fel. Maarten Poelgeest, toen nog lid van Groenlinks fractie in de gemeenteraad “vond dat de actie veel te ver ging (website Autonoom Centrum).” Wethouder Stadig vond dat “mensen in hun persoonlijke levenssfeer werden aangetast.”
In 2005 werd een vergelijkbare actie uitgevoerd onder de naam “stop de huisbezoeken.” De actie was bedoeld om uitkeringsgerechtigden een hart onder de riem te steken. “Tijdens de onaangekondigde huiszoeking wordt je het hemd van het lijf gevraagd. In de concept werkvoorschriften voor de ambtenaren staat dat de maat van de kleding in de wasmand in een rapport genoteerd moet worden om te controleren of dit wel overeenstemt met het postuur van degene die in het huis zegt te wonen.” Op de website www.stophuisbezoeken.nl werden foto’s van de ambtenaren die de bezoeken aflegden gezet en foto’s van kentekenplaten van hun auto’s. Gegevens over huisadressen zijn niet te vinden. Wel van de verantwoordelijke gemeenteraadsleden die het beleid ondersteunden. Foto’s van hun optrekjes zijn zelfs te bezichtigen. In vergelijking met ‘Operatie Zoeklicht’ werden er niet veel persoonsgegevens op het internet geplaatst. Beide acties hebben een zelfde karakter. Ambtenaren die burgers thuis bezoeken worden ook thuis bezocht of in de schijnwerper gezet. De relatie tussen het project van de overheid en de actie is heel duidelijk en de websites hadden tot doel om de ambtenaren het werk onmogelijk te maken.
Op beide websites zijn de namen van betreffende ambtenaren niet direct aan andere gegevens gekoppeld. Er staat niet “Verdonk, Laakweg, Nootdorp” iets dat wel staat vermeld op http://www.vrijspreker.nl/wp/2006/10/adressen-ministers-op-internet/. De beide websites zijn minder duidelijk, maar geven ondertussen wel veel informatie over bepaalde mensen. In het dagboek van ‘Operatie Zoeklicht’ staat over een van de ambtenaren waar de naam waarschijnlijk van is achterhaald dat ‘de Keijser’ (zie foto 1 en 7) met tram 17 naar het Centraal Station vertrok en op bus 107 naar Purmerend Noord stapte.” Gaan deze persoonsgegevens over de streep? Er zijn geen juridische stappen door individuele ambtenaren en de gemeente Amsterdam ondernomen dus het blijft onduidelijk in hoeverre hier een grens is overschreden. De mensen zijn wel op de foto gezet en die zijn verwijderd “omdat het project Zoeklicht sinds vrijdagochtend naar aanleiding van onze acties (voorlopig) gestopt is (van de website).”
Beschrijvingen zijn minder expliciet, hoewel het koppelen van namen aan foto’s wel als persoonsgegevens worden gezien. Adressen spreken voor zich, dat is duidelijk. Mevrouw Verdonk zegt dat zij geklaagd heeft over de vermelding van haar adres op de website ‘Sloop de Deportatiemachine.’ Het is echter waarschijnlijker dat mevrouw Verdonk de site als media moment heeft gezien om haar beklag te doen. Haar adres in Nootdorp staat namelijk al sinds 2006 op de website van vrijspreker.nl die het weer gekopieerd had van blaaskalk.com. Volgens het artikel waar de adressen in worden vermeld, had een “beveiliger van premier Jan Peter Balkenende (CDA) een website verzocht een lijst met adressen van de leden van het kabinet te verwijderen.” Of het verhaal klopt is onduidelijk en de historie van de zaak is niet meer te achterhalen, de adressen nog wel. Waar die adressen vandaan zijn gekomen is niet duidelijk. De schrijver beweert dat het kadaster een goede openbare bron was.
Op http://www.autonoomcentrum.nl/zoeklicht en www.stophuisbezoeken.nl stonden geen adressenlijsten. In Bluf! en op ‘Sloop de Deportatiemachine’ wel. Maakt de publicatie van adresgegevens van ambtenaren of anderen een tijdschrift of een website strafbaar of rijp voor bestuurlijke dwang van het College Bescherming Persoonsgegevens? Als je het er zelf op zet is het natuurlijk niet strafbaar. Drie pedofielen, Norbert de Jonge, Marthijn Uittenbogaard en Lindsay Ashford, plaatsten hun foto’s en verhaal op pedofilie.be. Ook rottenneighbor.com wordt nog geen strobreed in de weggelegd. In Amerika is de website erg populair om je buren zwart te maken. In Nederland was er in januari 2008 nog maar één huisje nu al een tiental. Over een adres op de Javastraat in Den Haag wordt geschreven dat daar iemand woont met een “anti social personality disorder (beware).” Over een bedrijf “Solveon Incasso” gevestigd in Utrecht Overvecht schrijft iemand: “Ze hebben hem gestalkt en dreigden hem wegens 250 Euro met verlies van zijn toekomst en de BKR. Zijn familie zou het bezuren als hij niet kon betalen. Uiteindelijk heeft hij zelfmoord gepleegd.” Via de kaart is in te zoomen op het adres.
Op de website ‘Sloop de Deportatiemachine’ werden persoonsgegevens gepubliceerd. Van diverse mensen werkzaam bij het Ministerie van Justitie en de IND en het bedrijfsleven werden foto’s, adressen en aanvullende informatie geplaatst. De betreffende personen waren niet om toestemming gevraagd en hoewel de informatie bij elkaar was gesprokkeld via Google, Myspace en vooral de Kamer van Koophandel is er sprake van inbreuk op de privacy van betreffende mensen. Naar de letter van de wet zijn de gegevens verwerkt en moet er een grondslag zijn om de gegevens op het internet te zetten. Hierbij gaat het om toestemming van de persoon, een wettelijke regeling of een zwaarwegend belang. In het geval van de website lijkt daar geen sprake van te zijn.
Van de directeur Operationele Ondersteuning van de Dienst Terugkeer en Vertrek, dhr. M.Th.J. Messerschmidt stond bijvoorbeeld vermeldt dat hij getrouwd is met Jolanda O. en speelt bij een Haagse hockey club. Van de architect van een van de gevangenissen, dhr. E. Wendel, was het adres en telefoonnummer vermeldt en het adres van de golfclub waar hij blijkbaar lid van is. Van een ingenieur, dhr. IJ. was zelfs het hockeyteam van zijn dochter vermeld.
Opvallend aan de lijst was dat van de diverse werknemers uit het bedrijfsleven veel meer gegevens opgeschreven waren dan van de ambtenaren van de verschillende ministeries.
Of deze mensen schade hebben ondervonden van de publicatie op het internet is niet te zeggen. De gegevens waren slechts kort beschikbaar op het internet. Ongeveer van 16 mei tot en met 19 mei 2008. Of een procedure tegen de makers zin zou hebben betwijfelt Bert-Jaap Koops. Hij geeft aan dat in “de praktijk zulke procedures zelden worden gevoerd.” Voor het slagen van een juridische procedure moet er sprake zijn van “aantoonbare schade, wil een dergelijke procedure succes hebben,” volgens Koops. Als er sprake is van duidelijk laster, smaad of het zwart maken van iemand is een procedure meestal wel succesvol. Dat merkte bijvoorbeeld Kleintje Muurkrant na publicaties over de ruzie tussen Gerard-Hillary Kucharek en de advocaten Eric Kuijpers en Arthur Harff. Publicatie van persoonsgegevens zonder allerlei beschuldigingen is zelden onderwerp van juridische procedures. Bert-Jaap Koops lijkt de makers van de site op te roepen alsnog de informatie online te zetten. “Het zou natuurlijk interessant zijn om meer jurisprudentie hierover te krijgen!” Of gedupeerden daar op zitten te wachten is de vraag. Door in de schijnwerpers te gaan staan, trekt een site meer bezoekers en meer aandacht.
“Het Openbaar Ministerie te Den Haag onderzoekt op dit moment of er ten aanzien van de bedoelde website sprake is van strafbare feiten,” schrijft minister Hirsch Ballin. Daarbij zal hij niet duiden op de publicatie van de foto’s en andere gegevens, maar op de tekst “zoek de verantwoordelijken op”, het plaatje met de knipogende jongeman met een molotov cocktail in de hand en de afbeelding met de tekst “IND, TNT, Daar weten wij wel raad mee.” Als deze beelden uit leggen zijn als bedreiging aan het adres van één van de gedupeerden dan kan het Openbaar Ministerie de makers vervolgen.
De makers schrokken van de ophef niet alleen buiten de actiewereld, maar ook daarbinnen en besloten in overleg met de beheerders van de server in Brazilië de site tijdelijk niet bereikbaar te maken. Met het in beslag nemen van de server ging de universiteit te ver maar erkende dat ook. Zij kon echter niet meer terug omdat het opsporingsapparaat al in werking was getreden. Dit is echter de Braziliaanse kant van het verhaal. Hoe zit het eigenlijk met het optreden van het CBP. Waarom is er niet eerst contact geweest met de makers via het email adres dat op de site vermeld stond. Ging men er vanuit dat het strafbaar was? Was de noodzaak zo hoog om de boel maar meteen weg te laten halen?
Los van de vraag of er strafrechtelijk en bestuursrechtelijk iets mis was aan de website is het de vraag of het preventief weghalen van de site tegen de normale rechtsgang ingaat en tevens het debat over wat betamelijk is uit de weg gaat. Het preventieve optreden van de overheid op zowel de straat als op het internet neemt hand over hand toe. In Nederland gaat het nog alleen om het filteren van bepaalde sites op last van de KLPD of door internet providers, in Australië worden internetaanbieders verplicht gesteld om een filter te installeren en het internet in China is een grote filter. Het lijkt begrijpelijk om in te grijpen, omdat de persoonsgegevens door mensen misbruikt kunnen worden. Onder een andere naam, ‘de schandpaal’, is echter een nieuwe lijst van ‘Sloop de Deportatiemachine’ alweer in omloop. Persoonsgegevens op het internet is een lastig verschijnsel. In de tijd van stencils en blaadjes van dhr. Duyvendak was de verspreiding niet zo groot. In het digitale tijdperk zijn er praktisch geen grenzen meer. Het roept de vraag op of handhaving met betrekking tot persoonsgegevens op het internet wel haalbaar is. Het CBP geeft zelf al aan dat de regels met betrekking tot publicatie van persoonsgegevens op internet richtsnoeren zijn. Richtsnoeren lijkt niet te verwijzen naar harde regels en wetten. Het gaat om wat betamelijk is. De anonieme makers hebben de site uit de lucht laten halen. Volgens de makers was dat een reactie op de maatschappelijke verontwaardiging. Misschien was het ook angst voor strafvervolging, maar zij hebben zelf actie ondernomen. We zullen er niet meer achterkomen. Het optreden van de overheid heeft de discussie gesmoord of er hier grenzen zijn overschreden. Dat vond het CBP na “zorgvuldige” afweging en zij trad op terwijl de site al offline was gehaald door de makers zelf. Misschien zegt dat meer over het CBP als een van de vele bestuurlijke waakhonden in Nederland dan over de anonieme makers. In de actiewereld hoor je naast negatieve geluiden over de website en het plaatsen van persoonsgegevens op het internet ook veelvuldig de vraag: Wat was er zo verkeerd aan de website? Er werd toch niet expliciet opgroepen tot geweld?
Bluf! artikelen
adressen op het internet
zoeklicht actie Autonoom Centrum
Maak je buren zwart
cbp richtsnoeren: persoonsgegevens internet
Wet Bescherming Persoonsgegevens