“Er zijn nog heel wat uitdagingen aan te gaan voor de Europese informatie-uitwisseling goed verankerd is binnen de Nederlandse politie. Ik wil laten zien dat de Europese Unie de druk aan het opvoeren is om de informatie-uitwisseling te optimaliseren en dat als we niet gauw inhaken op de ontwikkelingen, we onze eigen visie wellicht niet meer kunnen realiseren.”
Dit is een van de conclusies in het meesterstuk ‘Nederland en informatie-uitwisseling binnen Europa’ van Ary Polderman, vanuit de KLPD betrokken bij de samenwerking met Europol. Polderman stelt dat het visiedocument ‘Politie in Ontwikkeling’ (2005) binnen de Nederlandse Politie vooral gericht is op informatie-uitwisseling uit tussen korpsen en ketenpartners, maar niet echt in gaat op internationale informatie-uitwisseling. “Om te voorkomen dat de dadendrang van de Europese Unie haaks gaan staan op de voorgestane ontwikkelingen zoals verwoord in de twee visiedocumenten, moet zo snel mogelijk aansluiting gezocht worden bij het proces rond Europese informatie-uitwisseling”, stelt Polderman. Er zou een Task Force Informatie-uitwisseling ingesteld moeten worden “ Deze houdt zich allereerst bezig met het in beeld brengen van de complete Europese informatie-uitwisseling; inclusief processen, verdragen, beleid, partners, soorten informatie, informatiestromen, informatiesystemen en plannen. Verder moet de Task Force organiseren dat relevante onderwerpen blijvend worden gevolgd. De inrichting van de Task Force is overigens een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het departement en de politietop”.
Poldermans meesterstuk is een van de producten afkomstig van het Leerprogramma Internationale Politie Oriëntatie (LIPO). Het LIPO is een leerprogramma van de School voor Politie Leiderschap, dat speciaal gericht op internationale samenwerking. De leergang is bedoeld voor leidinggevenden binnen de Nederlandse politie die de leergang afsluiten met een meesterstuk.
Een andere interessant meesterstuk gaat over ‘ SUCCESVOLLE SAMENWERKING IN INTERNATIONAAL SAMENGESTELDE (POLITIE)TEAMS’ geschreven door Paul Martens en Monique Corten , beiden verantwoordelijk voor de Hazeldonksamenwerking. Zij onderzochten de Joint INestigation Temas en stellen dat: ‘ Hoewel het een zeer veelbelovend instrument leek, blijkt het JIT in de praktijk geen oplossing voor een snelle aanpak. Het is eerder een complex instrument voor complexe zware transnationale zaken. De pogingen van Nederland om een JIT-vrouwenhandel op te richten faalden. Redenen: de wetgeving was niet voldoende op orde en problemen in de persoonlijke contacten vormden een obstakel dat onneembaar bleek. Een drugs-JIT werkte wél. Hier hadden Nederland en Engeland geconstateerd dat ze een gezamenlijk probleem hadden en er is aandacht besteed aan teambuilding en de cultuurverschillen. Internationaal zijn er nog meer JIT’s (geweest), maar hun opzet komt niet overeen met de oorspronkelijke opzet van een JIT, in die zin dat daarin het JIT op een grondgebied gestationeerd moet zijn.’.
Ook ander meesterstukken geven vaak een interessant doorkijkje in de ‘internationaliserende’ keuken van de politie.
• Bruggen bouwen in plaats van polderen
Frans Vijlbrief en Hans Bekkers
• Succesvolle samenwerking in internationale (politie)teams
Paul Martens en Monique Corten
• Bridging the gap
Hans Drayer
• Vroegtijdig signaleren van radicalisme en islamitisch terrorisme
Aart Garssen
• Als civiel gezag het militaire gezag opvolgt….
Jos Govaerts
• Forensische opsporing
Bessel van den Hazel
• Het complexe internationale speelveld van Civil Protection
Eric van der Horst
• Nederland en informatie-uitwisseling binnen Europa
Ary Polderman
• ‘Publiekprivate samenwerking als joint (ad)venture’
Wim van Vemde
Overzicht Meesterstukken