Nijmegen doet niet genoeg om leegstaande woonruimte boven winkels weer in gebruik te nemen, vinden Louis Seveke en Bert Peterse in De Gelderlander.
Al sinds de jaren tachtig staat het Wonen boven Winkels in het centrum van Nijmegen op de politieke agenda. De Bewonersraad Binnenstad heeft zich er hard voor gemaakt, krakers hebben er herhaaldelijk daadwerkelijk op gewezen en de gemeente heeft beleid gemaakt. Toch staan er nog steeds tientallen woningen leeg. Bovendien blijkt het ook nu nog mogelijk dat goede woonruimte wordt gebruikt als opslag- of bedrijfsruimte. Onacceptabel, zeker in tijden van woningnood. Onbegrijpelijk in tijden dat iedereen de mond vol heeft van veiligheid en leefbaarheid, die beide gediend zijn met een bewoond centrum. Het strookt ook niet met het Wonen boven Winkels-beleid dat de gemeente zegt te voeren.
Al sinds 1987 stellen de gemeenteraad en de Bewonersraad Binnenstad dat de vele leegstaande woningen boven de winkels in het centrum bewoond zouden moeten worden. Enerzijds staan deze woningen leeg omdat bedrijven het liefst een zo groot mogelijk winkeloppervlak wilden hebben. De paar vierkante meters, die in beslag werden genomen door de trap naar de bovenwoning, werden dus weggehaald om extra (etalage)ruimte te krijgen. Anderzijds verdienen eigenaren van het onroerend goed voldoende geld aan de vierkante meters winkel, om de woningen leeg te kunnen laten staan en dus ook niet met ‘lastige’ huurders te zitten.
Het weer bewoonbaar maken van deze woningen kan vaak zeer eenvoudig door opnieuw een ontsluiting te maken. Soms zijn grotere ingrepen noodzakelijk, ondermeer doordat de woningen door lange leegstand verwaarloosd zijn.
In 1992 verscheen de gemeentelijke beleidsnotitie ‘Wonen boven winkels in de binnenstad’ en in 1997 heeft de gemeente uiteindelijk een onderzoek laten doen waarin de leegstaande bovenwoningen werden geinventariseerd. In het onderzoek werd van een veertigtal lege woningen beoordeeld of en hoe ze weer aan het woningbestand toegevoegd konden worden. De Bewonersraad Binnenstad veronderstelde toen dat nog meer dan 150 andere woningen ook leeg stonden.
Ook op het maatschappelijk vlak gebeurde er het nodige. Sinds midden jaren negentig werden veel leegstaande bovenwoningen opnieuw in gebruik genomen door krakers. Naar verluidt heeft dat een belangrijke stimulans gegeven aan het tot dan toe achterblijvende gemeentelijke beleid. Uit een enquete van De Gelderlander uit 1996 blijkt dat ook het publiek kraken een goed middel vindt tegen de leegstand in de stad. 56 procent van de respondenten vond het kraken van woningen een legitiem middel om leegstand boven winkels tegen te gaan.
Via weer een nieuwe nota, met de klinkende naam ‘Raad en Daad’, werd het Wonen boven Winkels in 2001 weer verder geintensiveerd. Toch bleek en blijkt het bewoond krijgen van de bovenwoningen de gemeente niet voldoende te lukken. Een recente inventarisatie laat zien dat er nog steeds 69 panden boven winkels leeg staan. Daar zijn dan de (illegaal) als bedrijfspand gebruikte woningen nog niet bij geteld. Maar mondjesmaat zijn woningen van de eigen gemeentelijke lijst uit 1997 weer aan het woningbestand toegevoegd. Goede woningen, soms met eigen opgang, werden genegeerd. Andere woningen werden notabene met toestemming van de gemeente onttrokken aan het woningbestand.
Een paar voorbeelden. Eerst het lakse optreden door de gemeente. Een woning, aan de Molenstraat, kwam ook zij het zijdelings op de lijst uit 1997 voor. Het drie etages tellende huis stond tot afgelopen april, toen het gekraakt werd, toch meer dan dertig jaar leeg. De woning is alweer ontruimd voor hernieuwde leegstand. Dit terwijl het relatief gemakkelijk is een opgang aan de achterzijde te construeren. Een paar deuren verderop staat ook al een, dit keer in 1998 ontruimd ex-kraakpand leeg. Ondanks het bord op het dak dat er drie appartementen gerealiseerd zullen worden.
De gemeente zorgt er echter dus niet alleen te weinig voor dat bovenwoningen opnieuw bewoond gaan worden, zij werkt het zelfs af en toe tegen!
Zo werd eind vorig jaar een gekraakte bovenwoning aan de Ziekerstraat ontruimd. De woning staat op de gemeentelijke lijst uit 1997, en wordt omschreven als goed als woning terug te brengen.
Ten aanzien van dat huis kreeg de gemeente in 1995, van de er toen onder gevestigde Muziekboetiek, het verzoek om het te mogen onttrekken aan het woningbestand om er bedrijfsruimte van te maken. De gemeente wees dit verzoek in eerste instantie af. Op een nieuw verzoek in 1998, kort na de eigen inventarisatie van 1997, werd echter positief beslist. Weg woonruimte.
Niet veel later we hebben het over de tijd van verantwoordelijk wethouder Thielen werd ook voor een woning aan de Tweede Walstraat toestemming gegeven om die te onttrekken. Weer eentje van de eigen gemeentelijke lijst en ondanks adviezen van ambtenaren om niet tot onttrekking over te gaan. Ook die woning was gekraakt na lange leegstand.
Onttrekkingsvergunningen zijn onbeperkt geldig. Intrekking vindt slechts plaats als de woning voor andere doeleinden wordt gebruikt dan waar de onttrekking voor bedoeld was. In geval van leegstand zou het volgens de gemeente om vele (tientallen) jaren moeten gaan, voordat de vergunning zijn geldigheid kan verliezen. Dat is bijvoorbeeld ook aan de Ziekerstraat gebeurd: de vergunning werd afgegeven voor de Muziekboetiek. Leegstand volgde en de woning werd gekraakt. Een nieuwe ondernemer heeft nu de aan Muziekboetiek afgegeven vergunning gebruikt om de woning opnieuw als bedrijfsruimte in te zetten.
Het op deze manier voor de eeuwigheid onttrekken van woonruimten is een onacceptabel instrument. Het druist regelrecht in tegen het beleid dat de gemeente zegt te willen voeren en dat de centrumbewoners van harte wensen. Om te beginnen zou de gemeente niet langer aan nieuwe onttrekkingen van woonruimte in het centrum moeten meewerken. Feitelijke onttrekking op basis van een oude vergunning, die is afgegeven voor een ander bedrijf zou bovendien onmogelijk moeten worden gemaakt.
Tenslotte wordt het tijd dat de in het verleden afgegeven onttrekkingsvergunningen kritisch tegen het licht worden gehouden en indien mogelijk worden ingetrokken.
Louis Seveke is belangenbehartiger van krakers in Nijmegen, Bert Peterse houdt kraakspreekuur Nijmegen