2.5 Autochtone groepen
Het onderzoek naar criminele groepen in Nederland is
onderverdeeld in twee delen: autochtone groepen en allochtone en
buitenlandse groepen. Dit onderscheid is gemaakt omdat belangrijke
verschillen bestaan tussen deze soorten groepen. De Hollandse
netwerken hebben hun basis in Nederland zelf, terwijl in allochtone
gemeenschappen in Nederland criminaliteit voorkomt die direct
verbonden is met de drugeconomie in het land van herkomst, te weten
Suriname, Turkije en Marokko. De verbinding met de drugeconomie in
deze landen heeft duidelijk andere effecten op de allochtone
gemeenschappen in Nederland dan op de Hollandse netwerken, waarin
allochtonen overigens ook een rol kunnen vervullen. Daarnaast zijn
er buitenlandse criminele groepen die nauwelijks een binding hebben
met personen van die nationaliteit in Nederland. In deze paragraaf
komen de autochtone criminele groepen aan de orde.
2.5.1 Aanleiding onderzoek
De zogeheten Hollandse netwerken spelen een belangrijke rol in
de georganiseerde criminaliteit in Nederland. Het gaat daarbij om
criminele organisaties waarvan de deelnemers overwegend bestaan uit
personen die Nederland als land van herkomst hebben.
2.5.2 Geschiedenis
In de Nederlandse geschiedenis hebben bendes bestaan die voldoen
aan de hedendaagse definitie van georganiseerde criminaliteit.
Georganiseerde criminaliteit is in Nederland geen recent
verschijnsel. Het is ook geen verschijnsel dat recent door
buitenlanders en allochtonen naar Nederland is gebracht. De
georganiseerde criminaliteit heeft diepe wortels in de Nederlandse
samenleving.
De Bruinsma-clan was in de voorbije decennia de eerste groep die
met behulp van geweld een weg naar de top van de hasjgroothandel
vond. Klaas Bruinsma had organisatietalent waardoor hij in staat
was een harde kern van tien man te sturen. Daarnaast werd Bruinsma
constant geadviseerd door allerlei personen die legale bedrijven
hadden. Opvallend was het gebruik van excessief geweld. De
Bruinsma-clan bleef lang buiten schot van de politie. Er zijn
aanwijzingen dat Bruinsma het geld dat hij verdiende, investeerde
in legale activiteiten.
2.5.3 Huidige criminele groepen
De autochtone georganiseerde criminaliteit van dit moment houdt
zich vooral bezig met grootschalige drugshandel. De onderzoeksgroep
Fijnaut heeft zeven toonaangevende criminele groepen nader bezien.
Deze groepen zijn hoofdzakelijk actief in de grootschalige
hasjhandel en in mindere mate in de handel in cocane en herone,
amfetamine en XTC-preparaten, en nederwiet. De autochtone
georganiseerde criminaliteit is klassiek van aard: levering van
illegale goederen en diensten.
Het begrip octopus dat wel als aanduiding van bepaalde criminele
groepen in Nederland is gebruikt, verwart eerder dan dat het een
duidelijk beeld geeft.
- De heer Fijnaut:
- Dat beeld lijkt mij absoluut verkeerd. Er zijn meerdere
groepen en zij werken zeker samen, daar ben ik van overtuigd. Zij
wisselen relaties uit. Zij – ik gaf het voorbeeld van Zeewolde –
investeren samen in n of twee grote partijen. Zij lenen misschien
elkaars transporteurs uit. Van dat soort verbindingen, contacten en
samenwerking is zeker sprake. Ik merk daar direct bij op dat,
evenals ten aanzien van het probleem van het geld, veel onderzoeken
door de Nederlandse politie zijn ingesteld naar deze groepen, maar
die onderzoeken houden precies op waar de samenwerking tussen de
verschillende groepen begint, omdat men vreest in eindeloze
onderzoeken terecht te komen. Noot
Het gaat om duizenden individuen, groepen en netwerken die soms met
elkaar samenwerken, soms elkaar tegenwerken, waarbij sommigen een
zekere cordinatie bewerkstelligen. De Nederlandse georganiseerde
criminaliteit vormt een diffuus en constant veranderend netwerk van
individuen en groepen.
- De voorzitter:
- Het valt mij op dat u niet spreekt van de criminele
organisatie met een duidelijke structuur van boven naar
beneden. - De heer Fijnaut:
- Ik ben een beetje huiverig voor het begrip organisatie in
dit verband, vooral ook omdat het al vlug associaties oproept met
een stukje bureaucratie waarin de verhoudingen helder zijn, zowel
functioneel als naar verantwoordelijkheid, in de zin dat duidelijk
is wie de baas is en wat het middenkader en het voetvolk is. Als je
echt goed kijkt naar groepen, liggen die verhoudingen meestal veel
diffuser. Dat is begrijpelijk. Als men illegaal opereert, als men
een illegale onderneming runt, loopt men natuurlijk groot risico om
door de overheid aangepakt te worden. Dus je hebt er alle baat bij
om je zo onhelder mogelijk te organiseren. Alle helderheid is in
feite een cadeau aan politie en justitie om meer en sneller zicht
op je werkwijze, je verhoudingen en je handel te krijgen. Dat
begrip organisatie sluit eigenlijk niet goed aan op wat de
werkelijkheid in onze ogen te zien geeft. Noot
De onderzochte autochtone criminele organisaties kennen een
verschillende interne structuur. De enkelvoudig samengestelde
druggroothandelgroepen exploiteren n druglijn. Zij trachten
eventueel overheidsoptreden in hun richting te voorkomen door
middel van contra-observatie, corruptie en intimidatie. Groep A
exploiteerde een hasjlijn op Marokko. De harde kern van groep A
bestond uit ongeveer 30 tot 40 personen waaronder vijf
transporteurs, twee monteurs en drie incasseerders. De voorman van
groep A had de nodige moeite de groep bij elkaar te houden. Hij
moest vaak dreigen met geweld. Het ophalen van de hasj gebeurde met
tevoren geprepareerde vrachtwagens, deels per schip en deels per
containers. Groep A verkocht de hasj zo snel mogelijk naar een
vijftal netwerken van coffeeshops in de eigen streek. Jaarlijks
maakt groep A 10 tot 20 miljoen winst. Dit geld werd voor een klein
deel besteed aan eigen welzijn maar voor een groot deel werd het
genvesteerd in auto-bedrijven. De leider van groep A bemoeide zich
intensief met het operationele werk. Groep A deed in omvangrijke
mate aan contra-observatie
Daarnaast zijn er meervoudig samengestelde
druggroothandelsgroepen, die zich richten op druglijnen naar meer
landen. De inkomsten van deze groepen worden deels teruggeleid in
de criminele handel en deels legaal genvesteerd in Nederland en in
het buitenland.
Groep B werd geleid door kamper C die gezien werd als een van
de grootste handelaren in Nederland. Hij controleerde drie
hasjlijnen uit Pakistan en Libanon, in 1988 samen goed voor
ongeveer 30 ton. Politie en justitie twijfelden er niet aan dat C
verschillende mensen had laten ombrengen. C was niet zo zeer leider
van een criminele groep maar eerder een makelaar in illegale
goederen. C probeerde het risico van de hasjtransporten ook zo veel
mogelijk te spreiden. Groep B heeft zich toegelegd op zeer
riskante, maar ook zeer lucratieve grote partijen drugs.
Daarnaast zijn er groepen die zich tussen beide andere groepen
bevinden. De leiders daarvan stammen uit de kring van de
woonwagenbewoners. De bazen bemoeien zich nog intensief met het
exploiteren van de drugslijnen. Er is een grote bereidheid tot het
gebruik van geweld.
Groep D had een leider E die de naam had een geweldenaar te
zijn. Hij ripte partijen drugs uit handen van andere criminele
organisaties. Hij wordt verantwoordelijk gehouden voor liquidaties
van ettelijke personen. E kon terugvallen op een omvangrijke groep
handlangers, maar ook op een advocaat, een accountant, een
bankemploy en een medewerker van een Kamer van Koophandel. De
belangrijkste drugslijn die groep D exploiteerde was een lijn op
Marokko. Langzaam werden hasjlijnen met andere landen uitgebouwd.
De groep deed al het mogelijke om de interne communicatie geheim te
houden.
Slechts een enkeling investeert in legale sectoren. Het
merendeel van deze criminele organisaties gebruikt het met
criminele activiteiten verdiende geld voor eigen consumptie en
verbetering van de bedrijfsvoering. Van substantile vermenging van
crimineel geld met legale geldstromen is voor wat betreft deze
groepen geen sprake. Deze criminele organisaties kunnen over zeer
omvangrijke geldbedragen beschikken.
- De heer Fijnaut:
- (…) Als ik spreek over die zeven groepen en ik kijk naar
de transporteurs en naar de becijferingen die zijn gemaakt van de
omzet die is gedraaid over twee, drie, vier jaar, dan heb je het
misschien over 40, 50, 60, 70 miljoen per groep. Daar moeten dan
nog allerlei kosten vanaf. - De voorzitter:
- Bruto?
- De heer Fijnaut:
- Ja, bruto. Er moet van alles vanaf; tickets voor het
vliegtuig, benzine voor de roeiboot! Bij die meervoudige
groothandelsgroepen spreek je al vlug over honderden miljoenen:
400, 500, 600 miljoen. Dat zijn gigantische bedragen.
Noot
Een verantwoorde schatting van de totale omvang van het door
criminele organisaties verdiende geld is nauwelijks mogelijk.
Noot
Het zijn vooral de autochtone criminele topgroepen die
contra-strategien toepassen. Op verschillende wijzen trachten
enkele criminele organisaties door observatie van politie- en
justitiefunctionarissen en corrumperende activiteiten het
functioneren van politie en justitie te frustreren.
2.5.4 Netwerken op middenniveau en uitvoerders
Naast de top van de criminele organisaties bevinden zich
criminele netwerken waarbij de leiders contact hebben met leden van
de onderzochte zeven organisaties en de criminele uitvoerders. Zij
vormen deels groepen op zichzelf. Netwerken op het middenniveau
zijn er zeer veel. De leden van een aantal van die netwerken hebben
voortdurend contact met elkaar.
De Hells Angels vormen een dergelijke tussengroep. Zij
investeren in horeca-ondernemingen, motorhandel en onroerend goed.
De financile middelen komen uit de handel in verdovende middelen,
wapenhandel en de protectie op de Wallen.
Mede vanwege de aandacht van politie en justitie voor de top van
criminele organisaties is er nauwelijks zicht op de basis van de
georganiseerde criminaliteit.
2.5.5 Beoordeling
Het onderzoek naar de autochtone criminele groepen levert een
gedifferentieerd beeld op. Het gaat om enkele tientallen autochtone
criminele organisaties die zich vooral bezig houden met de
traditionele georganiseerde criminaliteit, waarbij de handel in
softdrugs de boventoon voert. Deze criminele organisaties plegen
zware misdrijven. Van structurele vermenging tussen de criminele
groepen en de legale bovenwereld is weinig gebleken. Er bestaat
slechts zelden een duidelijk hirarchische structuur. Veelal is
sprake van losse netwerken. De Hollandse netwerken vormen een
belangrijk deel van de georganiseerde criminaliteit in Nederland.
Zij zijn grotendeels verantwoordelijk voor de georganiseerde
criminaliteit voor wat betreft de handel in softdrugs. Deze handel
in softdrugs wordt omringd met andere vormen van georganiseerde
criminaliteit waaronder de handel in harddrugs. De omvang van
Hollandse netwerken kan groot zijn: sommige bestaan uit meer dan
100 personen. Daarbij is te zien dat criminele groepen steeds vaker
samenwerken met criminele groepen in andere landen. Het
geweldgebruik door deze criminele groepen is in een aantal gevallen
intensief. Als zodanig vormen de autochtone criminele groepen een
cruciaal object van onderzoek door politie en justitie. Politie
en
justitie besteden aan de Hollandse criminele netwerken in
vergelijking met andere criminele groepen terecht veel aandacht.
Van enige inmenging in de bovenwereld door investeringen van
crimineel geld door deze groepen is in een enkele branche gebleken.
Verontrustend is verder de constatering dat enkele van deze groepen
zich systematisch bezig houden met contra-strategien tegen de
overheid. In het verhoor van officier van justitie Valente kwam aan
de orde dat n van de criminele organisaties gewoon verder
functioneerde ondanks het feit dat de leider in de gevangenis zat.
Noot De mogelijkheden tot het daadwerkelijk doen
beindigen van de activiteiten van criminele groepen zijn beperkt.
Op dit moment lijkt het hoogst haalbare het frustreren van de
criminele bedrijfsvoering door het arresteren en laten veroordelen
van enkele sleutelfiguren. De commissie constateert dat een
criminele organisatie nog nooit volledig ontmanteld is.