datum: 17 september 2006
Jansen & Janssen in de pers :
De idealist
Volkskrantbanen
17 september 2006
Wil van der Schans (47) werkt voor Buro Jansen en Janssen, een onderzoeksbureau dat politie- en inlichtingendiensten kritisch volgt en privacyaspecten van overheidsbeleid onderzoekt.
‘Ik ben altijd gedreven geweest door een soort sociaal anarchisme, verwant aan het liberalisme. Ik vind dat iedereen, naast een eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid, zelfbeschikkingsrecht heeft. Mijn ideaal is een overheid die zich niet teveel opdringt, zodat je mensen op hun zelfoplossend vermogen aanspreekt. Ook al zeggen politie en justitie bezig te zijn in jouw belang, het blijft opletten dat ze niet te ver gaan. Dat merk ik ook aan de praktijk. Illegalen, junks en daklozen zijn allemaal mensen in een rottige positie, om wie weinigen zich druk maken als hun rechten worden aangetast. Ik vind het prettig in mijn werk daaraan iets te kunnen doen. Mijn werk is om vijf uur niet afgelopen. Als ik hier in het Sarphatipark een bordje zie ‘verboden alcohol te nuttigen’, zoek ik meteen even op hoe dat zit.
Ik houd me bezig met alles wat de burgerrechten aantast. Dat kan te maken hebben met vluchtelingen, Europese politiesamenwerking of de strijd tegen terrorisme. In de nabije toekomst gaat de politie allerlei systemen aan elkaar koppelen – met informatie over geldtransacties, camerabeelden, paspoorten – waardoor iedere Nederlander een virtuele identiteit krijgt. Dat de overheid daarmee niet zomaar te vertrouwen is, zie je nu al aan het zogenaamde ‘verstoren’ van mensen die van terroristische banden verdacht worden. Zoals een Amsterdamse vrouw wiens kinderen met een bekende van een verdachte mee naar school reden. Ze werd zwart gemaakt bij haar werkgever en de AIVD deed navraag over haar bij de school; op grond van vage informatie werd haar leven opzettelijk verstoord. De rechter heeft haar gelijk gegeven.
Ik ging bij Buro Jansen en Janssen werken omdat ik binnen de Haagse anti-apartheid- en de antikernwapenbeweging al eens met ze in aanraking was gekomen, toen een medeactivist infiltrant bleek te zijn. Ik vond het werk interessant en toen ik in 1991 naar Amsterdam verhuisde, kwam ik bij hen terecht. Een paar jaar later was de Eurotop in Amsterdam. Wij wilden laten zien dat steeds meer belangrijke politiële en justitiële beslissingen in Brussel genomen werden, met nauwelijks democratische controle. Dat is nog steeds actueel. Willen wij dat Europol in Nederland zomaar iedereen mag afluisteren? Die discussie wordt niet gevoerd. Of neem het Europese Arrestatiebevel, waarbij een willekeurige Europese regering in het kader van terrorismebestrijding zonder toelichting om jouw uitlevering kan vragen. Vaak probeert de regering wetten die ze niet via het eigen parlement kan doorvoeren, via Brussel erdoor te krijgen, zoals de bewaarplicht voor providers en telecombedrijven. Ik vind dat een afkalving van de rechtsstaat.
Ons werk is nu veel breder dan vroeger. Ik voer eigen onderzoek uit of in opdracht van anderen, en interview daarvoor soms ook medewerkers van politie en justitie. Toen Buro Jansen en Janssen in 1985 werd opgericht, was de politie echt de tegenstander. Het was de tijd van de grote demonstraties en de kraakbeweging had regelmatig te maken met infiltranten. Dat hebben we kunnen aantonen. Tegelijkertijd heeft Jansen en Janssen ook de overdreven paranoia kunnen relativeren – actievoerders denken al gauw dat de politie het alleen op hen heeft gemunt. Bij de politie is er afwisselend waardering en weerzin voor ons werk, denk ik. De inlichtingendiensten komen soms knullig in het nieuws, maar technisch zijn ze goed. En anders dan hun Duitse collega’s brandmerken ze mensen niet snel als terrorist, waardoor ze altijd weer een stap terug kunnen zetten. Het is de politiek die het vuurtje onnodig opstookt. Ik zou politici graag het besef bijbrengen dat er meer is dan oneliners, als het gaat om veiligheid.
Het is wel eens vervelend om je altijd bezig te houden met de nadelen van repressie – ik kom veel mensen tegen in uitzichtloze posities. Gelukkig kan ik de praktijk van de straat afwisselen met beleid. Anders is het niet vol te houden. Het is leuk om informatie te verzamelen waar je op dat moment nog niets aan hebt, maar die uiteindelijk misschien op z’n plaats valt. Veel andere kritische organisaties zijn in de loop van de tijd verdwenen. Wat de toekomst betreft zou ik het daarom goed vinden als er, net als in België, een liga voor burgerrechten zou komen, zodat kennis en ervaring van wetenschappers, advocaten, journalisten en de straat over dat onderwerp worden gecombineerd. Zodat iedereen die vindt dat burgerrechten worden geschonden, daarheen kan stappen.’
Kader Tachtig inlichtingendiensten
Er zijn in Nederland niet minder dan tachtig inlichtingendiensten, verdeeld over 11 categorieën (zoals militaire inlichtingen, signalen, integriteit en asiel). Naast de bekendste en grootste inlichtingendienst, de AIVD (Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst, Binnenlandse Zaken, 1100 fte), een kleine greep: DIB (Directie Inlichtingen Binnenland, Binnenlandse en Buitenlandse Zaken, Algemene Zaken, 100 fte), Directie Kennis en Analyse (terrorismebestrijding, Justitie en Binnenlandse Zaken, aantal werknemers onbekend), de NVA (Nationale Veiligheidsautoriteit, NATO, AIVD en MIVD) en de MIVD (Militaire Inlichtingendienst, Defensie, 800 fte).
Bron: Jansen en Janssen. www.burojansen.nl
Links:
NRC Handelsblad