• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Globalisten onder de loep

    Ravage #6

    Hoewel het ‘globalisme’ al weer min of meer over het hoogtepunt heen lijkt, in ieder geval wat betreft media-aandacht, neemt de aandacht van de kant van politie- en inlichtingendiensten niet bepaald af. De afgelopen tijd lieten deze diensten zowel op internationaal, nationaal als regionaal niveau blijken onverminderd geïnteresseerd te zijn in globalisten. Bedreiging democratische rechtsorde

    De BVD (inmiddels AIVD geheten) liet in haar laatstverschenen jaarverslag, over 2001, weten antiglobalisme te zien als onderwerp van onderzoek. De dienst schrijft: ‘(…) stelt de BVD zich op het standpunt dat er geen sprake is van terrorisme, maar van een brede, overwegend vreedzame, protestbeweging, waarbinnen zich kleinere kernen van politiek gewelddadige activisten bewegen. De activiteiten van deze radicale segmenten van de beweging vormen een serieuze bedreiging voor de democratische rechtsorde en hebben daarom de aandacht van de BVD.’

    Omdat de beschikbare informatie blijkbaar onvoldoende was, probeerde de AIVD de laatste maanden op z’n minst twee maal iemand te werven om als informant voor de dienst te komen werken. In beide gevallen mislukte dat overigens.

    De 32-jarige Otto van de Oudewetering uit Hoogeveen was één van de benaderden. Eind september van het vorige jaar stond bij hem een AIVD’er op de stoep. ‘Hij was kort daarvoor ook al eens langsgeweest. Ik was toen niet thuis, en hij zei tegen mijn vrouw dat hij later nog wel eens langs zou komen. Enkele weken later was hij er weer, ik deed toen de deur open. Hij legitimeerde zich niet, maar zei wel meteen dat hij van de AIVD was. Hij vertelde dat hij onderzoek deed naar de linkse beweging en dan met name naar het gewelddadige deel daarvan. Hij was vrij goed van mij op de hoogte. Hij wist bijvoorbeeld dat ik in 1997 actief was in het actiekamp Groenoord (bij Ruigoord) en dat ik hier in Hoogeveen actief was geweest in een lokale anti-MAI campagne. Hij kon zich het lokale anti-MAI krantje zelfs beter herinneren dan ik zelf….’ De AIVD’er kwam vrij snel ter zake. ‘Hij vroeg me of ik naar bijeenkomsten van globalisten wilde gaan. Als er dan mensen tussen zaten die gewelddadige taal uitsloegen, moest ik hun naam aan de AIVD doorgeven. Ik zei hem dat ik daar helemaal geen zin in had. Ik vind de antiglobaliseringsbeweging helemaal niet gewelddadig, bovendien komt het geweld tijdens ‘toppen’ meestal eerder van de kant van de politie.’ Na deze weigering dwong de AIVD’er niet verder aan. Mocht Otto zich nog bedenken, dan kon hij het telefoonnummer van de dienst in het telefoonboek van Leidschendam vinden.

    Internationale samenwerking

    De AIVD is niet alleen op nationaal niveau actief. Zo geeft de dienst op verzoek van landen die een Eurotop of een soortgelijke bijeenkomst organiseren informatie over de te verwachten demonstranten. De (toen nog) BVD leverde bijvoorbeeld in 2000 aan Tjechië, waar de jaarvergadering van het IMF en de Wereldbank plaatsvond, een algemene dreigingsanalyse. Naar eigen zeggen werden daarbij geen gegevens van individuele activisten verstrekt. Ook aan de Belgische autoriteiten werd een dergelijke analyse verstrekt, dit naar aanleiding van de Eurotop die in december 2001 in Brussel plaatsvond. De dienst gaf toen aan de Belgen door op hoeveel demonstranten men vanuit Nederland kon rekenen, op hoeveel bussen en de nummerborden van deze bussen. De BVD melde tevens dat er van Nederlandse zijde geen gewelddadigheden te verwachten waren.

    Naar aanleiding van met name de rellen in Göteborg en Genua kwam men in de Europese Unie tot de conclusie dat er een betere informatie-uitwisseling tussen de lidstaten moest plaatsvinden op het gebied van openbare orde. Besloten werd dat elk land een centraal punt moest inrichten waar informatie over (potentiële) verstoring van de openbare orde wordt verzameld. In Nederland werd hiervoor het LCOO, het Landelijk Coördinatiecentrum Openbare Orde, opgericht. Dit team moet informatie op het gebied van openbare orde samenbrengen, analyseren en verder verspreiden (bijvoorbeeld naar de AIVD). In eerste instantie ging het hierbij om ‘(politiek gewelddadig) activisme, de kraakbeweging, het verzet tegen infrastructurele projecten e.d.’ Na de aanslagen van 11 september 2001 maakte de Nederlandse regering veel geld vrij voor terrorismebestrijding. Het LCOO kreeg in het kader hiervan ook enkele miljoenen euro’s toebedeeld, het takenpakket is daardoor uiteraard wel enigszins verbreed.

    In het door de Raad van de Europese Unie in december 2002 opgestelde ‘Handboek ten behoeve van de politieautoriteiten en –diensten voor de beveiliging van internationale evenementen zoals de bijeenkomsten van de Europese Raad’ zit een bijlage die een indruk geeft wat voor gegevens er door de landelijke coördinatiepunten (zoals het LCOO) worden doorgegeven aan het organiserende land. In de risicoanalyse die opgesteld dient te worden moet onder andere antwoord gegeven worden op vragen als: Wat is de naam, samenstelling en het aantal leden van de groepering die zal betogen? Wat zijn onderscheidende kenmerken (kleren, logo’s, vlaggen, leuzen of andere uiterlijke kenmerken)? Wat is de aard van de groepering (gewelddadig?) Zijn er banden met andere groeperingen (nationaal of internationaal)? Zijn leden eerder betrokken geweest bij incidenten? Wat is het gedrag van de groepering tegenover bijvoorbeeld de politie, de plaatselijk bevolking en de pers? Gebruikt men wapens, is er sprake van alcohol- of druggebruik, worden er maskers gedragen? Al met al vrij gedetailleerde informatie dus.

    Lokaal

    Maar niet alleen op nationaal en internationaal niveau is men geïnteresseerd in globalisten. Ook lokale politiekorpsen houden zich met het onderwerp bezig. In Groningen bijvoorbeeld, bezocht de Regionale Inlichtingendienst (RID) de busmaatschappij die op dat moment Groningse actievoerders aan het vervoeren was naar de eerdergenoemde Eurotop in Brussel. Ze wilden weten welke personen en organisaties mee waren gegaan naar Brussel en vroegen met name om de passagierslijsten. Het bedrijf weigerde deze echter te geven. Nadat de bus terug was uit Brussel, kwamen de RID’ers weer langs. Dit keer wilden ze kijken of er iets in de bus was achtergelaten. Het busbedrijf had echter de bus al schoongemaakt, dus er viel niks meer te zien.

    De 31- jarige Martijn van Tol uit Amsterdam was ook ‘slachtoffer’ van een lokale dienst, overigens in samenwerking met de AIVD. Martijn, student politicologie, actief in de antiglobaliseringsbeweging en de laatste tijd vooral actief rondom de oorlog in Irak, werd begin februari gebeld door iemand van het politiebureau Linneausstraat in Amsterdam-Oost. Hem werd gevraagd of hij mee wilde doen aan een buurtonderzoek. Ze waren bij hem terechtgekomen omdat hij enige tijd daarvoor aangifte had gedaan van bekladding met hakenkruizen van zijn voordeur. Martijn maakte een afspraak voor de volgende dag. ‘Toen ik aankwam werd ik door een agent in burger naar een apart kamertje gebracht. Daar zat ook nog een andere man. De agent in burger zei: “We moeten je iets bekennen, we zijn niet helemaal eerlijk geweest. We hebben je voor iets anders laten komen.” Hij zei dat hij voor de PID, de politieke inlichtingendienst (bedoeld wordt RID, ET) werkte. De andere man stelde zich vervolgens voor als ‘Sjors’ van de AIVD. ‘

    Ook deze keer kwamen ze snel ter zake. Ze vroegen Martijn of hij een keer per week met hen wilde praten over de vredesbeweging en over globalisten. Een paar uur, op een andere locatie en tegen een vergoeding. Martijn: ‘Het ging allemaal op een vrij relaxte, niet-intimiderende toon. Ze probeerden een beetje een ‘ouwe-jongens-krentebrood’ sfeer te creëren. “We zijn net als jij, we staan midden in de samenleving.” Ik zei dat ik er niet veel voor voelde. Ze probeerden me nog wel van het belang te overtuigen. ‘We willen voorkomen dat het uit de hand loopt. Het zou voor jullie toch ook heel vervelend zijn als er gewelddadige groepen tussen zitten?”

    Martijn vroeg nog, min of meer voor de gein, wat het zou betalen. ‘Niet genoeg om van te leven’, was het antwoord. Ook was hij benieuwd hoe ze bij hem terecht waren gekomen. Het bleek dat ze zijn motor bij diverse acties en bijeenkomsten hadden gezien, en de kentekens hadden nagetrokken.

    Ze spraken af dat de RID’er over een week zou bellen, dan kon Martijn er nog eens over nadenken. Inderdaad werd hij een week later gebeld, maar hij bleef erbij dat hij niet met hen wilde samenwerken. Hierna heeft hij geen contact meer met hen gehad.

    Terecht?

    Of de aandacht van de verschillende diensten voor globalisten terecht is, is de vraag. Dat er vanuit de EU met enige bezorgdheid naar de grote demonstraties en de rellen werd gekeken, daar valt nog wel iets bij voor te stellen. Of dat het verzamelen van (nog meer) gegevens over actievoerders legitimeert is natuurlijk een tweede.

    Bij de bemoeienissen van de BVD / AIVD met globalisten vallen zeker vraagtekens te zetten. De AIVD doet, kort gezegd, onderzoek naar (mogelijke) bedreigingen van de nationale veiligheid. Wie actievoerders en –groepen op het gebied van antiglobalisme bekijkt zal toch moeilijk tot de conclusie kunnen komen dat dit een bedreiging voor de nationale veiligheid is. Voor zover er al sprake is van een antiglobalismebeweging is deze klein, houdt men zich vooral bezig met kennisoverdracht en zijn de acties over het algemeen ludiek. Rellen of ernstige ongeregeldheden hebben zich in Nederland niet voorgedaan. Het feit dat er in een enkel geval in het buitenland Nederlanders (al dan niet terecht) zijn opgepakt tijdens bijeenkomsten rechtvaardigt geenzins het in de gaten houden van grote groepen mensen.

    Ravage