• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Eindrapport – 2.7 Branches

    2.7 Branches

    2.7.1 Aanleiding onderzoek

    Onderzoek in andere landen toont aan dat de ernst van de
    georganiseerde criminaliteit tevens kan worden afgemeten aan de
    mate waarin legale branches betrokken zijn bij de georganiseerde
    criminaliteit. Deze betrokkenheid kan verschillende vormen
    aannemen. De organisaties binnen de branches kunnen zelf
    participeren in de georganiseerde criminaliteit. Daarnaast kunnen
    criminele groepen trachten delen van de branches onder controle te
    krijgen, waarmee ze gebruik kunnen maken van de infrastructuur van
    de branches voor hun criminele activiteiten. De onderzoeksgroep
    Fijnaut heeft daarom systematisch een aantal branches doorgelicht
    op betrokkenheid bij de georganiseerde criminaliteit. Dit onderzoek
    biedt een beeld van de vervlechting van de legale bovenwereld met
    de criminele onderwereld.

    2.7.2 Autobranche en autocriminaliteit

    Onderzoek naar autodiefstal krijgt weinig aandacht van politie
    en justitie. Er zijn weinig grootschalige opsporingsonderzoeken
    naar autodiefstallen gedaan. Daardoor zijn slechts weinig gegevens
    beschikbaar. De autobranche zelf is weinig openhartig over
    misstanden binnen de branche.

    De organisaties binnen de branche kunnen op vele wijzen
    slachtoffer worden van criminaliteit (stelen van auto’s,
    overvallen, inbraken). Daarnaast zijn verschillende vormen van
    organisatiecriminaliteit te onderkennen (laten betalen voor
    werkzaamheden die niet verricht zijn, minder kilometers op de
    teller, bewust gestolen of omgekatte auto’s verkopen, betalen met
    zwart geld). Bij beide is het onduidelijk in hoeverre de
    georganiseerde criminaliteit daar de hand in heeft.

    Er zijn verschillende particuliere en publieke
    registratiesystemen voor autodiefstallen. Er kan derhalve geen
    volledige duidelijkheid worden gegeven over de omvang van het
    probleem. Jaarlijks worden ongeveer 35.000 personenauto’s gestolen.
    Het terugvindpercentage varieert van 60% tot 85%. Daarnaast worden
    ongeveer 150 vrachtauto-combinaties per jaar ontvreemd, waarvan
    slechts 17 in het buitenland. Het blijft onduidelijk welk
    aandeel de georganiseerde criminaliteit heeft in het stelen van
    personenauto’s. Men mag aannemen dat het stelen van vrachtwagens
    vrijwel altijd het werk is van professionele dieven. De schade als
    gevolg van diefstallen door criminele groepen bedraagt tussen de
    205 en 240 miljoen. De verzekeringsmaatschappijen hebben de neiging
    het aantal door de georganiseerde misdaad gestolen auto’s te
    majoreren. De gemiddelde autochtone criminele groep die zich bezig
    houdt met autodiefstallen opereert lokaal en regionaal. Veelvuldig
    zijn kampers actief in de autodiefstallen. Daarnaast zijn er sinds
    1992 enkele internationale criminele groepen actief die veel
    grootschaliger functioneren. Het gaat dan vooral om Oost-Europese
    criminele groepen. Autodiefstallen door criminele groepen bestaan
    uit verschillende deelactiviteiten:

    • diefstal van de auto’s,
    • verplaatsing van de auto’s door koeriers,
    • omkatten van auto’s (een andere identiteit geven aan de
      auto),
    • legalisering van de auto’s en aflevering aan de klant.
    De voorzitter:
    Zijn er nu duidelijk georganiseerde groepen aan te wijzen
    die zich richten op die 5000 7000 auto’s die niet meer
    terugkomen?
    De heer Bruinsma:
    Ja. Ik heb gebruik gemaakt van de diverse politiedossiers
    die mij ter beschikking zijn gesteld door de regiokorpsen en door
    de
    CRI. Daaruit blijkt dat je speciale groepen hebt die zich
    richten op de diefstal van auto’s. Misschien kan ik daar iets over
    zeggen. De groepjes waar wij het over hebben, bestaan meestal uit
    ongeveer 4 tot 5 personen. Het zijn allemaal mannen; vrouwen vind
    je in deze branche nauwelijks meer terug. Meestal zijn het mensen
    die al een groot strafblad hebben, vaak ook voor andere criminele
    activiteiten zoals inbraken, heling en ook wel geweld. Zij zijn
    daarvoor eerder veroordeeld. Zij kennen elkaar vaak al heel lang.
    Er is een soort onderlinge werkverdeling zonder dat er sprake is
    van een type leiderschap. De leider is meer een regelaar die
    daarachter zit, die vaak de beschikking heeft over een
    autosloperij, over een garage of over een loods waarin de auto die
    eenmaal gestolen is, kan worden gezet. Hij regelt alles en zorgt er
    ook voor dat er valse kentekenpapieren komen. Je hebt een monteur
    in dat groepje zitten, de technicus om het zo maar te noemen. Hij
    moet de auto omkatten, hij moet nieuwe nummers slaan in het chassis
    van de auto, hij moet ook vaak delen lassen en weer repareren. Dat
    is vaak de monteur, meestal ook een oude bekende van de regelaar.
    Verder hebben we meestal iemand die de auto’s steelt en wij hebben
    iemand die de auto’s vervolgens weer in de legale branche
    terugbrengt. Er is dus een kleine werkverdeling, maar dat is niet
    een vaste, eeuwigdurende werkverdeling.
    Noot

    Om dit soort activiteiten te kunnen verrichten is een zekere
    organisatie en leiding noodzakelijk. Het vergt bovendien
    samenwerking tussen criminele groepen en legale garagebedrijven.
    Volgens schatting zijn twee- tot driehonderd bedrijven bij
    autodiefstallen betrokken. Steeds vaker worden lease-auto’s door
    criminelen gebruikt om tot een optimale afscherming te komen.

    De voorzitter:
    Tot slot, kunnen wij spreken van een innesteling van de
    georganiseerde criminaliteit in de
    autobranche?
    De heer Bruinsma:
    Ik denk dat van innesteling absoluut geen sprake is, omdat
    het ook helemaal niet nodig is. Het is zelfs heel onverstandig van
    dit soort groepen om zich in te nestelen en een vaste plaats te
    verkrijgen, met eigen bedrijven en eigen dingen. Een
    samenwerkingsverband aangaan, is veel handiger. Ik heb in het
    rapport dat ik heb geschreven, ook geschat dat er toch wel een paar
    honderd garages en autosloperijen betrokken zijn bij deze handel in
    gestolen auto’s.
    Noot

    Opsporing van gestolen auto’s heeft voor de politie een lage
    prioriteit. De politie stelt zich passief op en doet slechts het
    meest noodzakelijke administratieve werk. De meldingssystemen van
    gestolen auto’s zijn in handen van verschillende private en
    publieke organisaties.

    Steeds vaker zijn zogenaamde carhunters actief die voor geld
    gestolen auto’s terugbezorgen. In veel gevallen zijn voormalige
    politie-ambtenaren betrokken bij deze bedrijven.
    Verzekeringsmaatschappijen werken bepaalde vormen van corruptie bij
    opsporingsambtenaren in de hand door buiten de officile kanalen om
    opsporingsambtenaren te betalen voor hun tips.

    De voorzitter:
    Kunt u ongeveer de schade aangeven die deze vorm van
    criminaliteit aanricht in Nederland?
    De heer Bruinsma:
    Ik heb een schatting proberen te maken van het aantal
    weggebleven auto’s. Ik heb een schadebedrag berekend, ook gebaseerd
    op eerder onderzoek dat ik heb verricht. Het is ongeveer zo’n
    f.17.000 per auto. Dan komen wij op ongeveer 85 tot 120 mln. aan
    personenauto’s dat per jaar gestolen wordt. Bij vrachtwagens komen
    wij ongeveer op een vergelijkbaar bedrag. Dan komt de totale schade
    als gevolg van autodiefstal in Nederland op zo’n 220 mln. per
    jaar.
    Noot

    2.7.3 Transportbranche

    De transportbranche schetst zelf een zwart beeld van de
    economische positie van de 9700 aangesloten bedrijven. De huidige
    malaise moet echter gezien worden tegen de achtergrond van
    jarenlange positief stijgende resultaten. De problemen doen zich
    vooral voor bij de grote groep van zeer kleine tot middelgrote
    ondernemingen. Deze groep is te groot. De onderlinge concurrentie
    aan de onderkant van de branche is steeds harder geworden.

    Transportondernemers werken nauwelijks samen. Er bestaat een
    felle concurrentieslag. Dat veroorzaakt een sterke geslotenheid.
    Het onderwerp criminaliteit is nauwelijks bespreekbaar.
    Misdaadbestrijding staat bij transportondernemers en chauffeurs
    niet hoog op de agenda.

    In de transportbranche doen zich verschillende vormen van
    georganiseerde criminaliteit voor. Transportondernemingen kunnen
    gebruikt worden voor het witwassen van zwart geld. Malafide
    organisaties kopen noodlijdende transportondernemingen op om zwart
    geld wit te wassen. Het is onduidelijk in welk mate dit voorkomt.
    Het huidige aantal noodlijdende transportbedrijven geeft hiertoe
    wel de gelegenheid. Slechts weinigen in de Nederlandse
    transportbranche richten zich op systematische misbruik van
    Europese regels, subsidies en belastingen. Wel bestaat er een
    aanzienlijke smokkel van illegale goederen in vrachtwagens. Vooral
    drugs spelen daarbij een grote rol. Het zijn vooral koelwagens die
    worden gebruikt voor smokkeldoeleinden. De organisatie van de
    smokkel varieert van incidentele smokkelaars tot omvangrijke
    organisaties. Soms smokkelen chauffeurs willens en wetens, soms
    zijn ze niet op de hoogte. In een aantal gevallen is sprake van
    dekmantelfirma’s voor de smokkel van illegale goederen. Het
    geweldgebruik is gering. Er is voor de chauffeurs een mogelijkheid
    om smokkelen te weigeren.

    2.7.4. Haven Rotterdam en Schiphol

    De georganiseerde criminaliteit in de Rotterdamse haven bestaat
    voornamelijk uit de smokkel van drugs. De meeste drugs worden
    gesmokkeld in containers. Hoeveel drugs er zijn verstopt in de
    ongeveer drie miljoen containers die jaarlijks de haven passeren,
    is niet te zeggen. In 1994 is 188.000 kilo aan drugs door de douane
    in beslag genomen. Er zijn in de Rotterdamse haven geen criminele
    groepen aangetroffen die hun activiteiten primair op de haven
    richten, laat staan dat er groepen zijn die controle hebben over
    bepaalde havenactiviteiten.

    Luchthaven Schiphol heeft vooral te maken met smokkel van drugs,
    mensen en bedreigde dier- en plantensoorten. De drugsmokkel bestaat
    voornamelijk uit cocanesmokkel. In 1994 is in totaal 600 kilo
    cocane bij koeriers in beslag genomen.

    De smokkel van cocane op Schiphol gebeurt in een aantal gevallen
    ook met hulp van personeel van de luchthaven. Kwetsbare sectoren op
    de luchthaven, waar mensen als hulp voor criminele groepen zijn
    gestationeerd, zijn de vrachtafhandeling, de vrachtloodsen en de
    opsporingsdiensten. Noot Hoewel geen aanwijzingen
    bestaan dat de georganiseerde criminaliteit op de luchthaven een
    vaste plaats heeft verworven, is geconstateerd dat het aantal
    corruptiegevallen bij opsporingsorganisaties en andere organisaties
    op de luchthaven in verband met mensen- en drugsmokkel meer dan
    incidenteel te noemen is.

    2.7.5 Horeca

    Door verschillende factoren is de horeca interessant voor de
    georganiseerde criminaliteit: aanwezigheid van alcohol en eventueel
    drugs, gokken, goedkope goederen en de noodzaak van kapitaal. De
    horeca vormt het natuurlijke werkterrein van criminelen. De
    publieke toegankelijkheid verhoogt de kwetsbaarheid van de horeca
    voor infiltratie door de georganiseerde criminaliteit.
    Noot De belangen van de horecabranche worden behartigd
    door de Koninklijke Horeca Nederland. De organisatiegraad van de
    horeca is slechts 30%. De horeca heeft over het algemeen een sterk
    gesloten karakter. Dat veroorzaakt problemen bij de aanpak van
    criminaliteit. Er is sprake van een conspiracy of silence:
    criminaliteit en geweldgebruik worden slechts zelden gemeld.

    In de horeca komen verschillende vormen van criminaliteit voor.
    In sommige gevallen is sprake van betrokkenheid van de
    georganiseerde criminaliteit.
    a. Protectie door afpersingsorganisaties: horeca-ondernemers worden
    gedwongen portiers te huren van criminele organisaties. Zo heeft
    veertig tot zestig procent van de horeca-ondernemers in het centrum
    van Utrecht te maken met deze ongewenste beschermers.b. Afpersing
    van horeca-gelegenheden van buitenlanders door politieke
    organisaties uit het land van herkomst.c. Gedwongen overnames. Er
    zijn aanwijzingen dat de
    georganiseerde misdaad op grote schaal bezig is met het opkopen van
    horeca-gelegenheden. In totaal zouden inmiddels ongeveer
    vierhonderd horeca-ondernemingen in Nederland zijn opgekocht.
    Vooral in de steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag worden veel
    zaken opgekocht.d. Witwassen: het opkopen van horeca-gelegenheden
    wordt vooral gedaan om via deze gelegenheden misdaadgeld wit te
    wassen. De horeca-omzet is nauwelijks te controleren.

    De horecabranche is zeer aantrekkelijk voor malafide
    ondernemers, vooral omdat zij vele mogelijkheden biedt om zwart
    geld wit te wassen.
    In 1986 werd de exploitatie van de geld uitkerende
    kansspelautomaten bij wet geregeld. In 86% van de cafs staan
    gokkasten. Voor de kleine ondernemers vormen de gokkasten een
    cruciale bron van inkomsten. Het gaat om een omzet van 1,5 miljard
    gulden. In totaal zijn 850 speelautomatenexploitanten actief. De
    controle op de gokautomaten is gering, zowel preventief als
    repressief. Het imago van de gokautomatenbranche is niet goed. De
    Vereniging Automatenhandel Nederland is de branche-organisatie
    waarbij iets meer dan de helft van de exploitanten is
    aangesloten.

    Verschillende vormen van (georganiseerde) criminaliteit doen
    zich voor in de gokautomatenbranche:

    • illegale plaatsing en illegale gokkasten,
    • gedwongen verpachting en leningverstrekking door
      automatenhandelaren,
    • gedwongen afname van gokkasten,
    • witwassen van misdaadgeld.

    Het blijft onduidelijk in hoeverre de georganiseerde misdaad een
    hand heeft in deze activiteiten. Verschillende deelonderzoeken
    tonen een vervlechting tussen de georganiseerde misdaad en de
    gokautomatenbranche.

    2.7.6 Afvalverwerkingsbranche

    De milieubranche is in korte tijd uitgegroeid tot een complexe
    en onoverzichtelijke bedrijfstak. Vele verschillende typen
    organisaties maken deel uit van de milieubranche. In de
    afvalverwerkingsbranche zijn ongeveer 1000 bedrijven werkzaam. Vele
    kleine brancheverenigingen zijn op dit terrein actief. Er zijn zeer
    verschillende afvalstromen die voor zeer verschillende prijzen
    worden behandeld. Er bestaat een spanning tussen de hoeveelheid
    aangeboden soorten afval en de verwerkingscapaciteit. De afvalmarkt
    is sterk in beweging. De internationale concurrentie zal toenemen.
    De totale hoeveelheid afval neemt af. Vooral kleinere
    familiebedrijven zullen in de problemen komen.

    De voorzitter:
    We gaan over naar de afvalverwerkingsbranche. Kunt u
    ons kort uitleggen waarom we, als we het over het
    milieucriminaliteit hebben, dat speciaal in de

    afvalverwerkingsbranche moeten zoeken?
    De heer Bruinsma:
    We moeten ervan uitgaan dat in Nederland de bevolking, de
    overheid en allerlei bedrijven en instellingen het milieu
    vervuilen. Daarbij gaat het ook om bedrijven die in hun
    produktieproces allerlei uitlaatgassen de lucht in stoten en afval
    gewoon via het water of de riolering afvoeren. Dat soort
    criminaliteit gebeurt natuurlijk op een bepaalde schaal, en daar
    moet ook nadrukkelijk naar gekeken worden. Waar ik mij in mijn
    onderzoek op heb geconcentreerd, is wat er gebeurt vanaf het
    inzamelen van het afval en het verwerken daarvan, tot het transport
    en het doelmatig uitschakelen van de giftigheid van het afval. Het
    cynische is dat in de afgelopen 20 jaar die branche heel sterk is
    gegroeid. Eerst was afval een waardeloos goed, dat je zomaar ergens
    dumpte, totdat afval heel veel geld waard werd. De markt heeft zich
    snel ontwikkeld tot allerlei onoverzichtelijke bedrijfjes en
    bedrijven. De overheid heeft in de afgelopen jaren een beleid
    gevoerd om die markt zoveel mogelijk open, vrij en zelfstandig te
    laten, dat wil zeggen te privatiseren. De controle is pas
    recentelijk wat meer op gang gekomen. Er is dus een soort gebied
    ontstaan waar bedrijven makkelijk, mede door het grote geld dat
    daarin omgaat, in de verleiding kunnen komen om afval niet
    ordentelijk te verwerken, maar ergens te lozen op oppervlaktewater,
    of te verwerken tot compost of anderszins.
    Noot

    De officile cijfers geven weinig zicht op de werkelijke
    milieucriminaliteit. Waarschijnlijk bestaat er een aanzienlijk dark
    number, aangezien politie en justitie slechts recent begonnen zijn
    met de opsporing van milieucriminaliteit.

    Er is een gelegenheidsstructuur voor (georganiseerde)
    criminaliteit in deze branche. De afvalverwerkingsbranche wordt
    geconfronteerd met complexe wet- en regelgeving. De handhaving van
    deze regels is gebrekkig. Steeds meer wordt zelfregulering in deze
    branche toegepast. Daarmee wordt de overheid buiten de deur
    gehouden. Het toenemende gebruik van convenanten biedt weinig
    waarborgen. Afvalmakelaars, dit zijn tussenpersonen die bemiddelen
    bij de (internationale) handel in afval, vervullen een afschermende
    rol zodat de herkomst, route en bestemming van afval geheim kunnen
    blijven. Te vaak is de
    overheid in een afhankelijke positie ten opzichte van de
    afvalverwerkers. Kartelvorming en monopolie in deze sector dragen
    daaraan bij. Ten slotte zijn de hoge winstmarges en de geringe
    pakkans belangrijke motieven voor illegale activiteiten.

    In Nederland staat het opsporingsonderzoek naar milieuzaken door
    politie en justitie nog in de kinderschoenen. De politie beschikt
    nog over weinig informatie. De onderzoeksgroep Fijnaut beschrijft
    enkele gevallen van (omvangrijke) organisatiecriminaliteit in deze
    branche.

    Het is onwaarschijnlijk dat criminele groepen zich in de
    afvalverwerkingsbranche hebben genesteld. De georganiseerde
    criminaliteit is niet in deze branche actief.

    De voorzitter:
    Is er nu sprake van zware, georganiseerde
    milieucriminaliteit?
    De heer Bruinsma:
    Ik zou dat absoluut niet willen definiren in de vorm van
    zware, georganiseerde criminaliteit. Ik zou dat een vorm van
    organisatiecriminaliteit willen noemen die naar mijn oordeel wel
    ernstig van aard is.
    Noot

    2.7.7 Bouwnijverheid

    De Nederlandse bouwnijverheid heeft een aantal aspecten dat de
    gevoeligheid en aantrekkelijkheid voor de georganiseerde misdaad
    mede bepaalt. Er gaat zeer veel geld om in deze branche. Tevens is
    sprake van omvangrijke concurrentie. Het is eenvoudig om tot de
    branche toe te treden. Daarnaast zijn er veel bedrijven die (te)
    weinig personeel in dienst hebben. Het werk moet bijna altijd onder
    grote tijdsdruk plaatsvinden. Veelal moet daarbij gebruik worden
    gemaakt van onderaannemers.

    In Nederland is de bouwnijverheid slachtoffer van diefstallen
    van bouwmateriaal en vernielingen. Geweld, ontvoeringen,
    liquidaties, intimidatie en afpersing komen in Nederland in deze
    branche niet voor. In andere landen vormen deze criminele
    activiteiten mede een indicator voor de mate waarin de
    georganiseerde criminaliteit genfiltreerd is in de bouwnijverheid.
    Daarnaast kunnen zich verschillende vormen van
    organisatiecriminaliteit voordoen. Er zijn vele vormen van fraude
    mogelijk. Door gebrek aan registratie bestaat nauwelijks zicht op
    de omvang van al deze mogelijke vormen van
    organisatiecriminaliteit. In het verleden speelde koppelbazerij in
    deze branche een belangrijke rol. Koppelbazen stellen werknemers
    ter beschikking voor wie veelal geen sociale premies en belastingen
    werden afgedragen. Na invoering van de Wet ketenaansprakelijkheid,
    begin jaren tachtig, is de koppelbazerij verminderd. Tegenwoordig
    komt de koppelbazerij weer op, maar nu onder de term
    arbeidsbemiddeling. Door personeel als zelfstandigen in dienst te
    nemen ontloopt de arbeidsbemiddelaar de verplichting om premies en
    belastingen af te dragen. De moderne koppelbazen hebben contacten
    met het criminele milieu in hun woonplaats. Hoewel de Nederlandse
    bouwnijverheid kwetsbaar en gevoelig is voor penetratie en
    innesteling van criminele groepen moet uit de analyse van het
    beperkte materiaal de conclusie worden getrokken dat de
    georganiseerde misdaad niet actief is in de bouwnijverheid. Ook de
    vakbonden in deze branche zijn op geen enkele wijze verbonden met
    de georganiseerde criminaliteit.

    2.7.8 Overige branches

    Er zijn nauwelijks gegevens bekend over de rol van de
    georganiseerde misdaad in de verzekeringsbranche. Alle
    branche-organisaties stellen dat zij niet te maken heeft met
    georganiseerde misdaad. Er is alleen sprake van een toename van het
    aantal fraudes door klanten van de verzekeringsmaatschappijen.
    Bemiddelingsbureaus en assurantievertegenwoordigers zouden
    kwetsbaar kunnen zijn voor criminele groepen. De Wet bedreigde
    uitheemse diersoorten beschermt in Nederland de bedreigde
    diersoorten. Het gaat om de volgende soorten criminele
    handelingen:

    • smokkelen van dieren en planten,
    • valselijk opmaken of vervalsen van de vereiste
      documenten,
    • omkopen van overheidsvertegenwoordigers.

    De wildlifehandel in Nederland wordt uitgevoerd door eigenaren van
    dieren- en plantenwinkels die soms hun legale handel vermengen met
    illegale activiteiten. In Nederland bestaan geen aparte
    statistieken voor smokkel en illegale handel in wildlife. Op grond
    van de beperkte gegevens kan niet worden aangenomen dat de illegale
    handel in uitheemse diersoorten en planten in Nederland een grote
    omvang heeft. Er zijn geen aanwijzingen voor groepscriminaliteit of
    van georganiseerde misdaad.

    Uit onderzoek is niets gebleken van illegale handel in nucleair
    materiaal in Nederland. Wel is er bij de ECD een centraal
    cordinatiepunt ingesteld voor de illegale handel in nucleair
    materiaal.

    2.7.9 Beoordeling

    Het onderzoek heeft aangetoond dat geen van de onderzochte
    branches stelselmatig genfiltreerd wordt door criminele
    organisaties. Deze constatering is van groot belang voor de
    beoordeling van de ernst van de georganiseerde criminaliteit in
    Nederland. Criminele organisaties zijn er (nog) niet in geslaagd
    legale branches in brede zin te infecteren. Geen van de branches
    wordt gedomineerd door de georganiseerde criminaliteit. In de
    meeste branches zijn ook geen pogingen tot infiltratie door
    criminele organisaties aangetroffen. De enige sectoren met
    aantoonbare relaties met de georganiseerde criminaliteit zijn de
    horeca- en de transportbranche. In de horeca doen zich zeer
    ernstige ontwikkelingen voor, zoals het opkopen van
    horeca-ondernemingen door criminele organisaties teneinde crimineel
    geld te kunnen witwassen. Daarnaast bestaan vele aanwijzingen dat
    de transportsector op allerlei manieren betrokken is bij de
    georganiseerde criminaliteit voor wat betreft de smokkel van
    illegale goederen. Het aantal corruptiegevallen op Schiphol,
    waarbij sprake was van betrokkenheid van de georganiseerde
    criminaliteit, is verontrustend. De kwetsbaarheid van enkele
    branches voor de georganiseerde criminaliteit is verontrustend. Zij
    hebben kenmerken waardoor hun aantrekkelijkheid voor de
    georganiseerde criminaliteit toeneemt. Vooral de horecabranche kent
    vele ingangen voor de georganiseerde criminaliteit. De
    gelegenheidsstructuur in de afvalverwerkingsbranche roept tevens
    bezorgdheid op. Hetzelfde geldt ook voor de autobranche en de
    bouwnijverheid. Daarbij dient tevens het risico genoemd te worden
    dat de soms omvangrijke organisatiecriminaliteit in de branches
    verwordt tot georganiseerde criminaliteit. De commissie meent dat
    een intensief preventief beleid moet worden gevoerd om de
    aantrekkelijkheid van deze branches voor de georganiseerde
    criminaliteit te verminderen. Dat betekent vooral dat binnen de
    branches het eventuele bestaan van georganiseerde criminaliteit
    moet worden onderkend. Het is onwenselijk dat vormen van
    georganiseerde criminaliteit binnen branches niet aan de orde
    worden gesteld. Het moet de georganiseerde criminaliteit moeilijker
    worden gemaakt om te kunnen infiltreren in deze branches. Op het
    moment dat de georganiseerde criminaliteit daadwerkelijk
    infiltreert in deze branches, bestaat het risico van ontwrichting
    van delen van de Nederlandse samenleving.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken