• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Cameratoezicht is vooral politiek middel

    Ravage # 14

    Op 13 oktober vond in Zeist het congres ‘Technologie en Criminaliteitspreventie’ plaats. Doel van dit congres was ‘u stimuleren na te denken over technologische ontwikkelingen die kunnen bijdragen aan een veiliger samenleving’. Het ochtendprograma stond in het teken van cameratoezicht. Een verslag.

    Handreiking Cameratoezicht

    Het congres werd geopend met de presentatie van de Handreiking Cameratoezicht. Deze handreiking werd opgesteld in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Justitie. Het is een handleiding voor gemeentes die overwegen cameratoezicht in de openbare ruimte in te voeren. Aan de hand van ervaringen die zijn opgedaan in de reeds lopende cameraprojecten in Nederland (zo’n 30 op dit moment) wordt een ‘traject opgesteld’ (Van oriëntatie naar evaluatie) en ‘aandachtspunten’ aangegeven. Mooie woorden allemaal…

    Op zich zit de Handreiking Cameratoezicht niet zo slecht in elkaar. Het is zeker niet perse een ‘reclamepamflet’ voor de invoering van camera’s. Zo wordt gemeentes aangeraden om eerst eens goed te bekijken wat nu precies het probleem is, en of cameratoezicht wel een geschikt middel is om iets aan dat probleem te doen. Dat klinkt op zich nogal voor de hand liggend, maar er wordt door een hoop gemeentes nogal eens aan voorbijgegaan .

    Het probleem zit hem dan ook in iets heel anders. Net als bij de in 1997 door de Registratiekamer (de zogenaamde ‘privacywaakhond’ van de overheid) opgestelde regels voor cameratoezicht blijft het allemaal vrijblijvend. Voor gemeentes die zich niet aan de regels van de Registratiekamer hielden (en dat deed bijna geen enkele gemeente) had dat geen enkele consequentie. De kans is dan ook groot dat de Handreiking Cameratoezicht ergens onder in de la verdwijnt. Over het algemeen wordt er in Nederland niet ‘verstandig’ omgegaan met de invoering van cameratoezicht. Steeds vaker wordt cameratoezicht ingezet als politiek middel. Politieke partijen en politie willen zich profileren, laten zien dat ze echt iets doen aan de onveiligheid. Dat is per slot van rekening een onderwerp waar goed op valt te scoren.
    Een woordvoerster van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten die de Handreiking in ontvangst nam kon het dan ook niet laten enige kritische kanttekeningen te plaatsen. ‘Cameratoezicht kan inderdaad nog wel eens voor een verplaatsing van het probleem zorgen. Voordat je het weet wil men dan overal camera’s plaatsen. Daar zijn wij als VNG geen voorstander van. Ik kan mij ook niet aan de indruk ontrekken dat er af en toe op grond van incidenten of uit politieke motieven, en niet gebaseerd op feiten, camera’s geplaats worden.’
    De heer Hooft van de politie Arhem (waar 54 camera’s geplaatst zijn) liet zich onlangs iets dergelijks ontvallen: ‘Soms sta je als gemeente met je rug tegen de muur. Dan moet je wat doen. Ook al zie je de cijfers en denk je: het valt wel mee.’ (Uit: Zoom: Dossier cameratoezicht).
    In Amsterdam doet zich momenteel een zelfde situatie voor. Kortgeleden sprak burgemeester Patijn op een bijeenkomst van buurtbewoners in het Wallengebied ferme taal: ‘Die camera’s komen er. Het is nu alleen nog de vraag wie er gaat meekijken.’ In het Wallengebied is momenteel weer veel overlast van junks. Er is grote kritiek op de gemeente en het politiebeleid (‘Jullie doen niks!’). Dat politie en gemeente met cameratoezicht op de proppen komen is dan ook geen verrassing. Dat cameratoezicht in dit geval zeer waarschijnlijk slechts zal leiden tot een verschuiving van het probleem lijkt niet van belang. Dat politie en politiek zichzelf profileren lijkt het voornaamste belang. Dat zij niet op de ‘verstandige’ adviezen uit de Handreiking Cameratoezicht zitten te wachten mag duidelijk zijn.

    Engelse ‘One man show’

    Eén van de sprekers op het congres was Jason Ditton, professor Criminologie aan de universiteit van Sheffield. In een bijna wervelende show liet hij, hoewel niet perse tegenstander, geen spaan heel van cameratoezicht in Groot-Brittanië. Door simpel de feiten op een rijtje te zetten gaf hij een verbijsterend overzicht van de situatie.
    Zo was er in 1984 welgeteld 1 cameratoezicht-project in Groot-Brittanië. Tien jaar later was dat opgelopen tot 79 en op het moment is dat aantal de 500 gepasseerd, met een bijna landelijke dekking. Niet alleen is er geen stad met meer dan 100.000 inwoners waar cameratoezicht niet is ingevoerd, ook steeds meer kleinere gemeentes besluiten camera’s op te hangen. Zo vertelde Ditton over zijn geboorteplaats. Dit dorp met 500 inwoners heeft kortgeleden 4 miljoen pond (ruim 14 miljoen gulden) uitgetrokken voor het installeren van camera’s… De Britse overheid heeft voor de komende drie jaar ruim 600 miljoen guldenuitgetrokken om het aantal cameraprojecten verder uit te breiden. Dit nadat ze er de afgelopen vijf jaar ook al zo’n 350 miljoen gulden in heeft geinvesteerd.
    Verbazingwekkend genoeg heeft niemand ooit aan kunnen tonen dat cameratoezicht ook echt helpt. Ondanks de miljarden die er ingestopt zijn, zijn er een hoop plaatsen waar de criminaliteitscijfers gestegen zijn na invoering van cameratoezicht. Nogal logisch volgens Ditton: ‘Iedere criminoloog kan je vertellen dat criminaliteitscijfers op en neer gaan. Dat is altijd al zo geweest. Cameratoezicht heeft daar weinig invloed op. Zaken als economische aspecten, werkeloosheid en dergelijke spelen een veel grotere rol.’ Ook over steden waar de cijfers ogenschijnlijk wel daalden na invoering van cameratoezicht had hij zo z’n twijfels. ‘Als je goed kijkt daalden de cijfers vaak al vóór de camera’s er hingen. Maar gemeentes willen natuurlijk graag ‘goodnewsstories’ de wereld in helpen. En niet alleen gemeentes brengen het zogenaamde goede nieuws. Ook de bedrijven die de camerasystemen leveren helpen allerlei succesverhalen de wereld in. Vaak gebaseerd op ondeugdelijk, onbetrouwbaar onderzoek dat uiteraard slechts één doel heeft: nog meer camera’s verkopen.’ Hoe gemeentes vervolgens elkaar ook nog eens opjutten illustreerde Ditton met de volgende anekdote: ‘Een kleine plattelandsgemeente, met zeer lage criminaliteitscijfers, kwam met plannen naar buiten om cameratoezicht in te voeren. Toen ik hen vroeg wat de reden hiervoor was antwoorden ze: Iedereen om ons heen heeft cameratoezicht. Straks zijn wij de enige gemeente zonder camera’s, en komen alle criminelen naar ons toe. Wij moeten dus ook camera’s hebben…’
    Nieuwe ontwikkelingen, en dus ook nieuwe problemen, vinden volgens Ditton met name plaats in het steeds verder digitaliseren van de verschillende camerasystemen. Dit maakt bijvoorbeeld het ‘linken’ van de systemen van verschillende steden een stuk gemakkelijker. Nu is het nog zo dat bijna elke stad z’n eigen systeem heeft, waardoor het uitwisselen van beelden tussen de diverse steden vaak moeizaam of soms onmogelijk is. Door digitalisering van de beelden wordt dit een stuk eenvoudiger. Ditton voorziet dan ook binnen een paar jaar dat hele gebieden aan elkaar gelinkt worden en dat verschillende steden gebruik maken van een gezamelijke database van ‘criminelen’. Stapje voor stapje gaat we dan in de richting van totale controle. Eenmaal in de gezichtendatabase beland, zullen overal in het land de alarmbellen gaan rinkelen als jouw gezicht daar verschijnt. Met de intelligente software die thans op de markt verschijnt zal je naam, adres, woonplaats enzovoort binnen de seconde gekoppeld worden aan het beeldmateriaal. Dit geheel kan dan doorgegeven worden aan een centrale database, die vervolgens keurig bijhoudt waar jij zoal geweest bent de afgelopen tijd. Een opbeurend vooruitzicht…

    TNO

    De organisatie die zich in Nederland met bovenstaande ontwikkelingen bezighoudt, is TNO. Zij waren ruim vertegenwoordigd op het congres. Vol trots presenteerden zij daar hun nieuwste speeltjes. De laatste tijd houden zij zich bezig met het ontwikkelen van ‘slimme’ software, die onder andere te gebruiken is bij cameratoezicht. Niet alleen ontwikkelen ze software die beelden aan personen kan koppelen, zoals hierboven beschreven, ook proberen ze computers ‘te laten denken’. Een van de dingen waar men momenteel bij TNO aan werkt is software die, met behulp van camera’s, agressie detecteerd. Het idee is dat men een computer leert om gedrag te interpreteren. Als een camera dan onrustig of agressief gedrag signaleert in een groep wordt er een melding gegeven, zodat degene die in een meldkamer de beelden binnenkrijgt weet waar hij of zij op moet letten. Dit is volgens TNO met name nodig omdat toezichthouders soms tientallen beeldschermen tegelijk in de gaten moeten houden, wat een ondoenelijke zaak is, zeker na langere tijd.
    Dit ‘Crowd control-system’ kan volgens het instituut uitstekend worden gebruikt bij (potentiele) voetbalrellen en demonstraties. Dat er vanuit politiekringen al de nodige interesse getoond voor deze nieuwe ontwikkelingen mag dan ook niet al te verbazingwekkend zijn. Ironisch genoeg gebruikte men bij de presentatie beelden van de gebeurtenissen van de voorafgaande week in Belgrado. De beelden lieten zien hoe een boze menigte zich daar verloste van hun dictator Milosevic. De TNO-medewerkers waren er helemaal vol van dat ze uit die enorme menigte één persoon met behulp van ‘slimme’ camera’s gedurende lange tijd konden volgen. ‘Maatregelen om groepsgeweld in te dammen, daar kan toch niemand het mee oneens zijn?’ liet één van de TNO’ers zich ontvallen. Op de tegenwerping dat geweld ook nog wel eens tot iets goeds kan leiden, en dat zij daar notabene zelf net een voorbeeld van hadden gegeven, werd het stil. Ook op de vraag of ze bij TNO überhaupt wel eens stilstaan bij mogelijke consequenties van hun uitvindingen, was het even slikken. ‘We hebben wel een groepje mensen die zich meer bezighoudt met maatschappelijke zaken, maar ik geef toe dat er misschien wel wat meer aandacht aan dat soort zaken zou moeten worden besteed.’ Om zich later weer geheel hervonden op te werpen als voorstander van toegangspoortjes en cameratoezicht op scholen. Duidelijk werd in elk geval dat als het aan TNO ligt er binnenkort camera’s hangen van de drukste binnenstad tot de meest verlaten landweg (‘Je kent dat verhaal met Marianne Vaatstra toch wel?’).

    De wandelgangen

    In de wandelgangen werd wel duidelijk dat een deel van bezoekers zo hun twijfels hebben bij cameratoezicht. Maar eveneens werd duidelijk dat er in het huidige politieke klimaat nauwelijks ruimte is voor deze twijfels. Een ambtenaar van de gemeente Leeuwarden beschreef de situatie in in zijn stad als volgt: ‘Bij de gemeente zijn we eigenlijk helemaal geen voorstander van cameratoezicht, evenals de politie overigens. (Politiechef Bangma noemde het onlangs ‘afstandelijk, vertechnocratiseerd, anoniem toezicht’) Wij denken dat het bijvoorbeeld veel meer zin heeft om de stad gezelliger te maken, met betere aankleding en dingen als straatmuziek of theaterfestivals. Als je dan camera’s op gaat hangen, creër je een andere sfeer. Je geeft eigenlijk toe dat het dus niet zo gezellig is. En met name tegen zinloos geweld zal cameratoezicht niks helpen. Dat gebeurt meestal onder invloed van drank en / of drugs, en die mensen zullen heus niet bedenken dat er camera’s hangen. Het probleem is dat de politieke partijen bang zijn om stemmen te verliezen. Als er hier ooit weer iets gebeurt als destijds met Meindert Tjoelker, willen zij niet het verwijt krijgen dat dat komt omdat zij tegen cameratoezicht hebben gestemd. Dus ziet het er naar uit dat er in december tot invoering wordt besloten.’ Een niet erg hoopvol stemmend vooruitzicht.

    Cameratoezicht, wat is daar mis mee dan?

    -Cameratoezicht is een schending van de privacy.

    -Nederland beweegt zich meer en meer richting controlestaat. Cameratoezicht past in een ontwikkeling waarin de overheid steeds meer gegevens over haar burgers verzameld. Het opzetten van allerlei databases (DNA-databank, Centraal Informatiepunt Voetbalsupporters, databank voor milieuactivisten) en het steeds verder doorvoeren van de identificatieplicht zijn hier, naast cameratoezicht, voorbeelden van. Daarnaast krijgen politie en inlichtingendiensten steeds meer bevoegdheden om ongecontroleerd en ongebreideld in deze gegevens te ‘vissen’.

    -Cameratoezicht kost handenvol geld, en zal in een groot aantal gevallen slechts tot een verplaatsing van het probleem leiden.

    -Cameratoezicht is een technocratische manier om veelal sociale problematiek (rondhangende jongeren, drugsoverlast) op te lossen.

    -Er is geen wettelijk kader. Gemeentes kunnen min of meer zelf beslissen hoe ze cameratoezicht toepassen.

    -Er wordt in Nederland nauwelijks aandacht aan de toezichthouders zelf besteed. Engels onderzoek wees uit dat toezichthouders vaak hun eigen vooroordelen laten meetellen. Zo worden mensen met een donkere huidskleur, mensen die ‘sjofele’ kleding dragen en groepjes jongeren beduidend vaker met de camera gevolgd.