2.8 Vrije beroepsbeoefenaren
2.8.1 Aanleiding onderzoek
Vrije beroepsbeoefenaren, zoals advocaten, notarissen,
accountants en belastingadviseurs, kunnen een belangrijke
faciliterende rol vervullen voor de georganiseerde misdaad. Zij
zijn in staat de benodigde deskundigheid te verschaffen om
financile transacties te verrichten of zij kunnen dergelijke
transacties autoriseren. Daarnaast bieden de vrije
beroepsbeoefenaren goede mogelijkheden tot afscherming. Hun
betrokkenheid bij transacties kan de schijn van vertrouwen wekken;
de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht bieden een
belangrijke bescherming aan de clinten. Vrije beroepsbeoefenaren
zijn om deze redenen aantrekkelijk voor de georganiseerde
criminaliteit.
De onderzoeksgroep Fijnaut heeft gevallen van verwijtbare
betrokkenheid van de vrije beroepsgroepen in kaart gebracht. Van
verwijtbare betrokkenheid van vrije beroepsbeoefenaren bij
strafbare handelingen van criminele organisaties kan in tweerlei
zin sprake zijn. Ten eerste kan een beroepsbeoefenaar in
strafrechtelijke zin betrokken zijn bij de strafbare gedragingen.
Deze betrokkenheid kan bestaan uit het medeplegen van of
medeplichtig zijn aan de strafbare feiten van de criminele groep,
uit het begunstigen van de plegers van deze feiten, bijvoorbeeld
door het plegen van heling, of door het belemmeren of bemoeilijken
van de opsporing van de misdrijven en de uit misdrijf verkregen
opbrengsten (vgl. art. 189 WvSr.). Hier is sprake van verwijtbare
betrokkenheid in enge zin. Ten tweede is er verwijtbare
betrokkenheid in ruime zin. Hiervan is sprake als de
beroepsbeoefenaar in de uitoefening van zijn beroep niet de nodige
zorgvuldigheid in acht neemt ter voorkoming van misbruik van zijn
beroepsuitoefening voor criminele doeleinden. Er is dan weliswaar
geen sprake van het welbewust en opzettelijk meewerken aan
strafbare handelingen, maar wel kan worden verweten dat de
betrokkene had moeten of kunnen weten dat van zijn diensten
misbruik is gemaakt voor criminele doeleinden.
- De heer Van de Bunt :
- (…) Juist daarom probeer ik uit te leggen hoe belangrijk
het is om onderscheid te maken tussen betrokkenheid en
verwijtbare betrokkenheid. Betrokken ben je als juridische
dienstverlener altijd, maar als je niet weet dat je wordt
misbruikt, bijvoorbeeld bij de oprichting van rechtspersonen, valt
het je niet euvel te duiden en kan er niet over verwijtbare
betrokkenheid worden gesproken. Er is sprake van verwijtbare
betrokkenheid wanneer je willens en wetens – het is de
strafrechtelijke variant – meewerkt aan de volvoering van misdadige
activiteiten. Als je als notaris weet dat de BV die bij jou
wordt opgericht, zal worden gebruikt
voor criminele doeleinden en daarvoor ook wordt opgericht, ben
je in mijn definitie verwijtbaar betrokken. Zo’n geval ben
ik tegengekomen: een notaris die wist wat hij deed. Er is
nog een tweede variant van verwijtbare betrokkenheid. Wat
mij betreft blijft dit niet beperkt tot strafrechtelijke
betrokkenheid. Er is ook een andere, wat moeilijker af te palen
zone waarin je vrije beroepsbeoefenaars kunt verwijten dat ze
nalatig of onzorgvuldig zijn geweest. Waar ze het vermoeden hadden
meten hebben dat er iets niet klopte, hebben ze toch hun diensten
verleend. Ze hebben niet doorgevraagd en ze hebben niet geweigerd
om hun diensten te verlenen. Het in strijd handelen met het
zorgvuldigheidsbegrip is een element van mijn definitie. Als
voorbeeld noem ik een advocaat die wordt gevraagd om een bepaalde
procedure te voeren met betrekking tot een bepaalde som geld. Hij
kan weten dat er met dat geld iets loos is maar laat na om te
verifiren of wat zijn clint hem zegt wel klopt. Die advocaat is
volgens mijn definitie verwijtbaar betrokken bij die
handeling. Noot
2.8.2 Advocatuur
De 8000 Nederlandse advocaten vormen samen de Nederlandse Orde
van Advocaten. Advocaten dienen zich steeds te bewegen tussen de
onafhankelijk uitoefening van hun beroep en partijdigheid ten
opzichte van hun clinten. De geheimhoudingsplicht en het
verschoningsrecht zijn noodzakelijke onderdelen van het
functioneren van een advocaat. De advocatuur is vanwege haar
relevante kennis en het verschoningsrecht aantrekkelijk voor
criminele organisaties. De commercialisering van de advocatuur
veroorzaakt dat de traditionele professionele normering aan kracht
inboet.
Over de omvang van de verwijtbare betrokkenheid van de
advocatuur bij de georganiseerde criminaliteit is moeilijk iets te
zeggen. In de media zijn verschillende berichten verschenen over de
omvang van die betrokkenheid. Daarbij kwam steeds aan de orde dat
een lijst zou bestaan van corrupte advocaten. Noot In
het verhoor van Wilzing, voormalig hoofd CRI en korpschef
IJsselland, kwam dat lijstje aan de orde:
- De heer De Graaf:
- Bestaat dat lijstje? Bestond dat lijstje? Heeft u het zelf
gezien? - De heer Wilzing:
- Ik heb nu een unieke kans om het uit te leggen. Ik denk ook
dat dat goed is. Wij hebben gezwegen over de hele periode die
achter ons ligt, omdat wij vonden dat wij moesten zwijgen. Ik heb
hierop in de krant geen toelichting kunnen geven. - De heer De Graaf:
- Gaat uw gang hier!
- De heer Wilzing:
- Ik ga dat nu doen. In de zomermaanden van 1993, nadat de
CBO-analyse was verschenen, hebben wij een soort scan van het
bedrijf gemaakt. Wij hebben daarbij gezegd: wat zijn de
ontwikkelingen waarmee wij op dit moment bezig zijn, wat zijn
bijzondere zaken? Met name binnen financieel-economische
criminaliteit, een expertisecentrum dat een zwaardere rol begon te
spelen, werden mij deze verhalen over advocaten en notarissen in
voorbeelden aangereikt. Wij hadden een kleine innovatieve
voorhoede, een groep van een man of zes zeven die scande en keek
wat er aan de hand was, wat de ontwikkelingen waren en hoe daarmee
verder moest worden gegaan. Toen heb ik gezegd: ja, jullie kunnen
wel vertellen hoe het precies is gegaan, maar geef mij aan de hand
van casussen de situatie weer van wat je daadwerkelijk aantreft.
Dat is een lijstje van nog net geen tweeneenhalf kantje, waarop
elke keer bij zeer kleine alineaatjes staat: advocatenkantoor, zus
en zo; notarissenkantoor dit en dat; het pand wordt drie keer
gepasseerd op n dag en gaat van 7 naar 21 mln. bij die en die; ziet
er dubieus uit. Wij hebben ook gesproken van dubieuze zaken. Ik gaf
zojuist al aan dat bij het verschijnen van de CBO-analyse in de
totale informatie ook informatie naar boven kwam die met name ging
over de rol van advocaten en notarissen. (…) Er werd op geen
enkele wijze bij de CRI systematisch bijgehouden dat wij een
lijst of een register hadden. (…). Noot
Een analyse van de tuchtrechtspraak door het Hof van discipline in
de jaren 1990 – 1995 laat enkele gevallen van verwijtbare
betrokkenheid van advocaten bij handelingen van criminele
organisaties zien. De toegang tot de tuchtrechter is beperkt tot de
rechtstreeks belanghebbenden en de deken. De onderzoeksgroep
Fijnaut heeft op basis van verschillende bronnen – een bestand van
verdachte financile transacties, landelijke CRI-inventarisaties,
meldingen LCID en de ter beschikking gestelde politie- en
CID-rapportages – in totaal 29 advocaten aangetroffen die
verwijtbaar betrokken zijn bij criminele organisaties. Er zijn
gevallen aangetroffen waarbij advocaten in hun partijdigheid te ver
gingen, en gevallen waarin advocaten geheel in het belang van een
criminele organisatie handelden.
- De heer De Graaf:
- Mijnheer Van de Bunt, bent u nu ook advocaten tegengekomen
in uw onderzoek die echt, zoals zij dat noemen, als consiglieri
werken, als de juridische adviseur van een criminele organisatie,
en die daar deel van uitmaken? - De heer Van de Bunt:
- Ik ben enkele advocaten tegengekomen die inderdaad meer dan
eens verwijtbaar betrokken waren bij bepaalde handelingen
van criminele organisaties, van wie je moet vermoeden dat zij dus
kennelijk in dienst van zo’n organisatie werkzaam zijn. Ik heb daar
een aantal voorbeelden van aangetroffen.
Noot
Een hasjtransport wordt in het buitenland onderschept. Enkele
Nederlandse verdachten worden aangehouden. Met behulp van een
Nederlandse advocaat, die hiervoor naar het buitenland afreist,
overhandigt de toegevoegde advocaat het briefje met de volgende
tekst: Hou je rustig, er is genoeg verkeerd gegaan, probeer het
goed te maken want we weten je te vinden, (naam afzender).
Daarnaast zijn gevallen aangetroffen van civiele advocaten die
proberen criminele vermogens voor de fiscus en justitie te
verstoppen. Een voorbeeld:
Een drugsdealer zit in voorlopige hechtenis onder alle
beperkingen. Hij is er bevreesd voor dat justitie beslag zal leggen
op zijn banktegoeden in Zwitserland. De advocaat verzint een
mogelijkheid om de tegoeden van de rekening af te halen en voert
het plan vervolgens persoonlijk uit.
Ten slotte zijn er voorbeelden van advocaten die bijdragen aan
de afscherming van criminele activiteiten. In deze gevallen worden
advocaten gebruikt om financile transacties af te schermen. Een
bekende, in het buitenland gevestigde, non-profit organisatie wordt
opgelicht voor 10 miljoen gulden door enkele personen, van wie n
bekend staat vanwege zijn banden met de mafia in New York. Ook
wordt een Amerikaanse burger voor ruim 1 miljoen gulden opgelicht.
Bij het doorsluizen van een deel van de gelden speelt een
Nederlander, samen met zijn (civiele) advocaat een belangrijke rol.
De advocaat wordt op een aantal manieren gebruikt: hij houdt de
slachtoffers lange tijd in de waan dat alles goed zit door brieven
te ondertekenen waarin wordt verklaard dat spoedig terugbetaling
zal volgen, en hij ontvangt gelden op zijn kantoorrekening en gaat
als ware bankieren voor de Nederlandse verdachte. Deze verdachte
neemt geld op van de kantoorrekening en laat via de rekening hoge
bedragen doorboeken naar buitenlandse rekeningen. Op deze manier
wordt de papertrail tussen het geld en de verdachte doorbroken.
Inmiddels heeft de Orde van Advocaten richtlijnen opgesteld om te
voorkomen dat advocaten betrokken raken bij criminele organisaties.
De richtlijnen verplichten de advocaten tot nader onderzoek en
verbieden bijvoorbeeld het aanvaarden van contante betalingen van
meer dan 25.000 gulden.
- De voorzitter:
- (…) waarom zijn er (…) richtlijnen ter voorkoming van
betrokkenheid van de advocaat bij criminele handelingen
gekomen? - De heer De Waard:
- Ik heb aan het begin van het gesprek al gezegd dat dit is
gebeurd vanuit de optiek dat voor iedere organisatie in de
samenleving, de overheid, de politie, het bedrijfsleven en ook voor
de vrije beroepen, geldt dat de waakzaamheid ten opzichte van de
betrokkenheid bij criminaliteit vergroot moet worden nu er zulke
grote sommen geld in de bovenwereld worden genvesteerd. Dat is de
eerste reden. In de tweede plaats zijn advocaten van oudsher gewend
steeds moeilijke beslissingen te nemen, bijvoorbeeld of zij een
zaak wel of niet aannemen. Een advocaat wordt er altijd bij
geroepen wanneer het moeilijk is, wanneer de clinten in
moeilijkheden verkeren en er snel iets moet gebeuren. Allerlei
dingen vragen op korte termijn tegelijk de aandacht van de
advocaat. In die situatie moeten advocaten regelmatig beslissen of
zij een zaak, een clint wel of niet nemen. Nieuw voor ons is het
verschijnsel van de investeringen in de bovenwereld. Althans dat
was in 1993 nieuw voor ons, maar dat is nu allang niet meer het
geval. Op dat gebied was er nog geen vorm van gedragsrecht. Wij
vonden het binnen de orde wenselijk dat de advocatuur ook op
die gevaren gewezen zou worden. Daarom vonden wij het nodig dat er
richtlijnen zouden komen.(..) - De heer De Waard:
- Die richtlijnen waar we net over spraken, gaan daar ook
over. Die richtlijnen geven de advocaat aanwijzingen. De advocaat
moet altijd de vraag stellen: Waarom word ik hierbij ingeschakeld?
Word ik hierbij wel ingeschakeld als advocaat, als iemand die
opkomt voor de rechten en belangen van mensen die bedreigd worden,
dus rechtsbijstand verleent? Of wordt mij iets anders gevraagd, wat
net zo goed een boekhouder of een bank zou kunnen doen? Die
advocaat moet zich daar kritisch op bezinnen. Als hij tot de
slotsom komt dat het niet echt advocatenwerk is en als hij het niet
vertrouwt, moet hij het niet doen. - De voorzitter:
- Moet hij dat nu kritischer doen dan vroeger?
- De heer De Waard:
- Zeker. De hoofdregel blijft dat je mag afgaan op datgene wat
je clint zegt. Als je echter redelijke aanwijzingen hebt dat die
transacties kunnen dienen ter afscherming van criminaliteit,
dan mag je de opdracht niet aanvaarden of moet je deze neerleggen.
Dat betekent dus dat je onderzoeksplicht verzwaard is. - De voorzitter:
- Hoeveel moet je er als advocaat voor doen om dat na te
gaan? - De heer De Waard:
- Je moet in de eerste plaats de identiteit van de clint goed
vaststellen, ook als het een rechtspersoon is of als er sprake is
van een tussenpersoon. Je moet geen genoegen nemen met de
tussenpersoon, maar ook de identiteit willen weten van de
achterliggende opdrachtgever. Je moet dus goed
doorvragen totdat het je helemaal duidelijk is waar de zaak over
gaat, waarom je wordt ingeschakeld en waar het geld vandaan komt.
Bij een kantoorgenoot van mij komt bijvoorbeeld een mijnheer die
een groot bouwwerk in Malawi wil gaan starten. Hij zegt dat ze daar
tot nu toe nooit Nederlandse bedrijven voor namen, maar dat hij
daar nu een kans krijgt. Hij vraagt mijn kantoorgenoot om daar de
contracten voor te maken. Hij zegt 150 mln. bij elkaar te brengen
om dat te financieren. Mijn kantoorgenoot vraagt waar dat geld
vandaan komt. Die mijnheer zegt dat hij nog een beetje op zoek is.
Hij is in gesprek met banken, hij weet het nog niet helemaal, maar
hij krijgt het geld vast wel en hij weet over een paar dagen meer.
Een paar dagen later komt hij terug. Hij zegt de 150 mln. bij
elkaar te hebben. Mijn kantoorgenoot vraagt of dat geld van de bank
komt. De mijnheer zegt dat het van een aantal priv-investeerders
komt. Mijn kantoorgenoot vraagt wie dat zijn. Die mijnheer zegt dat
hij helaas niet de vrijheid heeft om dat te zeggen. Waarop mijn
kantoorgenoot zegt: Dan kan ik niets voor u doen. Goedemiddag. Je
vraagt dus door. Je neemt geen genoegen met ontwijkende antwoorden.
Krijg je geen bevredigende antwoorden, dan doe je het niet.
Noot
Na de onrust die ontstaan was binnen de Nederlandse Orde van
Advocaten over het bestaan van de lijst van Wilzing heeft de
voorzitter van het College van procureurs-generaal, Docters van
Leeuwen, met de Orde de volgende afspraak gemaakt. Een op het
gebied van het gedragsrecht ervaren advocaat krijgt inzage in de
vertrouwelijke informatie uit het zogenaamde Finpol-bestand van de
CRI, waar meldingen van ongebruikelijke transacties verwerkt
worden. Deze advocaat zal het OM adviseren of die informatie
concrete gegevens bevat die tuchtrechtelijke stappen tegen
advocaten kunnen rechtvaardigen. Deze advocaat krijgt echter geen
inzage in informatie uit lopende tactische onderszoeken en in
CID-informatie omdat deze zich gezien hun zachte karakter niet
zouden lenen voor tuchtrechtelijk ingrijpen. Noot
2.8.3 Het notariaat
De notaris is als openbaar ambtenaar de functionaris wiens
tussenkomst dwingend is voorgeschreven bij allerlei
rechtshandelingen. De notaris heeft nauwelijks de mogelijkheid een
clint te weigeren: de notaris heeft een plicht tot dienstverlening
(ministerieplicht). Voor de notaris zijn onpartijdigheid en
onafhankelijkheid cruciale onderdelen van zijn taakuitoefening.
Geheimhouding en verschoningsrecht zijn daarbij instrumenten. De
positie van de notaris is om verschillende redenen kwetsbaar voor
infiltratie en gebruik door criminele organisaties. De tussenkomst
van notarissen is wettelijk voorgeschreven bij verschillende
rechtshandelingen. De notaris vormt daarnaast een goede dekmantel
voor criminele activiteiten. Daar staat tegenover dat notarissen
slechts een geringe weerbaarheid hebben ten opzichte van de
criminele groepen. Een notaris heeft nauwelijks mogelijkheden een
clint nader te onderzoeken.
Het tuchtrecht en enkele aanvullende bronnen laten voorbeelden
zien van notarissen die betrokken zijn bij de georganiseerde
criminaliteit. Noot Het gaat dan steeds om gevallen
waarbij sprake is van verwijtbare betrokkenheid. In totaal zijn 13
gevallen van verwijtbare betrokkenheid van notarissen gevonden. In
n geval had een notaris connecties met personen uit belangrijke
criminele organisaties. De betrokken notaris is uit zijn ambt
ontzet. Andere gevallen hadden betrekking op ambtelijke
dienstverlening die niet verricht had moeten worden De notaris is
de criminele organisatie behulpzaam. De notaris weet dat er iets
niet deugt, maar neemt er geen actie tegen. Twee voorbeelden:
Een drugshandelaar koopt met medewerking van een notaris
een groot aantal huizen op. Hierna worden de huizen door een
makelaar voor de driedubbele waarde getaxeerd waarna de huizen via
dezelfde notaris weer worden verkocht aan personen met een
criminele achtergrond. In veel gevallen werden op deze basis hoge
hypotheken verstrekt waarbij kopers de leningen niet aflosten en
met de noorderzon vertrokken. Een notaris passeert op een
dag driemaal een transportakte met betrekking tot hetzelfde pand
waarbij de waarde toeneemt van 7 naar 14 naar 21 miljoen gulden.
De notaris verricht de ambtelijke dienstverlening zonder
meer.
Daarnaast zijn enkele voorbeelden gevonden waarbij de notaris
werd gebruikt als afscherming. De notaris dient als faade om de
werkelijke bedoelingen van de criminele organisatie af te schermen.
Door een drugsorganisatie wordt getracht via een Nederlandse
bank een bedrag van 16 miljoen dollar over te boeken naar een bank
in Zuid-Amerika. Een Zwitserse bank zou garant staan. Een
notaris waarmerkt de handtekeningen op het leencontract voor
authentiek zonder gegevens van betrokkenen te verifiren waarmee een
schijn van betrouwbaarheid aan het contract wordt gegeven die niet
gerechtvaardigd is. De Koninklijke Notarile Broederschap heeft
richtlijnen uitgevaardigd om te voorkomen dat notarissen
betrokken raken bij georganiseerde criminaliteit.
- De heer Rabbae:
- Begrijp ik goed dat de Koninklijke Broederschap van
Notarissen in het kader van een zelfregulering ermee ingestemd
heeft om een soort eigen meldplicht in acht te nemen in de richting
van de CRI, de Centrale recherche- en
informatiedienst? - De heer Van de Bunt:
- Ja, maar dat is wel via heel veel filters. Er is een
vertrouwensarts… Nee, vertrouwensnotaris ingesteld die als een
soort filter werkt. Een notaris die iets niet vertrouwt of
ergens mee zit, zijn diensten heeft geweigerd aan een clint en
vindt dat voorkomen moet worden dat de clint nu naar een ander
loopt, omdat het een ernstig geval is, kan zijn ervaringen kwijt
bij een vertrouwensarts… - De voorzitter:
- Vertrouwensnotaris.
- De heer Van de Bunt:
- Ja, vertrouwensnotaris. En in dat overleg met de
vertrouwensnotaris kan dan worden besloten om de zaak te melden aan
de CRI. Noot
2.8.4 Accountancy
Accountants stellen de betrouwbaarheid van financile informatie
vast. Daardoor zijn zij aantrekkelijk voor criminele organisaties
die crimineel verdiend geld zo kunnen legitimeren. Accountants
treden ook steeds vaker op als adviseurs op administratief en
financieel terrein. Accountants hebben een functionele
geheimhoudingsplicht, maar kunnen zich niet beroepen op een
verschoningsrecht. Inmiddels zijn accountants onderworpen aan een
wettelijk geregelde tuchtrechtspraak. In zeven gevallen bleken
accountants betrokken te zijn bij het afdekken van zwarte
geldcircuits, het geven van adviezen in witwasconstructies of
valsheid in geschrifte. De betrokkenheid komt vooral voor bij
kleinere kantoren. Betrokkenheid vindt vooral plaats in het
voortraject, waarin advies gegeven wordt over constructies en
slechts zelden in het natraject van financile controle.
De beroepsgroepen trachten door richtlijnen de accountants af te
houden van criminele handelingen. Na lange discussie is een
meldingsplicht ingevoerd.
2.8.5 Beoordeling
In Nederland doet zich geen stelselmatige infiltratie door de
georganiseerde criminaliteit in de onderzochte vrije beroepsgroepen
voor. De gevallen waarin sprake was van verwijtbare betrokkenheid
van vrije beroepsbeoefenaren bij criminele organisaties lijken
incidenten te zijn. Dat is van groot belang voor het oordeel over
de ernst van de georganiseerde criminaliteit. Het functioneren van
de rechtsstaat zou ernstig belemmerd zijn indien sprake was van
stelselmatige infiltratie van de georganiseerde criminaliteit in de
vrije beroepsgroepen.
Niettemin neemt de commissie de gevallen van verwijtbare
betrokkenheid bij vooral de advocatuur en het notariaat ernstig.
Het aantal incidenten en de aard van de verwijtbare handelingen van
de kant van deze advocaten en notarissen zijn verontrustend. Door
deze criminele activiteiten kan het aanzien van de gehele
beroepsgroep in gevaar komen. Daardoor bestaat het risico dat een
politieke discussie ontstaat over de noodzaak van afschaffing van
het verschoningsrecht of de geheimhoudingsplicht voor deze vrije
beroepsbeoefenaren.
De commissie ziet op dit moment geen aanleiding een dergelijke
politieke discussie te beginnen. Wel zal het noodzakelijk zijn de
beroepsgroepen ervan te doordringen dat alleen richtlijnen
onvoldoende zijn om ook in de toekomst criminele organisaties
buiten de deur te houden. Advocaten en notarissen zijn
aantrekkelijk voor criminele organisaties. Die aantrekkelijkheid
moet verminderen. Daarnaast zal bezien moeten worden op welke wijze
de officier van justitie de bevoegdheid kan verkrijgen binnen de
kaders van de Advocatenwet om een klacht in te dienen bij de
tuchtrechtelijke colleges indien vermoedens bestaan van verwijtbare
betrokkenheid van vrije beroepsbeoefenaren.